BELANGRIJK
Probeer nooit de remwerking van de
aanhanger te beïnvloeden door
wijzigingen aan het remsysteem van de auto
uit te voeren. Het remsysteem van de
aanhanger moet volledig onafhankelijk zijn
van het hydraulisch systeem van de auto.
WINTERBANDENDe winterbanden moeten dezelfde maat hebben
als de standaard geleverde banden.
Het Lancia Servicenetwerk kan u raad geven over
de meest geschikte band voor elk gebruik.
Voor de bandenmaat en de bandenspanning van
de winterbanden moet men zich exact houden aan
de aanwijzingen die zijn aangegeven in de
paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk “Technische
gegevens”.
De specifieke eigenschappen van winterbanden
verminderen drastisch wanneer de profieldiepte
minder is dan 4 mm. Vervang in dergelijke
gevallen de wielen.
Door hun specifieke eigenschappen zijn de
prestaties van winterbanden onder normale
omstandigheden of wanneer lang op de snelweg
wordt gereden, veel lager dan die van de
standaard gemonteerde banden. Beperk het
gebruik van winterbanden uitsluitend voor de
omstandigheden waarvoor ze zijn goedgekeurd.
BELANGRIJK Als winterbanden worden gebruikt
met een maximum toegestane snelheid die lager
is dan de topsnelheid van de auto (plus een marge
van 5%), dan moet in de passagiersruimte een
duidelijk zichtbaar waarschuwingsplaatje worden
geplaatst met de maximum toegestane snelheid
wanneer met winterbanden wordt gereden
(conform de EU-richtlijnen).
154WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
LAMPJES EN BERICHTEN
LAMPJES EN MELDINGENALGEMENE WAARSCHUWINGEN
Wanneer de lampjes branden wordt tevens een
specifiek bericht en/of een geluidssignaal
voortgebracht, wanneer van toepassing. Deze
meldingen zijnkorte waarschuwingenen mogen
door hun beknopt karakter niet worden
beschouwd als volledig en/of een alternatief voor
de informatie die is opgenomen in het
Instructieboek. Het is daarom raadzaam het
instructieboek altijd aandachtig te lezen. In geval
van storing moet men zichaltijd aan de
instructies houden die in dit hoofdstuk zijn
beschreven.
BELANGRIJK De storingen die op de display
verschijnen, kunnen worden onderverdeeld in
twee categorieën:ernstige storingenenminder
ernstige storingen.
Ernstige storingenworden langdurig
herhaaldelijk weergegeven.
Minder ernstige storingenworden kort
herhaaldelijk weergegeven.
De weergavecyclus van beide categorieën kan
worden onderbroken door op de knop
te
drukken. De melding op het instrumentenpaneel
blijft branden tot de oorzaak van de storing is
verholpen.
REMVLOEISTOFNIVEAU TE LAAG
(rood) / HANDREM INGESCHAKELD
(rood)
Door de contactsleutel in de stand MAR-ON te
draaien, gaat het lampje op het
instrumentenpaneel branden. Enkele seconden na
het starten van de motor moet dit lampje doven.
REMVLOEISTOFNIVEAU TE LAAG
Dit lampje gaat branden wanneer het
remvloeistofniveau in het reservoir zich onder het
minimumpeil bevindt, bijvoorbeeld door een lek in
het remcircuit. Bij sommige versies verschijnt een
speciale melding op de display.
BELANGRIJK
Als het lampje
tijdens het rijden
gaat branden, zet dan de motor
onmiddellijk af en neem contact op met het
Lancia Servicenetwerk.
157WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
HANDREM INGESCHAKELD
Door de contactsleutel in de stand MAR te
draaien, gaat het lampje branden. Enkele
seconden na het starten van de motor moet dit
lampje doven.
Het lampje (of symbool op de display) gaat
branden wanneer de handrem wordt ingeschakeld.
Als de auto in beweging is, wordt ook een
geluidssignaal voortgebracht.
BELANGRIJK Controleer of de handrem is
ingeschakeld als het lampje tijdens het rijden gaat
branden.
