Volg onderstaande aanwijzingen om de
auto correct te wassen:
❒verwijder de antenne van het dak als
de auto in een wastunnel wordt
gewassen;
❒als voor het wassen van de auto
hogedrukreinigers worden gebruikt,
houd dan een afstand van minimaal
40 cm t.o.v. de carrosserie aan
om beschadiging of aantasting te
voorkomen. Onthoud dat stagnerend
water op lange termijn de auto kan
beschadigen.
❒maak de carrosserie eerst nat met
een waterstraal onder lage druk;
❒was de carrosserie met een zachte
spons met een lichte zeepoplossing
en spoel de spons regelmatig uit;
❒spoel goed af met schoon water en
droog met een luchtstraal of een
zeemleren lap.
Droog de minder zichtbare delen (bijv.
randen van portieren, motorkap,
koplampranden) zorgvuldig, aangezien
in deze zones water makkelijker kan
stagneren. Was de auto nooit als hij in
de zon heeft gestaan of als de
motorkap nog warm is: de glans van de
lak kan afnemen.De kunststof carrosseriedelen moeten
op dezelfde wijze als de rest van de
auto gewassen worden.
BELANGRIJK
Parkeer de auto zo min mogelijk onder
bomen: de hars die uit de bomen
druppelt, maakt de lak mat en vergroot
de kans op roestvorming.
Vogelpoep moet zo snel en zo goed
mogelijk verwijderd worden, omdat
hierin bijzonder agressieve zuren
aanwezig zijn.
Ruiten
Gebruik specifieke
schoonmaakmiddelen en schone,
zachte doeken om krassen en
beschadigingen te voorkomen.
BELANGRIJK Veeg het
binnenoppervlak van de achterruit
voorzichtig met een doek af, en volg
hierbij de richting van de elektrische
weerstandsdraden om de
achterruitverwarming niet te
beschadigen.Koplampen
Gebruik een zachte, vochtige doek die
in water met een specifiek
autowasmiddel is gedrenkt.
BELANGRIJK Gebruik nooit
aromatische stoffen (bijv. benzine) of
ketonen (bijv. aceton) om de plastic
lampglazen van de koplampen te
reinigen.
BELANGRIJK Als de auto met een
hogedrukreiniger wordt gewassen,
moet de straal op minstens 20 cm van
de koplampen worden gehouden.
Motorruimte
Spuit de motorruimte na het
winterseizoen zorgvuldig uit: hierbij mag
de waterstraal niet rechtstreeks op de
elektronische regeleenheden of op
de motoren van de ruitenwissers
worden gericht. Laat deze
werkzaamheden uitvoeren door een
gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van
de motorruimte moet de contactsleutel
in de stand STOP staan en de motor
koud zijn. Controleer na het reinigen of
de verschillende beschermingen (bijv.
rubberen doppen en kappen) niet
verwijderd of beschadigd zijn.
228
ONDERHOUD EN ZORG
BELANGRIJK
6) Schoonmaakmiddelen
veroorzaken waterverontreiniging.
Was daarom de auto op een
plaats waar het afvalwater direct
wordt opgevangen en gezuiverd.
BELANGRIJK
38) Om de esthetische
eigenschappen van de lak te
behouden, mogen er geen
schuur- en/of polijstproducten
voor het reinigen van de auto
worden gebruikt.39) Niet wassen met rollen en/of
borstels in autowasstraten.
Gebruik voor het wassen van de
auto, uitsluitend met de hand,
pH-neutrale reinigingsmiddelen;
droog af met een vochtige zeem.
Schuur- en/of polijstmiddelen
mogen niet gebruikt worden om
de auto schoon te maken.
Vogelpoep moet zo snel en zo
goed mogelijk verwijderd worden,
omdat hierin bijzonder agressieve
zuren aanwezig zijn. Vermijd
(indien mogelijk) om de auto
onder bomen te parkeren;
verwijder plantaardige harsen
onmiddellijk omdat deze, als deze
drogen, alleen verwijderd kunnen
worden met schuur- en/of
polijstmiddelen die ten zeerste
afgeraden zijn omdat ze de
karakteristieke matheid van de lak
kunnen aantasten. Gebruik geen
onverdunde
ruitensproeiervloeistof om de
voorruit en achterruit te reinigen;
verdun dit met minstens 50%
water. Gebruik alleen onverdunde
ruitensproeiervloeistof wanneer
de buitentemperaturen dit
vereisen,
INTERIEUR
154) 155) 156)
Controleer regelmatig of het interieur
schoon is, ook onder de matten, om
roesten van het plaatwerk te
voorkomen.
STOELEN EN STOFFEN
BEKLEDING
Verwijder stof met een zachte borstel of
een stofzuiger. Gebruik een vochtige
borstel voor velours bekleding. Reinig
de stoelen met een spons bevochtigd
in een oplossing van water en neutrale
zeep.
LEDEREN STOELEN
(voor bepaalde versies/markten)
Verwijder het droge vuil met een
zeemleren lap of een iets vochtige
doek, zonder al te veel druk uit te
oefenen. Dep vloeistoffen of vetvlekken
op met een absorberende, droge
doek zonder hierbij te wrijven. Reinig
vervolgens met een zachte doek of een
zeemleren lap bevochtigd met water
en neutrale zeep. Als de vlek nog niet
verwijderd is, gebruik dan een speciaal
reinigingsmiddel en volgt de
aanwijzingen strikt op.
229