Spraakherkenning63
Ondersteunde talen■ Niet alle talen die voor het display van het Infotainmentsysteem be‐
schikbaar zijn, zijn ook beschikbaar
voor de spraakherkenning.
■ Als de momenteel geselecteerde displaytaal niet door de spraakher‐
kenning wordt ondersteund, is de
spraakherkenning niet beschik‐
baar.
In dat geval moet u een andere taal selecteren voor het display als u het
Infotainmentsysteem via spraak‐
commando's wilt bedienen. Taal
van display wijzigen, zie "Taal" in
het hoofdstuk "Systeeminstellin‐
gen" 3 22.
Adresinvoer voor bestemmingen in
het buitenland
Als u het adres van een bestemming
in het buitenland via spraakcomman‐
do's wilt invoeren, moet u de taal van het Infotainmentdisplay in de taal van
het betreffende land wijzigen.Als het display bijv. momenteel op
Engels is ingesteld en u de naam van een stad in Frankrijk wilt invoeren,moet u de displaytaal in Frans wijzi‐
gen.
Uitzonderingen: Voor het invoeren
van adressen in België kunt u de dis‐
playtaal naar keuze in Frans of Ne‐
derlands wijzigen. Voor het invoeren
van adressen in Zwitserland kunt u de displaytaal naar keuze in Frans, Duits
of Italiaans wijzigen.
Zie voor het wijzigen van de display‐
taal "Taal" in het hoofdstuk "Systeem‐ instellingen" 3 22.
Invoervolgorde voor
bestemmingsadressen
De volgorde waarin de delen van een adres met het spraakherkennings‐systeem moeten worden ingevoerd is
afhankelijk van het land waarin de be‐ stemming ligt.
Het systeem geeft een voorbeeld van
de betreffende invoervolgorde.Spraakdoorschakel-toepassing
Via de spraakdoorschakel-toepas‐
sing van het Infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐ ningscommando's op uw smart‐
phone. Raadpleeg de gebruiksaan‐
wijzing van uw smartphone om na te
gaan of uw smartphone deze functie
ondersteunt.
Gebruik Geïntegreerde
spraakherkenning
Spraakherkenning activeren Let op
Tijdens een actief telefoongesprek is
spraakherkenning niet beschikbaar.
Druk op de knop w rechts op het
stuurwiel.
Het geluid van het audiosysteem wordt onderdrukt, het symbool w op
het display wordt gemarkeerd en een
gesproken bericht vraagt u om een
commando uit te spreken.
Spraakherkenning65
Jansen op het werk", "Speel af" ge‐volgd door de naam van de artiets of
song of "Stem af op" gevolgd door de
radiofrequentie en het golfbereik.
Navigatiebestemmingen zijn echter
te complex voor één commando. Zeg eerst "Navigatie" en dan bijv. "Adres"
of "Markant punt". Het systeem rea‐
geert hierop door naar meer details te
vragen.
Na het commando "Markant punt"
kunt u alleen grote ketens op naam
selecteren. Ketens zijn bedrijven met
ten minste 20 locaties. Noem voor an‐
dere POI's de naam van een catego‐
rie, bijv. "Restaurants", "Winkelcen‐
tra" of "Ziekenhuizen".
Het systeem werkt gemakkelijker met
directe commando's, bijv. "Bel
01234567".
Bij het commando "Telefoon" begrijpt
het systeem dat u wilt bellen en ant‐
woordt het met nadere vragen totdat
het voldoende details heeft. Als het
telefoonnummer met een naam en
een locatie opgeslagen is, moet u inhet directe commando beide vermel‐
den, bijvoorbeeld "Bel Jan Jansen op het werk".Lijstvermeldingen selecteren
Wanneer er een lijst verschijnt, wordt
u via een gesproken bericht gevraagd om een vermelding uit die lijst te be‐
vestigen of te selecteren. U kunt een
lijstvermelding handmatig of door het
uitspreken van het regelnummer van
de vermelding selecteren.
De lijst op een spraakherkennings‐
scherm werkt net als bij een lijst op
andere schermen. Bij het handmatig
scrollen door de lijst op een scherm
tijdens een spraakherkenningssessie
wordt de huidige spraakherkenning
opgeschort en klinkt er een instructie
als "Selecteer handmatig een lijstver‐
melding of druk op de knop Terug op
de console om het nogmaals te pro‐
beren".
