Cockpit
VOORDAT u GAAT RIJDEN
2
33
Verklikkerlampje status signaleert Wat te doen
Mistlampen
vóór brandt. dat de functie handmatig is
geselecteerd. De mistlampen werken uitsluitend als het parkeerlicht
of dimlicht is ingeschakeld.
Mistachterlicht brandt. dat de functie handmatig is
geselecteerd. Het mistachterlicht werkt uitsluitend als het
parkeerlicht of dimlicht is ingeschakeld. Schakel
het mistachterlicht uit als het zicht meer dan
50 m bedraagt. Laat u het branden, dan kunt u
medeweggebruikers verblinden en het risico lopen te
worden bekeurd.
Verklikkerlampje display status signaleert Wat te doen
Snelheidsregelaar
brandt. dat de snelheidsregelaar is
geselecteerd. Handmatig selecteren. Zie in rubriek 3 het gedeelte
"Stuurkolomschakelaars".
Snelheidsbegrenzer
brandt. dat de snelheidsbegrenzer is
geselecteerd. Handmatig selecteren. Zie in rubriek 3 het gedeelte
"Stuurkolomschakelaars".
Onderhoudssleutel
brandt. een bijna verstreken
onderhoudsinterval. Zie het overzicht van controlepunten in het
onderhoudsboekje. Laat onderhoud uitvoeren door
het PEUGEOT-netwerk.
Automatische
transmissie wordt
weergegeven. de geselecteerde stand van de
selectiehendel. Raadpleeg in rubriek 2 het gedeelte "Cockpit".
Waarschuwing
vervuild
roetfilter
wordt weergegeven
in combinatie met
het branden van het
verklikkerlampje service. een storing van het roetfilter
(niveau brandstofadditief,
dreigt verstopt te raken, ...). Laat het filter controleren door het PEUGEOT-
netwerk. Rubriek 6, gedeelte "Niveaus".
Cockpit
VOORDAT u GAAT RIJDEN
2
35
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator wordt
weergegeven op het controledisplay
en geeft de afstand tot de volgende
onderhoudscontrole aan volgens het
onderhoudsschema van de constructeur
(zie het onderhoudsboekje). Deze
afstand wordt bepaald op basis van
de afgelegde afstand sinds de vorige
onderhoudscontrole.
Enkele seconden na het aanzetten
van het contact geeft de teller eerst het
oliepeil en vervolgens weer de normale
kilometerstand en de stand van de
dagteller aan.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km.
Elke keer dat het contact wordt
aangezet knippert de sleutel en
de resterende kilometers worden
aangegeven: Enkele seconden na het aanzetten
van het contact, wordt het oliepeil
aangegeven, geeft de teller vervolgens
weer de normale kilometerstand
en de stand van de dagteller aan
en blijft de sleutel branden. Dit om
aan te geven dat er binnenkort
onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd moeten worden.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden.
Elke keer als het contact wordt
aangezet, gaat de sleutel gedurende
enkele seconden knipperen en geeft
de teller het aantal kilometers aan dat
er te veel gereden is.
Bij draaiende motor blijft de
sleutel branden totdat de
onderhoudscontrole is uitgevoerd.
Voorbeeld:
de afstand tot de
eerstvolgende onderhoudscontrole
bedraagt 4800 km. Als het contact wordt
aangezet, geeft het display gedurende
enkele seconden het volgende aan:
Raadpleeg het overzicht van
de onderhoudscontroles in het
onderhoudsboekje dat u bij de
aflevering van de auto is overhandigd.
Werking
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende enkele seconden de sleutel
branden.
De kilometerteller geeft de
resterende kilometers (afgerond) tot de
eerstvolgende onderhoudscontrole aan.
Het onderhoudsinterval wordt
berekend vanaf de laatste nulstelling
van de onderhoudsindicator.
Deze interval wordt bepaald door het
aantal afgelegde kilometers.
Raadpleeg voor meer informatie
de volgende internetsite:
http://public.servicebox.peugeot.com