1092. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
De volgende afbeeldingen zijn slechts voorbeelden en kunnen afwijken van
de werkelijke situaties.
■Scherm multi-informatiedisplay
Status batterijpak-
ket (tractiebatterij)
Bijna
leegVo lBijna
leegVo l
Scherm navigatiesysteemLexus display-audioscherm
MonochroomdisplayKleurendisplay
Wanneer de auto
wordt aangedreven
door de elektromo-
tor (tractiemotor)
Wanneer de auto
wordt aangedreven
door de benzinemo-
tor en de elektromo-
tor (tractiemotor)
Wanneer de auto
wordt aangedreven
door de benzinemo-
tor
Wanneer het batte-
rijpakket (tractiebat-
terij) wordt opgela-
den
1102. Instrumentenpaneel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
De volgende afbeeldingen zijn slechts voorbeelden en kunnen afwijken van
de werkelijke situaties.
■Reisinformatie
Scherm navigatiesysteem
Druk op de Remote Touch op de toets MENU en selecteer vervolgens “Auto”
op het scherm MENU.
Als het scherm “Energiemonitor” of “Eerdere gegevens” wordt weergegeven, kies
dan “Reisinformatie”.
Resetten van de verbruiksgege-
vens
Het brandstofverbruik gedu-
rende de laatste 15 minuten
Actueel brandstofverbruik
De geregenereerde energie
gedurende de laatste 15 minuten
Eén symbool staat voor 30 Wh.
Er worden maximaal 5 symbolen
getoond.
Gemiddelde rijsnelheid sinds het starten van het hybridesysteem.
Verstreken tijd sinds het starten van het hybridesysteem.
Actieradius (Blz. 112)
Wanneer er geen
energieoverdracht
plaatsvindt
Status batterijpak-
ket (tractiebatterij)
Bijna
leegVo lBijna
leegVo l
Brandstofverbruik (auto's met navigatiesysteem of Lexus display-
audiosysteem)
MonochroomdisplayKleurendisplay
1
2
3
4
5
6
7
1112. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Lexus display-audioscherm
Druk op de bedieningsknop van het Lexus display-audiosysteem op de toets
MENU en selecteer vervolgens “Auto” op het scherm “Menu”.
Als het scherm “Reisinformatie” niet wordt weergegeven, beweeg de bedienings-
knop dan naar rechts en selecteer “Reisinformatie”.
Het brandstofverbruik gedu-
rende de laatste 15 minuten
Actueel brandstofverbruik
De geregenereerde energie
gedurende de laatste 15 minuten
Eén symbool staat voor 30 Wh.
Er worden maximaal 5 symbolen
getoond.
Gemiddelde rijsnelheid sinds het
starten van het hybridesysteem.
Verstreken tijd sinds het starten van het hybridesysteem.
Actieradius (Blz. 112)
Het gemiddelde brandstofverbruik gedurende de laatste 15 minuten wordt
door middel van kleur verdeeld in vorige gemiddelden en gemiddelden sinds
de laatste keer dat het contact AAN is gezet. Het weergegeven gemiddelde
brandstofverbruik is een globale waarde.
De afbeelding is slechts een voorbeeld.
■Eerdere gegevens
Scherm navigatiesysteem
Druk op de Remote Touch op de toets MENU en selecteer vervolgens “Auto”
op het scherm “Menu”.
Als het scherm “Energiemonitor” of “Reisinformatie” wordt weergegeven, kies dan
“Eerdere gegevens”.
De eerdere gegevens resetten
Het beste gemeten brandstofver-
bruik
Het gemiddelde brandstofver-
bruik
Het vorige gemeten brandstof-
verbruik
Het gemiddelde brandstofver-
bruik bijwerken
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
1122. Instrumentenpaneel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Lexus display-audioscherm
Druk op de bedieningsknop van het Lexus display-audiosysteem op de toets
MENU en selecteer vervolgens “Auto” op het scherm “Menu”.
Als het scherm “Eerdere gegevens” niet wordt weergegeven, beweeg de bedie-
ningsknop dan naar rechts en selecteer “Eerdere gegevens”.
