WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-3
3
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in het contactslot en draai
deze dan naar “OFF”. Houd de sleutel hier-
bij ingedrukt.
DAU39460
(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en de achterlich-
ten, de kentekenverlic hting en de parkeer-
lichten branden. De alarmverlichting en
richtingaanwijzers kunnen worden inge-
schakeld, maar alle andere elektrische sys-
temen zijn uit. De sleutel kan worden
uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar “ ” te kunnen draaien.
LET OP
DCA11020
Gebruik de parkeerstand niet gedurende
langere tijd, anders kan de accu ontla-
den raken.
DAU49393
Controle- en waarschuwings-
lampjes
1. Drukken.
2. Draaien.12
1. Controlelampje startblokkering “ ”
2. Controlelampje stopmodus “ ”
3. Waarschuwingslampje YCC-S- systeem “ ”
4. Terugschakelcontrolelampje “ ”
5. Controlelampje linker richtingaanwijzers “ ”
6. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
7. Waarschuwingslampje olieniveau “ ”
8. Vrijstandcontrolelampje “ ”
9. Controlelampje grootlicht “ ”
10.ABS-waarschuwingslampje “ ”
11.Controlelampje rechter richtingaanwijzers “ ”
12.Waarschuwingslampje elektronisch verstel-
baar veringsysteem “ ”
13.Controlelampje tractieregeling “TCS”
14.Controlelampjes cruise control
GEARN
25
A.TEMP ˚C
Lo
C.TEMP˚C
0:06
TIME TRIP
1234
5
11
6
10
7
13
12
14
9
8
ABS
U1MDD0D0.book Page 3 Monday, February 18, 2013 10:45 AM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-24
3
Sportmodus “S”
Vergeleken met de toermodus biedt deze
modus een sportievere motorrespons in het
lage- en middelhogetoerenbereik.
DAU1234C
Stuurschakelaars Links Rechts
DAU54200
Dimlichtschakelaar/lichtsignaalschake-
laar “ / /PASS”
Zet deze schakelaar op “ ” voor grootlicht
en op “ ” voor dimlicht.
Als u een grootlichtsignaal wilt geven, drukt
u op de lichtsignaalzijde “PASS” van de
schakelaar terwijl de koplampen op dimlicht
staan.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar
naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te gev en. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
1. Menuschakelaar “MENU”
2. Selectieschakelaar “ / ”
3. Stopmodusschakelaar “ ”
4. Cruise-controlschakelaars
5. Claxonschakelaar “ ”
6. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
7. Dimlichtschakelaar /lichtsignaalschakelaar
“ / /PASS”17
652
4
3
1. Startschakelaar/noodstopschakelaar “//”
2. Rijmodusschakelaar “MODE”
3. Schakelaar alarmverlichting “ ”
STO PMODERUNSTART
32
1
U1MDD0D0.book Page 24 Monday, February 18, 2013 10:45 AM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-25
3
terug naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU55370
Startschakelaar/noodstopschakelaar
“//”
Als u de motor wilt starten met de startmo-
tor, zet u deze schakelaar op “ ” en drukt
u vervolgens op de “ ”-zijde van de scha-
kelaar terwijl u de voor- of achterrem be-
krachtigt. Zie pagina 5-1 voor
startinstructies voordat u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval, zo-
als wanneer de machine is omgevallen of
als de gaskabel blijft hangen.
DAU42341
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring en het ABS-waarschuwingslampje kan
gaan branden als de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid en de startknop wordt inge-
drukt. Dit wijst echter niet op een storing.
DAU12733
Schakelaar alarmverlichting “ ”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ” kan
deze schakelaar worden gebruikt voor het
inschakelen van de alar mverlichting (gelijk-
tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10061
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ontla-
den.
DAU12780
Cruise control-schakelaars
Zie pagina 3-7 voor uitleg over de werking
van cruise control.
DAU54230
Menuschakelaar “MENU”
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de functieweergave en in-
stelmodusweergave van de
multifunctionele meter.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-10
voor meer informatie.
DAU54220
Selectieschakelaar “ / ”
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de functieweergave en in-
stelmodusweergave van de
multifunctionele meter.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-10
voor meer informatie.
