PARKEERLICHTEN
Deze lichten kunnen alleen worden
ingeschakeld met de contactsleutel in
de stand STOP of verwijderd, door
de linker ring eerst naar de standOen
vervolgens naar de stand
of
te
draaien. Het
controlelampje op
het instrumentenpaneel gaat branden.
ACHTERRUITVERWARMING(voor bepaalde versies/markten)
Druk op de knop A fig. 76 om in te
schakelen. Dit is een tijdgeregelde
functie die na 20 minuten automatisch
uitschakelt.
ACCULOSKOPPELFUNCTIE(ACCUSCHAKELAAR)
(voor bepaalde versies/markten)
De acculoskoppelfunctie wordt
ingeschakeld met de contactsleutel in
de stand BATT, zoals aangegeven
op het speciale plaatje in de zone
getoond in fig. 77.Druk, om de contactsleutel naar de
stand BATT te draaien, op de (rode)
knop A fig. 78.
De accu wordt losgekoppeld d.m.v.
onderbreking van de massakabel, circa
45 seconden nadat de sleutel in de
stand BATT is gedraaid.
Deze 45 seconden zijn noodzakelijk
om:
❒de bestuurder de tijd te geven uit te
stappen en de portieren te
vergrendelen met de
afstandsbediening;
❒te kunnen garanderen dat alle
elektrische systemen van het voertuig
zijn uitgeschakeld.
Bij losgekoppelde accu, kan het
voertuig uitsluitend worden geopend
door het mechanische slot van het
bestuurdersportier te ontgrendelen.
MODE
75
F1A0323
76
F1A0330
77
F1A0082
78
F1A0083
61
11-3-2014 16:49 Pagina 61
Hoogteregeling
koplampen
Druk op
of
op het
bedieningspaneel fig. 123.
Het display op het instrumentenpaneel
geeft de ingestelde stand aan.
BELANGRIJK Controleer de afstelling
van de koplampen elke keer dat het
gewicht of de verdeling van de lading
verandert.
MISTLAMPEN
AFSTELLEN
(voor bepaalde versies/markten)
Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk voor controle en
eventuele afstelling.KOPLAMPAFSTELLING IN
HET BUITENLAND
De dimlichten zijn afgesteld voor
gebruik in het land waar het voertuig
oorspronkelijk is gekocht. Als gereden
wordt in landen waar op de andere
weghelft wordt gereden, dient de
richting van de bundel gewijzigd te
worden door een speciale folie op de
koplamp aan te brengen, zodat
verblinding van tegenliggers wordt
voorkomen. Voor het afdekken van de
koplampen is een speciale folie
opgenomen in het assortiment
Lineaccessori Fiat dat verkrijgbaar is bij
het Fiat Servicenetwerk.
ABSDit systeem, dat deel uitmaakt van het
remsysteem, voorkomt het blokkeren of
slippen van een of meerdere wielen op
alle soorten wegdek en ongeacht de
remkracht, zodat het voertuig ook
tijdens paniekremmen onder controle
gehouden kan worden.
Het systeem grijpt in tijdens het
remmen wanneer de wielen dreigen te
blokkeren tijdens paniekremmen of
onder slechte adhesiecondities, waarbij
blokkering vaker kan voorkomen.
Het ABS garandeert de
richtingstabiliteit van het voertuig tijdens
het remmen en optimaliseert
tegelijkertijd de remweg.
Het systeem verhoogt tevens de
controleerbaarheid en stabiliteit van de
auto wanneer op oppervlakken met
verschillende grip voor de wielen aan
rechter- en linkerzijde of in bochten
wordt geremd.
Het geheel wordt aangevuld met het
EBD-systeem (Electronic Braking Force
Distribution) dat zorgt voor de verdeling
van de remkracht tussen de voor- en
de achterwielen.
MODEMODE
123
F1A0326
80
WEGWIJS IN UW AUTO
11-3-2014 16:49 Pagina 80
Verlichting
(Regeling interieurverlichting)
(alleen bij ingeschakeld stadslicht)
Deze functie wordt gebruikt om de
lichtsterkte van het instrumentenpaneel,
de bedieningsknoppen van het
uconnect™systeem (voor bepaalde
versies/markten) en de
bedieningsknoppen van de
automatische klimaatregeling (voor
bepaalde versies/markten) (op 8
niveaus) te regelen.
