4627-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Controleer de radiateur en de condensor en verwijder eventueel vuil.
Als een van bovenstaande onderdelen erg vuil is of als u niet zeker bent van de
staat ervan, laat dan uw auto nakijken door een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
WA A R S C H U W I N G
■Wanneer het hybridesysteem heet is
Verwijder de dop van het koelvloeistofreservoir van de motor/vermogensregeleen-
heid niet.
Als het koelsysteem nog onder druk staat, kan hete koelvloeistof uit de vulopening
spuiten en brandwonden of ander letsel veroorzaken.
OPMERKING
■Bij het bijvullen van koelvloeistof
Gebruik geen onverdunde antivries of alleen water. Een goede mengverhouding van
water en antivries zorgt voor een goede smering, corrosiebescherming en koeling.
Lees altijd de informatie op het etiket van de antivries of koelvloeistof.
■Als er koelvloeistof wordt gemorst bij het vullen
Verwijder de koelvloeistof met veel water om te voorkomen dat het de lak of onderde-
len aantast.
Radiateur en condensor
WA A R S C H U W I N G
■Wanneer het hybridesysteem heet is
Raak om brandwonden te voorkomen de radiateur en de condensor niet aan, aange-
zien deze heet kunnen zijn.
■Wanneer de elektrische koelventilatoren draaien
Steek uw handen niet in de motorruimte.
Nadat het contact UIT is gezet, blijven de elektrische koelventilatoren mogelijk nog
ongeveer 3 minuten draaien.
Wanneer het contact AAN staat, kunnen de elektrische koelventilatoren automatisch
worden ingeschakeld als de airconditioning wordt ingeschakeld en/of als de koelvloei-
stoftemperatuur hoog is. Controleer of het contact UIT staat als u in de buurt van de
elektrische koelventilatoren of de grille komt.
4827-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Interieurfilter
Zet het contact UIT.
Open het dashboardkastje. Trek het
schot omhoog en verwijder het.
Verwijder het afdekplaatje van het
dashboardkastje.
Verwijder de afdekkap van het filter.
Het interieurfilter moet regelmatig worden gereinigd of vervangen, om de
optimale werking van de airconditioning te behouden.
Verwijderen
1
2
3
4
Auto's met linkse besturingAuto's met rechtse besturing
4837-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Verwijder het filter door dit te schui-
ven. Vervang het door een nieuw
exemplaar.
De merktekens UP op het filter moe-
ten naar boven wijzen.
Als het filter verontreinigd is, blaas het
dan vanaf de onderzijde met perslucht
schoon.
Houd 5 cm afstand tussen het blaaspis-
tool en het filter, en blaas gedurende
ongeveer 2 minuten met 500 kPa
(5,0 kg/cm
2 of bar, 72 psi).
Als er geen blaaspistool beschikbaar is,
laat het filter dan reinigen door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
■Controle-interval
Controleer, reinig en vervang het interieurfilter volgens het onderhoudsschema. In
gebieden met veel stof of met veel verkeer moet vervanging vaker plaatsvinden. (Zie
voor meer informatie betreffende het onderhoudsschema het onderhoudsboekje en het
garantieboekje.)
■Als er te weinig lucht uit de ventilatieroosters stroomt
Het filter kan verstopt zitten. Controleer het filter en vervang het indien nodig.
5
Reinigen
OPMERKING
■Voorkomen van beschadigingen
●Zorg dat het filter altijd geplaatst is tijdens het gebruik van de airconditioning.
●Reinig het filter niet met water.
5158-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
8
Bij problemen
Als u denkt dat er iets mis is
●Lekkage onder de auto
(na gebruik van de airconditioning is waterlekkage normaal).
●Banden die er te zacht uit zien of die ongelijkmatig versleten zijn
●Waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur knippert of gaat bran-
den
●Abnormale uitlaatgeluiden
●Overmatig piepende banden bij het nemen van een bocht
●Vreemde geluiden die kennelijk in verband staan met de bewegingen van de
wielophanging
●Pingelende of andere abnormale geluiden van het hybridesysteem
●De motor hapert, stottert of draait onregelmatig
●Een merkbaar verlies aan trekkracht
●De auto trekt tijdens het remmen sterk naar één kant
●De auto trekt sterk naar één kant, terwijl u rechtuitrijdt op een vlakke weg
●Teruglopende remwerking, sponzig gevoel in het rempedaal, een rempedaal
dat bijna tot op de vloer kan worden ingetrapt
Als u een van de volgende verschijnselen opmerkt, kan het zijn dat uw auto
afgesteld of gerepareerd moet worden. Neem zo snel mogelijk contact op
met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Zichtbare symptomen
Hoorbare symptomen
Merkbare symptomen
5758-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
8
Bij problemen
Het koelvloeistofniveau is correct als het zich tussen de streepjes FULL en
LOW bev i nd t .
Reservoir
Streepje FULL
Streepje LOW
Vul indien nodig koelvloeistof bij.
In noodgevallen mag ook water
gebruikt worden als u geen koel-
vloeistof bij de hand hebt.
Schakel het hybridesysteem en de airconditioning in en controleer of de
koelventilatoren van de radiateur draaien en of er geen koelvloeistof lekt
uit de radiateur of de slangen.
De koelventilatoren gaan draaien als de airconditioning wordt ingeschakeld direct
na een koude start. Controleer of de ventilatoren draaien door ernaar te luisteren
en te voelen of er luchtstroom is. Schakel als u hier niet zeker van bent de aircondi-
tioning nog een aantal keer in en uit. (De ventilatoren werken mogelijk niet bij tem-
peraturen beneden het vriespunt.)