DAU55461
Stopmodusschakelaar “ ”
Wanneer u op deze schakelaar drukt, wordt
de stopmodus geactiveerd en gaat het con-
trolelampje stopmodus branden.
Wanneer de stopmodus is geactiveerd,
werkt deze samen met het YCC-S-systeem
om automatisch terug te schakelen naar de
1e versnelling, afhankelijk van de snelheid
van de machine.
Als deze functie is geactiveerd en de ver-
snellingsbak in de 2e versnelling of hoger
staat wanneer de bestuurder de machine
stilzet, wordt automatisch teruggeschakeld
naar de 1e versnelling.OPMERKINGWanneer de stopmodus is geactiveerd,
knippert het terugschakelcontrolelampje al-
leen wanneer de bestuurder probeert te
starten in de 2e versnelling of hoger.
U1MDD0D0.book Page 25 Monday, February 18, 2013 10:45 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreff ende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15131]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
1. Zekering ABS-motor
2. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
3. Zekering brandstofinjectiesysteem
4. Backup-zekering (voor klok en startblokkeer-systeem)
5. Zekering elektronische smoorklep
6. Koplampzekering
7. Reservezekering
8. Zekering YCC-S-motorbesturing
9. Zekering vering
10.Zekering signaleringssysteem
11.Circuitzekering aansluitcontact voor acces- soires
12.Zekering ABS-regeleenheid
13.Zekering ontstekingssysteem
14.Zekering rechter radiatorkoelvin
15.Zekering linker radiatorkoelvin
16.Zekering alarmverlichtingssysteem
17.Zekering kuipruitstelmotor
15
7
11
101213
14
7
17
16
8
1
9
2
3456
7
7
Voorgeschreven zekeringen: Hoofdzekering 1:50.0 A
Hoofdzekering 2:
30.0 A
Koplampzekering: 25.0 A
Remlicht zekering: 1.0 A
Zekering signal eringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem: 20.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 10.0 A 2
Backup-zekering:
7.5 A
Circuitzekering alarmverlichtings-
systeem: 7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
20.0 A
Zekering vering:
15.0 A
Zekering YCC-S-motorbesturing: 30.0 A
Zekering cruise control: 1.0 A
Circuitzekering aansluitcontact voor
accessoires:
3.0 A
Zekering kuipruitmotor:
20.0 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A
U1MDD0D0.book Page 32 Monday, February 18, 2013 10:45 AM
SPECIFICATIES
8-3
8
Veerweg:125.0 mm (4.92 in)Elektrische installatie:Ontstekingssysteem:Transistorontsteking
Laadsysteem:
Wisselstroomdynamo met permanente
magnetenAccu:Model:GT14B-4
Voltage, capaciteit: 12 V, 12.0 AhKoplamp:Type gloeilamp:HalogeenlampGloeilampen voltage, wattage aantal:Koplamp:
12 V, 60.0 W/55.0 W 2
Achterlicht/remlicht unit: 12 V, 5.0 W/21.0 W 2
Voorste richtingaanwijzer:
LED
Achterste richtingaanwijzer: 12 V, 21.0 W 2
Parkeerlicht: LED
Kentekenverlichting:
12 V, 5.0 W 1
Instrumentenverlichting: LED
Controlelampje vrijstand: LED Controlelampje grootlicht:
LED
Waarschuwingslamp je olieniveau:
LED
Controlelampje richtingaanwijzers: LED
Waarschuwingslampje motorstoring:
LED
ABS-waarschuwingslampje: LED
Cruise control “SET” controlelampje: LED
Cruise control “ON” controlelampje:
LED
Controlelampje startblokkering: LED
Controlelampje tractieregeling: LED
Controlelampje “STOP MODE”:
LED
Terugschakelcontrolelampje: LED
Waarschuwingslampje YCC-S-systeem:
LED
Waarschuwingslampje vering: LED
Zekeringen:Hoofdzekering 1:
50.0 A
Hoofdzekering 2: 30.0 A
Koplampzekering: 25.0 A Remlicht zekering:
1.0 A
Zekering signaleringssysteem: 10.0 A
Zekering ontstekingssysteem: 20.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
10.0 A 2
Circuitzekering alarmv erlichtingssysteem:
7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
7.5 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep: 20.0 A
Zekering vering:
15.0 A
Zekering cruise control: 1.0 A
Circuitzekering aans luitcontact voor
accessoires: 3.0 A
Zekering YCC-S-motorbesturing:
30.0 A
Backup-zekering: 7.5 A
Zekering kuipruitmotor: 20.0 A
Zekering elektronische smoorklep:
7.5 A
U1MDD0D0.book Page 3 Monday, February 18, 2013 10:45 AM
INDEXAABS ....................................................... 3-28
ABS-waarschuwingslampje .................... 3-4
Accessoirebox....................................... 3-37
Accu ...................................................... 6-30
Achterbrugscharnierpunten, smeren..... 6-28
