166Inleiding
De selectie van de functies in de kop‐regel en de verdere bediening wordt
onderstaand beschreven:
Stuurwielafstandsbediening1Draaischijf
Draaien: menuopties en comman‐
do's selecteren
Indrukken: een keuze bevestigen
(OK)2q -toets
Indrukken: Spraakherkennings‐
systeem selecteren/uitschakelen
3 1753p -toets
Indrukken: Oproep ontvangen of afsluiten of directe toegang tot
bellijst4o Draaien: volume aanpassen
Infotainmentsysteem met combiknop
bedienen
Zie "Bedieningselementen op instru‐
mentenbord" in de handleiding van
het betreffende Infotainmentsysteem.
Het mobiele telefoonportaal kan daar‐
naast ook met het spraakherkenning‐
systeem worden bediend 3 175.
Bluetooth-verbinding
De Bluetooth™-functie van de mo‐
biele telefoon moet geactiveerd zijn.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
van de mobiele telefoon.
Bluetooth™ is een radionorm voor
draadloos verbinden van bijv. een
mobiele telefoon met andere appara‐ tuur. Hiermee kan informatie, o.a. te‐
lefoonboek, opropenlijst, netwerkex‐
ploitant en veldsterkte worden ver‐
zonden. Afhankelijk van het type ap‐
paratuur kunnen de functies beperkt
beschikbaar zijn.
Verbinding tot stand brengen Selecteer het telefoonsymbool in de
kopregel van het hoofdmenu.
Inleiding167
Selecteer zo nodig de menuoptie
Bluetooth om het betreffende menu
weer te geven.
Als Bluetooth™ gedeactiveerd is,
gaat u als volgt te werk:
1. Selecteer het Bluetooth -menu‐
punt.
Bluetooth™ is geactiveerd, de
overige menuopties verschijnen
op het display.
2. Selecteer het Bluetooth PIN -me‐
nupunt.
3. Voer nu een vrij kiesbare Blue‐ tooth™ PIN-code in en bevestig
met OK.
Om veiligheidsredenen dient een
minimaal 4-cijferige en toevallig
gekozen PIN-code te worden ge‐
bruikt.
4. Zorg ervoor dat de Bluetooth™ van demobiele telefoon geacti‐
veerd is en dat de telefoon op
"zichtbaar" is ingesteld.
5. Selecteer het Zoeken starten -
menupunt.
Tijdens het zoeken naar Blue‐
tooth™ -apparaten verschijnt de
displayweergave worden
gezocht... .
Na afronding van het zoekproces
worden de gevonden Bluetooth™
-apparaten in het menu Gev.
app. vermeld.
6. Selecteer de gewenste mobiele
telefoon.
Bij het tot stand brengen van de
verbinding verschijnt het bericht
Bezig met verbinden... op het dis‐
play.
Op het display van de mobiele te‐
lefoon verschijnt "Voer uw Blue‐
tooth PIN in" of een soortgelijke
vraag.
7. Voer nu via het toetsenveld van de mobiele telefoon dezelfde
168Inleiding
Bluetooth™ PIN-code in als bij hetInfotainmentsysteem en bevestig
deze met OK.
Op het display van de mobiele te‐
lefoon verschijnt de mededeling
"Apparaat aan de lijst van bek. ap‐
paraten toevoegen?" of een ver‐
gelijkbaar bericht.
8. Bevestig via het toetsenveld van de mobiele telefoon door op OK te
drukken.
Na het tot stand komen van een ver‐
binding verschijnt het bericht is
toegevoegd aan de verbonden
apparaten op het display.
De verbinding tussen de mobiele te‐ lefoon en het Infotainmentsysteem istot stand gebracht.
Aan deze lijst kunnen max. vijf appa‐
raten worden toegevoegd.
Verbinding verwijderen 1. Selecteer in het menu Bluetooth ™ de optie Bekende
app. .
Op het display verschijnt het
menu Bekende app. .
2. Selecteer de gewenste mobiele
telefoon.
Op het display verschijnt het
menu Bluetooth ™.
3. Deactiveer Verbinden.
De mededeling Verbroken! ver‐
schijnt op het scherm, vervolgens
verschijnt weer het menu
Bluetooth ™.
4. Selecteer Verwijderen.
De mededeling Verwijderd! ver‐
schijnt op het scherm, vervolgens
verschijnt weer het menu
Bluetooth ™.
UHP zichtbaar
Door het activeren van deze functie is de Mobiele telefoon portal zichtbaar
voor andere Bluetooth™-apparaten.
Zo kunt u bijv. een Bluetooth™-ver‐
binding van de mobiele telefoon naar de Mobiele telefoon portal tot stand
brengen.
