Telefoon71
Telefoongesprek initiërenEen nummer invoeren
Druk op de toets PHONE en selecteer
vervolgens de menuoptie Nummer
invoeren . Er verschijnt een toetsen‐
blok.
Voer het gewenste nummer in.
Selecteer de schermtoets Del of druk
op de toets BACK om het laatst inge‐
voerde cijfer te wissen.
Selecteer de schermtoets l of k om
de cursor in het reeds ingevoerde
nummer te verplaatsen.
Selecteer de schermtoets OK om het
bellen te starten.
Let op
U hebt vanuit het toetsenblok toe‐
gang tot het telefoonboek door op de toets Telefoonboek te drukken.
Telefoonboek
Druk op de toets PHONE en selecteer
vervolgens de menuoptie
Telefoonboek . Het menu Zoeken in
telefoonboek wordt weergegeven.
Selecteer de gewenste eerste letter‐
groep om een voorselectie weer te
geven van de telefoonboekvermel‐
dingen die u wilt zien. Het telefoon‐
boek springt naar de positie van de
geselecteerde lettergroep.
Selecteer de gewenste vermelding in het telefoonboek om de nummers tetonen die hieronder zijn opgeslagen.
Selecteer het gewenste nummer om
het bellen te starten.
Telefoonboek sorteren
U kunt het telefoonboek op achter‐
naam of op voornaam sorteren.
Wijzig de sorteervolgorde door de
toets PHONE en daarna de menu‐
optie Telefooninstelling te selecteren.
72Telefoon
Selecteer Sorteervolgorde om het be‐
treffende submenu weer te geven.
Activeer de gewenste optie.
Gesprekslijsten
Druk op de toets PHONE en selecteer
vervolgens de menuoptie
Gesprekslijsten . Het menu
Gesprekslijsten wordt weergegeven.
Selecteer de gewenste oproeplijst.
Afhankelijk van de geselecteerde lijst worden de laatste ontvangen, uit‐
gaande of gemiste oproepen weerge‐
geven.
Selecteer de gewenste vermelding in de oproeplijst om het bellen te star‐
ten.
Binnenkomend gesprek
Bij een binnenkomende oproep ver‐
schijnt er een bericht op het scherm.
Selecteer voor het aannemen van de oproep de schermtoets Aannemen.
Selecteer voor het afwijzen van de
oproep de schermtoets Weigeren.
Functies tijdens een
telefoongesprek
Bij een actieve oproep verschijnt het
in-gesprekscherm.
Telefoongesprek beëindigen
Selecteer voor het beëindigen van de oproep de schermtoets Ophangen.
Geluid van een gesprek onderdrukken
Activeer voor het tijdelijk onderdruk‐
ken van het microfoongeluid de
schermtoets Microfoon uit.
Deactiveer de schermtoets Microfoon
uit om het microfoongeluid weer te la‐
ten klinken.
Telefoon73
Naar handset doorschakelen
Selecteer de menuoptie
Doorverb.naar handset om het ge‐
sprek door te schakelen naar de mo‐ biele telefoon. Het menu Privé
gesprekken wordt weergegeven.
Selecteer de menuoptie Gesprek
doorverbinden in het menu Privé
gesprekken om het gesprek weer te‐
rug te schakelen naar het Infotain‐
mentsysteem.
Wisselgesprek Wisselgesprek initiëren
Selecteer tijdens een actieve oproep
de menuoptie Nummer invoeren op
het in-gesprekscherm. Het toetsen‐
blok verschijnt. U kunt een nummer
invoeren of een nummer uit het tele‐
foonboek selecteren, zie boven‐
staand.
Tweede inkomende oproep
Bij een wisselgesprek verschijnt er
een bericht onderaan op het scherm.
Selecteer de gewenste optie.Bij het aannemen van het gesprek
wordt het eerste gesprek in de wacht
gezet en wordt het wisselgesprek ac‐
tief.
Beide gesprekken verschijnen op het in-gesprekscherm.
Selecteer de menuoptie Gesprekken
wisselen om te schakelen tussen de
gesprekken.
Conferentiegesprek
Selecteer de schermtoets Conferen‐
tiegesprek om beide gesprekken te‐
gelijkertijd te activeren.
De schermtoets Conferentiegesprek
verandert in Gesprek vrijgeven .
Selecteer voor het beëindigen van
een conferentiegesprek de scherm‐
toets Gesprek vrijgeven .
Telefoongesprekken beëindigen
Selecteer in een conferentiegesprek
de schermtoets Ophangen om beide
telefoongesprekken te beëindigen.
Tekstberichten Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het In‐ fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, hebt u via het Infotainment‐
systeem toegang tot het Postvak IN
van uw mobiele telefoon.
