98Telefoonvoordat u de telefoon in hands‐free-modus gebruikt. Volg de be‐
palingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in som‐
mige gebieden gelden op en zet
uw mobiele telefoon uit als mobiel
telefoneren verboden is, als de
mobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerddoor de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com
Bedieningselementen
De belangrijkste telefoonspecifieke
bedieningselementen zijn de vol‐
gende:
y /@ -toets: opent het telefoonhoofd‐
menu.
Knoppen op het stuurwiel:
q : oproep aannemen.
n : oproep beëindigen/weigeren.
Bluetooth-verbinding Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een telefoon met andere appa‐
ratuur. Gegevens zoals een telefoon‐ boek, gesprekslijsten, de naam van
de netwerkoperator en de sterkte van
de verbinding kunnen worden over‐
gedragen. Welke functies er beschik‐ baar zijn hangt af van het type tele‐
foon.
Om een Bluetooth-verbinding met de telefoonportal tot stand te kunnenbrengen, moet de Bluetooth-functie
van de mobiele telefoon zijn inge‐
schakeld en moet de mobiele tele‐
foon in de stand "zichtbaar" worden
gezet. U vindt een gedetailleerde be‐
schrijving in de gebruiksaanwijzing
van de mobiele telefoon.
Bluetooth inschakelen Druk op de CONFIG-toets om het
Instellingen -menu op te roepen.Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Bluetooth. In het sub‐
menu wordt u een vraag gesteld.
Zet Bluetooth op Aan door de vraag
naar keuze met Ja of Nee te beant‐
woorden.
Een Bluetooth-apparaat
koppelen
Druk op de CONFIG-toets om het
Instellingen -menu op te roepen. Se‐
lecteer Telefooninstellingen en ver‐
volgens Apparaat koppelen .
Eventueel kunt u de toets y / @ twee
keer indrukken.
Het volgende display verschijnt.
Telefoon99
Zodra het telefoonportal van het Info‐
tainmentsysteem wordt gedetec‐
teerd, verschijnt het in de apparaten‐ lijst van uw Bluetooth-toestel. Selec‐
teer het telefoonportal.
Voer op verzoek de pincode op uw
Bluetooth-toetsel in. De apparaten
worden gekoppeld en verbonden.
Let op
Het telefoonboek van uw mobiele te‐
lefoon wordt automatisch gedown‐
load. De presentatie en volgorde
van de telefoonboekvermeldingen kunnen op het display van het Info‐
tainmentsysteem en op het display
van de mobiele telefoon verschillend zijn.
Na het tot stand komen van de Blue‐
tooth-verbinding: als er een ander
Bluetooth-apparaat was verbonden
met het Infotainmentsysteem, wordt
dat apparaat nu losgekoppeld van het
systeem.
Als de Bluetooth-verbinding niet tot stand komt: herhaal de bovenstaande procedure of raadpleeg de gebruiks‐
aanwijzing van het Bluetooth-appa‐
raat.
Let op
Aan het Infotainmentsysteem kun‐
nen maximaal 5 toestellen worden
gekoppeld.
De Bluetooth-code wijzigen
Druk op de CONFIG-toets om het
Instellingen -menu op te roepen.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Bluetooth-code wijzigen .
Het volgende display verschijnt.Voer de gewenste viercijferige pin‐
code in en bevestig de door u inge‐
voerde gegevens met OK.
Een ander gekoppeld apparaat
verbinden
Druk op de CONFIG-toets om het
Instellingen -menu op te roepen.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Apparatenlijst . Er ver‐
schijnt een lijst met alle Bluetooth-ap‐
paraten die momenteel aan het info‐
tainmentsysteem gekoppeld zijn.
Let op
Het momenteel met het Infotain‐
mentsysteem verbonden Bluetooth-
toestel wordt aangeduid met 9.
Kies het gewenste apparaat. Er ver‐
schijnt een submenu.
100Telefoon
Selecteer de submenuoptie
Selecteren om de verbinding tot
stand te brengen.
Een apparaat loskoppelen Druk op de CONFIG-toets om het
Instellingen -menu op te roepen.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Apparatenlijst . Er ver‐
schijnt een lijst met alle Bluetooth-ap‐
paraten die momenteel aan het info‐
tainmentsysteem gekoppeld zijn.
Let op
Het momenteel met het Infotain‐
mentsysteem verbonden Bluetooth-
toestel wordt aangeduid met 9.
Selecteer het gekoppelde apparaat. Er verschijnt een submenu.
Selecteer de submenuoptie
Verbreken om het apparaat te ont‐
koppelen.
Een gekoppeld apparaat
verwijderen
Druk op de CONFIG-toets om het
Instellingen -menu op te roepen.Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Apparatenlijst . Er ver‐
schijnt een lijst met alle Bluetooth-ap‐
paraten die momenteel aan het info‐
tainmentsysteem gekoppeld zijn.
Let op
Het momenteel met het Infotain‐
mentsysteem verbonden Bluetooth-
toestel wordt aangeduid met 9.
Kies het gewenste apparaat. Er ver‐
schijnt een submenu.
