Page 90 of 141
90Inleiding
16TONE .................................... 99
Geluidsinstellingen ................99
17 PHONE ............................... 126
Telefoonhoofdmenu
openen ................................ 132
Mute activeren ......................94
18 AUX ..................................... 117
Van audiobron veranderen . 117
Page 93 of 141

Inleiding93
16BACK .................................... 95
Menu: een niveau terug ........95
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......... 95
17 MP3: mapniveau hoger .......114
18 TONE .................................... 99
Geluidsinstellingen ................99
19 PHONE ............................... 126
Telefoonhoofdmenu
openen ................................ 132
Mute activeren ......................94
20 AUX ..................................... 117
Van audiobron veranderen . 117Audiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen 126
of nummer in gesprekslijst
kiezen .................................. 132
of actieve
spraakherkenning ...............120
Lang indrukken:
gesprekslijst tonen ..............132
of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 120
2SRC (bron) ............................ 94
Indrukken: audiobron
selecteren ............................. 94
Bij actieve radio: omhoog/
omlaag zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ........................... 103
Bij actieve cd-speler:
omhoog/omlaag zetten
om volgende/vorige cd/
mp3/wma-track te
selecteren ........................... 114
Bij actieve telefoonportal
en geopende gesprekslijst
(zie pos. 1): omhoog/
omlaag draaien om
volgende/vorige
vermelding in gesprekslijst te selecteren ....................... 132
Bij actieve telefoonportal
en gesprekken in de
wacht: omhoog/omlaag
draaien om tussen
gesprekken te schakelen ....132
3 Volume verhogen ..................94
Page 95 of 141

Inleiding95
Mute
Druk op de PHONE-toets (wanneer
de telefoonportal beschikbaar is: en‐ kele seconden indrukken) om het ge‐
luid van audiobronnen te
onderdrukken.
Om de onderdrukking van het geluid
opnieuw te annuleren: draai aan de
X -knop of druk opnieuw op de
PHONE -toets (indien telefoonportaal
beschikbaar is: enkele seconden in‐
drukken).
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare vo‐
lume. Het volume wordt zo nodig au‐
tomatisch verlaagd.
Bedieningsstanden
Radio
Druk op de RADIO-knop om het
hoofdmenu van de radio te openen of
te wisselen tussen de verschillende
frequentiebereiken.Druk op de multifunctionele knop om
een submenu met zenderkeuzeop‐
ties te openen.
Gedetailleerde beschrijving van de
radiofuncties 3 103.
Audiospelers
Druk op de toets CD / AUX /
CD/AUX om naar de menu's CD,
USB, iPod of AUX te gaan of om tus‐
sen deze menu's over te schakelen.
Druk op de multifunctionele knop om
een submenu met trackkeuzeopties
te openen.
Gedetailleerde beschrijving van: ■ CD-spelerfuncties 3 114
■ AUX-ingangsfuncties 3 117
■ USB-poortfuncties 3 118
Telefoon
Druk op de PHONE-toets om het te‐
lefoonmenu op te roepen.
Druk op de multifunctionele knop om
een submenu met opties voor het in‐ voeren of selecteren van telefoon‐
nummers te openen.Gedetailleerde beschrijving van de
functies van het mobieletelefoonpor‐
taal 3 126.
Basisbediening
Multifunctionele toets De multifunctionele knop is het cen‐
trale bedieningselement voor de me‐
nu's.
Draai aan de multifunctionele knop:
■ CD 400/CD 400plus: een menu‐ optie markeren
■ CD 300: een menuoptie weergeven
■ een numerieke waarde instellen.
Druk op de multifunctionele knop: ■ CD 400/CD 400plus: gemarkeerde optie selecteren of activeren
■ CD 300: om de getoonde optie te selecteren of te activeren
■ een ingestelde waarde bevestigen
■ een systeemfunctie in- of uitscha‐ kelen.
Page 102 of 141

