VEI
138
Plaats geen kinderzitje op de
voorstoel als minimaal één
van beide verklikkerlampjes
van de airbags permanent blijft bran-
den.
Laat het systeem nakijken door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi -
ceerde werkplaats.
Storing
Als deze verklikkerlampjes
gaan branden of knippe-
ren in combinatie met een
geluidssignaal en een mel-
ding op het display, laat het
systeem dan controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats. De
kans bestaat dat de airbags bij een ernstige aan-
rijding niet worden geactiveerd.
Opnieuw inschakelen
Als u het kinderzitje hebt verwijderd, zet
dan de schakelaar weer op "ON"
om de
airbag opnieuw in te schakelen en zo
de veiligheid van uw passagier te ga-
randeren.
Als het contact is aangezet en
de airbag aan passagierszijde
opnieuw wordt ingeschakeld,
gaat dit verklikkerlampje op
het display van de verklikker-
lampjes van de veiligheids-
gordels en de airbag aan
passagierszijde gedurende
ongeveer 1 minuut branden.
Schakel voor de veiligheid van
uw kind de airbag aan passa-
gierszijde altijd uit als u een
kinderzitje met de rug in de rijrichting
op de voorstoel plaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan
van de airbag levensgevaarlijk ge-
wond raken.
Afhankelijk van de uitvoering
van uw auto brandt dit verklik-
kerlampje op het instrumen-
tenpaneel en/of op het display
voor de verklikkerlampjes van
de veiligheidsgordels en de airbag aan
passagierszijde, bij aangezet contact
en zolang de airbag is uitgeschakeld.
Uitschakelen
Alleen de airbag aan passagierszijde
kan worden uitgeschakeld:
)
Zet het contact af
, steek de sleutel
in de schakelaar voor uitschakelen
van de airbag aan passagierszijde.
)
Draai deze in de stand "OFF"
.
)
Verwijder de sleutel zonder de stand
van de schakelaar te veranderen.
VEI
139
Zij-airbags
De zij-airbags beschermen de bestuur-
der en de passagier vóór bij een ern-
stige zijdelingse aanrijding, om de kans
op borstletsel te verkleinen.
De zij-airbags zijn, aan de zijde van de
portieren, in de rugleuningen van de
voorstoelen aangebracht.
Activering
De zij-airbags worden aan de desbe-
treffende zijde opgeblazen bij een ern-
stige zijdelingse aanrijding binnen (een
gedeelte van) de impactzone opzij ( B ),
loodrecht op de lengteas van de auto
en vanaf de buitenzijde richting de bin-
nenzijde van de auto.
Windowairbags
De windowairbags beschermen de be-
stuurder en passagiers (uitgezonderd
de middelste passagier achter) bij een
ernstige zijdelingse aanrijding, om de
kans op letsel aan de zijkant van het
hoofd te verkleinen.
De windowairbags zijn aangebracht in
de stijlen en in de hemelbekleding.
Activering
De windowairbag wordt gelijktijdig met
de zijairbag aan de desbetreffende zijde
opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij ( B
), waarbij de krach-
ten loodrecht op de lengterichting van
de auto en vanaf de buitenzijde richting
de binnenzijde van de auto worden uit-
geoefend.
De windowairbag wordt opgeblazen
tussen de inzittenden vóór en achter en
de ruiten.
Registratiezones voor een
aanrijding
A. Impactzone vóór.
B. Impactzone opzij.
De zij-airbag wordt opgeblazen tussen
de inzittende vóór en het desbetreffen-
de portierpaneel.
Als dit waarschuwingslampje gaat
branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding
op het multifunctionele display,
raadpleeg dan het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats
om het systeem te laten controleren. De
kans bestaat dat de airbags bij een ernstige
aanrijding niet worden geactiveerd.
Storing
Bij een lichte zijdelingse aan-
rijding of bij over de kop slaan,
kan het zijn dat de airbag niet
wordt geactiveerd.
Bij een aanrijding van achteren of
een frontale aanrijding wordt de air-
bag niet geactiveerd.
140
Houd u aan de volgende
veiligheidsvoorschriften
voor een maximale
effectiviteit van de airbags:
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
autogordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinde-
ren, huisdieren, objecten...). Dit kan
de goede werking van de airbag be-
lemmeren en/of de inzittende bij het
opblazen van de airbag verwonden.
Laat na een aanrijding of diefstal van
uw auto de airbagsystemen contro-
leren.
Werkzaamheden aan airbagsyste-
men mogen uitsluitend door het
PEUGEOT-netwerk of door een ge-
kwalifi ceerde werkplaats worden uit-
gevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voor-
schriften worden nageleefd, blijft
de kans bestaan op letsel of lichte
brandwonden aan het hoofd, de borst
of de armen als de airbag wordt ge-
activeerd. De airbag wordt namelijk
zeer snel opgeblazen (binnen enkele
milliseconden) en loopt vervolgens
even snel leeg, waarbij de warme
gassen via de daarvoor bestemde
openingen naar buiten stromen.
Airbags vóór
Houd het stuurwiel niet aan de spa-
ken vast en laat uw handen niet op
het stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten
niet op het dashboard laten rusten.
Het is raadzaam niet te roken in de
auto. Als de airbag wordt opgebla-
zen, kunnen brandende sigaretten of
een pijp brandwonden of ander letsel
veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak
geen gaten in de stuurwielbekleding
en sla er niet op.
Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met
daarvoor goedgekeurde stoelhoe-
zen, die in combinatie met actieve
zijairbags gebruikt kunnen worden.
Voor informatie over de stoelhoezen
die geschikt zijn voor uw auto kunt u
zich wenden tot het PEUGEOT-net-
werk.
Raadpleeg de rubriek "Accessoires".
Bevestig nooit iets aan de rugleuning
van de stoelen (kleding...): dit zou bij
het afgaan van de airbags kunnen
leiden tot verwondingen aan armen
of borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het por-
tierpaneel zitten.
Window-airbags
Bevestig nooit iets op de hemelbe-
kleding; dit zou bij het afgaan van
de window-airbags kunnen leiden tot
hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van
het dak (indien aanwezig); deze ma-
ken deel uit van de bevestiging van
de window-airbags.
PRAKTISCHE INFORMATIE
202
Zekeringen dashboard
De zekeringkast bevindt zich aan de
onderzijde van het dashboard.
Overzicht zekeringen
Zekering
Nr.
Ampère
(A)
Functies
F1
15
Ruitenwisser achter.
F2
-
Niet gebruikt.
F3
5
Elektronische eenheid airbags.
F4
10
Automatisch dimmende binnenspiegel,
airconditioning, eenheid veiligheidsschakeling,
multimediasysteem achter.
F5
30
Eentraps elektrische ruitbediening vóór.
F6
30
Eentraps elektrische ruitbediening achter.
F7
5
Plafonniers voor en achter, kaartleeslampjes,
leeslampjes achter, verlichting zonneklep, verlichting
dashboardkastje, verlichting middenarmsteun,
bediening relais 12 V bagageruimte.