STORING EBD
(rood) (geel)
Wanneer bij draaiende motor de lampjes
(rood),
(geel) enESCgelijktijdig branden,
dan is er een storing in het EBD-systeem of is
het systeem niet beschikbaar. In dit geval kunnen
de achterwielen bij hard remmen plotseling
blokkeren waardoor de auto begint te slippen.
Rijd zeer voorzichtig naar het dichtstbijzijnde
Lancia Servicenetwerk om het systeem
onmiddellijk te laten controleren. Bij sommige
versies verschijnt een speciale melding op de
display.
STORING ABS (geel)
Door de contactsleutel in de stand MAR te
draaien, gaat het lampje op het
instrumentenpaneel branden. Enkele seconden na
het starten van de motor moet dit lampje doven.
Het lampje gaat branden (bij sommige versies
verschijnen een melding en een symbool op de
display) als het systeem niet goed werkt. In
dergelijke gevallen blijft het remsysteem normaal
werken, maar met uitsluiting van het ABS
systeem.
Rijd voorzichtig verder en wendt u zo snel
mogelijk tot het Lancia Servicenetwerk.STORING AIRBAG (rood)
Door de contactsleutel in de stand MAR-ON te
draaien, gaat het lampje op het
instrumentenpaneel branden. Enkele seconden na
het starten van de motor moet dit lampje doven.
Het lampje gaat continu branden (bij sommige
versies verschijnen een melding en een symbool op
de display) als een storing in het airbagsysteem
is vastgesteld.
158WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BELANGRIJK
Als bij het draaien van de
contactsleutel naar de stand MAR, het
lampje
niet gaat branden of tijdens het
rijden blijft branden, dan is er mogelijk een
storing in de veiligheidssystemen. In dat
geval kunnen de airbags of gordelspanners
niet geactiveerd worden bij een botsing of, in
een zeer beperkt aantal gevallen, per
ongeluk geactiveerd worden. Laat het
systeem controleren door het Lancia
Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
BELANGRIJK
Wanneer het lampje
defect is, gaat
het lampje
knipperen dat aangeeft
dat de frontairbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld. Ook zorgt het airbagsysteem
voor de automatische uitschakeling van
de airbags aan passagierszijde (frontairbag
en passagiersairbag, voor bepaalde
versies/markten). In dergelijke gevallen kan
het lampje
mogelijk geen storingen in
de veiligheidssystemen aangeven. Laat het
systeem controleren door het Lancia
Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
PASSAGIERS-/ZIJAIRBAGS
UITGESCHAKELD (geel)
Het lampje
gaat branden wanneer de
frontairbag en de zijairbag aan passagierszijde
worden uitgeschakeld.
Wanneer bij ingeschakelde frontairbag aan
passagierszijde de contactsleutel in de stand MAR
wordt gedraaid, gaat het lampje
eerst enkele
seconden continu branden en vervolgens enkele
seconden knipperen. Hierna zou het lampje
moeten doven.
BELANGRIJK
Wanneer het lampje
defect is, gaat
het lampje
branden. Ook zorgt
het airbagsysteem voor de automatische
uitschakeling van de airbags aan
passagierszijde (frontairbag en
passagiersairbag, voor bepaalde versies/
markten). Laat het systeem controleren door
het Lancia Servicenetwerk alvorens verder
te rijden.
159WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
VEILIGHEIDSGORDELS NIET
OMGELEGD (rood)
(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat continu branden wanneer bij
stilstaande auto de veiligheidsgordel aan
bestuurders- en passagierszijde (indien een
passagier aanwezig is) niet is omgelegd.
Wanneer met de auto wordt gereden met niet goed
omgelegde veiligheidsgordels, dan gaat het lampje
knipperen en klinkt er een geluidssignaal.