102Inleiding
Selecteer de gewenste optie.Volume voor verkeersberichten
(TA)
Het volume van verkeersberichten
kan proportioneel ten opzichte van
het normale audiovolume worden
verhoogd of verlaagd.
Druk op de CONFIG
-toets om het
systeeminstellingenmenu te openen.
CD 400/CD 400plus: selecteer Radio-
instellingen , RDS-opties en TA-
volume .
CD 300: selecteer Audio-instellingen,
RDS-opties en TA-volume .
Stel de gewenste waarde voor volu‐
meverhoging of -verlaging in.
Personaliseren (alleen bij CD 400plus)
Verschillende systeeminstellingen
van het infotainmentsysteem kunnen
afzonderlijk in het geheugen worden
opgeslagen voor elke voertuigsleutel
(bestuurder) van de auto.
Opgeslagen instellingen Door de voertuigsleutel uit het con‐
tactslot te nemen, worden de vol‐
gende instellingen automatisch opge‐
slagen voor de gebruikte sleutel:
■ laatste volume-instellingen: een vo‐
lumeniveau voor alle geluidsbron‐
nen (radio, cd-speler, AUX, USB)
die niet gekoppeld zijn aan de tele‐
foon en een voor het telefoongeluid
■ alle voorkeuze-instellingen van ra‐ diozenders■ alle tooninstellingen: elk van dezeinstellingen wordt afzonderlijk op‐
geslagen voor elk van de volgende geluidsbronnen: AM, FM, DAB,
cd-speler, AUX, USB
■ laatste actieve geluidsbron
■ laatste actieve radiozender (afzon‐ derlijk voor elk frequentiebereik)
■ laatste actieve weergavemodus
■ laatste positie in Audio/MP3-CD in‐
clusief tracknummer en map
■ toestand van de instelling nummers
shuffelen (cd-speler)
■ toestand van de TP-instelling (Traf‐
fic Programme)
■ cursorpositie voor elk menu in het display
Persoonlijke voorkeuren
uit-/inschakelen Druk op de CONFIG-toets om het
systeeminstellingenmenu te openen.
Selecteer Auto-instellingen en vervol‐
gens Comfortinstellingen .
Zet Pers. inst. voor bestuurder op
Aan of Uit.
Page 117 of 141
AUX-ingang117AUX-ingangAlgemene aanwijzingen.............117
Gebruik ...................................... 117Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een
AUX-poort voor het aansluiten van
externe audiobronnen.
Het is mogelijk om bijvoorbeeld een
draagbare cd-speler met een
3,5 mm-stekker aan te sluiten op de
AUX-ingang.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en drooghouden.
Gebruik
Druk één keer of meerdere keren op
de CD/AUX - of AUX -toets om de
AUX-modus te activeren.
Een op de AUX-ingang aangesloten
audiobron kan alleen via de bedie‐
ningselementen van de desbetref‐
fende audiobron worden bediend.
Page 119 of 141

USB-poort119
Druk één keer of meerdere keren op
de AUX -knop om de USB-modus te
activeren.
Het afspelen van audiogegevens die
op het USB-opslagapparaat zijn op‐
geslagen, is gestart.
De bediening van de via USB aange‐ sloten gegevensbronnen is in het al‐
gemeen hetzelfde als bij een audio
MP3 CD 3 114.
Op de volgende pagina's worden al‐
leen de afwijkende/aanvullende be‐
dieningsaspecten beschreven.
Bedieningen en schermweergaven
worden alleen voor USB-opslagappa‐
raten beschreven. De bediening van andere apparaten, bijv. iPod of Zune,
is in het algemeen gelijk.Nummers selecteren met
behulp van het USB-menu
Druk op de multifunctionele knop om
het USB-gerelateerde menu te ope‐
nen.
Alle nummers achtereenvolgend af‐
spelen: selecteer Alles afspelen.
Voor het weergeven van een menu met verschillende aanvullende opties
voor het zoeken en selecteren van nummers: selecteer Zoeken.
Het doorzoeken van het USB-
apparaat kan enkele minuten duren.
Ondertussen wordt de laatst ten ge‐
hore gebrachte zender weergegeven.
Alle nummers willekeurig afspelen:
stel Nummers door elkaar
(willekeurig) in op Aan.
Het huidige afgespeelde nummer
herhalen: stel Herhalen in op Aan.
Page 138 of 141

138TrefwoordenlijstAAfspelen van een cd starten .......114
Algemene aanwijzingen ............
.................. 86, 113, 117, 118, 126
Algemene informatie................... 120
Antidiefstalfunctie ........................87
Autostore-lijsten .......................... 104
B BACK-toets ................................... 95
Basisbediening ............................. 95
Bediening.................................... 132
Bluetooth .................................... 126
Bluetooth-verbinding ..................127
C
CD-speler activeren.................................. 114
belangrijke informatie ..............113
gebruik .................................... 114
CD-speler activeren ....................114
CD-speler gebruiken................... 114
Configureren van RDS ...............108
D DAB ............................................ 110
DAB configureren .......................110
De AUX-ingang gebruiken ..........117
De radio gebruiken .....................103
De radio inschakelen ..................103De USB-poort gebruiken ............118
Digital Audio Broadcasting .........110
E Enhanced Other Networks .........108
EON ............................................ 108
F
Favorietenlijst ............................. 105
Frequentiebereikmenu's .............105
Frequentiebereik selecteren .......103
G
Gebruik ................. 94, 103, 114, 117
Geluidsinstellingen .......................99
H Handsfree-modus .......................127
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 94
I Infotainment-systeem automatische aanpassing vanhet volume............................... 101
maximaal opstartvolume .........101
personalisering ........................ 102
tooninstellingen ......................... 99
volume voor verkeersberichten 101
volume: instellingen ................101
Infotainmentsysteem gebruiken ...94