in deze situaties bieden ze geen
aanvullende bescherming ten
opzichte van de veiligheidsgordels,
zodat hun activering geen zin heeft.
In deze gevallen wijst de uitgebleven
activering dus niet op een storing
van het systeem.
Breng geen stickers of
andere voorwerpen op
het stuurwiel of op het deksel
van de passagiersairbag aan.
Plaats nooit voorwerpen (bijv.
mobiele telefoons) op het
dashboard aan passagierszijde,
omdat deze het correct openen
van de passagiersairbag
kunnen hinderen en tevens de
inzittenden ernstig kunnen
verwonden.
WAARSCHUWING
Wanneer de airbags volledig
opgeblazen zijn, nemen ze bijna alle
ruimte in beslag tussen het stuurwiel
en de bestuurder en tussen het
dashboard en de passagier.
Bij lichte frontale botsingen
(waarbij de bescherming van de
omgelegde gordel volstaat) worden
de airbags niet opgeblazen.
De veiligheidsgordels moeten dus
altijd gedragen worden.
Bij een frontale aanrijding zorgen de
veiligheidsgordels ervoor dat de
inzittenden in de juiste stand worden
gehouden.
fig. 99
F0X0055m
fig. 98
F0X0054m
FRONTAIRBAG
BESTUURDERSZIJDE fig. 98
Deze bestaat uit een onmiddellijk
opblaasbaar kussen dat in een
speciale ruimte in het midden van
het stuurwiel is geplaatst.
FRONTAIRBAG PASSAGIER
fig. 99 (voor bepaalde
versies/markten)
Deze bestaat uit een onmiddellijk
opblaasbaar kussen dat in een
speciale ruimte in het dashboard is
opgeborgen: deze airbag heeft een
groter volume dan de
bestuurdersairbag.
De frontairbags voor bestuurder en
passagier zijn ontworpen en
afgesteld om inzittenden voorin met
omgelegde veiligheidsgordels te
beschermen.
83
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 83
fig. 100
F0X0081m
BIJZONDER
GEVAARLIJK:
Monteer geen
kinderzitjes
achterstevoren op de
passagiersstoel voor wanneer de
frontairbag aan passagierszijde
is ingeschakeld. Als bij een
botsing de airbag wordt
opgeblazen, kan het kind
hierdoor dodelijke verwondingen
oplopen. Schakel dus altijd de
passagiersairbag uit wanneer
een kinderzitje op de
passagiersstoel wordt geplaatst.
Bovendien moet de
passagiersstoel zo ver mogelijk
naar achteren zijn geschoven
om te voorkomen dat het
kinderzitje eventueel in
aanraking komt met het
dashboard. Ook als is het niet
wettelijk verplicht, moet de
airbag onmiddellijk weer
ingeschakeld worden zodra geen
kinderen meer vervoerd worden,
om een betere bescherming van
de volwassenen te garanderen.
WAARSCHUWINGFRONTAIRBAG
PASSAGIERSZIJDE
HANDMATIG
UITSCHAKELEN
(voor bepaalde versies/markten)
Mocht het toch nodig zijn om een
klein kind op de passagiersstoel te
vervoeren, dan moet de frontairbag
aan passagierszijde uitgeschakeld
worden.
Met de contactsleutel op STOP, kan
de airbag in- en uitgeschakeld
worden door de contactsleutel in de
schakelaar te steken die bij geopend
passagiersportier bereikt kan
worden.
De sleutel kan in beide standen
ingebracht en uitgenomen worden.
BELANGRIJK Bedien de schakelaar
uitsluitend bij afgezette motor en
verwijderde contactsleutel.De sleutelschakelaar heeft twee
standen fig. 100:
– frontairbag passagier ingeschakeld
(stand ON
P):
controlelampje
Fop
instrumentenpaneel uit; het
vervoeren van kinderen op de
voorstoel is strikt verboden.
– frontairbag passagier uitgeschakeld
(stand OFF
F): controlelampje
Fop instrumentenpaneel aan;
kinderen, beschermd met het
juiste veiligheidssysteem, mogen
op de voorstoel vervoerd
worden.
Het controlelampje
Fop het
instrumentenpaneel blijft continu
branden totdat de passagiersairbag
weer wordt ingeschakeld.
84
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 84
86
Als de contactsleutel in
stand MAR staat, ook
wanneer de motor is uitgezet,
kunnen de airbags ook
geactiveerd worden bij
stilstaande auto wanneer deze
door een andere auto wordt
aangereden. Om die reden
mogen kinderen nooit op de
voorstoel worden geplaatst,
ook al staat het voertuig stil.
Als de sleutel echter in de stand
STOP staat, wordt bij een
ongeval geen enkel
veiligheidssysteem (airbag of
gordelspanners) geactiveerd. In
dat geval duidt de niet-
activering niet op een storing
van het systeem.
WAARSCHUWING
Voor bepaalde
versies/markten:
wanneer de contactsleutel in
de stand MAR wordt gedraaid,
gaat het “gele” Flampje
enkele seconden branden. Als
de passagiersairbag is
ingeschakeld, gaat het “gele”
lampje na enkele seconden uit.