Achteruitkijksp iegels ............................. 3-40
Achterwielophanging, smeren............... 6-28BBanden.................................................. 6-19
Bougies, controleren ............................. 6-12
Brandstof............................................... 3-31
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ... 5-4CCardanolie............................................. 6-15
Claxonschakelaar ................................. 3-25
Contactslot/stuurslot ............................... 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-3
Controlelampje grootlicht ........................ 3-4
Controlelampjes cruise control................ 3-4
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-4
Controlelampje startblokkering ............... 3-6
Controlelampje stopmodus ..................... 3-6
Controlelampje tractieregeling ................ 3-5
Cruise control .......................................... 3-7
Cruise control-schakelaars ................... 3-25DDimlichtschakelaar/ lichtsignaalschakelaar ........................ 3-24
D-mode (rijmodus) ................................ 3-23GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren........................................... 6-26 Gelijkstroom aansluitcontact voor
accessoires ........................................ 3-47
Gereedschapsset ................................... 6-2
Gloeilamp kentekenverlichting, vervangen .......................................... 6-34
HHandschakelhendel .............................. 3-27
Hoogte bestuurderszadel, verstellen .... 3-35IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-4KKabels, controleren en smeren............. 6-26
Klepspeling ........................................... 6-19
Koelvloeistof ......................................... 6-16
Koplampgloeilamp ................................ 6-33
Koplamphoogte, aanpassen ................. 3-38LLuchtfilterelement ................................. 6-18MMatkleur, let op ....................................... 7-1
Menuschakelaar ................................... 3-25
Middenbok en zijstandaard, controleren en smeren ....................... 6-27
Modelinformatiesticker............................ 9-1
Motorolie en oliefilterpatroon ................ 6-13
Multifunctionele meter .......................... 3-10OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ...... 6-3
Opbergcompartiment ............................ 3-37PPanelen, verwijderen en aanbrengen ..... 6-9
Parkeerlicht........................................... 6-35
Parkeren ................................................. 5-5 Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................. 6-35
RRem- en schakelpedalen, controleren
en smeren ........................................... 6-26
Remhendel ............................................ 3-28
Remhendel, controleren en smeren ...... 6-27
Remlichtschakelaars ............................. 6-23
Rempedaal ............................................ 3-28
Richtingaanwijzergloeilamp of
gloeilamp in remlicht/achterlicht,
vervangen ........................................... 6-33
Richtingaanwijzerschakelaar................. 3-24SSchakelaar alarmverlichting .................. 3-25
Schakelen ............................................... 5-3
Schakelpedaal....................................... 3-27
Selectieschakelaar ................................ 3-25
Smering en onderhoud, periodiek ........... 6-5
Specificaties ............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-4
Stand van het stuur, verstellen.............. 3-38
Startblokkeersysteem.............................. 3-1
Starten van de motor............................... 5-1
Startschakelaar/noodstopschakelaar .... 3-25
Startspersysteem .................................. 3-45
Stationair toerental, controleren ............ 6-18
Stopmodusschakelaar........................... 3-25
Storingzoekschema’s ............................ 6-36
Stuurschakelaars .................................. 3-24
Stuursysteem, controleren .................... 6-29TTankbeluchtingsslang/ overloopslang .... 3-32
Tankdop ................................................ 3-31
U1MDD0D0.book Page 1 Monday, February 18, 2013 10:45 AM