Page 31 of 181

Cd-speler31
Tijdens het afspelen van eenaudio-cd
Na het activeren van de herhaalmo‐
dus wordt de huidige track steeds
weer afgespeeld totdat de herhaal‐
modus weer wordt gedeactiveerd.
Selecteer de knop Herhaal op het
scherm om de herhaalmodus te acti‐ veren of te deactiveren.
Na het activeren van de herhaalmo‐
dus verschijnt Herhaal track op het
display.
Tijdens het afspelen van een mp3-cd
Na het plaatsen van een mp3-cd
klinkt/-en de huidige track of alle
tracks in de momenteel geselec‐
teerde map steeds weer totdat de
herhaalmodus weer wordt gedeacti‐
veerd.
Selecteer de knop Herhaal op het
scherm één of meerdere keren om de modus Herhaal track of Herhaal lijst
te activeren of om de herhaalmodus
te deactiveren.
Afhankelijk van de geactiveerde mo‐
dus verschijnt Herhaal track of
Herhaal lijst op het display.Verkeersberichten (TA)
activeren of deactiveren
Selecteer de knop TA op het scherm
om de ontvangst van verkeersberich‐ ten te activeren of te deactiveren.
Nadere details over de TA-functie
3 25.
Een cd verwijderen Druk op de R-toets.
De cd wordt uit de cd-sleuf geworpen.
Als de cd na het uitwerpen niet wordt verwijderd, wordt hij na enkele secon‐den automatisch weer naar binnen
getrokken.
Page 32 of 181
32AUX-ingangAUX-ingangAlgemene aanwijzingen...............32
Gebruik ........................................ 32Algemene aanwijzingen
In de middenconsole vóór de keuze‐
hendel bevindt zich een aux-aanslui‐
ting voor het aansluiten van externe audiobronnen.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Het is mogelijk om bijvoorbeeld een
draagbare cd-speler met een
3,5 mm-stekker aan te sluiten op de
AUX-ingang.
Gebruik
Druk een of meerdere malen op de
MEDIA -toets om de AUX-modus in te
schakelen.
Het audiosignaal van een aangeslo‐
ten audiobron klinkt nu via de luid‐
sprekers van het infotainmentsys‐
teem.
U kunt het volume aanpassen via de
knop m en via de draaischijf o op
het stuurwiel.
Volume aanpassen aan de vereisten
van de aangesloten audiobron: 3 12.
Page 33 of 181

USB-poort33USB-poortAlgemene aanwijzingen...............33
Opgeslagen audiobestanden afspelen ....................................... 34Algemene aanwijzingen
In de middenconsole vóór de keuze‐
hendel bevindt zich een USB-aanslui‐ ting voor het aansluiten van externe
audiogegevensbronnen.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en drooghouden.
Op de USB-poort kunt u een mp3-
speler, USB-drive, SD Card (via USB-
aansluiting/adapter) of iPod aanslui‐
ten.
Na het aansluiten op de USB-poort werken diverse functies van het bo‐
venvermelde apparaat via de knop‐
pen en menu's van het Infotainment‐
systeem.
Let op
Niet alle modellen mp3-spelers, USB-drives, SD Cards of iPods wor‐
den ondersteund door het infotain‐
mentsysteem.
Opmerkingen ■ De op de USB-poort aangesloten externe apparaten moeten voldoenaan de USB Mass Storage Class-specificatie (USB MSC).
■ Via USB aangesloten apparaten worden ondersteund volgens USB-
specificatie V 2.0. Maximale onder‐
steunde snelheid: 12 Mbit/s.
■ Alleen apparaten met een FAT16/ FAT32-bestandssysteem wordenondersteund.
■ Vaste-schijfstations (HDD) worden niet ondersteund.
■ USB-hubs worden niet onder‐ steund.
Page 34 of 181

34USB-poort
■ De volgende bestandsformatenkunnen worden gebruikt:
ISO9660 niveau 1, niveau 2 (Ro‐
meo, Joliet).
Het is mogelijk dat MP3- en WMA-
bestanden die in een ander formaat
zijn geschreven dan hierboven ver‐
meld niet correct worden afge‐
speeld en dat hun bestands- en
mapnamen niet correct worden
weergegeven.
■ Voor de gegevens op externe ap‐ paraten die zijn aangesloten op de
USB-poort gelden de volgende be‐
perkingen:
Maximaal aantal mappen/afspeel‐
lijsten: 5000.
Maximaal aantal bestanden/songs:
15000.
Maximaal aantal bestanden/songs
per map/afspeellijst: 6000.
Maximale dieptehiërarchie van
mappen: ten minste 8.
Wma-bestanden met Digital Rights Management (DRM) van online-
muziekwinkels kunnen niet worden
afgespeeld.Wma-bestanden kunnen alleen
veilig worden afgespeeld als deze
met Windows Media Player, mini‐
maal versie 9, zijn aangemaakt.
Toepasbare afspeellijstexten‐
sies: .m3u, .pls, .wpl.
De afspeellijstitems moeten als re‐
latieve paden zijn opgemaakt.
Het systeemkenmerk voor map‐
pen/bestanden dat audiogegevens
bevat, mag niet ingesteld zijn.Opgeslagen
audiobestanden afspelen
Mp3-speler, USB-drive, SD
Card
Druk een of meerdere malen op de
MEDIA -toets om de audio-USB-mo‐
dus in te schakelen.
Het afspelen van audiogegevens die
op het USB-opslagapparaat zijn op‐
geslagen, is gestart.
De bediening van de via USB aange‐ sloten audiogegevensbronnen is het‐zelfde als beschreven bij een audio
mp3/wma cd 3 28.
Page 35 of 181
USB-poort35
iPod
Druk een of meerdere malen op de
MEDIA -toets om de iPod-modus te
activeren.
Het afspelen van audiogegevens die
op het iPod-opslagapparaat zijn op‐
geslagen, is gestart.
De bediening van de via USB aange‐ sloten iPod is grotendeels hetzelfdeals beschreven bij een audio mp3/
wma cd 3 28.
Hieronder staan alleen de bedie‐
ningsaspecten beschreven die afwij‐
kend/extra zijn.
Muziekzoekprogramma
Afhankelijk van het/de model/versie
van de aangesloten iPod en de opge‐ slagen gegevens zijn er diverse op‐
ties voor het selecteren en afspelen
van tracks.
Selecteer de knop Zoeken op het
scherm voor een menu met de be‐
schikbare opties voor het zoeken
naar muziek.
Selecteer de gewenste optie voor het
zoeken naar muziek.
De volgende werkwijze is grotendeels
identiek aan die zoals beschreven
voor het selecteren van tracks in
mappen op een mp3/wma cd 3 28.
Page 36 of 181

