Page 6 of 431
VEILIGHEID RIJDEN VOORZIENINGEN VEILIG VERVOEREN
VA N K I N D E R E N
196 Elektrisch bediende handrem
204 Handbediende parkeerrem
205 Handgeschakelde
versnellingsbak
206 Elektronisch gestuurde
versnellingsbak
210 Automatische
versnellingsbak
214 Hill Start Assist
215 Opschakelindicator
216 Controlesysteem
bandenspanning
218 Stop & Start
221 Lane Departure Warning
System (LDWS)
222 Dode-hoekdetectie
226 Snelheidsbegrenzer
228 Snelheidsregelaar
230 Parkeerplaatsassistent
232 Parkeerhulp 178 Richtingaanwijzers
178 Alarmknipperlichten
179 Claxon
179 Urgence-oproep of
Assistance-oproep
180 Hulpsystemen bij het
remmen
181 Stabiliteitscontrolesystemen
(ESP)
183 Veiligheidsgordels
187 Airbags 162 Kinderzitjes
164 Uitschakelen van de
passagiersairbag vóór
171 ISOFIX-kinderzitjes
175 Veiligheidsvoor zieningen
voor kinderen 14 4 Inrichting interieur
15 0 Armleuning vóór
155 Inrichting van bagageruimte
008008009009006006007007
Page 10 of 431
Buitenzijde
Parkeerplaatsassistent
Dit systeem meet of een door u aangewezen
parkeerplaats groot genoeg is om de auto in te
parkeren.
Stop&Start-systeem
Dit systeem zet de motor tijdelijk af (STOP-stand) als u
stopt (bij een verkeerslicht, opstoppingen enz.). De motor
wordt automatisch gestart (START-stand) als u weer weg
wilt rijden. Het Stop&Start-systeem zorgt voor een lager
brandstofverbruik, minder uitstoot van schadelijke stoffen en
een aangename rust in het interieur tijdens het wachten.
230
218
Meedraaiende koplampen
Deze verlichting biedt u automatisch extra
zicht in bochten.
131
Panoramische voorruit
De voorruit met extra groot
glasopper vlak vergroot de lichtinval
en het zicht in het interieur op
ongeëvenaarde wijze.
12
Statische bochtverlichting
Bij lage snelheid zorgt dit systeem
automatisch voor een betere verlichting
in bochten, op kruispunten en bij
parkeermanoeuvres, door het branden van
de corresponderende mistlamp voor.
132
Page 26 of 431
Controle tijdens het rijden
Het branden van een lampje geeft de staat van
de desbetreffende functie aan.
Schakelaars aan de zijkant
van het dashboard
181
B.
Parkeerhulp uitschakelen.
232
C.
Stop & Start
-systeem uitschakelen.
218
D.
Dodehoekbewaking inschakelen.
222
E.
Lane Departure Warning System
inschakelen.
221
F.
Interieuralarm uitschakelen.
109
A.
ESP/ASR-systeem uitschakelen.
Page 33 of 431

31Eerste kennismaking
Stop & Start-systeem
Activering van de STOP-stand
218
Het controlelampje "ECO"
op het
instrumentenpaneel gaat branden en
de motor wordt automatisch in een
standby-stand gezet:
- bij een handgeschakelde
versnellingsbak:
bij snelheden beneden
20 km/h, wanneer u de versnellingsbak in
zijn vrij zet en de koppeling loslaat,
- bij een EGS-versnellingsbak:
bij
snelheden beneden 8 km/h, wanneer u het
rempedaal intrapt en de selectiehendel in
stand N
zet.
Activering van de START-stand
Uit-/inschakelen
U kunt deze functie op elk willekeurig moment
uitschakelen door de schakelaar "ECO OFF"
in
te drukken; het controlelampje in de schakelaar
gaat branden.
219
219
Het systeem wordt automatisch weer
geactiveerd zodra u het contact
opnieuw aanzet.
Zet het contact altijd af als u gaat
tanken en als u handelingen onder de
motorkap uit wilt voeren. Het controlelampje "ECO"
gaat uit en
de motor wordt automatisch gestart:
- bij een handgeschakelde
versnellingsbak;
wanneer u het
koppelingspedaal helemaal
intrapt,
- bij een EGS-versnellinsbak;
●
met de selectiehendel in stand A
of M
,
wanneer u het rempedaal loslaat,
●
of met de selectiehendel in stand N
en
het rempedaal niet ingetrapt, wanneer u
de selectiehendel in stand A
of M
zet,
●
of wanneer u de achteruitversnelling
inschakelt.
Onder bepaalde omstandigheden is de Stop-
stand niet beschikbaar; het controlelampje
"ECO"
knippert even en gaat daarna uit. Onder bepaalde omstandigheden kan
de START-stand automatisch worden
ingeschakeld; het controlelampje "ECO"
knippert even en gaat daarna uit.
Onder het rijden
Page 47 of 431

