Page 3 of 257

  Wij maken u attent op het volgende:
  S
ymbolen
veiligheidswaarschuwing  
aanvullende informatie 
adviezen met betrekkin
g tot de
bescherming van het milieu 
verwijzing naar aangegeven pagina     Uw auto is, afhankeli
jk van het
uitrustingsniveau, de uitvoering en despecifieke kenmerken voor het land waarvoor 
uw auto 
bestemd is, slechts van een deel van de in dit boekje vermelde uitrustingen voorzien. 
  Het monteren van elektrische uitrustin
gen of accessoires die niet onder een artikelnummer 
in het assortiment van Citroën voorkomen,kan storingen in het elektronisch systeem
van uw auto veroorzaken. Wij verzoeken uhier rekening mee te houden en contact op te nemen met een ver tegenwoordiger van hetmerk Citroën om u te laten informeren over het assortiment uitrustingen en accessoires 
voorzien van een artikelnummer. 
   
Citroën beschikt wereldwijd over   
een uitgebreid gamma modellen. Modellen die worden gekenmerkt door 
 
een geraffineerde mix van hoogwaardige techniek en constante innovatie,
evenals een moderne en creatieve benadering 
van het begrip mobiliteit. 
 
Wij danken u voor uw keuze en wensen u veel plezier met uw auto.
 
 Goede Reis.  
 
 Achter het stuur van uw nieuwe auto   
geniet u optimaal  
als u elke uitrusting, 
elke schakelaar 
en elke instelling kent.   
         
        
        
     
        
        Page 10 of 257
8
Eerste kennismaking
  Cockpit 
1. 
 Schakelaars snelheidsregelaar/-begrenzer. 2. 
 Hendel stuurwielverstelling. 3. 
 Schakelaar verlichting en
richtingaanwijzers.  Claxon * 
. 4. 
 Instrumentenpaneel.5. 
 Airbag bestuurder en claxon * 
.
6.Aansteker / 12V- aansluiting.
USB-/Jack-aansluiting. 
7.   Schakelaar stoelverwarming.8.Hendel brandstofvulklep.Hendel ontgrendeling achterklep * .  
 9. 
 Hendel motorkapontgrendeling.10.Zekeringenkast.11. 
 Koplampverstelling. 12 .Knop dynamische stabiliteitscontrole(ESP/ASR) 
 
.
Knop openen achterklep *.    
Verklikkerlampje alarm.13.Bediening verstelling buitenspiegels. 14.Verstelbaar en afsluitbaar zijventilatierooster. 15.   Zijruitontwaseming vóór.
*   
Vol
gens uitvoering.   
         
        
        
     
        
        Page 17 of 257
.
15
Eerste kennismaking
  Controle tijdens het rijden 
A.Als het contact wordt aangezet, moeten
de segmenten gaan branden die het resterende brandstofniveau weergeven. 
B.Bij draaiende motor moet het 
verklikkerlampje laag brandstofniveau
uitgaan.  
 
 
Instrumentenpaneel 
 
Als het contact wordt aangezet, gaan de oranje 
en rode waarschuwingslampjes branden. 
Bij draaiende motor moeten deze lampjes weer uitgaan. 
Raadpleeg de desbetreffende bladzijde als er lampjes blijven branden.
Verklikkerlampjes
23-3122
  Het branden van een verklikkerlampje geeft u 
informatie over de status van de desbetreffende 
functie.
   
Rij drukschakelaars
102
A.Uitschakeling van het ESP-/ASR-systeem.
49
B.Openen van de achterklep (volgens uitvoering).
C.Verklikkerlampje van het alarmsysteem.  
46 
         
        
        
     
        
        Page 28 of 257

26
Controle tijdens het rijden
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies 
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.  Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het display.  
 
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Passagiersairbagpermanent. De schakelaar in het dashboardkastjestaat in de stand "OFF 
".
De frontairbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld. In dit geval kunt u een kinderzitje metde "rug in de rijrichting" plaatsen. Z
et de schakelaar in de stand " ON" om de frontairbagaan passagierszijde in te schakelen.   Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitjemet de "rug in de rijrichting". 
ESP/ASRpermanent. De toets linksonder op het dashboard
wordt ingedrukt. Het bijbehorende 
verklikkerlampje gaat branden. 
De functie ESP/ASR wordt
uitgeschakeld.
ESP: dynamische stabiliteitscontrole.
  ASR: antispinregeling. Druk o
p de toets om de functie ESP/ASR in te schakelen. Het verklikkerlampje dooft.
De functie ESP/ASR wordt automatisch ingeschakeld 
als de motor wordt gestart.
Na uitschakelen van het systeem, wordt het
automatisch opnieuw ingeschakeld bij snelhedenhoger dan ongeveer 50 km/h.  
         