Als het apparaat verbonden is, moet
het eerst worden losgekoppeld (zie
bovenstaand).
Selecteer de submenuoptie Wissen
om het apparaat te verwijderen.
Fabriekswaarden terugzetten De telefooninstellingen, bijv. de ap‐
paratenlijst, de Bluetooth-code en de
beltoon, kunnen op de fabriekswaar‐
den worden teruggezet.
Druk op de CONFIG-toets om het
Instellingen -menu op te roepen. Se‐
lecteer Telefooninstellingen en ver‐
volgens Fabrieksinstellingen
herstellen .In het submenu wordt u een vraag
gesteld. Selecteer Ja om alle waar‐
den op de fabriekswaarden terug te
zetten.
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Daarom is het belangrijk
dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
Telefoon101met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐ centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het In‐ fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw
mobiele telefoon ook via het Infotain‐
mentsysteem bedienen.
U kunt via het infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.
Let op
In de handsfree-modus is bediening
van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
er gegevens van de mobiele telefoon naar het Infotainmentsysteem ver‐
stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enkele minuten duren.
Tijdens deze periode is het bedienen van de mobiele telefoon via het Info‐
tainmentsysteem slechts beperkt mo‐
gelijk.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt alle functies van de telefoon‐
portal. Zodoende is het mogelijk dat
de functionaliteit die bij deze speci‐ fieke mobiele telefoons staat be‐
schreven, afwijkt.
Voorwaarden Voor de handsfreemodus van het in‐
fotainmentsysteem moet aan de vol‐
gende voorwaarden zijn voldaan:
■ De Bluetooth-functie van het info‐ tainmentsysteem moet geactiveerd
zijn 3 98.
■ De Bluetooth-functie van de mo‐ biele telefoon moet geactiveerd zijn
(zie gebruiksaanwijzing van het ap‐ paraat).
102Telefoon
■De mobiele telefoon moet op "zicht‐
baar" staan (zie gebruiksaanwij‐
zing van het apparaat).
■ De mobiele telefoon moet aan het infotainmentsysteem gekoppeld
zijn 3 98.
Handsfreemodus activeren
Druk op de toets y / @ op het bedie‐
ningspaneel van het Infotainmentsys‐
teem. Het hoofdmenu van de telefoon verschijnt.
Let op
Als er geen mobiele telefoon met het
Infotainmentsysteem verbonden is,
verschijnt Geen telefoon
beschikbaar . Voor een gedetail‐
leerde beschrijving van het tot stand brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding 3 98.Veel functies van de mobiele telefoon
kunnen nu worden bediend via het
hoofdmenu van de telefoon (en bijbe‐ horende submenu's) en via de tele‐
foonspecifieke knoppen op het stuur‐ wiel.
Telefoongesprek initiëren Handmatig een nummer invoeren
Druk in het hoofdmenu telefoon op de knop MENU-TUNE om naar Menu
telefoon te gaan.
Selecteer de submenuoptie Nummer
invoeren . Het volgende scherm ver‐
schijnt.
Voer het gewenste nummer in en se‐ lecteer y op het display om het kie‐
zen te starten.
Let op
Voor het openen van het scherm
Zoeken van het telefoonboek selec‐
teert u 4.
Het telefoonboek gebruiken
Het telefoonboek bevat namen en
nummers van contactpersonen.
Druk in het hoofdmenu telefoon op de knop MENU-TUNE om naar Menu
telefoon te gaan.
Selecteer de submenuoptie
Telefoonboek . Het volgende scherm
verschijnt.
Net als op een telefoon of mobiele zijn
de letters alfabetisch op het display
gegroepeerd: abc, def , ghi , jkl , mno ,
pqrs , tuv en wxyz .
Selecteer de gewenste groep letters.
Het telefoonboek verschijnt met de
vermeldingen die met één van de let‐
ters in de lettergroep beginnen.
106TrefwoordenlijstAAfspelen van een cd starten .........89
Algemene aanwijzingen ............
