276
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAGANTWOORD OPLOSSING
N
a het instellen van debassen en hoge tonen is
de geluidssfeer niet meer geselecteerd. De
geluidssfeer is gekoppeld aan de bassen en hoge tonen.
Het is niet mo
gelijk deze afzonderlijk van elkaar in te stellen. Wi
jzig de instelling van de bassen en de hoge
tonen of de geluidssfeer om de gewenste geluidskwaliteit te verkrijgen.
Na het selecteren vaneen geluidssfeer staan de bassen en hoge tonen
weer op 0.
Bi
j het veranderen van de balans wordt degekozen geluidsverdeling
uitgeschakeld. De
geluidsverdeling is gekoppeld aan de balans.
Het is niet mo
gelijk deze afzonderlijk van elkaar in te stellen. Wi
jzig de instelling van de balans of de geluidsverdeling om de gewenste geluidskwaliteit
te verkrijgen.
Bij het veranderen van degeluidsverdeling worden
de instellingen van de
balans uit
geschakeld.
Er i
s een verschil in geluidskwaliteit tussende verschillende geluidsbronnen (radio, CD...). Voor een optimaal luister
genot kunt u de audio-instellingen (Volume, Bassen, Hoge tonen, Klankkleur, Loudness) voor elke geluidsbron afzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een anderegeluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit hoorbaar zijn. Controleer of de audio-instellin
gen (Volume,
Bassen, Hoge tonen, Klankkleur, Loudness) zijn
afgestemd op de verschillende geluidsbronnen. Het is raadzaam de AUDIO-functies (Bassen, Hoge tonen, Fader, Balans) in de middelste stand
te zetten, de klankkleur "Lineair" te selecteren
en de functie Loudness AAN te zetten als de CD-speler is geselecteerd en UIT te zetten als de radio is geselecteerd.
279
utoradio
Uw Autoradio is zodanig gecodeerd dat deze uitsluitendin uw auto functioneert.
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen
die zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren
bij stilstaande auto.
Enk
ele minuten na het afzetten van de motor kan deautoradio zichzelf uitschakelen om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
AUTORADIO / BLUETOOTH®
01 Basisfuncties
02 Stuurkolomschakelaars
03 Hoofdmenu
04 Audio
05 USB Box
06 Bluetooth functies
07 Menustructuur display
Veelgestelde vragen blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz. 280
281
282
283
286
289
292
297
INHOUD
280
01 BASISFUNCTIES
Uitwerpen van de CD.
Selecteren van de geluidsbron:
radio, audio-CD-/MP3-CD-speler,
USB, Jack-aansluiting, streaming
audio, AUX-ingang.
Selecteren van de weergave
op het display:
Datum, audiofuncties,
boordcomputer en telefoon.
Automatisch zoeken naar
zenders in afl opende/oplopende volgorde.Selecteren van het vorige/volgende nummer van de CD, MP3 of USB. g
Instellen van de geluidsweergave: geluidsverdelingvoor/achter, links/rechts, loudness, geluidssferen.
Weergave van de lijstradiozenders.gg
Lang indrukken:nummers van de g
CD of de MP3-afspeellijsten (CD / USB).pp
Functie TA (verkeersinformatie) AAN/UIT.
Lang indrukken: toegang
t
ot de PTY-functie * (programmatypen radio).
Weergave van het
algemene menu. Met de toets DARK kan de weergave van hetdisplay worden gewijzigd voor extrarijcomfort 's nachts. ygy
1ekeer indrukken: alleen verlichting van hetbovenste gedeelte.2ekeer indrukken: display vollediguitschakelen.3ekeer indrukken: terugkeren naar denormale weergave.
Aan/uit en volumeregeling.
Toetsen 1 t
/m 6:
Selecteren van een opgeslagen
voorkeuzezender.
Lan
g indrukken: opslaan van een zender als voorkeuzezender.
Selecteren van een lagere/hogereradiofrequentie.
Selecteren van de vorige/volgendeMP3-afspeellijst.
Selecteren van bestandenlijst / muziekstijl / artiest / vorige of volgende
afspeellijst van het USB-apparaat.