Raadpleeg het Lancia Servicenetwerk om het
geluidssignaal van het SBR-systeem( Seat Belt
Reminder) permanent te laten uitschakelen. Het
systeem kan opnieuw worden ingeschakeld via het
Setup-menu (zie de beschrijving in het hoofdstuk
"Kennismaking met de auto").LAADSTROOM ACCU
ONVOLDOENDE (rood)
(voor bepaalde versies/markten)
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR wordt
gedraaid, gaat het lampje branden. Het moet
doven nadat de motor is gestart (als de motor
stationair draait, kan het voorkomen dat het
lampje iets later dooft).
Als het lampje continu blijft branden of knipperen
(bij sommige versies verschijnen een melding en
een symbool op de display), neem dan contact op
met het Lancia Servicenetwerk.
CONTINU BRANDEND:
MOTOROLIEDRUK TE LAAG (rood)
KNIPPEREND: MOTOROLIE
VERSLECHTERD
(alleen dieselmotoren met DPF - rood)
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR wordt
gedraaid, gaat het lampje branden. Het moet
doven nadat de motor is gestart.
1. Onvoldoende motoroliedruk
Het lampje gaat continu branden en (voor
bepaalde versies/markten) verschijnt een melding
op de display wanneer het systeem een
onvoldoende motoroliedruk waarneemt.
BELANGRIJK
Wanneer het
lampje tijdens het
rijden gaat branden (bij sommige
versies verschijnt ook een melding op de
display), zet dan de motor onmiddellijk af
en neem contact op met het Lancia
Servicenetwerk.
160WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Ga als volgt te werk wanneer het lampje tijdens
het rijden gaat branden:
❒tijdens een normale rit:breng de auto tot
stilstand, zet de motor af en controleer of het
koelvloeistofniveau in het reservoir zich onder
het MIN-teken bevindt. Als dit het geval is,
wacht dan enkele minuten tot de motor is
afgekoeld, draai vervolgens langzaam en
voorzichtig de dop open, vul koelvloeistof bij en
controleer of het peil zich tussen het MIN- en
MAX-teken op het reservoir bevindt Controleer
ook op aanwezigheid van vloeistoflekkage.
Ga naar het Lancia Servicenetwerk als
het lampje gaat branden wanneer de motor
opnieuw wordt gestart;
❒wanneer de auto onder veeleisende
omstandigheden wordt gebruikt
(bijvoorbeeld bij het bergop trekken van een
aanhanger of wanneer de auto volgeladen is):
minder snelheid en breng de auto tot stilstand
als het lampje blijft branden. Wacht 2 of 3
minuten met draaiende motor en geef ietwat gas
om de koelvloeistofcirculatie te bevorderen.
Zet vervolgens de motor af. Controleer het
vloeistofpeil zoals hiervoor beschreven.
BELANGRIJK Het is raadzaam om onder zware
bedrijfsomstandigheden de motor voor het
afzetten enkele minuten te laten draaien met het
gaspedaal iets ingetrapt.
BRANDSTOFRESERVE –
BEPERKTE ACTIERADIUS
(geel)
Dit lampje gaat branden wanneer er nog circa 5 à
7 liter brandstof in de tank is. Wanneer het bereik
ongeveer 50 km (of het equivalent in mijl) is,
verschijnt bij sommige versies een waarschuwing
op de display.
BELANGRIJK Het lampje knippert om te wijzen
op een storing in het systeem. Laat het systeem
controleren door het Lancia Servicenetwerk.
STORING EOBD/INSPUITSYSTEEM
(geel)
Wanneer onder normale omstandigheden de
contactsleutel in de stand MAR wordt gedraaid,
gaat het lampje branden (bij sommige versies
verschijnt ook een melding op de display). Het
moet doven nadat de motor is gestart.
Wanneer het lampje blijft branden of tijdens het
rijden gaat branden, wijst dit op een onjuiste
werking van het inspuitsysteem; met name duidt
een vast brandend lampje op een storing in het
branstoftoevoer-/inspuitsysteem die overmatige
uitlaatgasemissies, mogelijk prestatieverlies,
slechte rijeigenschappen en een hoog
brandstofverbruik kan veroorzaken
162WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Onder deze omstandigheden kan men met
gematigde snelheid verder rijden zonder te veel
eisen aan de motor te stellen. Het langdurig rijden
met brandend lampje kan schade aan de motor
veroorzaken. Raadpleeg zo snel mogelijk tot
Lancia Servicenetwerk.
