DASHBOARDDe aanwezigheid en de opstelling van de bedieningsorganen, de instrumenten en de controle-/waarschuwingslampjes kunnen per
uitvoering verschillen.
1.Verstelbare luchtroosters zijkant – 2.Vaste luchtroosters zijkant – 3.Linker hendel: bediening buitenverlichting – 4.Instrumen-
tenpaneel – 5.Rechter hendel: bediening ruitenwissers, achterruitwisser, tripcomputer – 6.Bedieningsknoppen op het dashboard
– 7.Verstelbare luchtroosters midden – 8.Vast luchtrooster boven – 9.Frontairbag passagierszijde – 10.Dashboardkastje –11.Au-
toradio (voor bepaalde uitvoeringen/markten) – 12.Bedieningsknoppen verwarming/ventilatie/airconditioning – 13.Contactslot
–14.Frontairbag bestuurderszijde – 15. Hendel stuurwielverstelling – 16.Schakelaarpaneel: mistlampen voor/mistachterlicht/kop -
lampafstelling/digitaal display/multifunctioneel display.
5VEILIGHEIDSTARTEN
EN RIJDENLAMPJES
EN BERICHTENNOODGE -
VALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD
EN BEDIENING
F0M0606m
fig. 1
001-032 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.32 Pagina 5
20VEILIGHEIDSTARTEN
EN RIJDENLAMPJES
EN BERICHTENNOODGE -
VALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD
EN BEDIENING
Inschakeling/Uitschakeling van
de frontairbag en de zij-airbag
(sidebag) aan passagierszijde
(BAG P)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Met deze functie kan de passagiersairbag
worden in-/uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk:❒
druk op de knop MENU ESCen druk,
nadat op het display het bericht (BAG
P OFF) (voor uitschakeling) of het be-
richt (BAG P On) (voor inschakeling) is
verschenen door het indrukken van de
knop +of –, opnieuw op de knop
MENU ESC;
❒
op het display verschijnt het bericht om
de instelling te bevestigen;
❒
selecteer door het indrukken van de
knop +of –(YES) (voor bevestiging van
de inschakeling/uitschakeling) of (no)
(om te annuleren);
❒
druk kort op de knop MENU ESC; er
verschijnt een bevestiging van de geko-
zen instelling en er wordt teruggekeerd
naar het menuscherm of, wanneer de
knop even ingedrukt wordt gehouden,
naar het beginscherm zonder op te slaan.
MENU ESCMENU ESCMENU ESC
– +
– +
– +
– +
F0M1001i
F0M1003iF0M1002i F0M1005i
F0M1006i F0M1002i
F0M1003i
Meeteenheid (Unit) instellen
Met deze functie kunt u de meeteenheid
instellen.
Ga voor het instellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display verschijnt het opschrift (Unit)
en de ingestelde meeteenheid (km) of
(mijl);
– druk op de knop +of –om de gewens-
te meeteenheid in te stellen.
– druk kort op de knop MENU ESCom
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te
slaan.
001-032 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.32 Pagina 20
23
VEILIGHEIDSTARTEN
EN RIJDENLAMPJES
EN BERICHTENNOODGE -
VALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD
EN BEDIENING
Het menu heeft de volgende opties:
– BEEP SNELHEID
– CORNERING LIGHTS
(voor bepaalde uitvoeringen/ markten)
– GEGEVENS TRIP B
– KLOKJE INSTELLEN
– DATUM INSTELLEN
– EERSTE PAGINA
(voor bepaalde uitvoeringen/ markten)
– ZIE RADIO
– AUTOCLOSE
– MEETEENHEID
– TAAL
– VOLUME WAARSCHUWINGEN
– VOLUME TOETSEN
– SERVICE
– AIRBAG/BAG PASSAGIER
– DAGVERLICHTING
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
– MENU VERLATEN.FUNCTIES DISPLAY
Snelheidslimiet (Beep Snelheid)
Met deze functie kan de snelheidslimiet
van de auto (km/h of mph) worden inge-
steld. Als deze limiet wordt overschreden,
wordt de bestuurder gewaarschuwd (zie
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Ga voor het instellen van de snelheidsli-
miet als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display verschijnt het opschrift (Beep
Snelh.);
– druk op de knop +of –om de snel-
heidslimiet in te schakelen (On) of uit te
schakelen (Off);
– als de functie al was ingeschakeld (On),
kan met de knop +of –de gewenste snel-
heidslimiet worden ingesteld en worden
bevestigd door het indrukken van de knop
MENU ESC.
OpmerkingDe waarde kan worden in-
gesteld tussen 30 en 200 km/h of tussen 20
en 125 mph, afhankelijk van de ingestelde
meeteenheid (zie de paragraaf “Meeteen-
heid instellen” (Meeteenheid) hierna). Elke
keer als u de knop +/–indrukt, wordt de
waarde 5 eenheden verhoogd of verlaagd.
Als u de knop +/–ingedrukt houdt, lopen
de cijfers automatisch snel door of terug.
Als u dicht bij de juiste waarde bent, stelt
u de exacte waarde in door de knop tel-
kens in te drukken en los te laten.
– druk kort op de knop MENU ESCom
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te
slaan.
Ga als volgt te werk als u de instelling wilt
annuleren:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display knippert (On);
– druk op de knop –; op het display knip-
pert (Off);
– druk kort op de knop MENU ESCom
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te
slaan.
001-032 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.32 Pagina 23
29
VEILIGHEIDSTARTEN
EN RIJDENLAMPJES
EN BERICHTENNOODGE -
VALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD
EN BEDIENING
Inschakeling/Uitschakeling van de
frontairbag aan passagierszijde en
de zij-airbag voor de bescherming
van borstkas/bekken (side bag -
voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Met deze functie kan de passagiersairbag
worden in-/uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk:❒
druk op de knop MENU ESCen druk,
na het verschijnen op het display van
het bericht (Bag pass: Off) (voor uit-
schakelen) of het bericht (Bag pass: On)
(voor inschakelen) door op de knop +
of –te drukken, nogmaals op de knop
MENU ESC;
❒
op het display verschijnt het bericht om
de instelling te bevestigen;
❒
selecteer door het indrukken van de
knop +of –(Ja) (voor bevestiging van
de inschakeling/uitschakeling) of (Nee)
(om te annuleren);
❒
druk kort op de knop MENU ESC; er
verschijnt een bevestiging van de geko-
zen instelling en er wordt teruggekeerd
naar het menuscherm of, wanneer de
knop even ingedrukt wordt gehouden,
naar het beginscherm zonder op te
slaan.
MENU ESCMENU ESCMENU ESC
– +
– +
– +
– +
F0M1009i
F0M1011iF0M1010i F0M1013i
F0M1014i
F0M1009i
F0M1015i
F0M1016iF0M1009i
Dagverlichting (D.R.L.)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Met deze functie kunt u de dagverlichting
in- of uitschakelen.
Ga voor het in- of uitschakelen van deze
functie als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display verschijnt een submenu;
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display knippert On of Off, afhankelijk
van de instelling;
– druk op de knop +of –om de keuze uit
te voeren;
– druk kort op de knop MENU ESCom
terug te keren naar het scherm van het
submenu of houd de knop even ingedrukt
om terug te keren naar het scherm van
het hoofdmenu zonder op te slaan;
– druk nogmaals lang op de knop MENU
ESC om terug te keren naar het begin-
scherm of het hoofdmenu, afhankelijk van
waar u zich in het menu bevindt.
Menu verlaten
Laatste functie waarmee de instellingen uit
het menuscherm worden afgesloten.
Druk kort op de knop MENU ESCom
terug te keren naar het beginscherm zon-
der op te slaan.
Als u de knop –indrukt, wordt terugge-
keerd naar het eerste menupunt (Beep
Snelheid).
001-032 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.32 Pagina 29
91
STARTEN
EN RIJDENLAMPJES
EN BERICHTENNOODGE -
VALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD
EN BEDIENINGVEILIGHEID
VEILIGHEIDSGORDELS ..................................................... 92
SBR-SYSTEEM......................................................................... 93
GORDELSPANNERS ........................................................... 94
KINDEREN VEILIG VERVOEREN .................................... 97MONTAGEVOORBEREIDING VOOR
“ISOFIX UNIVERSEEL”-KINDERZITJE ........................... 101FRONTAIRBAGS ................................................................. 103
ZIJ-AIRBAGS .......................................................................... 106
V V
E E
I I
L L
I I
G G
H H
E E
I I
D D
091-110 PUNTO POP 1ed NL 08/10/13 09.18 Pagina 91
98STARTEN
EN RIJDENLAMPJES
EN BERICHTENNOODGE -
VALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD
EN BEDIENINGVEILIGHEID
GROEP 0 en 0+
Baby’s tot 13 kg moeten in wiegjes wor-
den vervoerd die achterstevoren zijn ge-
plaatst, waardoor het achterhoofd wordt
gesteund en bij plotseling remmen de nek
niet wordt belast.
Het wiegje moet op zijn plaats worden ge-
houden door de veiligheidsgordelfig. 8en
het kind moet op zijn beurt worden be-
schermd door de gordel van het wiegje
zelf.
Monteer absoluut geen kin-
derzitje achterstevoren op
de passagiersstoel voor als de airbag
aan passagierszijde is ingeschakeld.
Als bij een ongeval de airbag in wer-
king treedt (opblaast), kan dit ernstig
letsel en zelfs de dood tot gevolg heb-
ben, ongeacht de zwaarte van het
ongeluk. Wij raden u aan kinderen al-
tijd in een kinderzitje op de zitplaat-
sen achter te vervoeren, omdat die
plaatsen bij een ongeval de meeste
bescherming bieden.
ATTENTIE!
ZEER GEVAARLIJK Als het
absoluut noodzakelijk is een
kind op de passagiersstoel
voor te vervoeren, in een
kinderzitje dat achterstevo-
ren is geplaatst, moeten de
airbags aan passagierszijde worden
uitgeschakeld (frontairbag en zij-air-
bag voor de bescherming van borst-
kas/bekken (sidebag), indien aanwe-
zig) in het setup-menu. Controleer
direct of de airbags daadwerkelijk zijn
uitgeschakeld: het waarschuwings-
lampje “
op het instrumentenpaneel
moet continu branden. Bovendien
moet de stoel zo ver mogelijk naar
achteren zijn geschoven om te voor-
komen dat het kinderzitje eventueel
in aanraking komt met het dash-
board.
ATTENTIE!
fig. 8
F0M0046m
De afbeeldingen dienen al-
leen ter illustratie van de be-
vestiging. Houdt u voor de montage
van het kinderzitje aan de instructies.
De fabrikant is verplicht deze in-
structies bij te leveren.
ATTENTIE!
fig. 9
F0M0504m
GRUPPO 1
Kinderen met een gewicht tussen 9 en 18
kg moeten met het gezicht naar voren
worden vervoerd.
091-110 PUNTO POP 1ed NL 08/10/13 09.18 Pagina 98
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN
DE UNIVERSELE KINDERZITJES
De auto voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EU-richtlijnen voor de montage van
kinderzitjes op de verschillende plaatsen in de auto. Zie de volgende tabel: Hieronder zijn de richtlijnen voor
een veilig vervoer van kinderen
aangegeven:
1) Plaats het kinderzitje bij voorkeur op
een van de zitplaatsen achter omdat de-
ze plaatsen bij een ongeval de meeste be-
scherming bieden.
2) Als de airbag aan passagierszijde bui-
ten werking wordt gesteld, moet altijd ge-
controleerd worden of het betreffende ge-
le lampje op het instrumentenpaneel
continu brandt.
3) Houdt u bij de montage van het kin-
derzitje strikt aan de instructies. De fa-
brikant is verplicht deze instructies bij te
leveren. Bewaar de instructies samen met
het instructieboekje in de auto. Monteer
geen gebruikte kinderzitjes waarvan de ge-
bruiksaanwijzingen ontbreken.
4) Controleer of de gordels goed zijn
vastgemaakt door aan de gordelband te
trekken.
5) Ieder veiligheidssysteem is bedoeld
voor slechts één kind: vervoer nooit twee
kinderen in een systeem.
6) Controleer altijd of de gordel niet
langs de nek van het kind loopt.
7) Zorg er tijdens de rit voor dat het kind
geen afwijkende houding aanneemt of de
gordels losmaakt.
100STARTEN
EN RIJDENLAMPJES
EN BERICHTENNOODGE -
VALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD
EN BEDIENINGVEILIGHEID
Groep Gewicht Passagier Passagier Passagier
voor achter achter in
het midden (
●)
Groep 0, 0+ tot 13 kg U (
▼)U *
Groep 1 9-18 kg U (
▼)U *
Groep 2 15-25 kg U (
▼)U *
Groep 3 22-36 kg U (
▼)U *
Legenda:
U = geschikt voor “Universele” kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44-
voorschriften voor de aangegeven “groepen”.
(
▼) bij auto’s met een passagiersstoel zonder hoogteverstelling, moet de rugleuning
volledig rechtop staan.
* Op de middelste zitplaats achter kan geen enkel type kinderzitje worden gemonteerd.
(●) Voor bepaalde uitvoeringen/markten.
091-110 PUNTO POP 1ed NL 08/10/13 09.18 Pagina 100
8) Vervoer kinderen nooit in uw armen,
ook geen pasgeboren kinderen. Niemand
is sterk genoeg om ze bij een ongeval vast
te houden.
9) Na een ongeval moet het zitje door
een nieuw exemplaar worden vervangen.
101
STARTEN
EN RIJDENLAMPJES
EN BERICHTENNOODGE -
VALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD
EN BEDIENINGVEILIGHEID
Monteer absoluut geen kin-
derzitje achterstevoren op
de passagiersstoel voor als de airbag
aan passagierszijde is ingeschakeld.
Als bij een ongeval de airbag in wer-
king treedt (opblaast), kan dit ernstig
letsel en zelfs de dood tot gevolg heb-
ben, ongeacht de zwaarte van het on-
geluk. Wij raden u aan kinderen altijd
in een geschikt kinderzitje op de zit-
plaatsen achter te vervoeren, omdat
die plaatsen bij een ongeval de mees-
te bescherming bieden.
ATTENTIE!
MONTAGEVOORBEREIDINGVOOR “ISOFIX
UNIVERSEEL”-
KINDERZITJEDe auto is voorbereid op de montage van
“Isofix Universeel”-kinderzitjes; een nieuw
gestandaardiseerd Europees systeem voor
het vervoeren van kinderen. In fig. 12is
een voorbeeld gegeven van het kinderzit-
je. Het Isofix Universeel-kinderzitje is er
voor drie gewichtsgroepen: 1.
Vanwege het verschillende bevestigings-
systeem, moet het kinderzitje aan de daar-
voor bestemde onderste metalen beugels
A-fig. 13worden bevestigd. Deze bevin-
den zich tussen de rugleuning en zitting
achter. Bevestig daarna de bovenste gor-
del (bij het kinderzitje geleverd) aan de
beugel B-fig. 14aan de achterkant van de
zitplaats. Er kan ook een mengvorm wor-
den gekozen, een traditioneel kinderzitje
en een “Isofix Universeel”-kinderzitje.
Bedenk dat bij Isofix Universeel-kinder-
zitjes, alle zitjes gebruikt kunnen worden
die goedgekeurd zijn volgens de ECE
R44/03-richtlijn “Isofix Universeel”.
fig. 12
F0M0253m
In het Fiat Lineaccessori-programma zijn
een “Isofix Universeel” “Duo Plus”- en
een “G 0/1”-kinderzitje beschikbaar.
Zie voor meer informatie over de mon-
tage en/of het gebruik van het kinderzit-
je, het “Instructieboekje” dat bij het kin-
derzitje wordt geleverd.
091-110 PUNTO POP 1ed NL 08/10/13 09.18 Pagina 101