1. Selecteer in het menu Bluetooth ™ de optie UHP zichtb. .
De Mobiele telefoon portal is de
eerstkomende 3 minuten zicht‐
baar voor andere apparaten.
2. Start de zoekfunctie van de mo‐ biele telefoon naar Bluetooth™ -
apparaten, zie de gebruiksaanwij‐
zing van de mobiele telefoon.
Op het display van de mobiele te‐ lefoon verschijnt "App. ontdekt:
UHP".
Inleiding169
3.Start de verbindingsfunctie van de
mobiele telefoon (raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van de mo‐
biele telefoon).
4. Voer Bluetooth PIN in het Infotain‐
mentsysteem in.
5. Voer de "Bluetooth PIN" op de mobiele telefoon in.
De Bluetooth™-verbinding tussen de
mobiele telefoon en het Infotainment‐ systeem is tot stand gebracht.
Handsfree
Een telefoonverbinding is actief.
Draai aan het kartelwieltje.
Er wordt een contextmenu geopend.
Activeer Handsfree . Het geluid wordt
via de luidsprekers van de auto ge‐
leid.Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Daarom is het belangrijk
dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Alarmnummer bellen
Vorm het noodnummer (vb. 112).
De verbinding met de alarmcentrale
wordt tot stand gebracht.
Geef het servicepersoneel antwoord
op de eventuele vragen.
Beëindiging van het gesprek
met het alarmnummer
Selecteer het Ophangen-menupunt.
of:
Druk de p-knop in.
Inleiding173
DTMF (geluid)
Een aantal telefoondiensten (b.v.
Voice-Mail of telefonisch bankieren)
vereisen het invoeren van zoge‐ naamde signaaltonen.
Wanneer er een telefoonverbinding
actief is:
Selecteer het DTMF-menu-item.
Het DTMF -menu verschijnt.
U heeft nu de mogelijkheid om met
het kartelwieltje cijfers in te voeren.
Selecteer in de voetregel van het dis‐ play de benodigde cijfers.
De signaaltonen worden nu verzon‐
den.
Handsfree
Bij een met Bluetooth™ verbonden
mobiele telefoon kunt u met deze functie de handsfreefunctie uitscha‐
kelen 3 166.
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur
Montage- en
gebruiksvoorschriften
Bij de montage en het gebruik van
een mobiele telefoon moeten de mo‐
delspecifieke montagehandleiding en de gebruiksvoorschriften van de fa‐
brikant van de telefoon en de hands‐
free-carkit in acht genomen worden.
Anders kan de typegoedkeuring van
de auto vervallen (EU-richtlijn
95/54/EG).Aanbevelingen voor een storingsvrij
gebruik:
■ Vakkundig gemonteerde buitenan‐ tenne, waardoor de maximale reik‐wijdte wordt bereikt,
■ maximaal zendvermogen van 10 Watt,
■ installatie van de telefoon in een geschikte plek, raadpleeg rele‐
vante opmerking in de gebruikers‐
handleiding, hoofdstuk
Airbagsysteem .
Laat u informeren over de voorziene
montageposities voor de buitenan‐
tenne of de toestelhouder en de mo‐
gelijkheden tot gebruik van toestellen
met een zendvermogen van meer dan 10 watt.
Het gebruik van een handsfree-carkit
zonder buitenantenne voor mobiele
telefoons type GSM 900/1800/1900
en UMTS is alleen toegestaan, wan‐
neer het maximale zendvermogen
van de mobiele telefoon niet groter is
dan 2 watt bij GSM 900 en niet groter
is dan 1 watt bij de andere types.
180TrefwoordenlijstAAfstandsbediening op het stuur ..164
Algemene aanwijzingen .............164
B Bediening.................................... 170
Binnenkomend gesprek beantwoorden ......................... 170
Binnenkomend gesprek weigeren.................................. 170
Bluetooth-verbinding ..................166
D De taal wijzigen .......................... 175
DTMF.......................................... 170
E
Een nummer opnieuw vormen ...170
F
Filteren........................................ 170
Freespeech................................. 166 Functies tijdens het gesprek .......170
G Gesprek beëindigen ...................170
Gesprekkenlijsten .......................170
L
Lijsten ......................................... 170M
Micro uit ...................................... 170
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................173
N Naam .......................................... 175
Noodoproep ................................ 169
Nummer ...................................... 175
Nummer vormen .........................170
O
Ophangen ................................... 170
P PIN-code invoeren ......................170
S Spraakherkenning ......................175
Spraakherkenning activeren .......175
Stemherkenning ........................175
T
Telefoneren ................................ 170
Telefoonboek .............................. 170
Telefoonnummers....................... 170
Telefoonnummers selecteren .....170
V Vermeldingen met meerdere nummers ................................. 170