Als de passagiersairbag NIET is
ingeschakeld, blijft het “gele”
lampje branden.
WAARSCHUWING
Als het “rode” û
lampje niet enkele
seconden gaat branden
wanneer de contactsleutel in
de stand MAR, dan is het
“rode” lampje mogelijk defect.
In dat geval begint het “gele”
waarschuwingslampje na
enkele seconden te knipperen
en wordt, voor bepaalde
versies/markten, de explosieve
lading van de passagiersairbag
uitgeschakeld.
WAARSCHUWING
De vervaldatum van de
explosieve lading staat
vermeld op een specifiek etiket
in het dashboardkastje. Neem
contact op met het Fiat
Servicenetwerk om hem te
laten vervangen wanneer de
vervaldatum nadert.
WAARSCHUWING
Bij een storing van het
“gele” F
waarschuwingslampje, gaat het
“rode” û
waarschuwingslampje branden
en wordt, voor bepaalde
versies/markten, de explosieve
lading van de passagiersairbag
uitgeschakeld.
WAARSCHUWING
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 86
E-LOCKER SYSTEEM
ELD - ELECTRONIC LOCKING
DIFFERENTIAL
(voor bepaalde versies/markten)
Sommige versies kunnen van het
E-Locker systeem zijn voorzien, dat
gebruikt wordt in situaties waarin
het voertuig kan slippen.
Dit systeem kan het
voordifferentieel vergrendelen, zodat
aan beide voorwielen dezelfde
draaisnelheid wordt verschaft; op die
manier kan het wiel met de meeste
grip het voertuig aandrijven.
Het E-Locker Systeem
mag niet als een soort
“vierwielaandrijving”
beschouwd worden: het
systeem mag niet op normaal
wegdek (droog asfalt enz.)
gebruikt worden. In elk geval
schakelt het systeem
automatisch uit zodra een
voertuigsnelheid 20 km/h wordt
overschreden.
WAARSCHUWING
Men adviseert het
E-Locker Systeem
alleen te gebruiken wanneer
een wiel grip verliest en zich
derhalve in een situatie van
weinig wrijving bevindt
(bijv. op wegen met modder,
zand, stenen, nat gras enz.).
WAARSCHUWING
Om het E-Locker Systeem in te
schakelen:
– trap het rempedaal in (bij
stilstaande auto);
– druk op de ELD-knop fig. 101 op
het dashboard links van het
stuurwiel; het systeem geeft een
geluidssignaal af (lange beep), het
ELD-lampje op het
instrumentenpaneel begint te
knipperen en de display toont een
speciale melding (ELD ON
gedurende 5 seconden);
– laat de koppeling langzaam
opkomen en geef geleidelijk aan
gas; schakel het systeem uit zodra
de kritieke toestand is verdwenen.
Het systeem kan handmatig en
automatisch uitgeschakeld worden.
Het E-Locker systeem
moet bij stilstaand
voertuig ingeschakeld worden.
Een ervaren bestuurder moet
de conditie van het wegdek
weten te beoordelen alvorens
het systeem in te schakelen.
WAARSCHUWING
fig. 101
F0X0082m
88
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 88
121
fig. 143
F0X0123m
fig. 142
F0X0122m
fig. 144
F0X0124m
fig. 145
F0X0125m
DASHBOARDKASTVERLICHTING
fig. 144 (voor bepaalde
versies/markten)
Vervang de buislamp:
– verwijder het lampenglas A door
het ietwat in te drukken en naar
beneden te trekken;
– verwijder de buislamp B uit de
zijdelingse veercontacten;
– maak het lampenglas A vast door
het naar boven te drukken.
ZEKERINGEN
VERVANGEN
Het elektrische systeem wordt
beveiligd door zekeringen: bij een
storing of bij oneigenlijk gebruik van
het systeem brandt de zekering door.
Als een elektrisch onderdeel niet
werkt, moet gecontroleerd worden
of de zekering niet is doorgebrand:
de geleidende band A-fig. 145 mag
niet onderbroken zijn.
Als dit wel het geval is, dan moet de
zekering worden vervangen door
een nieuw exemplaar met dezelfde
stroomsterkte (zelfde kleur).
B intacte zekering.
C zekering met doorgebrande
geleidende band. PLAFONDVERLICHTING
ACHTER
(voor bepaalde versies/markten)
Vervang de buislamp:
– verwijder de hele unit door hem
op de pijl aangegeven punten
fig. 142 los te trekken;
– open de reflector A-fig. 143 en
vervang de buislamp B uit de
zijdelingse veercontacten.
