118
Rijden
Bij het inschakelen van deachteruitversnelling klinkt eengeluidssignaal.
De aanduiding N
op het display knippertals u de motor probeert te startenzonder dat de selectiehendel in destand N
staat.
Als bij het star ten het rempedaal niet wordt ingetrapt, knippert op het instrumentenpaneel de aanduiding voet op het rempedaalin combinatie met een geluidssignaal en een melding ophet display van het instrumentenpaneel.
Trap om krachtig te accelereren(bijvoorbeeld voor eeninhaalmanoeuvre) het gaspedaal metkracht in, tot voorbij het zware punt.
Weergave op het
instrumentenpaneel
Standen van de selectiehendel
N.
Neutral (neutraalstand).R.Reverse (achteruitversnelling). 1, 2, 3, 4, 5, 6.Ver snellingen bij handmatigschakelen. A.
Gaat branden als u kiest voor automatische bediening en gaat uit als u kiest voor handmatige bediening.
)Trap het rempedaal in
als eenmelding wordt weergegeven
op het display van het
instrumentenpaneel.
Starten van de auto
)
Selecteer de stand N . )
Houd het rempedaal ingetrapt.
)
Start de motor.
Op het displa
y van het instrumentenpaneel verschijnt de
aanduiding N.
) Selecteer de eerste versnelling (stand Mof A
) of de achteruitversnelling (stand AR
).R )
Zet de parkeerrem vrij als deze nietautomatisch wordt bediend. )
Neem uw voet van het rempedaal en geef gas.
Op het display van het
instrumentenpaneel verschijnen de
aanduidingen Aen 1 of R.
Automatische bediening
)Star t de auto en selecteer de stand Aom de automatische bediening van de
versnellin
gsbak te activeren.
Op het displa
y van het instrumentenpaneel verschijnen de aanduiding Aen de ingeschakelde
versnelling.
De versnellingsbak werkt dan automatisch,
zonder dat u zelf hoeft te schakelen. De
versnellingsbak kiest voortdurend de meest
geschikte versnelling, afhankelijk van de
volgende parameters:
- de rijstijl,
- het profiel van de weg.