        
        
     
        
        Page 31 of 257

1
29
Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Dynamischestabiliteitscon-
trole (ESP/ASR)
   
knippert.  De ESP-/ASR-regeling is actief.  Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor een betere koersstabiliteit. 
   
permanent. Storin
g in het ESP-/ASR-systeem, 
tenzij deze is uitgeschakeld (toets
ingedrukt en verklikkerlampje van de 
toets brandt).  Laat het s
ysteem controleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. 
Zelfdiagnosemotor   permanent. Er is een storing in deemissieregeling.   Het controlelampje moet doven als de motor wordtgestart. 
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een g
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
   
knippert.   Er is een storin
g in het motormanagementsysteem.  Kans op beschadiging van de katalysator.
  Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Antiblokkeersysteem (ABS) 
 
permanent.Er is een storing in het 
antiblokkeersysteem.   De normale remwerking blijft behouden. 
 Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg 
zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. 
Motorstoring   
permanent oranje. Er is sprake van een kleine motorstoring.   Neem snel contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
   
permanent rood.Er is sprake van een ernstige motorstoring waardoor de auto zou
kunnen stilvallen.  
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats. 
  Zet de auto stil, zet het contact af en neem contact
op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde 
werkplaats. 
         
        
        
     
        
        Page 33 of 257

1
31
Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Airbags 
 
tijdelijk. Het lampje brandt gedurende enkele seconden en dooft als het contact 
wordt aangezet.   Het lamp
je moet doven zodra de motor wordt gestart. 
  Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
   
permanent. Er is een storin
g in een van de
airbags of de pyrotechnische gordelspanners.   Laat dit controleren door het 
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Stuurbekrachtiging permanent.Er is een storing met betrekking tot
de stuurbekrachtiging.  Rijd voorzichtig en met lage snelheid. 
  Laat het systeem nakijken door het CITROËN-netwerk 
o
f een gekwalificeerde werkplaats.
Veiligheidsgordelbestuurder niet vastgemaakt of weerrlosgemaakt / Veiligheidsgordelvoorpassagier losgemaaktt
   
permanent of 
knipperend in 
combinatie met een in volume toenemend geluidssignaal.De bestuurder heeft zi
jn
veiligheidsgordel niet vastgemaakt of 
weer losgemaakt.
De voorpassagier heeft zijn
veiligheidsgordel losgemaakt.  Trek aan de 
gordel en klik de gesp vast in de gesphouder. 
         
        
        
     
        
        Page 56 of 257

54
Toegang tot de auto
Brandstofkwaliteit voor 
benzinemotoren 
   Auto's met benzinemotoren kunnen probleemloos rijden op biobrandstoffen vanhet type E10 en E24 (deze bevatten resp. 10%en 24% ethanol) die voldoen aan de Europese 
richtlijnen EN 228 en EN 15376. 
Brandstoffen van het type E85 (deze bevatten 
tot 85% ethanol) zijn uitsluitend geschikt voor auto's die speciaal bestemd zijn voor dit type 
brandstof (BioFlex-auto's). De kwaliteit van deethanol moet voldoen aan de Europese richtlijn EN 15293. 
 Auto's die kunnen rijden op brandstoffen met een ethanolgehalte tot 100% (type E100), 
worden alleen verkocht in Brazilië. 
 Alleen auto's die in Rusland worden verkocht, 
kunnen rijden op loodvrije benzine met een
octaangetal van 92 RON.
Brandstofkwaliteit voor 
dieselmotoren 
   
Auto's met dieselmotoren kunnen probleemloos rijden op biobrandstoffen die aan de huidige en toekomstige Europese richtlijnen voldoen (diesel die voldoet aan de richtlijn EN 590
gemengd met biobrandstof die voldoet aan derichtlijn EN 14214) en die aan de pomp getankt kunnen worden (met een gehalte aan methyl-ester vetzuren van 0 tot 7%).
  Het gebruik van biobrandstof B30 is
mogelijk bij bepaalde dieselmotoren 
op voorwaarde dat de bijzondere onderhoudsvoorschriften strikt worden 
nageleefd. Raadpleeg het CITROËN-netwerk 
of een gekwalificeerde werkplaats. 
  Het gebruik van elk ander type (bio)brandstof (zuivere of verdunde plantaardige of dierlijke
olie, stookolie ...) is nadrukkelijk verboden(kans op schade aan de motor en het brandstofcircuit).  
  
         
        
        
     
        
        Page 60 of 257

58
Comfort
   
 
 
 
 
Spiegels 
De verstelbare buitenspiegels zorgen voor het benodigde zicht naar achteren bij een 
inhaalmanoeuvre o
f het parkeren van de auto. De buitenspiegels kunnen ook worden 
ingeklapt voor het parkeren in een smalle straat. 
Buitenspiegels 
   De waargenomen objecten in debuitenspiegels lijken verder af dan ze inwerkelijkheid zijn.  Hiermee moet rekening wordengehouden om de afstand ten opzichte van achteropkomend verkeer goed in te schatten.  
 
Ontwaseming - ontdooiing 
 
Verstellen   Verstellen
Handmatig verstelbare buitenspiegels
 
 Inklappen
 ) 
 Tijdens het parkeren kunt u de spiegels handmatig inklappen.
 
 
Uitklappen 
 )Klap voordat u de motor start de spiegels uit.  
 
Elektrisch verstelbare buitenspiegels 
 ) 
 Beweeg de hendel in de vier richtingen om de spiegel in de gewenste stand te 
verstellen.
 )Zet de knop Anaar links of rechts om dedesbetreffende spiegel te selecteren. )Duw de knop in de 4 richtingen om despiegel af te stellen. )Zet de knop weer in het midden.  
    D
eze functie kunt u inschakelen door bij draaiende motor op de toets van
de achterruitverwarming te drukken 
(zie paragraaf "Ontwaseming -Ontdooiing achterruit").