Het lampje dooft nadat de storing is verdwenen,
maar de storing wordt door het systeem in het
geheugen bewaard.
OPMERKING (alleen voor benzinemotoren)
Als het lampje knippert, kan dit op een mogelijk
defect van de katalysator wijzen.
In dergelijke gevallen moet het gaspedaal worden
losgelaten om het motortoerental te verlagen,
totdat het lampje niet meer knippert. Rijd verder
met gematigde snelheid en voorkom
rijomstandigheden die kunnen leiden tot het
opnieuw gaan knipperen van het lampje.
Raadpleeg zo snel mogelijk het Lancia
Servicenetwerk.
Wanneer, als de sleutel in de stand
MAR wordt gedraaid of tijdens het
rijden, het
lampje niet gaat branden
of als het lampje continu of knipperend gaat
branden (bij sommige versies verschijnen ook
een melding en een symbool op de display),
ga dan onmiddellijk naar een dealer van
het Lancia Servicenetwerk. De verkeerspolitie
beschikt over speciale apparatuur waarmee
de werking van het lampje
kan worden
gecontroleerd. Neem in elk geval de wettelijke
voorschriften in acht.
STORING ESP-SYSTEEM (geel)
(voor bepaalde versies/markten)
Door de contactsleutel in de stand MAR-ON te
draaien, gaat het lampje op het
instrumentenpaneel branden. Enkele seconden na
het starten van de motor moet dit lampje doven.
Als het lampje continu blijft branden en niet dooft
(bij sommige versies verschijnen een melding en
een symbool op de display), neem dan contact op
met het Lancia Servicenetwerk. Het lampje gaat
tijdens het rijden knipperen om aan te geven
dat het ESC systeem werkt.
163WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Storing Hill Holder
Dit lampje gaat branden (bij sommige versies
verschijnen ook een melding en een
symbool op
de display) als een storing in Hill Holder systeem
optreedt. Wendt u in dergelijke gevallen altijd
tot het Lancia Servicenetwerk.
STORING LANCIA CODE SYSTEEM (geel)
Het lampje (of het symbool op de display) gaat
branden (en bij sommige versies verschijnt ook
een melding op de display) wanneer een Lancia
CODE systeemfout is waargenomen: raadpleeg in
dat geval zo snel mogelijk het Lancia
Servicenetwerk.STORING VOORGLOEIBOUGIES/
VOORGLOEISYSTEEM
(dieselmotoren) (geel)
VOORGLOEIBOUGIES
Het lampje brandt wanneer de contactsleutel in de
stand MAR wordt gedraaid. Het lampje dooft
zodra de voorgloeibougies de vooringestelde
temperatuur hebben bereikt. De motor kan
worden gestart zodra het lampje gedoofd is.
BELANGRIJK Als de buitentemperatuur erg hoog
is, kan het lampje al na zeer korte tijd doven.STORING VOORGLOEISYSTEEM
Het lampje knippert (en bij sommige versies
verschijnen een melding en een symbool op de
display) om een storing in het voorgloeisysteem
aan te geven. Raadpleeg het Lancia
Servicenetwerk om de storing zo spoedig mogelijk
te verhelpen.
WATER IN HET BRANDSTOFFILTER
(dieselmotoren) (geel)
Het lampje brandt continu tijdens het rijden (bij
sommige versies verschijnen ook een melding
en een symbool op de display) als er water in het
brandstoffilter is waargenomen.Water in het brandstofcircuit kan het
inspuitsysteem ernstig beschadigen
en de motor onregelmatig doen
draaien. Als het
lampje gaat branden, ga
dan onmiddellijk naar het Lancia
Servicenetwerk om het water te laten
aftappen. Wanneer het lampje direct na het
tanken gaat branden, kan er tijdens het
tanken water in de brandstoftank zijn
terechtgekomen. Zet in dit geval de motor
onmiddellijk af en neem contact op met het
Lancia Servicenetwerk.
164WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER