86InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............86
Antidiefstalfunctie ......................... 87
Overzicht bedieningselementen ..88
Bediening ..................................... 91
Personaliseren ............................. 94Algemene aanwijzingen
Het Infotainmentsysteem verzorgt In‐ fotainment in uw auto, met gebruik
van de nieuwste technologie.
De radio is gebruiksvriendelijk door‐
dat u maximaal 36 FM-, AM- en DAB
(Digital Audio Broadcasting)-radio‐
zenders met de voorkeuzetoetsen
1 ~ 6 per elke zes pagina's kunt op‐
slaan.
De geïntegreerde cd-speler kan au‐
dio-CD's en MP3-bestanden afspelen
en de USB-speler kan aangesloten
USB-opslagmedia of iPod-producten
afspelen.
Dankzij de verbindingsfunctie voor
Bluetooth-telefoons kunt u draadloos
en handenvrij telefoneren of kan een
muziekspeler in de telefoon worden
afgespeeld.
Sluit een draagbare muziekspeler
aan op de AUX-ingang voor externe
spelers en geniet van de rijke klank‐ weergave van het Infotainmentsys‐
teem.De digitale soundprocessor biedt een aantal standaard equalizerinstellin‐gen waarmee u het geluid kunt opti‐
maliseren.
Het systeem kan gemakkelijk worden aangepast via de zorgvuldig ontwor‐
pen instelfunctie, het slimme display
en de multifunctionele menudraai‐
knop.
■ In de paragraaf "Overzicht" worden
de werking en alle instelfuncties van het Infotainmentsysteem in een
beknopt overzicht getoond.
■ In de paragraaf "Gebruik" wordt de basisbediening van het Infotain‐
mentsysteem uitgelegd.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Inleiding89
1.1 ~ 6 voorkeuzetoetsen
◆ Houd een van deze knoppen in‐
gedrukt om de huidige radio‐
zender toe te voegen aan de
huidige favorieten-pagina.
◆ Druk een van deze knoppen in om het kanaal te selecteren dataan die knop is gekoppeld.
2. Knop m met draaiknop VOL
◆ Druk op deze knop om de voe‐ ding in en uit te schakelen.
◆ Draai de knop om het algehele volume in te stellen.
3. RADIO/BAND -toets
FM-, AM-radio of DAB-functie se‐ lecteren.
4. CD -toets
Indrukken om de CD/MP3-diskaf‐
speelfunctie te selecteren.
5. AUX -toets
Indrukken om de audiofuncties
AUX/USB/iPod/Bluetooth te se‐
lecteren.6. O -toets
◆ Indrukken om de Bluetooth-mo‐
dus in te schakelen.
◆ Ingedrukt houden om de stil‐ schakel-/pauzefunctie voor CD
en USB/iPod in en uit te scha‐
kelen.
7. Disksleuf Dit is de sleuf waarin compact
disks worden ingebracht of verwij‐ derd.
8. TONE -toets
Indrukken om de klankinstelmo‐
dus aan te passen/te selecteren.
9. Knop P BACK
Annuleer de ingevoerde functies
of ga terug naar het vorige menu.
10. Multifunctionele knop ◆ Indrukken om het huidige func‐tiemenu weer te geven of om
instelbare functies en instel‐
waarden te selecteren.◆ Draai de draaiknop om de in‐ stelbare functies en instelwaar‐
den te doorlopen of te wijzigen.
◆ Neem in de handenvrije modus met Bluetooth een gesprek aan
door op de knop te drukken.
Draai aan de draaiknop om de
oproep te beantwoorden of te
weigeren en druk op de knop
om te bevestigen.
11. CONFIG -toets
Indrukken om naar het systeem‐
instelmenu te gaan.
12. INFO -toets
◆ Indrukken om de bestandsinfor‐
matie te bekijken bij het gebruik van de afspeelfuncties CD/MP3
en USB/iPod.
◆ Bekijk tijdens gebruik van de ra‐
diofunctie informatie over een
radiozender en de huidige afge‐ speelde song.
13. R-toets
Knop indrukken en disk uitnemen.
90Inleiding
14.TP-toets
Bij het gebruik van de FM RDS-
functie zet u met deze knop de
functie TP (verkeersinformatie)
aan of uit.
15. AS 1-2 -toets
◆ Ingedrukt houden om de radio‐ zenders automatisch op pagina1 of 2 met AS-zenders op te
slaan.
◆ Indrukken om pagina 1 of 2 met
AS-zenders te selecteren.
16. FAV 1-2-3 -toets
Indrukken om de pagina met op‐
geslagen favoriete bestanden te
selecteren.
17. Knoppen 1 / 8
◆ Druk bij het gebruik van de radio
of DAB deze knoppen in om au‐
tomatisch te zoeken naar zen‐
ders met een heldere ont‐
vangst. U kunt de afstemfre‐
quentie handmatig instellen
door deze knoppen ingedrukt te houden.◆ Druk bij het gebruik van de af‐ speelfuncties CD/MP3 en USB/iPod deze knoppen in om on‐
middellijk de vorige of volgende
track af te spelen.
◆ U kunt deze knoppen ingedrukt houden om snel terug/vooruit te
spoelen in de huidige afge‐
speelde songs.
Audioknoppen op stuurwiel
1. Knop xn
In een muziekafspeelfunctie deze
knop indrukken om de stilschakel‐ functie aan of uit te zetten. Tijdens een telefoongesprek kunt u deze
knop indrukken om oproepen af te
wijzen of het gesprek voort te zet‐ ten.
2. q-toets
◆ Indrukken om een oproep te be‐
antwoorden of om naar de mo‐
dus voor terugbellen te gaan.
◆ Ingedrukt houden om naar het oproepenlogboek te gaan of omtijdens een telefoongesprek
heen en weer te gaan tussen de
handenvrijmodus en de modus
voor privé bellen.
3. d SRC c -toets
◆ Indrukken om een afspeelfunc‐ tie voor geluid te kiezen.
◆ Draai aan de knop om de hui‐ dige radiozender te wijzigen of
om andere muziek te kiezen om
af te spelen.
4. Knoppen +
◆ Druk op de knop + om het vo‐ lume te verhogen.
◆ Druk op de knop - om het vo‐ lume te verlagen.
92Inleiding
was geselecteerd (wanneer dit la‐
ger is dan het maximale beginvo‐
lume).
■ Bij het inschakelen van de voeding kan de waarde voor het maximale
beginvolume afzonderlijk worden
ingesteld (wanneer het eerdere vo‐ lumeniveau lager dan het maximale
beginvolume is).
Automatische volumeregeling Wanneer de instelling voor rijsnel‐
heidsafhankelijk geluidsvolume actief
is, wordt het geluidsvolume automa‐
tisch aangepast op basis van de rij‐
snelheid van de auto ter compensatie voor het geluid van motor en banden.(Zie Instellingen → Radio-instellingen
→ Autom. volumeregeling ).
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen Wanneer binnenin de radio de tem‐
peratuur zeer hoog wordt, begrenst
het infotainmentsysteem het instel‐
bare maximale volume.
Zo nodig wordt het volume automa‐
tisch verlaagd.Geluidsinstellingen
Vanuit Tooninstellingen kan de klank‐
weergave naar wens worden inge‐
steld, afhankelijk van de functies van
de FM-, AM- of DAB-radio en van elke audiospeler.
Druk TONE om de betreffende func‐
tiemodus te gebruiken.
Selecteer de gewenste klankrege‐
lingsmodus door aan de multifunctio‐
nele knop te draaien en druk dan op
de multifunctionele knop.
Selecteer de gewenste klankrege‐
lingswaarde door aan de multifuncti‐
onele knop te draaien en druk dan op
de multifunctionele knop.
Menu Geluidsinstellingen ■ Bas : stel het lage tonen-niveau in
tussen -12 tot +12.
■ Midrange : stel het middenbereikni‐
veau in tussen -12 tot +12.
■ Treble : stel het hoge tonen-niveau
in tussen -12 tot +12.
■ EQ (equalizer): klankstijl selecteren
of uitschakelen ( UIT ↔ Pop ↔
Rock ↔ Klassiek ↔ Gesproken ↔
Country ).
Audiospelers113
■Als zich stof afzet op de disk of deze
nat wordt door een vloeistof, kan de
lens van de CD/MP3-speler binnen in het apparaat hierdoor vervuild ra‐
ken.
■ Bescherm de disk tegen hitte en blootstelling aan direct zonlicht.
Bruikbare disktypen ■ Dit product kan audio-CD's en MP3-disks (WMA) afspelen.
◆ CD-DA: CD-R/CD-RW
◆ MP3 (WMA): CD-R/CD-RW/CD- ROM
■ De hieronder vermelde MP3-be‐ standen (WMA) kunnen niet wor‐den afgespeeld.