Als u niet binnen 15 seconden hand‐
matig een lijstvermelding selecteert,
wordt de spraakherkenningssessie
beëindigd, volgt er een bericht met
een vraag en verschijnt het eerdere
scherm weer.Het commando "Terug"
Om terug te gaan naar de vorige stap
in de dialoog kunt u ook " Terug" zeg‐
gen of op de toets BACK op het in‐
strumentenbord drukken.Het commando "Help"
Na het commando " Help" wordt de
helpvraag voor de huidige stap in de
dialoog voorgelezen.
Druk voor het onderbreken van de
helpvraag nogmaals op de toets w. Er
klinkt een pieptoon. U kunt een com‐ mando uitspreken.
Spraakdoorschakel-toepassing
Spraakherkenning
spraakdoorschakeling activeren
Houd de knop w rechts op het stuur‐
wiel ingedrukt totdat er een spraak‐
herkenningssessie wordt gestart.
Voor nadere informatie over de wer‐
king verwijzen wij u naar de gebruiks‐ aanwijzing van uw smartphone.
68Telefoonvoordat u de telefoon in hands‐free-modus gebruikt. Volg de be‐
palingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in som‐
mige gebieden gelden op en zet
uw mobiele telefoon uit als mobiel
telefoneren verboden is, als de
mobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerddoor de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. mobiele telefoons, iPod/iPhone-
modellen of andere apparaten.
Voor het maken van een Bluetooth-
verbinding met het Infotainmentsys‐
teem moet de Bluetooth-functie van
het Bluetooth-apparaat geactiveerd
zijn. Voor nadere informatie verwijzen
wij u naar de gebruiksaanwijzing van
het Bluetooth-apparaat.
Via het menu Bluetooth worden Blue‐
tooth-apparaten met het Infotain‐
mentsysteem gekoppeld (uitwisselen
van pincode tussen Bluetooth-appa‐
raat en Infotainmentsysteem) en ver‐
bonden.
Opmerkingen ■ Aan het systeem kunnen maximaal
vijf apparaten worden gekoppeld.
■ Er kan slechts één gekoppeld ap‐ paraat tegelijk met het infotain‐
mentsysteem worden verbonden.
■ Koppelen is in de regel slechts één
keer noodzakelijk, tenzij het appa‐
raat van de lijst met gekoppelde ap‐
paraten wordt gewist. Als het appa‐raat eerder verbonden was, brengt
het Infotainmentsysteem de verbin‐
ding automatisch tot stand.
■ Bij werken via Bluetooth wordt de accu van het apparaat aanzienlijk
belast. Laat het apparaat daarom
via een stopcontact opladen.
Bluetooth-menu
Voor het openen van het menu
Bluetooth kunt u naar keuze:
■ Druk op de PHONE-toets. Selec‐
teer de menuoptie Telefooninstel‐
ling en daarna Bluetooth.
■ Druk op de CONFIG-toets. Selec‐
teer de menuoptie Telefooninstel‐
ling en daarna Bluetooth.
■ Druk op de toets ; en selecteer het
pictogram Instellingen . Selecteer
de menuoptie Telefooninstelling en
daarna Bluetooth .
De menuopties Apparatenlijst en
Apparaat koppelen verschijnen.
Apparaat koppelen
Activeer het koppelen op het Infotain‐ mentsysteem door de menuoptie
Apparaat koppelen te selecteren. Er
70Telefoon9Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep maken
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonaansluiting met het nood‐ oproepcentrum wordt ingesteld.
Beantwoord de vragen van het per‐
soneel over de noodoproep.9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het in‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon ook via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
de gegevens van de mobiele telefoon naar het Infotainmentsysteem ver‐
stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enige tijd duren. Tijdens
deze periode is het bedienen van de
mobiele telefoon via het Infotainment‐ systeem slechts beperkt mogelijk.
Niet elke telefoon ondersteunt alle
functies van de telefoonapplicatie.
Daarom kan het bereik aan beschre‐ ven functies afwijken.
Hoofdmenu Telefoon
Om het hoofdmenu Telefoon weer te
geven, drukt u op de toets PHONE.
Het volgende scherm verschijnt (als
er een mobiele telefoon verbonden
is).
