42Externe apparaten
Selecteer indien nodig de knop Bron
op het scherm om een vervolgkeuze‐
lijst te openen en selecteer vervol‐
gens AUX (Film) om het betreffende
hoofdmenu te openen.
Het afspelen van de filmbestanden
start automatisch.
Let op
Behalve instellingen als volume, ge‐ luid en display moeten alle functies
via de randapparatuur worden be‐
diend.
Filmmenu AUX gebruiken
Tik op de knop MENU op het scherm
om AUX Filmmenu te openen.
Zie voor nadere informatie over de
beschikbare instellingen de bijbeho‐
rende beschrijvingen voor USB-ap‐
paratuur onderstaand.
USB-apparaat
Functie USB-apparaat activeren
Als het USB-apparaat nog niet met
het Infotainmentsysteem verbonden
is, verbind het apparaat dan 3 32 en
ga te werk zoals onderstaand be‐
schreven.
Als het USB-apparaat al aangesloten is:
Druk indien vereist op de toets ; en
selecteer de knop Galerij op het
scherm om het laatst geselecteerde
hoofdmenu afbeeldingen of films te
openen.
Selecteer indien nodig de knop Bron
op het scherm om een vervolgkeuze‐
lijst te openen en selecteer vervol‐
gens USB (Film) om het betreffende
hoofdmenu te openen.
Het afspelen van filmbestanden start
automatisch.
Afspelen onderbreken en hervatten
Tik op de knop op het scherm = om
het afspelen te onderbreken. De knop op het scherm verandert in l.
Tik op de knop l op het scherm om
het afspelen te hervatten.
Volgende of vorige track afspelen
Tik op de knop c op het scherm om
het volgende filmbestand af te spe‐ len.
Tik binnen de eerste 5 seconden van
de afgespeelde film op de knop d op
het scherm om terug naar het vorige
filmbestand te gaan.
Externe apparaten43
Terug naar het begin van de huidige
film gaan
Tik na 5 seconden na het afspelen
van de film op de knop d op het
scherm.
Snel vooruit en achteruit gaan
Druk de knoppen op het scherm d of
c en houd deze ingedrukt. Laat de
betreffende knop los om weer naar de
normale afspeelmodus te gaan.
Volledig scherm
Tik op de knop x op het scherm om
naar de volledige-schermmodus te
gaan. Tik opnieuw op het scherm om de volledige-schermmodus af te slui‐
ten.
Filmmenu USB gebruiken
Tik op de knop MENU op het scherm
om het filmmenu USB te openen.Lijst filmbestanden
Alle lijsten met filmbestanden worden
weergegeven. Zoek naar de film die u
wilt zien en selecteer deze. De betref‐ fende film wordt nu afgespeeld.Klok/temp. display
Als u de tijd en de temperatuur in vol‐
ledige-schermmodus wilt zien, zet
Klok/temp. display dan op Aan.Weergave-instellingen
Stel de helderheid en het contrast van het filmdisplay in.
Zet Helderheid op een waarde tussen
-9 en 9.
Zet Contrast op een waarde tussen
-15 en 15.
Geluidsinstellingen
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 16.
Ondertiteling en audiotaal activeren
of deactiveren
Als de film ondertiteling en audiotaal
heeft, kunt u deze opties activeren of
deactiveren.
Selecteer de knop _ rechts op het
scherm.
Spraakherkenning47
Volume van gesproken commando's
aanpassen
Druk op de knoppen + / - rechts op het
stuurwiel om het volume van gespro‐
ken commando's hoger of lager te
zetten.
Een gesproken commando
onderbreken
Als ervaren gebruiker kunt u een ge‐
sproken commando onderbreken door in het spraakbesturingsbericht
op het scherm op de annuleerknop te drukken.
Er klinkt meteen een pieptoon. U kunt
nu meteen een commando uitspre‐
ken zonder dat u hoeft te wachten.