45Controle tijdens het rijden
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Laadstroom
accu
permanent. Er is een storing in het laadstroomcircuit
van de accu (vervuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo
ontspannen of gebroken...). Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan.
Parkeer de auto op een veilige plek.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Remsysteem
permanent, in
combinatie met het
STOP-lampje. Het remvloeistofniveau is te laag. Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige
omstandigheden.
Vul het niveau bij met de door CITROËN
voorgeschreven remvloeistof.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
+
permanent, in
combinatie met
het storingslampje
van de elektrische
parkeerrem, indien
deze is vrijgezet. Er is een storing in het remcircuit. Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige
omstandigheden.
Zet het contact af en raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats .
+
permanent, in
combinatie met het
STOP-LAMPJE en het
ABS-lampje. Er is een storing in de elektronische
remdrukregelaar (EBD). Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige
omstandigheden.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Page 54 of 431

Dimmer
dashboardverlichting
permanent. De lichtsterkte wordt ingesteld. U kunt de lichtsterkte instellen van 1 tot 16.
Airbag aan
passagierszijde
permanent op het
display van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand " ON ".
De passagiersairbag vóór is
geactiveerd.
Plaats in dit geval geen kinderzitje
met de rug in de rijrichting op de stoel
van de voorpassagier. Zet de schakelaar in de stand "OFF"
om de
passagiersairbag vóór uit te schakelen.
In dit geval kunt u een kinderzitje met de rug in de
rijrichting plaatsen.
Automatische
ruitenwissers
permanent. De ruitenwisserschakelaar is naar
beneden bewogen. De automatische stand van de ruitenwissers vóór is
geactiveerd.
Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet
de hendel in een andere stand.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Stop & Start
permanent. Het Stop & Start-systeem heeft
de motor in de STOP-stand gezet
(verkeerslicht, stopbord, opstopping,
enz.). Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart als u wilt wegrijden.
knippert enkele
seconden en gaat
dan uit. De STOP-stand is nu niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
START-stand gezet. Raadpleeg voor meer informatie over de
bijzonderheden van de STOP- en START-stand de
rubriek "Stop & Start".
Parkeerplaatsassistent
permanent. De parkeerplaatsassistent is
geselecteerd. Bedien de richtingaanwijzer naar de kant waar u een
parkeerplaats wilt meten en zorg dat u niet harder dan
20 km/h rijdt. Er verschijnt een bericht op het display
als de meting klaar is.
Page 73 of 431
71Multifunctionele displays
- De actuele informatie zoals:
●
de actieradius,
●
het actuele brandstofverbruik,
●
de teller van het Stop &
Start-systeem.
- Het traject "1"
:
●
de afgelegde afstand,
●
het gemiddelde
brandstofverbruik,
●
de gemiddelde snelheid
voor het eerste traject.
- Het traject "2"
:
●
de afgelegde afstand,
●
het gemiddelde
brandstofverbruik,
●
de gemiddelde snelheid voor
het tweede traject.
Traject op nul zetten
)
Druk de knop op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar langer dan
2 seconden in zodra het gewenste traject
wordt aangegeven.
De trajecten "1"
en "2"
zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
Traject "1"
kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2"
voor
een maandelijks verbruik.
Page 74 of 431
Centraal display van het instrumentenpaneel - Type 2
Weergave van de informatie
- Weergave van de actuele informatie met:
●
de actieradius,
●
het actuele brandstofverbruik,
●
de teller van het Stop & Start-systeem.
- Weergave van traject "1"
met:
●
de afgelegde afstand,
●
het gemiddelde brandstofverbruik,
●
de gemiddelde snelheid,
tijdens het eerste traject.
- Weergave van traject "2"
met:
●
de afgelegde afstand,
●
het gemiddelde brandstofverbruik,
●
de gemiddelde snelheid,
tijdens het tweede traject.
●
informatie over de gekozen geluidsbron,
●
black panel,
●
route-aanwijzingen van het
navigatiesysteem.
)
Druk op de knop op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar
,
of
)
draai aan de rolknop links op het
stuurwiel
,
om achtereenvolgens de verschillende
gegevens op te vragen:
●
herhaling van de wagensnelheid,
●
actuele informatie,
●
traject "1"
,
●
traject "2"
,