107-132 STRADA LUM NL 1ed 10-01-2012 15:18 Pagina 121
125
ZEKERINGENTABEL
Stroomverbruiker Nr. Zekering Ampère Plaats
F12
F13
F31
F32
F35
F37
F38
F39
F42
F43
F44
F47
F48
F49
F50
F51
F5315A
15A
7,5A
15A
10A
10A
20A
15A
7,5A
30A
20A
30A
30A
7,5A
7,5A
7,5A
10A
Rechter dimlicht
Linker dimlicht, koplampverstelling
Voeding voor achteruitrijlicht, relaisspoelen op zekeringenkast
motorruimte, handbediend klimaatregelsysteem
Voeding +30 bediening buitenverlichting
Voedin schakelaar remlichten (NC-signaal)
Remlichten, regeleenheid instrumentenpaneel
Centrale portiervergrendeling
Voeding +30 plafondverlichting, verlichting dashboardkastje, autoradio
ABS-regeleenheid
Ruitenwissers, bidirectionele pomp
Stopcontact - aansteker
Elektrische ruitbediening linksvoor
Elektrische ruitbediening rechtsvoor
+15 stroomverbruikers voeding voor autoradio, elektrisch
verstelbare spiegels, verlichting midden- en zijconsole, verlichting
bediening elektrische spiegels
Airbagsysteem
+ voeding voor kentekenverlichting, verlichting bediening
verwarming, verlichting stopcontact - aansteker, verlichting autoradio
Richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, regeleenheid instrumentenpaneelfig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
107-132 STRADA LUM NL 1ed 10-01-2012 15:18 Pagina 125
126
Stroomverbruiker Nr. Zekering Ampère Plaats
Voorgloeibougies
Zekeringenkast dashboard - basis
Zekeringenkast dashboard - optie
Contactslot
Anti-slipsysteem
Enkele snelheid - eerste snelheid koelventilator
Enkele snelheid - tweede snelheid koelventilator
Elektrische ventilator klimaatregeling
Claxon
Generator snelheidsmeter, magneetklep actieve-koolfilter,
voorgloeiregeleenheid, secundaire belastingen, motorregelsysteem
Rechter grootlicht
Linker grootlicht
Motorregeleenheid, relais motorregelsysteem, wisselrelais
motorkoelsysteem
Motorregeleenheid (voeding), magneetkleppengroep dieseloliepomp
Motorregeleenheid
Aircocompressor
Verwarmd filter
Brandstofpomp, afsluitsysteem
Extra koplampen
+ 15 pluspool via ingeschakeld contact
Mistlampen voorF00
F01
F02
F03
F04
F06
F07
F08
F10
F11
F14
F15
F16
F17
F18
F19
F20
F21
F23
F24
F3060A
70A
40A
20A
50A
30A – 40A (*)
40A – 60A (*)
40A
15A
15A
10A
10A
7,5A
10A
7,5A
7,5A
20A
15A
15A
10A
15Afig. 145
fig. 145
fig. 145
fig. 145
fig. 145
fig. 145
fig. 145
fig. 145
fig. 145
fig. 145
fig. 145
fig. 145
fig. 145
fig. 145
fig. 145
fig. 145
fig. 145
fig. 145
fig. 145
fig. 145
fig. 145
(*)
Voor bepaalde versies/markten
107-132 STRADA LUM NL 1ed 10-01-2012 15:18 Pagina 126
180
Carrosserie
- code van carrosserietype ................................................... 157
- onderhoud ..............................................................................150
Chassisnummer............................................................................. 156
CO
2(uitlaatgasemissie) .............................................................. 172
Contact .......................................................................................... 11
Contactslot ................................................................................... 11
Controle van vloeistofniveaus ..................................................138
Correct gebruik van de auto ....................................................95
Dashboard ...................................................................................12-13
Dashboardkastje .......................................................................... 65
Dashboardkastverlichting
- lamp vervangen ..................................................................... 121
Derde remlicht ............................................................................ 119
Diesel
- filter ........................................................................................ 144
- specificatie............................................................................... 168
Dieselfilter (afvoer condenswater) .......................................... 144
Dimlicht
- bediening .................................................................................60
- lamp vervangen ..................................................................... 115
DPF ................................................................................................. 94
DPF (roetfilter) ............................................................................ 94
Een wiel vervangen ..............................................109-110-111-112
ELD .................................................................................................88
Elektrische/elektronische systemen ........................................ 91
E-Locker systeem (ELD) ............................................................ 88
Fiat CODE startblokkering ...................................................... 7
Follow me home systeem .......................................................... 71
Gebruik van de versnellingsbak ............................................... 99
Gewichten ..................................................................................... 167
Gordelspanners............................................................................. 25
- krachtbegrenzers ................................................................. 26
Grootlicht ..................................................................................... 60
- bediening .................................................................................60
- grootlichtsignaal ................................................................... 60
- lamp vervangen ..................................................................... 115
Grootlichtsignaal ......................................................................... 60
Handbediende airconditioning
- bedieningselementen ........................................................... 58
- onderhoud ..............................................................................150
Handrem ....................................................................................... 98
Hellingmeters
- hellingmeter dwarsrichting..................................................30
- hellingmeter lengterichting..................................................30
- instrumenten opnieuw kalibreren .................................... 31
Hoofdsteunen
- achter....................................................................................... 18
- voor......................................................................................... 17
Identificatiegegevens .................................................................. 155
- Typeplaatje met identificatiegegevens ............................. 155
Inhouden......................................................................................... 168
Instrumenten .................................................................................27
Instrumentenpaneel ....................................................................14-15
155-184 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:30 Pagina 180