Als de koelventilatoren niet draaien:
Schakel het hybridesysteem onmiddellijk uit en neem contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de ventilatoren draaien:
Laat de auto nakijken door de dichtstbijzijnde erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
4
1
2
3
5
6
7
5989-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
■Automatische airconditioning (Blz. 408, 417)
■Elektrisch bedienbare ruiten (Blz. 161)
*: Deze functie kan alleen naar uw persoonlijke voorkeur worden ingesteld wanneer de
elektrisch bedienbare ruiten met de afstandsbediening kunnen worden bediend.
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeurs-
instelling
Schakelen tussen buitenlucht-
modus en de aan de schake-
laar AUTO gekoppelde
recirculatiemodus
AanUitO––O
Werking automatische airco-
schakelaarAanUitO–OO
Verwarmen/koelen gemini-
maliseerd in ECO-modusAanUit–––O
1234
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeurs-
instelling
Gekoppelde werking aan
mechanische sleutel (sluiten)UitAan–––O
Gekoppelde werking aan
mechanische sleutel (openen)UitAan–––O
Gekoppelde werking aan
afstandsbediening (sluiten)UitAan–––O
Gekoppelde werking aan
afstandsbediening (openen)UitAan–––O
Zoemer klinkt bij gebruik
afstandsbediening
*AanUit–––O
1234
608Alfabetische index
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Alfabetische index
A/C ..................................................408, 417
Automatische
airconditioning...................... 408, 417
Interieurfilter.......................................... 482
Luchtvochtigheidssensor ......414, 421
Pollenverwijderingsmodus .. 413, 419
ABS (antiblokkeersysteem) .............238
Functie .....................................................238
Waarschuwingslampje .....................517
Accessoireaansluitingen ................... 437
Accu (12V-accu)
Als de 12V-accu ontladen is ........570
Rijden in de winter, voorbe-
reidingen en controles ................ 254
Waarschuwingslampje .................... 516
Achterklep................................................ 124
Achterlichten
Lampen vervangen ......................... 505
Lichtschakelaar .................................... 190
Achterruitenwisser ............................. 200
Achterruitverwarming
Achterruit ...................................... 412, 419
Buitenspiegels ............................ 412, 419
Voorruit ......................................... 412, 419
Achterstoel
Rugleuningen achter
neerklappen ........................................145
Achteruitrijlichten
Lampen vervangen ......................... 500
Vermogen............................................ 588
Afdekkap motorruimte ...................... 457
Afmetingen............................................. 580Afstandsbediening
Afstandsbediening................................ 114
Batterij vervangen............................. 484
Paniekfunctie ...........................................115
Smart entry-systeem
met startknop ..................................... 129
Vergrendelen/ontgrendelen .......... 114
Airbags ........................................................ 43
Aanbrengen van wijzigingen en
demonteren van airbags................ 47
Airbag, waarschuwingslampje ..... 517
Airbags, algemene
voorzorgsmaatregelen .................. 45
Airbags, plaats van ...............................43
Airbags, voorwaarden voor
activering............................................... 48
Airbags, voorzorgsmaatregelen
voor kinderen ..................................... 45
Curtain airbags,
voorzorgsmaatregelen ................... 47
De juiste houding achter
het stuur ................................................. 36
Handmatig in-/uitschakelsysteem
airbags.....................................................52
Side airbags, voorwaarden
voor activering ................................... 48
SRS-airbags .............................................43
Voorwaarden voor activering
curtain airbags.................................... 48
Voorzorgsmaatregelen
side airbag .............................................46
Voorzorgsmaatregelen side
airbags en curtain airbags............. 47
Werkingsvoorwaarden side
airbags en curtain airbags............ 48
A
609Alfabetische index
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Airconditioningsysteem...........408, 417
Automatische
airconditioning...................... 408, 417
Interieurfilter.......................................... 482
Luchtvochtigheidssensor ......414, 421
Pollenverwijderingsmodus .. 413, 419
Alarm ............................................................86
Alarm ..........................................................86
Waarschuwingszoemer ................. 516
Alarmknipperlichten .......................... 508
Antenne
Radio ................................269, 346, 442
Smart entry-systeem met
startknop...............................................129
Antiblokkeersysteem (ABS)............238
Functie .....................................................238
Waarschuwingslampje .....................517
Antidiefstalsysteem
Alarm ..........................................................86
Hellingsensor..........................................88
Inbraaksensor .........................................88
Startblokkering.......................................80
Supervergrendeling ............................85
Audiosysteem (met Lexus display-
audiosysteem)...................................... 321
Antenne .................................................. 346
Audio-ingang ......................................328
AUX-aansluiting ................................328
Bluetooth
®-audio ............................... 371
CD-speler ............................................. 347
Draagbare audioapparatuur ....... 362
Instelmenu .............................................330iPod .......................................................... 353
MP3/WMA-disc ...............................347
Optimaal gebruik .............................. 338
Radio........................................................ 345
Stuurwieltoetsen
audiosysteem ....................................327
USB-geheugen.................................. 357
Audiosysteem
(met navigatiesysteem)
*
Audiosysteem (zonder Lexus
display-audiosysteem) .................... 260
Audio-ingang ...................................... 288
AUX-aansluiting................................ 288
Bluetooth
®-audio............................. 309
CD-speler............................................. 270
Draagbare audioapparatuur ....... 288
iPod ........................................................... 277
MP3/WMA-disc .............................. 270
Optimaal gebruik .............................. 265
Radio.........................................................267
Stuurwieltoetsen
audiosysteem ................................... 294
USB-geheugen.................................. 283
Automatische airconditioning
Automatische
airconditioning ......................408, 417
Interieurfilter ......................................... 482
Automatische verticale
koplampverstelling .............................192
AUX-aansluiting .......................263, 328
*: Raadpleeg de handleiding voor het navigatiesysteem.