Spraakherkenning deactiveren Selecteer x/n rechts op het stuur‐
wiel. Het spraakbesturingsbericht
verdwijnt, de spraakherkenningsses‐
sie wordt beëindigd.
52Telefoon
Een gekoppeld apparaat
verbinden
Druk op de toets ; en selecteer ver‐
volgens de knop Instellingen op het
scherm.
Selecteer Verbindingsinstelllingen ,
Bluetooth instelling en dan Apparaat
koppelen om het betreffende menu
weer te geven.
Selecteer het Bluetooth-apparaat dat
u wenst te koppelen. Het apparaat is
verbonden.
Verbinding van apparaat
verbreken
Druk op de toets ; en selecteer ver‐
volgens de knop Instellingen op het
scherm.
Selecteer Verbindingsinstelllingen ,
Bluetooth instelling en dan Apparaat
koppelen om het betreffende menu
weer te geven.
Selecteer het momenteel verbonden
Bluetooth-apparaat. Er verschijnt een vraag die u moet beantwoorden.Selecteer de knop Ja op het scherm
om de verbinding van het apparaat te verbreken.
Een apparaat wissen Druk op de toets ; en selecteer ver‐
volgens de knop Instellingen op het
scherm.
Selecteer Verbindingsinstelllingen ,
Bluetooth instelling en dan Apparaat
koppelen om het betreffende menu
weer te geven.
Selecteer de knop Wissen op het
scherm naast het Bluetooth-appa‐
raat. Er verschijnt een vraag die u
moet beantwoorden.
Selecteer de knop Ja op het scherm
om het apparaat te wissen.
Apparaatinfo
Druk op de toets ; en selecteer ver‐
volgens de knop Instellingen op het
scherm.
Selecteer Verbindingsinstelllingen ,
Bluetooth instelling en dan Apparaat
koppelen om het betreffende menu
weer te geven.De weergegeven informatie omvat
Apparaatnaam , Adres en PIN-code .
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Daarom is het belangrijk
dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen
indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
Telefoon53kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐ centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het in‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon via het infotainment‐
systeem bedienen.
Let op
In de handsfree-modus blijft bedie‐
ning van de mobiele telefoon moge‐
lijk, bv. een gesprek beantwoorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een ver‐ binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
er gegevens van de mobiele telefoon
naar het Infotainmentsysteem ver‐
stuurd. Afhankelijk van de mobiele te‐ lefoon en de hoeveelheid over te dra‐
gen gegevens kan dit enige tijd in be‐ slag nemen. Tijdens deze periode is
het bedienen van de mobiele telefoon via het Infotainmentsysteem slechts
beperkt mogelijk.Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt alle functies van de telefoon‐
portal. Zodoende is het mogelijk dat
de functionaliteit die bij deze speci‐
fieke mobiele telefoons staat be‐
schreven, afwijkt.
Hoofdmenu Telefoon
Druk op de toets ; en selecteer de
knop Telefoon op het scherm om het
betreffende menu weer te geven.
54Telefoon
Let op
Het Telefoon hoofdmenu is alleen
beschikbaar als er via Bluetooth een mobiele telefoon met het Infotain‐
mentsysteem verbonden is. Voor
een gedetailleerde beschrijving
3 49.
Veel functies van de mobiele telefoon
kunnen nu worden bediend via het
hoofdmenu Telefoon (en bijbeho‐
rende submenu's) en via de telefoon‐
knoppen op het stuurwiel.
Telefoongesprek initiëren
Een telefoonnummer invoeren
Druk op de toets ; en selecteer de
knop Telefoon op het scherm om het
betreffende menu weer te geven.
Voer met het toetsenblok in het
Telefoon hoofdmenu een telefoon‐
nummer in.
Tik of tik lang op de knop ⇦ op het
scherm om één of meer tekens te wis‐
sen.