Het vorige gemeten brandstof-
verbruik
Actueel brandstofverbruik
Het beste gemeten brandstofver-
bruik
De geschiedenis van het gemiddelde brandstofverbruik is door middel van
kleuren verdeeld in vorige gemiddelden en het gemiddelde brandstofver-
bruik sinds de gegevens de laatste keer zijn bijgewerkt. Het weergegeven
gemiddelde brandstofverbruik is een globale waarde.
De afbeelding is slechts een voorbeeld.
■De eerdere gegevens bijwerken
Auto's met navigatiesysteem
Werk het gemiddelde brandstofverbruik bij door “Updaten” te selecteren om het actu-
ele brandstofverbruik opnieuw te meten.
Auto's met Lexus display-audiosysteem
Werk het gemiddelde brandstofverbruik bij door de bedieningsknop naar links te bewe-
gen en “Updaten” te selecteren om het actuele brandstofverbruik opnieuw te meten.
■De gegevens resetten
Auto's met navigatiesysteem
De gegevens van het brandstofverbruik kunnen gewist worden door “Wissen” te kiezen.
Auto's met Lexus display-audiosysteem
De gegevens van het brandstofverbruik kunnen worden gewist door de bedieningsknop
naar links te bewegen en “Wissen” te kiezen.
■Actieradius
Toont de berekende maximale afstand die nog kan worden gereden met de resterende
brandstof.
Deze afstand wordt berekend op basis van het gemiddelde brandstofverbruik.
Hierdoor kan de werkelijke afstand die nog kan worden gereden, afwijken van de weer-
gegeven afstand.
1
2
3
1173-1. Informatie over sleutels
3
Bediening van elk onderdeel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
■Leegraken batterij elektronische sleutel
●De standaard levensduur van de batterij is 1 - 2 jaar. (De batterij in de sleutelkaart heeft
een levensduur van ongeveer anderhalf jaar.)
●Als de batterij bijna leeg is, klinkt een waarschuwingssignaal in de auto als het hybride-
systeem wordt uitgeschakeld. (Blz. 541)
●Omdat de elektronische sleutel altijd radiogolven ontvangt, raakt de batterij ook ontla-
den wanneer de elektronische sleutel niet wordt gebruikt. De volgende verschijnselen
geven aan dat de batterij van de elektronische sleutel mogelijk ontladen is. Vervang de
batterij indien nodig. (Blz. 484)
• Het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbediening werkt niet.
• Het detectiegebied wordt kleiner.
• Het LED-controlelampje in de sleutel gaat niet aan.
●Houd, om de levensduur van de batterij niet nodeloos te bekorten, de elektronische
sleutel op een afstand van minimaal 1 m van de volgende elektrische apparaten met een
magnetisch veld:
• Televisietoestellen
•Computers
• Mobiele telefoons, draadloze telefoons en batterijladers
• Oplaadapparatuur voor draadloze en mobiele telefoons
• Inductiekookplaten
• Tafellampen
■Batterij vervangen
Blz. 484
■Bevestiging van het aantal geregistreerde sleutels
Het aantal al geregistreerde sleutels kan worden bevestigd. Neem voor meer informatie
contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als een verkeerde sleutel wordt gebruikt
De slotcilinder zal vrij kunnen draaien.
OPMERKING
■Beschadiging van de sleutel voorkomen
●Laat de sleutels niet vallen, stel ze niet bloot aan sterke schokken en buig ze niet.
●Stel de sleutels niet langdurig bloot aan hoge temperaturen.
●Voorkom dat de sleutels nat worden en reinig ze niet in een ultrasoon reinigingsbad
of iets dergelijks.
●Bevestig geen metaalhoudende of magnetische voorwerpen aan de sleutels en houd
de sleutels uit de buurt van dergelijke voorwerpen.
●Haal de sleutels niet uit elkaar.
●Plak geen stickers o.i.d. op het oppervlak van de elektronische sleutel.
●Houd de sleutels uit de buurt van apparaten die magnetische velden opwekken (bij-
voorbeeld televisietoestellen, audiosystemen, inductiekookplaten en medische appa-
ratuur, zoals laagfrequente therapeutische uitrusting).