Bevestigen.
Selecteren van het
golfbereik FM1, FM2, FMast en AM.Huidige bewerking
verlaten.
*
Beschikbaar afhankelijk van uitvoering.
283
04 AUDIO
Druk herhaalde malen op de toetsSOURCE om de radiofunctie teselecteren.
Druk op de toets BAND A
ST om het golfbereik te selecteren: FM1, FM2,
FMast of AM.
Druk kort op een van de toetsen om
automatisch naar zenders te zoeken.
Druk op een van de toetsen om handmatig naar hogere/lagere frequenties te zoeken.
Druk op de toets LI
ST REFRESH
voor een lijst van de beschikbare zenders in het gebied waar u zich
bevindt (maximaal 30 zenders).
Druk lan
ger dan 2 seconden op de
toets om deze lijst bij te werken.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden door obstakels in de omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook als de
RDS-functie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets
te maken met een storing in de autoradio.
RDS
RADIO
SELECTEREN VAN EEN ZENDER
Druk op de toets MENU.
Selecteer AUDIOFUNCTIES en druk
op OK.
Selecteer de functie VOORKEUZE
FM-BAND en druk op OK.
Selecteer RDS VOLGENACTIVEREN en druk op OK. Op het display verschijnt de aanduiding
RDS.
Als de radiofunctie is ingeschakeld, druk dan direct op OK om de
RDS-functie in of uit te schakelen.
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds naar de sterkste frequentie van een zender, zodat u ernaar kunt blijveng
luisteren. Sommige RDS-zenders zijn echter niet in het hele land jq
te ontvangen, omdat de frequenties van de zender niet het hele land dekken. Bij slechte ontvangst kkan het daarom zijn dat deradio tijdens het rijden overschakelt op een regionale zender.
284
04
Gebruik alleen CD's met een ronde vorm.
Bepaalde beveili
gingssystemen op de originele CD of zelfgebrandeCD's kunnen storingen veroorzaken, ongeacht de kwaliteit van deCD-brander.
Plaats zonder op de toets EJECT te drukken een CD in de
CD-speler; deze zal de CD automatisch afspelen.
CD
EEN CD AFSPELEN
Als er al een CD in het apparaat zit die u wilt beluisteren, druk
dan herhaalde malen op de toets
SOURCE om de CD-functie te selecteren.
Druk op een van de toetsen om een
nummer van de
CD te selecteren.
Druk op de toets LI
ST REFRESH om de tracklist van de CD weer te geven.
Houd een van toetsen in
gedrukt om snel vooruit of achteruit te spoelen.
VERKEERSINFORMATIE BELUISTEREN
Druk op de toets TA om de weergave
van verkeersinformatie te activeren of uit te schakelen.
De
functie TA (Traffi c Announcement) geeft voorrang aan het
luisteren naar de verkeersinformatie. Om te worden geactiveerd moet deze functie een radiozender die deze berichten uitzendt, goed kunnen ontvangen. Zodra er een bericht wordt uitgezonden,wordt de geluidsbron die op dat moment wordt weergegeven (Radio, CD, ...) automatisch onderbroken en wordt de
verkeersinformatie doorgegeven. Zodra het bericht is afgelopen,wordt de weergave van de oorspronkelijke geluidsbron hervat.
AUDIO
285
04
Het formaat MP3 (afkorting van MPEG 1,2 & 2.5 Audio Layer 3) iseen standaard voor het comprimeren van geluid die de mogelijkheidbiedt enkele tientallen speellijsten op één CD te plaatsen.
Selecteer voor het branden van een CD-R of CD-RW de standaardISO 9660 niveau 1,2 of bij voorkeur Joliet om deze te kunnen
afspelen.
Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat deze niet goed wordt afgespeeld.
Het is raadzaam voor één
CD niet meer dan één standaard voor het branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheid(maximaal 4x) in voor een optimale geluidskwaliteit.
Voor het branden van een multisessie-
CD is het raadzaam destandaard Joliet te gebruiken.
De autoradio speelt uitsluitend bestanden met de extensie
".mp3" en een samplingfrequentie van 22,05 kHz of 44,1 kHz af.
