5979-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
9
Specificaties van de auto
*1: Instellingen die u kunt wijzigen bij auto's met toerenteller
*2: De standaardinstelling verschilt per land.
*3: Indien aanwezig
*4: Sommige statusschermen kunnen niet worden geregistreerd (aangegeven op het
multi-informatiedisplay)
*5: 2 van de volgende items: actueel brandstofverbruik, gemiddeld brandstofverbruik
(sinds resetten), gemiddeld brandstofverbruik (sinds tanken), gemiddeld brandstof-
verbruik (sinds starten), gemiddelde rijsnelheid (sinds resetten), gemiddelde rijsnel-
heid (sinds starten), afstand (actieradius), afstand (sinds starten), verstreken tijd (sinds
resetten), verstreken tijd (sinds starten), leeg.
Rijinformatie 2*3
Actieradius/
afstand
*5–OOOGemiddelde
snelheid (sinds
resetten)
Po p - u p d i s p l a y*3AanUit–OOO
Accentkleur*3BlauwBruinOOOO
Gevoeligheid van omge-
vingslichtsensor die wordt
gebruikt voor het dimmen van
de instrumentenverlichting,
enz.
*3
Standaard-2 - 2–––O
Gevoeligheid van omge-
vingslichtsensor die wordt
gebruikt voor het vergroten
van de helderheid van de
instrumentenverlichting,
enz.
*3
Standaard-2 - 2–––O
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeurs-
instelling1234
5999-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
9
Specificaties van de auto
■Lexus Parking Assist-sensor* (Blz. 219)
*: Indien aanwezig
■Waarschuwingszoemer achteruit (Blz. 185)
■Buitenspiegels (Blz. 157)
■Alarm* (Blz. 86)
*: Indien aanwezig
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeurs-
instelling
Wa a r s c h u w i n g s v o l u m e
(Het waarschuwingsvolume
kan worden ingesteld)
31 - 5O––O
Display
(Automatische weergave van
de Lexus Park Assist kan wor-
den ingeschakeld/uitgescha-
keld)
AanUitO––O
Afstand
(Afstandsregeling kan wor-
den geselecteerd)
LangKortO––O
1234
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeurs-
instelling
Signaal (zoemer) wanneer de
selectiehendel in stand R staatIntermitterendEenmalig–––O
1234
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeurs-
instelling
Automatisch wegklappen/uit-
klappen
Gekoppeld aan
het vergrende-
len/ontgrende-
len van de por-
tierenUit
–––OGekoppeld aan
bediening start-
knop
1234
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeurs-
instelling
Schakelt het alarm uit wan-
neer de portieren worden
ontgrendeld met de mechani-
sche sleutel
UitAan–––O
1234
6009-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
■Voertuigaanpassingen
●Wanneer de functie koppeling van rijsnelheid aan portiervergrendeling en de functie
koppeling van portiervergrendeling aan stand selectiehendel allebei zijn ingeschakeld,
werkt het portierslot als volgt.
• Als de selectiehendel in een andere stand dan P wordt gezet, worden alle portieren
vergrendeld.
• Als de auto wordt gestart terwijl alle portieren zijn vergrendeld, werkt de functie
koppeling van rijsnelheid aan portiervergrendeling niet.
• Als de auto wordt gestart terwijl een van de portieren is ontgrendeld, werkt de func-
tie koppeling van rijsnelheid aan portiervergrendeling wel.
●Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld, kan het ontgrendelen van
de portieren met het Smart entry-systeem en startknop niet worden ingesteld.
●Als de portieren niet worden geopend nadat de portieren zijn ontgrendeld en de func-
tie automatisch opnieuw vergrendelen wordt geactiveerd, worden er signalen gegene-
reerd overeenkomstig de instellingen van de bedieningssignaalfunctie (zoemer en
alarmknipperlichten).
■In de volgende situaties wordt de instelmodus waarin de instellingen met het multi-
informatiedisplay kunnen worden gewijzigd, automatisch uitgeschakeld.
●Er verschijnt een waarschuwingsmelding nadat het scherm Persoonlijke voorkeursin-
stelling wordt weergegeven.
●Het contact wordt UIT gezet.
●De auto begint te rijden terwijl het scherm Persoonlijke voorkeursinstelling wordt
weergegeven.