1313-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
●Wanneer de elektronische sleutel tegen een van de volgende metalen voorwerpen
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
•Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er een andere sleutel met afstandsbediening (die radiogolven uitzendt) in de buurt
gebruikt wordt
●Als u de elektronische sleutel bij u draagt samen met de volgende apparaten die radio-
golven uitzenden
• De elektronische sleutel of een afstandsbediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voorwerpen aan de achterruit worden bevestigd
■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, werkt het sys-
teem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of portiergreep, te dicht bij
de grond of te hoog als de portieren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of op een hoge plaats, of
te dicht bij het midden van de achterbumper, als de achterklep wordt geopend.
• De elektronische sleutel ligt op het dashboard, in de bagageruimte, op de vloer of in
een portiervak of het dashboardkastje wanneer het hybridesysteem wordt gestart
of de stand van het contact wordt gewijzigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van de portier-
vakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de aanwezige radiogolven
wordt door de antenne mogelijk waargenomen dat de sleutel zich buiten de auto
bevindt en wordt de auto vergrendeld, waardoor de elektronische sleutel mogelijk in
de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ontgrendeld.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan het hybridesysteem
mogelijk worden gestart als de elektronische sleutel zich in de buurt van de ruit bevindt.
●De portieren worden mogelijk ontgrendeld als er een grote hoeveelheid water op de
portiergreep terechtkomt, bijvoorbeeld tijdens een zware regenbui of in een wasstraat
wanneer de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt. (De portie-
ren zullen na ongeveer 30 seconden automatisch weer vergrendeld worden als ze niet
geopend en gesloten worden.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt, bestaat de mogelijkheid
dat de portieren niet ontgrendeld worden door de instapfunctie. (Gebruik de afstands-
bediening om de portieren te ontgrendelen.)
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen draagt, kan de reac-
tie van het systeem trager zijn of worden de portieren mogelijk niet ontgrendeld. Trek
de handschoenen uit en raak de vergrendelsensor opnieuw aan.
1784-2. Rijprocedures
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Breng de auto volledig tot stilstand.
Activeer de parkeerrem. (Blz. 189)
Zet de selectiehendel in stand P.
(Blz. 184)
Controleer of de positie-indicator P
aangeeft. (Blz. 183)
Druk de startknop in.
Het hybridesysteem stopt en de weergave van het instrumentenpaneel dooft (de
positie-indicator wordt een paar seconden na de weergave van het instrumentenpa-
neel gedoofd).
Laat het rempedaal langzaam opkomen en controleer of het controlelampje
in de startknop uit is.
De stand kan worden gewijzigd door op de startknop te drukken zonder het
rempedaal in te trappen. (De stand verandert iedere keer dat op de knop wordt
gedrukt.)
UIT
De alarmknipperlichten kunnen wor-
den gebruikt.
Stand ACC
Sommige elektrische componenten
zoals het audiosysteem kunnen worden
gebruikt.
Het controlelampje in de startknop gaat
oranje branden.
AAN
Alle elektrische componenten kunnen
worden gebruikt.
Het controlelampje in de startknop gaat
oranje branden.
Uitschakelen van het hybridesysteem
1
2
3
Wijzigen van de standen van het contact
4
5
1
2
3
2204-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Wanneer de sensoren een obstakel signaleren, wordt de bestuurder door mid-
del van de volgende displays geïnformeerd over de positie en afstand tot het
obstakel.
■Multi-informatiedisplay
Werking hoeksensoren voor
Werking hoeksensoren achter
Werking binnenste sensoren achter
■Scherm Lexus display-audiosysteem of navigatiesysteem (indien aanwezig)
Weergave Lexus Parking Assist-
sensor
Wanneer het Rear View Monitor-
systeem* of de Lexus Parking Assist
Monitor
* niet wordt weergegeven.
De grafische voorstelling wordt
automatisch weergegeven wanneer
een obstakel gesignaleerd wordt.
Het scherm kan zo worden ingesteld
dat de afbeelding niet wordt weerge-
geven. (Blz. 223)
: Hiermee kunt u de geluiden
van de zoemer uitschake-
len.
Hulpdisplay
Wanneer het Rear View Monitor-
systeem
* of de Lexus Parking Assist
Monitor* wordt weergegeven.
Bij signalering van een obstakel ver-
schijnt er in de rechter bovenhoek
van het navigatiesysteemscherm een
vereenvoudigde weergave van het
beeld.
*: indien aanwezig
Display
Auto's met monochroomdisplayAuto's met kleurendisplay
1
2
3
1
2