36Streaming audio via BluetoothStreaming audio via
BluetoothAlgemene informatie ....................36
Bediening ..................................... 36Algemene informatie
Bluetooth-compatibele audiobronnen
(bijv. mobiele telefoons voor muziek,
mp3-spelers met Bluetooth enz.) die
het Bluetooth-muziekprotocol A2DP
ondersteunen, werken draadloos op
het infotainmentsysteem.
Opmerkingen ■ Het infotainmentsysteem werkt al‐ leen met Bluetooth-apparaten dieA2DP (Advanced Audio Distribu‐
tion Profile), versie 1.2 of hoger, on‐ dersteunen.
■ Het Bluetooth-apparaat moet AVRCP (Audio Video Remote Con‐trol Profile), versie 1.0 of hoger on‐
dersteunen. Als het apparaat
AVRCP niet ondersteunt, werkt al‐
leen de volumeregeling via het in‐
fotainmentsysteem.
■ Maak uzelf voorafgaand aan het aansluiten van het Bluetooth-appa‐
raat op het infotainmentsysteem vertrouwd met de gebruiksaanwij‐
zing voor Bluetooth-functies.Bediening
Voorwaarden
Voor de Bluetooth-muziekmodus van
het infotainmentsysteem moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
■ De Bluetooth-functie van het info‐ tainmentsysteem moet geactiveerd
zijn 3 78.
■ De Bluetooth-functie van de ex‐ terne Bluetooth-audiobron moet
geactiveerd zijn (zie gebruiksaan‐
wijzing van het apparaat).
■ Afhankelijk van de externe Blue‐ tooth-audiobron moet dit apparaat
wellicht op "zichtbaar" staan (zie
gebruiksaanwijzing van het appa‐
raat).
■ De externe Bluetooth-audiobron moet met het infotainmentsysteem
gekoppeld en verbonden zijn
3 78.
Page 37 of 181
Streaming audio via Bluetooth37
Bluetooth-muziekmodus
activeren
Druk een of meerdere malen op de
MEDIA -toets om de Bluetooth-mu‐
ziekmodus te activeren.
De belangrijkste functies van de ex‐
terne audiobron werken nu via het in‐
fotainmentsysteem.
Bediening via
infotainmentsysteem
Tracks afspelen starten
Selecteer de knop l op het scherm.
Naar volgende of vorige track gaan
Druk de t - of v-toets (op het in‐
strumentenpaneel) kort in.
Pauze/stop afspelen
Selecteer de knop z op het scherm.
Afspelen hervatten: selecteer de knop l op het scherm nogmaals.
Page 41 of 181

Navigatie41
Informatie op de kaartweergaveKaart van de huidige locatie weerge‐ven: druk op de MAP-toets.
Routebegeleiding niet actief
Als routebegeleiding niet actief is,
verschijnt de volgende informatie:
■ Op de bovenste regel: informatie over de momenteel actieve audio‐
bron en de huidige tijd.
■ Kaartdisplay van het gebied rond de huidige positie.
De kaart kan op verschillende ma‐ nieren worden getoond: tik op de knop Menu op het scherm en se‐
lecteer de menuoptie Kaartinstellin‐
gen om het menu KAARTINSTEL‐
LINGEN op te vragen, zie "Instel‐
lingen van het kaartscherm" onder‐ staand.
■ Huidige positie aangegeven met een rode driehoek.
■ Straatnaam van huidige positie.
■ Speciale bestemmingen (POI), bijv. tankstations, parkeerterreinen
of restaurants, aangegeven met bij‐
behorende symbolen.
U kunt de weergave van POI's in-/
uitschakelen, zie "Instellingen van
het kaartscherm" onderstaand.
■ Een kompas dat het noorden aan‐ duidt.
■ De schaal van de momenteel ge‐ selecteerde kaart (schaal wijzigen:
draai aan de multifunctionele
knop).Routebegeleiding actief
Als routebegeleiding actief is, ver‐
schijnt de volgende informatie:
■ Op de bovenste regel: informatie over de momenteel actieve audio‐
bron en de huidige tijd.
■ Knop Info op het scherm: tik op
deze knop om de laatste gesproken opdracht te herhalen.
Raak de knop Info op het scherm
gedurende enkele seconden aan
om gesproken begeleiding te acti‐
veren of te deactiveren.