WA A R S C H U W I N G
■Waarschuwingen tijdens aanpassen persoonlijke voorkeursinstellingen
Zorg dat de auto geparkeerd staat op een plaats met voldoende ventilatie, aangezien
het hybridesysteem tijdens het instellen moet draaien. In een afgesloten ruimte, zoals
een garage, kunnen uitlaatgassen die het schadelijke koolmonoxide (CO) bevatten,
zich ophopen en in de auto terechtkomen. Dit kan zeer schadelijk zijn voor de gezond-
heid.
OPMERKING
■Tijdens het aanpassen van de persoonlijke voorkeursinstellingen
Zorg ervoor dat het hybridesysteem tijdens het instellen draait, om te voorkomen dat
de 12V-accu ontladen raakt.
606Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
●Het controlelampje van de veiligheidsgordel knippert
Dragen de bestuurder en de voorpassagier hun veiligheidsgordel?
(Blz. 519)
●Het waarschuwingslampje van de parkeerrem brandt
Is de parkeerrem gedeactiveerd? (Blz. 189)
Afhankelijk van de situatie klinken er mogelijk ook andere soorten waarschu-
wingszoemers. (Blz. 516, 523)
●Heeft iemand een portier geopend tijdens het instellen van het alarm?
De sensor signaleert dit en laat het alarm klinken. (Blz. 86)
Zet om het alarm te stoppen het contact AAN of start het hybridesysteem.
●Bevindt de elektronische sleutel zich in de auto of is het schuifdak geopend?
Controleer de melding op het multi-informatiedisplay. (Blz. 523)
●Wanneer een waarschuwingslampje gaat branden of een waarschuwingsmel-
ding wordt weergegeven, raadpleeg dan Blz. 516, 523.Tijdens het rijden klinkt een waarschuwingszoemer
Er wordt een alarm geactiveerd en de claxon klinkt
(auto's met een alarm)
Bij het verlaten van de auto klinkt een waarschuwingszoemer
Er gaat een waarschuwingslampje branden of er wordt een waarschu-
wingsmelding weergegeven
609Alfabetische index
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Airconditioningsysteem...........408, 417
Automatische
airconditioning...................... 408, 417
Interieurfilter.......................................... 482
Luchtvochtigheidssensor ......414, 421
Pollenverwijderingsmodus .. 413, 419
Alarm ............................................................86
Alarm ..........................................................86
Waarschuwingszoemer ................. 516
Alarmknipperlichten .......................... 508
Antenne
Radio ................................269, 346, 442
Smart entry-systeem met
startknop...............................................129
Antiblokkeersysteem (ABS)............238
Functie .....................................................238
Waarschuwingslampje .....................517
Antidiefstalsysteem
Alarm ..........................................................86
Hellingsensor..........................................88
Inbraaksensor .........................................88
Startblokkering.......................................80
Supervergrendeling ............................85
Audiosysteem (met Lexus display-
audiosysteem)...................................... 321
Antenne .................................................. 346
Audio-ingang ......................................328
AUX-aansluiting ................................328
Bluetooth
®-audio ............................... 371
CD-speler ............................................. 347
Draagbare audioapparatuur ....... 362
Instelmenu .............................................330iPod .......................................................... 353
MP3/WMA-disc ...............................347
Optimaal gebruik .............................. 338
Radio........................................................ 345
Stuurwieltoetsen
audiosysteem ....................................327
USB-geheugen.................................. 357
Audiosysteem
(met navigatiesysteem)
*
Audiosysteem (zonder Lexus
display-audiosysteem) .................... 260
Audio-ingang ...................................... 288
AUX-aansluiting................................ 288
Bluetooth
®-audio............................. 309
CD-speler............................................. 270
Draagbare audioapparatuur ....... 288
iPod ........................................................... 277
MP3/WMA-disc .............................. 270
Optimaal gebruik .............................. 265
Radio.........................................................267
Stuurwieltoetsen
audiosysteem ................................... 294
USB-geheugen.................................. 283
Automatische airconditioning
Automatische
airconditioning ......................408, 417
Interieurfilter ......................................... 482
Automatische verticale
koplampverstelling .............................192
AUX-aansluiting .......................263, 328
*: Raadpleeg de handleiding voor het navigatiesysteem.