◆ Bestanden gecodeerd volgens de MP3i- (interactieve MP3) ofMP3 PRO-normen
◆ MP3-bestanden (WMA) die niet volgens de norm zijn gecodeerd
◆ MP3-bestanden zonder MPEG1 Layer 3-bestandsindelingAanwijzingen bij het gebruik van
disks
■ Gebruik de hieronder beschreven disks niet. Wanneer zulke disks te
vaak in de speler worden gebruikt,
kunnen er problemen ontstaan.
◆ Disks met stickers, labels of een hieraan bevestigde bescher‐
mende cel
◆ Disks met een sticker bedrukt door een inkjetprinter
◆ Diks waarop te veel data is ge‐ brand, zodat de standaardcapa‐
citeit is overschreden
◆ Disks met scheuren of krassen of
die verbogen zijn
◆ Een disk met een doorsnede van
8 cm of een niet-cirkelvormige
disk (vierkant, vijfhoek, ovaal).
■ Steek geen andere voorwerpen dan disks in de disksleuf, anders
kunt u storingen of beschadigingen
veroorzaken.
■ De diskspeler werkt mogelijk niet goed als bij koud weer de verwar‐
ming wordt aangezet, omdat dan
condensvorming ontstaat binneninhet apparaat. Als dit problemen
geeft, laat het apparaat dan ca. een
uur lang uit voordat u het gebruikt.
■ Het afspelen kan worden onderbro‐
ken wanneer de auto op slechte
wegen heen en weer schudt.
■ Forceer niets bij het uitnemen of in‐
steken van de disk en blokkeer
deze niet met uw hand terwijl hij
wordt uitgeworpen.
■ Breng de disk in met de gedrukte zijde naar boven toe. Als u de diskomgekeerd inlegt, kan hij niet wor‐
den afgespeeld.
■ Raak de afspeelzijde niet met uw hand aan terwijl u de disk hanteert(de zijde zonder enige opdruk of
decoratie).
114Audiospelers
■Berg disks die niet worden gebruikt
op in doosjes, en bewaar ze op een
plek waar deze niet worden bloot‐ gesteld aan direct zonlicht of aan
hoge temperaturen.
■ Smeer geen chemische middelen op de disk. Reinig disks met een
iets bevochtigde, zachte doek en
wrijf vanuit het midden naar de rand toe.
Aanwijzing bij het gebruik van CD-R/
RW-disks
■ Bij het gebruik van CD-R/RW-disks
kunnen alleen disks worden ge‐
bruikt die zijn "afgesloten".
■ Disks die zijn aangemaakt met een
pc worden soms niet afgespeeld,
dat hangt af van de instelling en
software van het brandprogramma.
■ CD-R/CD-RW-disks, met name zg.
"bulk disks", werken soms nietgoed als ze zijn blootgesteld aan
hoge temperaturen of direct zon‐ licht of wanneer ze lange tijd in uwauto zijn bewaard.■ De titel en andere tekstinformatie opgeslagen op CD-R/CD-RW-
disks worden mogelijk op dit appa‐
raat niet weergegeven.
■ CD-RW-disks hebben soms een langere inlaadtijd nodig dan ge‐
wone CD's of CD-R disks.
■ Beschadigde muziekbestanden worden mogelijk niet afgespeeld of
tijdens afspelen onderbroken.
■ Mappen en muziekbestanden wor‐ den weergegeven in volgorde van
symbool → nummer → alfabet.
■ Disks met kopieerbeveiliging wor‐ den mogelijk niet afgespeeld.
■ Een MP3-disk (WMA) kan maxi‐ maal 512 bestanden bevatten in elk
van de 10 mapniveaus; maximaal
kunnen 999 bestanden worden af‐
gespeeld.
■ De map- en bestandsnamen zijn niet georganiseerd en staan op de
volgorde waarin ze op de disk wor‐
den opgenomen.
■ Dit systeem herkent uitsluitend MP3-disks (WMA) die zijn aange‐
maakt volgens het ISO-9660-ni‐veau 1/2 of volgens het Juliet-be‐
standssysteem. (Het UDF-be‐
standssysteem wordt niet onder‐
steund.)
■ MP3-bestanden (WMA) zijn niet compatibel met dataverzending in
schrijfpakketjes.
■ Disks waarop MP3-bestanden (WMA) en audiodata (CDDA) zijn
weggeschreven, worden mogelijk
niet afgespeeld als het gaat om een CD-Extra of Mixed-Mode-CD.