Geluidsbestanden met een andere extensie (.wma, .mp4, .m3u...)
kunnen niet worden afgespeeld.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en verwi
jder speciale tekens (bijv.: " ", ?, ù) om problemen met het afspelen of
de weergave te voorkomen.
MP3-CD
INFORMATIE EN TIPS
Le
ge CD's worden niet herkend en kunnen het audiosysteem
beschadigen.
Plaats een MP3-
CD in de speler.
De
CD-speler scant vervolgens de CD tot alle nummers zijngevonden, hierdoor kan het enkele tot enkele tientallen seconden
duren voordat het afspelen begint.
MP3-CD
EEN MP3-CD AFSPELEN
De CD-speler kan CD's met maximaal 255 MP3-bestanden, verdeeld over 8 speellijsten, afspelen. Het is echter raadzaam hetpp
aantal afspeellijsten tot twee te beperken om een lange laadtijd pj ppj ,p
van de CD te voorkomen.pjpj
Bij het afspelen wordt geen rekening gehouden met demappenstructuur.jpp
Alle bestanden worden op hetzelfde niveau weergegeven.
Als er al een CD in het apparaatzit die u wilt beluisteren, druk
dan herhaalde malen op de toets SOURCE om de CD-functie te selecteren.
Druk op een van de toetsen om een
map van de CD te selecteren.
Druk op de toets LI
ST REFRESH om de speellijsten van de MP3-CD weer te geven.
Houd een van de toetsen in
gedrukt
om snel vooruit of terug te spoelen.
Druk op een van de toetsen om een
track van de CD te kiezen.
AUDIO
287
05
GEBRUIK VAN DE USB-BOX
de vorige keer hebt gekozen.
Navi
geer in de lijst met behulp van de
toetsen links/rechts en omhoog/omlaag.
Bevesti
g de selectie door op OK tedrukken. De beschikbare li
jsten zijn Artiest, Genre en Playlist(zoals weergegeven via de Apple ®spelers).
Selectie en Navigatie zijn hierboven beschreven in de stappen
1 t/m 4.
Sluit geen harde schijf of een niet-audio USB-apparaat aan op deUSB-poort, aangezien hierdoor uw installatie beschadigd kan raken.
AANSLUITEN VAN APPLE SPELERS®
-VIA DE USB-POORT ®
Druk op een van deze toetsen om
tijdens het lezen naar de vorige/volgende track te gaan volgens de
weergegeven indeling.
Houd een van de toetsen in
gedrukt
voor snel vooruit/achteruit
verplaatsen.
Druk o
p een van deze toetsen om te gaan naar volgende/vorige Genre, Map, Artiest of Playlist, afhankelijk
van de weergegeven indeling tijdens het lezen.
Druk LIST lan
g in voor het weergeven
van de indelingen.
Kies per Map
/ Artiest / Genre / Playlist,
druk op OK om de gekozen indeling te
bevestigen en vervolgens opnieuw op OK
om de keuze vast te leggen.
-
per Map: alle mappen metaudio-bestanden die door het
systeem worden herkend.
- per
Artiest: alle artiestennamen
worden weergegeven in ID3 Ta g e n
in alfabetische volgorde.
- per
Genre : alle genres worden
weergegeven in ID3 Tag.
- per Pla
ylist : zoals weergegeven in
de playlist van de USB-stick of het USB-apparaat aangesloten op de USB-poort.
USB-BOX
288
05
De weergave- en bedieningsfuncties verlopen via
de externe apparatuur zelf.
Stel eerst het volume van uw draagbare
apparatuur af.
Stel vervolgens het volume van deautoradio af.
AUX-INGANG GEBRUIKEN
VOLUMEREGELING EXTERNE
APPARATUUR
RCA-AANSLUITING
Sluit het externe apparaat
(MP3-speler...) met behulp van een adapterkabel (nietmeegeleverd) op de audioaansluitingen(wit en rood, type RCA) aan.
Druk herhaalde malen op de toets
SOURCE om AUX te selecteren.
De AUX-aansluitin
g RCA dient om een extern apparaat (MP3-speler…) aan te sluiten.
USB-BOX