Telefoon71
Telefoongesprek initiërenEen nummer invoeren
Druk op de toets PHONE en selecteer
vervolgens de menuoptie Nummer
invoeren . Er verschijnt een toetsen‐
blok.
Voer het gewenste nummer in.
Selecteer de schermtoets Del of druk
op de toets BACK om het laatst inge‐
voerde cijfer te wissen.
Selecteer de schermtoets l of k om
de cursor in het reeds ingevoerde
nummer te verplaatsen.
Selecteer de schermtoets OK om het
bellen te starten.
Let op
U hebt vanuit het toetsenblok toe‐
gang tot het telefoonboek door op de toets Telefoonboek te drukken.
Telefoonboek
Druk op de toets PHONE en selecteer
vervolgens de menuoptie
Telefoonboek . Het Zoeken in
telefoonboek -menu verschijnt.
Selecteer de gewenste eerste letter‐
groep om een voorselectie weer te
geven van de telefoonboekvermel‐
dingen die u wilt zien. Het telefoon‐
boek springt naar de positie van de
geselecteerde lettergroep.
Selecteer de gewenste vermelding in het telefoonboek om de nummers tetonen die hieronder zijn opgeslagen.
Selecteer het gewenste nummer om
het bellen te starten.
Telefoonboek sorteren
U kunt het telefoonboek op achter‐
naam of op voornaam sorteren.
Wijzig de sorteervolgorde door de
toets PHONE en daarna de menu‐
optie Telefooninstelling te selecteren.
72Telefoon
Selecteer Sorteervolgorde om het be‐
treffende submenu weer te geven.
Activeer de gewenste optie.
Gesprekkenlijsten
Druk op de toets PHONE en selecteer
vervolgens de menuoptie
Gesprekslijsten . Het Gesprekslijsten
-menu verschijnt.
Selecteer de gewenste oproeplijst.
Afhankelijk van de geselecteerde lijst worden de laatste ontvangen, uit‐
gaande of gemiste oproepen weerge‐
geven.
Selecteer de gewenste vermelding in de oproeplijst om het bellen te star‐
ten.
Binnenkomend gesprek
Bij een binnenkomende oproep ver‐
schijnt er een bericht op het scherm.
Selecteer voor het aannemen van de oproep de schermtoets Aannemen.
Selecteer voor het afwijzen van de
oproep de schermtoets Weigeren.
Functies tijdens een
telefoongesprek
Bij een actieve oproep verschijnt het
in-gesprekscherm.
Telefoongesprek beëindigen
Selecteer voor het beëindigen van de oproep de schermtoets Ophangen.
Geluid van een gesprek onderdrukken
Activeer voor het tijdelijk onderdruk‐
ken van het microfoongeluid de
schermtoets Microfoon uit.
Deactiveer de schermtoets Microfoon
uit om het microfoongeluid weer te la‐
ten klinken.
90Inleiding
16TONE .................................... 99
Geluidsinstellingen ................99
17 PHONE ............................... 126
Telefoonhoofdmenu
openen ................................ 132
Mute activeren ......................94
18 AUX ..................................... 117
Van audiobron veranderen . 117
Inleiding93
16BACK .................................... 95
Menu: een niveau terug ........95
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......... 95
17 MP3: mapniveau hoger .......114
18 TONE .................................... 99
Geluidsinstellingen ................99
19 PHONE ............................... 126
Telefoonhoofdmenu
openen ................................ 132
Mute activeren ......................94
20 AUX ..................................... 117
Van audiobron veranderen . 117Audiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen 126
of nummer in gesprekslijst
kiezen .................................. 132
of actieve
spraakherkenning ...............120
Lang indrukken:
gesprekslijst tonen ..............132
of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 120
2SRC (bron) ............................ 94
Indrukken: audiobron
selecteren ............................. 94
Bij actieve radio: omhoog/
omlaag zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ........................... 103
Bij actieve cd-speler:
omhoog/omlaag zetten
om volgende/vorige cd/
mp3/wma-track te
selecteren ........................... 114
Bij actieve telefoonportal
en geopende gesprekslijst
(zie pos. 1): omhoog/
omlaag draaien om
volgende/vorige
vermelding in gesprekslijst te selecteren ....................... 132
Bij actieve telefoonportal
en gesprekken in de
wacht: omhoog/omlaag
draaien om tussen
gesprekken te schakelen ....132
3 Volume verhogen ..................94