Ga als volgt te werk om de lichtsterkte
te regelen:
❒druk kort op de knop MODE. Het
eerder ingestelde niveau knippert
op het display;
❒druk op knop
of
om de
gewenste lichtsterkte te regelen;
❒druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop ingedrukt om terug
te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
OpmerkingBij versies met
herconfigureerbaar multifunctioneel
display kan de instelling gemaakt
worden met beide lichten uit (niveau
helderheid "overdag") en met de lichten
aan (niveau helderheid "nacht").Hoogteregeling
koplampen (Correctie
koplampafstelling)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de
koplampafstelling (max. 4 niveaus)
gecorrigeerd worden.
Ga als volgt te werk om in te stellen:
❒druk kort op de knop MODE. Het
eerder ingestelde niveau knippert
op het display;
❒druk op knop
of
om de
stand aan te passen;
❒druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop ingedrukt om terug
te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Snelheidslimiet (Piep
snelheid)
Met deze functie kan de
voertuigsnelheidslimiet ingesteld
worden (km/h of mph). Wanneer deze
limiet overschreden wordt, wordt de
bestuurder onmiddellijk gewaarschuwd
(zie hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Ga als volgt te werk om de
snelheidslimiet in te stellen:
- druk kort op de knop MODE: op het
display verschijnt het opschrift (Piep
snelheid);druk op de knop
of
om de
snelheidsbegrenzing in (On) of uit (Off)
te schakelen;
- als de functie ingeschakeld is (On), op
de knop
of
drukken om
de gewenste snelheid te selecteren en
vervolgens op de knop MODE om te
bevestigen.
OpmerkingDe waarde kan ingesteld
worden tussen 30 en 200 km/h of
tussen 20 en 125 mph, afhankelijk van
de ingestelde eenheid. Zie de paragraaf
“Meeteenheid instellen (Meeteenheid)”
die hierna wordt beschreven. Met
elke druk op de knop
/
wordt de waarde 5 eenheden verhoogd
of verlaagd. Houd de knop
/
ingedrukt om de waarde
automatisch snel te verhogen/verlagen.
Wanneer de gewenste waarde wordt
bereikt, kan de instelling afgerond
worden door de knop een paar keer
kort in te drukken.
- druk kort op de knop MODE om terug
te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
119
11-3-2014 16:50 Pagina 119
Nieuwe reis
Deze begint na een:
❒“handmatige” reset door de
gebruiker, door de betreffende knop
in te drukken;
❒“automatische” reset wanneer de
afgelegde afstand de waarde 3.999,9
km of 9.999,9 km (afhankelijk van
het type display) bereikt of wanneer
de reistijd de waarde 99:59 bereikt
(99 uur en 59 minuten);❒nadat de accu losgekoppeld is
geweest.
BELANGRIJK Als het systeem wordt
gereset wanneer de details van “Trip A”
worden weergegeven, dan wordt alleen
de met deze functie geassocieerde
informatie gereset.
BELANGRIJK Als het systeem wordt
gereset wanneer de details van “Trip B”
worden weergegeven, dan wordt alleen
de met deze functie geassocieerde
informatie gereset.
Procedure om een nieuwe reis te
starten
Houd de TRIP knop langer dan 2
seconden ingedrukt met de
contactsleutel in de stand MAR om te
resetten.Trip verlaten
De TRIP functie wordt automatisch
verlaten nadat alle waarden zijn
weergegeven of door de MODE knop
langer dan 1 seconde ingedrukt te
houden.
BELANGRIJK
20) “Trip B” kan worden
uitgeschakeld (zie paragraaf “Trip
B inschakelen”). De parameters
“Actieradius” en “Huidig verbruik"
kunnen niet gereset worden.
TRIP
148
F1A0301
127
11-3-2014 16:50 Pagina 127
MOTORCODES - CARROSSERIEVERSIES
.
VersieMotorcode110 MultiJet(*) F1AE3481G
115 MultiJet(*)250A1000
130 MultiJetF1AE3481D
150 MultiJetF1AE3481E
180 MultiJet PowerF1CE3481E(*)Versie voor specifieke marktenWij vermelden hier een voorbeeld van
een carrosserieversiecode met
bijbehorende legenda die voor alle
carrosserieversiecodes geldt.
Voorbeeld:
250AMMFADX250
MODEL
AGVWM
MOTOR
M
TRANSMISSIE/ASSEN MOTOR
FCARROSSERIEAWIELBASISRECHTS
VERSIEGVW
A3000 kgB3300 kgC3500 kgD3500 kg HEAVYE3995/4005/4250 kg HEAVYF2800 kgG3650 kgH3510 kg HEAVYL3510 kgM
4400 kg HEAVYMOTOR
M
130 MultiJet
N150 MultiJetP180 MultiJet PowerR115 MultiJetV110 MultiJet
258
TECHNISCHE GEGEVENS
11-3-2014 16:50 Pagina 258