Niet elke telefoon ondersteunt de
tekstberichtenfunctie van het Infotain‐
mentsysteem.
Berichtenapplicatie op de
mobiele telefoon activeren Het verzenden van tekstberichtgege‐
vens naar het Infotainmentsysteem
moet op de mobiele telefoon geacti‐
veerd zijn.
74Telefoon
Selecteer in het Bluetooth-menu van
uw mobiele telefoon de naam van het
gekoppelde Infotainmentsysteem om
het betreffende submenu weer te ge‐ ven.
Activeer voor het weergeven van de
tekstberichten in de berichtenapplica‐
tie van het Infotainmentsysteem de
betreffende functie in het submenu op de mobiele telefoon.
Het pictogram Messages in het menu
Start van het Infotainmentsysteem is
dan selecteerbaar.
Inkomend tekstbericht Bij het ontvangen van een nieuw
tekstbericht verschijnt er een bericht
met de naam of het nummer van de
afzender.
Selecteer één van de opties in het be‐
richt.
Beluisteren
Als u het bericht door het systeem wilt laten voorlezen, selecteer dan de
schermtoets Luisteren.Weergave
Selecteer voor het weergeven van
het bericht op het scherm de respec‐
tievelijke schermtoets.
Let op
Berichten verschijnen alleen op het
scherm wanneer de auto gepar‐ keerd is.
Weigeren
Selecteer voor het weigeren van het bericht de respectievelijke scherm‐
toets.
Beantwoorden
Selecteer voor het beantwoorden van
het bericht de schermtoets Antwoord.
Er verschijnt een lijst met voorgedefi‐ nieerde berichten.
Selecteer het gewenste bericht en
bevestig uw invoer.
Het bericht wordt verzonden.
Let op
U kunt nieuwe voorgedefinieerde
berichten in het instellingenmenu
aanmaken.Bel
Selecteer de schermtoets Bellen om
de afzender van het tekstbericht te
bellen.
Postvak IN
Druk op de toets ; en selecteer het
pictogram Messages om het betref‐
fende menu weer te geven.
Selecteer de menuoptie Inbox om
een lijst met alle berichten in het Post‐ vak IN weer te geven.
Selecteer het gewenste bericht. Het
bericht verschijnt op het scherm.
77
CCategorielijst ................................. 25
CD-speler ..................................... 32
CD-speler activeren ......................33
D DAB .............................................. 30
Datum ........................................... 22
Digital Audio Broadcasting ...........30
E
EQ ................................................ 20
Equalizer....................................... 20
F
Fabrieksinstellingen ......................22
Fader ............................................ 20
Favoriete lijsten Zenders ophalen .......................27
Zenders opslaan .......................27
Favorietenlijst ............................... 27
G Gebruik ................. 14, 25, 33, 43, 63
AUX ........................................... 37
Bluetooth-muziek ......................37
CD ............................................. 33
Infotainmentsysteem .................14
Navigatiesysteem ......................43Telefoon.................................... 70
USB ..................................... 37, 38
Geluidsinstellingen .......................20
H Het Infotainmentsysteem activeren.................................... 14
Het navigatiesysteem activeren ...43
I
Infotainmentsysteem inschakelen 14
Invoer van de bestemming ..........47
K Kaarten ......................................... 43
Koppelen ...................................... 68
L
Lijst met afslagen.......................... 57
M Maximaal inschakelvolume........... 21
Meldingen ..................................... 17
Menubediening ............................. 17
Middenbereik ................................ 20
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................75
Multifunctionele knop ....................17
Mute.............................................. 14N
Navigatie Adresboek ................................. 47
Algemene instellingen ...............43
Begeleidingswaarschuwingen ...57
Bestemmingsinvoer................... 47
Broodkruimels ........................... 57
Coördinaten............................... 47
Favoriete routes ........................47
Gesproken instructies ...............57
Huidige locatie........................... 43
Kaart manipuleren .....................43
Kaartvenster .............................. 43
Lijst met afslagen ......................57
Nuttige plaatsen ........................47
Recente bestemmingen ............47
Reis met viapunten ...................47
Route simuleren ........................43
Route terugvinden .....................57
Routebegeleiding ......................57
Routeopties ............................... 57
Thuisadres ................................ 47
TMC-zenders ............................ 57
Toetsenbord .............................. 47
Verkeersincidenten ...................57
Navigatiesysteem .........................42
Navigatievolume ........................... 21
Noodoproep .................................. 69
Nuttige plaatsen............................ 47
78
O
Overzicht bedieningselementen .....8
R Radio Autostorelijsten.......................... 27
Categorielijst ............................. 25
DAB ........................................... 30
DAB-berichten ........................... 30
Digital Audio Broadcasting ........30
Favoriete lijsten ......................... 27
Menu RDS-opties ......................28
Radio Data System ...................28
RDS........................................... 28
Regionaal .................................. 28
Selectie van frequentiebereik ....25
TP.............................................. 28 Verkeersinformatie ....................28
Zender zoeken .......................... 25
Zenderlijst.................................. 25