610Alfabetische index
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Baby- en kinderzitjes.............................. 55
Babyzitjes, definitie............................... 56
Babyzitjes, plaatsen ............................. 63
Kinderzitjes, definitie ........................... 56
Kinderzitjes, plaatsen ................. 63, 63
Kinderzitjes, plaatsen met ISOfix-
bevestigingssysteem ....................... 65
Plaatsen van baby- en kinderzitjes
met bovenste gordel ....................... 66
Plaatsen van baby- en kinderzitjes
met veiligheidsgordels ................... 63
Zitkussens, definitie.............................. 56
Zitkussens, plaatsen ............................ 64
Bagageafdekking ................................. 434
Bagagehaken ......................................... 433
Banden ...................................................... 469
Als de auto een lekke band
heeft ......................................... 542, 554
Bandenmaat .........................................587
Bandenspanning ................................ 478
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem .............. 470
Controleren..........................................469
Reservewiel ................. 542, 554, 587
Sneeuwkettingen ...............................255
Vervangen ............................... 542, 554
Waarschuwingslampje .................... 519
Winterbanden ..................................... 254
Wisselen van banden ......................469Bandenspanning
Onderhoudsgegevens................... 587
Waarschuwingslampje ....................519
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem
Functie..................................................... 470
Initialisatie .............................................. 470
Plaatsen van
bandenspanningssensoren
en -zenders....................................... 470
Registreren van
identificatiecodes ............................. 471
Resetknop bandenspannings-
waarschuwingssysteem ............. 470
Waarschuwingslampje ....................519
Batterijpakket (tractiebatterij)
Plaats ...........................................................75
Specificatie............................................ 582
Bedieningsknop Lexus display-
audiosysteem .................. 106, 223, 410
Bekerhouders ........................................ 430
Bevestigingssteunen .............................. 62
Binnenspiegel
Binnenspiegel .......................................155
Buitenspiegels....................................... 157
B
612Alfabetische index
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Dagrijverlichting .................................... 192
Dagtellers.................................................... 97
Dakconsole .............................................. 431
Dashboardkastje................................... 429
Derde remlicht
Vervangen ........................................... 505
Dimmer dashboardverlichting...........98
Display
Dynamic Radar Cruise
Control ............................................... 208
Energiemonitor.................................... 106
Multi-informatiedisplay ......... 100, 103
Rijinformatie .................................. 101, 104
Waarschuwingsmeldingen .......... 523
Draadloze communicatie .......315, 393
Draaiknop koplampverstelling .......... 191
Dynamic Radar Cruise Control
Functie .................................................... 208
Waarschuwingsmelding....524, 533
Dynamic Radar Cruise Control .... 208Elektrisch bedienbare ruiten
Blokkeerschakelaar
ruitbediening ........................................161
Klembeveiliging.................................... 162
Werking .....................................................161
Elektrische stuurbekrachtiging (EPS)
Functie..................................................... 238
Waarschuwingslampje .................... 517
Elektromotor
Plaats .............................................................71
Specificatie............................................ 582
Elektronische sleutel
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt ...............................568
Batterij vervangen............................. 484
Energiebesparende functie............130
Energiemonitor ...................................... 106
EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Functie..................................................... 238
Waarschuwingslampje .................... 517
Ergonomisch geheugen ...................... 147
Geheugenoproepfunctie................ 149
EV-modus .................................................. 181
Extra opbergvakken .............................431
DE
614Alfabetische index
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Identificatie
Auto ......................................................... 580
Motor ........................................................ 581
Inbraaksensor........................................... 88
Informatie voor bij het
tankstation ............................................ 624
Initialisatie
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem .............. 470
Te initialiseren onderdelen............. 601
Inrijperiode, tips...................................... 169
Instapverlichting .................................... 427
Instrumentenpaneel
Controlelampjes ................................... 92
Dimmer dashboardverlichting.......98
Multi-informatiedisplay ......... 100, 103
Tellers ......................................................... 96
Waarschuwingslampjes.................. 516
Waarschuwingsmeldingen .......... 523
Interieurfilter ...........................................482
Interieurverlichting............................... 426
Schakelaar............................................. 426
Vermogen............................................ 588
ISOfix-bevestigingssysteem ............... 62Kentekenplaatverlichting
Lampen vervangen ..........................505
Lichtschakelaar ....................................190
Kilometerteller...........................................97
Kindersloten ............................................. 122
Klembeveiliging
Elektrisch bedienbare ruiten ......... 162
Schuifdak .................................................165
Klok ............................................................ 437
Knie-airbags .............................................. 43
Koelsysteem ............................................. 461
Oververhitting,
hybridesysteem............................... 574
Koelvloeistof
Controle .................................................. 461
Inhoud ..................................................... 584
Rijden in de winter, voorbe-
reidingen en controles ................ 254
Koelvloeistof vermogensregeleenheid
Controle .................................................. 461
Inhoud ..................................................... 584
Radiateur ............................................... 462
Rijden in de winter, voorbe-
reidingen en controles ................ 254
IK