INHOUDSOPGAVEVEILIGHEIDSINFORMATIE ..............1-1
Andere aandachtspunten voor
veilig rijden ..................................1-5
BESCHRIJVING ................................2-1
Aanzicht linkerzijde ..........................2-1
Aanzicht rechterzijde .......................2-2
Bedieningen en instrumenten ..........2-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN
EN BEDIENINGEN.............................3-1
Contactslot/stuurslot .......................3-1
Controlelampjes en
waarschuwingslampje .................3-2
Snelheidsmeterunit (NS50N) ...........3-3
Multifunctioneel display (NS50) .......3-4
Stuurschakelaars ............................3-6
Voorremhendel ...............................3-7
Achterremhendel ............................3-7
Tankdop en dop van het
oliereservoir voor 2-takt
injectiesmering ............................3-8
Brandstof ........................................3-9
Uitlaatkatalysator ..........................3-10
2-takt injectiesmering ....................3-10
Kickstarter .....................................3-11
Zadels ...........................................3-11
Opbergcompartiment ....................3-12
Schokdemperunit afstellen
(indien aanwezig) .......................3-13VOOR UW VEILIGHEID –
CONTROLES VOOR HET RIJDEN... 4-1
GEBRUIK EN BELANGRIJKE
RIJ-INFORMATIE.............................. 5-1
Starten van een koude motor ......... 5-1
Wegrijden ....................................... 5-2
Sneller en langzamer rijden ........... 5-2
Remmen ......................................... 5-2
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik ........................ 5-3
Inrijperiode ..................................... 5-3
Parkeren ......................................... 5-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN
AFSTELLINGEN................................ 6-1
Periodiek onderhoudsschema
voor het
uitstootcontrolesysteem .............. 6-2
Algemeen smeer- en
onderhoudsschema .................... 6-3
Verwijderen en aanbrengen van
het stroomlijn- en framepaneel ... 6-7
Bougie controleren ......................... 6-8
Eindoverbrengingsolie .................... 6-9
Koelvloeistof ................................. 6-10
Luchtfilterelement reinigen ........... 6-11
Afstellen van de carburateur ........ 6-12
De vrije slag van de gasgreep
controleren ................................ 6-12
Banden ......................................... 6-13Gietwielen .................................... 6-15
Vrije slag van voor- en
achterremhendel controleren ... 6-15
Controleren van voor- en
achterremblokken ..................... 6-16
Controleren van
remvloeistofniveau ................... 6-16
Remvloeistof verversen ............... 6-17
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel .............. 6-18
Smeren van voor- en
achterremhendels ..................... 6-18
Middenbok controleren en
smeren ..................................... 6-18
Voorvork controleren ................... 6-19
Stuursysteem controleren ............ 6-20
Controleren van wiellagers .......... 6-20
Accu ............................................. 6-20
Zekering vervangen ..................... 6-22
Koplampgloeilamp vervangen ..... 6-23
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen ................................. 6-24
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen ................................. 6-24
Kentekenverlichting ..................... 6-25
Parkeerlichtgloeilamp vervangen
(indien aanwezig) ...................... 6-25
Problemen oplossen .................... 6-26
Storingzoekschema’s ................... 6-27U1PHD0D0.book Page 1 Thursday, August 30, 2012 10:45 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-23
6
DAUS1402
Koplampgloeilamp vervangen Vervang de koplampgloeilamp als volgt als
deze is doorgebrand.LET OP
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:●
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
●
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-
geschreven.
LET OP
DCA10670
Het is aan te bevelen dit werk uit te laten
voeren door een Yamaha dealer.1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Verwijder het stroomlijnpaneel A. (Zie
pagina 6-7.)
3. Maak de koplampstekker los.
4. Verwijder de gloeilampkap.5. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
6. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
7. Breng de gloeilampkap aan.
8. Sluit de koplampstekker aan.
9. Breng het stroomlijnpaneel aan.1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Gloeilampkap
1. GloeilamphouderZAUM0935
1
ZAUM0936
1
U1PHD0D0.book Page 23 Thursday, August 30, 2012 10:45 AM
INDEX22-takt injectiesmering ............................ 3-10AAandachtspunten voor veilig rijden ......... 1-5
Accu ...................................................... 6-20BBanden.................................................. 6-13
Bougie, controleren ................................. 6-8
Brandstof................................................. 3-9
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ... 5-3CCarburateur,afstellen ............................ 6-12
Claxonschakelaar ................................... 3-7
Contactslot/stuurslot ............................... 3-1
Controlelampje grootlicht ........................ 3-2
Controlelampje richtingaanwijzers .......... 3-2
Controlelampjes en
waarschuwingslampje .......................... 3-2DDimlichtschakelaar .................................. 3-7EEindoverbrengingsolie ............................ 6-9GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren................................................ 6-18
Gloeilamp remlicht/achterlicht,
vervangen ........................................... 6-24
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ........................................... 6-24IIdentificatienummers ............................... 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3KKentekenverlichting............................... 6-25Kickstarter............................................. 3-11
Koelvloeistof ......................................... 6-10
Koplampgloeilamp, vervangen ............. 6-23
LLuchtfilterelement, reinigen .................. 6-11MMatkleur, let op ....................................... 7-1
Middenbok, controleren en smeren ...... 6-18
Modelinformatiesticker............................ 9-1
Multifunctioneel display (NS50) .............. 3-4OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ...... 6-2
Opbergcompartiment ............................ 3-12PParkeerlichtgloeilamp, vervangen
(indien aanwezig) ............................... 6-25
Parkeren ................................................. 5-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................. 6-26RRemhendel, achterrem ........................... 3-7
Remhendels, smeren ........................... 6-18
Remmen ................................................. 5-2
Remvloeistofniveau, controleren .......... 6-16
Remvloeistof, verversen ....................... 6-17
Richtingaanwijzerschakelaar .................. 3-7SSchokdemperunit, afstellen (indien
aanwezig) ........................................... 3-13
Smering en onderhoud, periodiek .......... 6-3
Snelheidsmeterunit (NS50N) .................. 3-3
Sneller en langzamer rijden .................... 5-2
Specificaties ........................................... 8-1
Stalling .................................................... 7-3Starten van een koude motor .................. 5-1
Startknop ................................................. 3-7
Storingzoekschema’s ............................ 6-27
Stroomlijnpaneel en framepaneel,
verwijderen en aanbrengen .................. 6-7
Stuurschakelaars .................................... 3-6
Stuursysteem, controleren .................... 6-20
TTankdop en dop van het oliereservoir
voor 2-takt injectiesmering .................... 3-8UUitlaatkatalysator................................... 3-10VVeiligheidsinformatie ............................... 1-1
Verzorging ............................................... 7-1
Voertuigidentificatienummer.................... 9-1
Voor- en achterremblokken
controleren .......................................... 6-16
Voorremhendel........................................ 3-7
Voorvork, controleren ............................ 6-19
Vrije slag van gasgreep, controleren..... 6-12
Vrije slag voor- en achterremhendel,
controleren .......................................... 6-15WWaarschuwingslampje
brandstofniveau .................................... 3-2
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur....................... 3-3
Waarschuwingslampje olieniveau ........... 3-2
Wegrijden ................................................ 5-2
Wielen ................................................... 6-15
Wiellagers controleren .......................... 6-20ZZadels ................................................... 3-11
U1PHD0D0.book Page 1 Thursday, August 30, 2012 10:45 AM