■ De map- en bestandsnamen die per diskopslagtype kunnen worden
gebruikt zijn de volgende, inclusief
de extensies met vier cijfers bij de
bestandsnaam (.mp3):
◆ ISO 9660 niveau 1: maximaal 12 tekens
◆ ISO 9660 niveau 2: maximaal 31 tekens
◆ Joliet: Maximaal 64 tekens (1 byte)
◆ Lange Windows-bestandsnaam: Maximaal 28 tekens (1 byte)
Audiospelers115
Aanwijzingen bij het gebruik van
MP3-muziekbestanden (WMA)
■ Dit product speelt MP3-bestanden (WMA) af met de extensies .mp3
en .wma (kleine letters) of .MP3 en .WMA (hoofdletters) bij de be‐
standsnaam.
■ De volgende MP3-bestanden kun‐ nen met dit product worden afge‐
speeld:
◆ Transmissiesnelheid: 8kbps ~ 320kbps
◆ Samplingfrequentie: 48kHz, 44,1kHz, 32kHz (voor MPEG-1),
24kHz, 22,05kHz, 16kHz (voor
MPEG-2)
■ Dit product kan bestanden afspelen
met een 8kbps ~ 320kbps trans‐
missiesnelheid, maar bestanden
met een transmissiesnelheid van
meer dan 128kbps geven een kwa‐
litatief beter geluid.
■ Dit product kan ID3 tag-informatie (versie 1.0, 1.1, 2.2, 2.3 of 2.4)
weergeven voor MP3-landen, zoals
de albumnaam en de artiest.■ Om informatie over het album (dis‐ ktitel), de track (tracktitel) en de ar‐
tiest (track artiest) weer te geven,
moet het bestand compatibel zijn
met de ID3 tag V1- en V2-be‐
standsindelingen.
■ Dit product kan MP3-bestanden af‐
spelen die VBR gebruiken. Wan‐
neer een VBR-type MP3-bestand
wordt afgespeeld, kan de reste‐
rende afspeeltijd afwijken van de
werkelijk resterende afspeeltijd.
Afspelen van CD's en MP3 Hoofdknoppen en
bedieningsorganen
(4) Knop CD
Selecteer de CD-/MP3-speler.
(10) Multifunctionele knop ■ Draai de knop voor het doorlopen van de tracklist, een menu of MP3-opnameinformatie (WMA).
■ Druk de knop in om het menu‐ scherm weer te geven voor het hui‐
dige item of de huidige modus.(17) Knoppen 1 / 8
■ Druk deze knoppen in om het vo‐ rige of volgende nummer af te spe‐
len.
■ Houd deze knoppen ingedrukt om binnen de song snel vooruit of terugte spoelen en laat de knop los om
weer af te spelen op normale snel‐
heid.
(13) Knop R
Voor het uitwerpen van de disk.
(12) Knop INFO
Geef de informatie voor de afge‐
speelde track weer.
(6) Knop O
Houd de knop ingedrukt om de stil‐ schakelfunctie in of uit te schakelen.
118Audiospelers
Informatie over afgespeelde song
bekijken
Druk in de afspeelmodus op de knop
INFO om informatie te bekijken over
de song die wordt afgespeeld.
Wanneer er op audio-cd's geen infor‐
matie bestaat over de afgespeelde
track, toont het systeem Geen
informatie .
Bij MP3-tracks (WMA) kan extra in‐
formatie worden bekeken door tijdens
de weergave van trackinformatie aan
de multifunctionele knop te draaien.
■ De weergegeven informatie omvat de bestandsnaam, mapnaam en de
ID3 tag-informatie die bij de song isopgeslagen.
Wanneer de ID3 tag-informatie
(zoals artiest, songtitel) werd toe‐
gevoegd aan de MP3-bestanden
(WMA) voordat deze op schijf wer‐
den gebrand, wordt deze informatie "as is" weergegeven door het Info‐
tainmentsysteem.
Foutieve ID3 tag-informatie kan niet worden gewijzigd of gecorri‐ geerd door het Infotainmentsys‐
teem (ID3 tags kunnen alleen op
een pc worden gecorrigeerd).
■ Wanneer informatie bij songs de vorm heeft van speciale symbolen
of is beschreven in niet-beschik‐
bare talen, wordt deze weergege‐
ven als ---- of helemaal niet.Het cd-menu gebruiken
De afspeelmodus wijzigen
Druk vanuit de afspeelmodus op de
multifunctionele knop om Cd-menu
weer te geven.
Draai aan de multifunctionele knop
om de functies willekeurig afspelen of
afspelen herhalen te selecteren en
druk vervolgens op de multifunctio‐
nele knop om de betreffende functies Aan of Uit te zetten.