Tik op de knop y op het scherm of
druk op de knop 7 op het stuurwiel
om het kiezen te starten.Het telefoonboek gebruiken
Let op
Bij het koppelen van een mobiele te‐ lefoon aan het Infotainmentsysteemvia Bluetooth wordt het telefoonboek
van de mobiele telefoon automa‐
tisch gedownload.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
van uw mobiele telefoon als het te‐
lefoonboek niet wordt gedownload.
Druk op de toets ; en selecteer de
knop Telefoon op het scherm om het
betreffende menu weer te geven.
Selecteer de knop Telefoonboek op
het scherm.Snelzoeken 1. Blader door de lijst met telefoon‐ boekvermeldingen.
2. Tik op de contactpersoon die u wenst te bellen. Er verschijnt eenmenu met alle telefoonnummers
die voor het geselecteerde con‐
tact zijn opgeslagen.
3. Selecteer het gewenste telefoon‐ nummer om de oproep te starten.
Zoekmenu
Als het telefoonboek veel vermeldin‐
gen bevat, kunt u via het zoekmenu
comfortabel naar het gewenste con‐
tact zoeken.
56Telefoon
Selecteer de knop a op het scherm
voor uitgaande oproepen, de knop
b op het scherm voor gemiste oproe‐
pen en op de knop c op het scherm
voor ontvangen oproepen. De betref‐ fende bellijst wordt weergegeven.Selecteer de gewenste vermelding
om de oproep te starten.
Een nummer opnieuw kiezen
Het systeem kan het laatst gekozen
telefoonnummer opnieuw kiezen.
Druk op de toets ; en selecteer de
knop Telefoon op het scherm om het
betreffende menu weer te geven.
Tik enkele seconden op de knop y op
het scherm. Het laatst gekozen num‐
mer wordt opnieuw gekozen.
Snelkiesnummers gebruiken
Snelkiesnummers die op de mobiele
telefoon zijn opgeslagen, kunnen ook met het toetsenblok van het hoofd‐
menu Telefoon worden gekozen.
Druk op de toets ; en selecteer de
knop Telefoon op het scherm om het
betreffende menu weer te geven.
Voer het gewenste snelkiesnummer
in.
Als het snelkiesnummer uit één cijfer
bestaat, tik dan lang op het betref‐
fende cijfer om de oproep te starten.
Als het snelkiesnummer uit één cijfer
bestaat, tik dan op het eerste cijfer en tik lang op het tweede cijfer om de
oproep te starten.
Inkomend telefoongesprek
Een oproep aannemen
Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus, bijv. de radio- of USB-
modus, actief is, wordt het geluid van de audiomodus onderdrukt en blijft dit
zo totdat het gesprek wordt beëin‐
digd.
Telefoon57
Er verschijnt een melding met het te‐
lefoonnummer of de naam van de bel‐
ler (indien beschikbaar).
Beantwoord de oproep door de knop
Accepteren op het scherm in het be‐
richt te selecteren of door op de knop
7 op het stuurwiel te drukken.
Een oproep weigeren
Weiger de oproep door de knop
Weigeren op het scherm in het bericht
te selecteren of door op de knop n
op het stuurwiel te drukken.
Beltoon wijzigen
Druk op de toets ; en selecteer ver‐
volgens de knop Instellingen op het
scherm.
Selecteer Verbindingsinstelllingen en
dan Wijzig beltoon om het betref‐
fende menu weer te geven. Er ver‐
schijnt een lijst met beltonen.
Selecteer één van de beltonen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de Beltoonvolume 3 17.
Functies tijdens het gesprek Tijdens een telefoongesprek ver‐
schijnt het hoofdmenu Telefoon.
Handsfreemodus tijdelijk deactiveren
Selecteer voor het vervolgen van het
gesprek via de mobiele telefoon de knop m op het scherm.
Selecteer voor teruggaan naar de
handsfreemodus nogmaals de knop
m op het scherm.
Let op
Na het activeren is het bijbehorende
symbool gemarkeerd.
Microfoon tijdelijk deactiveren
Selecteer voor het onderdrukken van
het microfoongeluid nogmaals de
knop n op het scherm.