Zenders ophalen .......................27
Zenders opslaan .......................27
Radio activeren............................. 25
Radio Data System (RDS) ........... 28
Regio-instelling ............................. 28
Reis met viapunten .......................47
Routebegeleiding .........................57
Route simuleren ........................... 43S
Selectie van frequentiebereik .......25
Software-update ........................... 22
Spraakherkenning ........................62
Startpagina ............................. 17, 22
Stemherkenning ........................... 62
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................... 37
Systeeminstellingen...................... 22 Beeldscherm ............................. 22
Software .................................... 22
Startpagina ................................ 22
Taal ........................................... 22
Tijd en datum ............................ 22
T
TA ................................................. 28
Taal............................................... 22
TA-volume .................................... 21
Tekstberichten .............................. 73
Telefoon Bluetooth ................................... 67
Bluetooth-verbinding .................68
Conferentiegesprek ...................70
Functies tijdens het gesprek .....70
Noodoproepen .......................... 69
Recente oproepen ....................70
Tekstberichten........................... 73
Telefoonboek ............................ 70Telefoonboek.......................... 47, 70
Telefoongesprek Initiëren ..................................... 70
Opnemen .................................. 70
Telefoonportal activeren ...............70
Thuisadres .................................... 47
TMC .............................................. 57
Toetsenbord ................................. 47
TP ................................................. 28
Treble ........................................... 20
Tijd ................................................ 22
Tijdsindeling.................................. 22
U USB .............................................. 35
V
Verkeersincidenten .......................57
Verkeersinformatie .......................28
Volume Automatisch volume ..................21
Maximaal inschakelvolume .......21
Navigatievolume........................ 21
Stiltefunctie................................ 14
Volume van geluidsindicaties ....21
Volume van geluidssignaal .......21
Volume van verkeersinformatie. 21
Volume-instellingen ......................21
Volume van geluidsindicaties .......21
Volume van geluidssignaal ...........21
Inleiding89
16BACK .................................... 91
Menu: een niveau terug ........91
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......... 91
17 MP3: mapniveau hoger .......110
18 TONE .................................... 95
Geluidsinstellingen ................95
19 PHONE ............................... 122
Telefoonhoofdmenu
openen ................................ 128
Mute activeren ......................90
20 AUX ..................................... 113
Van audiobron veranderen . 113Audioknoppen op stuurwiel
1 Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen 122
of nummer in gesprekslijst
kiezen .................................. 128
of actieve
spraakherkenning ...............116
Lang indrukken:
gesprekslijst tonen ..............128
of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 116
2SRC (bron) ............................ 90
Indrukken: audiobron
selecteren ............................. 90
Bij een actieve radio:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ............................. 99
Bij een actieve CD-speler:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige cd/mp3/
wma-nummer te selecteren 110
Als de telefoonportal actief is en de gesprekslijst open
is (zie pos. 1): omhoog/
omlaag draaien om
volgende/vorige
vermelding in gesprekslijst
te selecteren ....................... 128
Als de telefoonportal actief
is en er gesprekken in de
wacht staan: omhoog/
omlaag draaien om tussen gesprekken te schakelen ....128
3 Volume verhogen ..................90
90Inleiding
4Volume verlagen ...................90
5 Kort indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........128
of gesprekslijst sluiten .........128
of mute in-/uitschakelen ........90
of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 116Gebruik
Bedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen, multifunctieknoppen en op het display
weergegeven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
■ de centrale bedieningseenheid op het instrumentenpaneel 3 84
■ bedieningsknoppen op het stuur 3 84
■ het spraakherkenningssysteem 3 116
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen Druk de X-knop kort in. Na het in‐
schakelen is de laatst geselecteerde
Infotainmentbron actief.
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem is inge‐
schakeld met de X-knop terwijl het
contact is uitgeschakeld, schakelt het
na 30 minuten automatisch weer uit.Volume instellen
Draai aan de X-knop. De actuele in‐
stelling verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits dit het maximale inschakel‐ volume niet overschrijdt.
Het volgende kan afzonderlijk worden ingesteld:
■ het maximale inschakelvolume 3 97
■ het volume voor verkeersberichten 3 97
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het voor snel‐
heid gecompenseerd volume 3 97
wordt het volume automatisch zoda‐
nig aangepast dat u geen geluid van
het wegdek of van de rijwind hoort.