................................ 88, 91, 92, 97
AUX-ingang ............................... 91
Bluetooth-muziek ......................95
CD-speler .................................. 88
Infotainmentsysteem .................66
Telefoon .................................... 97
USB-poort ................................. 92
Algemene informatie..................... 95
Antidiefstalfunctie ........................67
Audioknoppen op stuurwiel ..........68
Automatische volumeregeling ......77
Autostore-lijsten ............................ 80
Zenders ophalen .......................80
Zenders opslaan .......................80
AUX-functie activeren ...................91
AUX-ingang Algemene aanwijzingen ............91
Bediening .................................. 91
Inschakelen ............................... 91
Volume aanpassen ...................91
B Basisbediening ............................. 75
Bediening ............................. 95, 101
AUX-ingang ............................... 91
Bluetooth-muziek ......................95CD-speler.................................. 89
Menu ......................................... 75
Radio ......................................... 79
Telefoon .................................. 101
USB-poort ................................. 93
Bedieningselementen Infotainmentsysteem .................68
Stuurwiel ................................... 68
Telefoon .................................... 97
Bedieningspaneel Infotainment ....68
Bel Beltoon .................................... 101
Functies tijdens het gesprek ...101
Inkomend gesprek ..................101
Telefoongesprek initiëren ........101
Beltoon Beltoon selecteren ..................101
Beltoonvolume .......................... 77
Bluetooth Bluetooth-muziek ......................95
Bluetooth-verbinding .................98
Telefoon .................................. 101
Bluetooth-muziek Algemene aanwijzingen ............95
Bediening .................................. 95
Inschakelen ............................... 95
Voorwaarden ............................. 95
Bluetooth-verbinding ....................98
107
CCategorielijst ................................. 81
Cd-menu ....................................... 89
CD-speler Afspelen van een cd starten .....89
Algemene aanwijzingen ............88
Cd plaatsen ............................... 89
Cd-menu ................................... 89
Een cd verwijderen.................... 89
Gebruik...................................... 89
Inschakelen ............................... 89
CD-speler activeren ......................89
D
DAB .............................................. 85
Datuminstellingen .........................73
De radio inschakelen ....................79
Digital Audio Broadcasting ...........85
Dynamisch audioaanpassing .......85
F
Favoriete lijsten ............................ 81
Zenders ophalen .......................81
Zenders opslaan .......................81
Favorietenlijst ............................... 81
Frequentiebereikmenu's ...............81
Frequentiebereik selecteren .........79
Functie Opnieuw kiezen .............101G
Gebruik ....................... 73, 79, 89, 91
AUX-ingang ............................... 91
Bluetooth-muziek ......................95
CD-speler .................................. 89
Menu ......................................... 75
Radio ......................................... 79
Telefoon .................................. 101
USB-poort ................................. 93
Geluidsinstellingen .......................76
Gesprekslijsten ........................... 101
H Handsfree telefoonmodus activeren.................................. 101
I
Infotainmentsysteem inschakelen 73
K Knop MENU-TUNE....................... 75
M
Maximaal inschakelvolume........... 77
Menubediening ............................. 75
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................105
Mute.............................................. 73
N Noodoproep ................................ 100O
Opgeslagen audiobestanden afspelen..................................... 93
Overzicht bedieningselementen ...68
R Radio Afstemmen op een zender ........79
Autostorelijsten.......................... 80
Bereik selecteren ......................85
Categorielijst ............................. 81
DAB configureren ......................85
DAB-berichten ........................... 81
Digital audio broadcasting
(DAB) ........................................ 85
Dynamisch audioaanpassing ....85
Favoriete lijsten ......................... 81
Frequentiebereik selecteren .....79
Frequentiebereikmenu's............ 81
Gebruik...................................... 79
Inschakelen ............................... 79
Radio Data System (RDS) ........83
RDS configureren...................... 83
Regio-instelling.......................... 83
Verkeersberichten .....................83
Verkeersinformatie ....................83
Zender zoeken .......................... 79
Zenderlijsten.............................. 81
Zenderlijsten bijwerken .............81
108
Zenders ophalen.................80, 81
Zenders opslaan .................80, 81
Radio activeren............................. 79
Radio Data System (RDS) ........... 83
RDS .............................................. 83
Regio-instelling ............................. 83
S Streaming audio via Bluetooth activeren.................................... 95
Systeeminstellingen Fabrieksinstellingen terugzetten 73
Taal ........................................... 73
Tijd en datum ............................ 73
Voertuiginstellingen ...................73
T
Taalinstellingen............................. 73
TA-volume .................................... 77
Telefoon Algemene aanwijzingen ............97
Bedieningselementen ...............97
Beltoon selecteren ..................101
Bluetooth ................................... 97
Bluetooth-verbinding .................98
Een telefoonnummer kiezen ...101
Functies tijdens het gesprek ...101
Gesprekslijsten........................ 101
Inkomend gesprek ..................101
Inschakelen ............................. 101Noodoproepen........................ 100
Opmerkingen............................. 97
Telefoonboek .......................... 101
Telefoonnummer opnieuw
kiezen ...................................... 101
Voorwaarden ........................... 101
Telefoonboek .............................. 101
Tijdinstellingen .............................. 73
U USB-functie activeren ...................93
USB-menu .................................... 93
USB-poort Activering .................................. 93
Algemene aanwijzingen ............92
Bediening .................................. 93
Opmerkingen............................. 92
USB-apparaat aansluiten ..........92
USB-apparaat verwijderen ........93
USB-menu................................. 93
V
Verkeersberichten ........................83
Verkeersberichten blokkeren ........83
Verkeersinformatie .......................83
Volume Automatische volumeregeling ...77
Beltoonvolume .......................... 77
Maximaal inschakelvolume .......77
Stiltefunctie................................ 73TA-volume ................................. 77
Volume instellen ........................73
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen ............................. 73
Voor snelheid
gecompenseerd volume ............77
Volume-instellingen ......................77
Z
Zenderlijsten ................................. 81
Zenderlijsten bijwerken .................81
Zenders ophalen ....................80, 81
Zenders opslaan .....................80, 81
Zender zoeken.............................. 79