Op deze persoonlijke pagina staan adviezen en nuttige informatie over het onderhoud van uw auto.
Het instructieboekje van uw auto is ook te vinden op de website
van Peugeot, in de rubriek "MyPeugeot".
Als u het instructieboekje online raadpleegt, hebt u tevens toegang tot de meest recente informatie. Deze informatie isgemakkelijk te herkennen aan de paginamarkering die wordt weergegeven met dit pictogram:
Als de rubriek "MyPeugeot" niet beschikbaar is op de website vanPeugeot voor uw land, kunt u het instructieboekje op het volgende internetadres raadplegen: http://public.servicebox.peugeot.com
de link "Boorddocumentatie" op de startpagina (u hoeft zich niet aan temelden), de taal, het model van uw auto en de carrosserie-uitvoering,
de uitgifteperiode van uw instructieboekje die overeenkomt met de datumvan deel 1A van het kentekenbewijs van uw auto.
Belangrijke informatie:
Het monteren van elektrische uitrustingen of accessoires die niet onder een artikelnummer in het assortiment vanAutomobiles PEUGEOT voorkomen, kan storingen in hetelektronisch systeem van uw auto veroorzaken. Wij verzoekenu hier rekening mee te houden en raden u aan contact op tenemen met een vertegenwoordiger van het merk PEUGEOTom u te laten informeren over het assortiment uitrustingen en accessoires voorzien van het betreffende artikelnummer.
Selecteer:
U kunt hier online het instructieboekje van uw auto bekijken en hebt jj
toegang tot de meest recente gegevens via het pictogram:
.
15
In één oogopslag
Controle tijdens het rijden
Wanneer u het contact aanzet, slaan allemeters uit en keren ver volgens terug naar
de '0"-stand.A.Als het contact wordt aangezet, moet de meter het resterende brandstofniveau
weergeven.B.Bij draaiende motor moet het
verklikkerlampje laag brandstofniveau
uitgaan.
Instrumentenpanelen
1.
Alshet contact wordt aangezet, gaan de
oranje en rode waarschuwingslampjes branden.2.Bij draaiende motor moeten deze lampjes
weer uitgaan.
Raadpleeg de desbetreffende bladzijde als er
lampjes blijven branden.
Verklikkerlampjes
23, 28
C.
Als het contact wordt aangezet, wordt op
het display van het instrumentenpaneel het
motorolieniveau weergegeven.
Ga indien nodig tanken of vul olie bij.
21
.
17
In één oogopslag
Onder het rijden
Stop & Start-systeem
Overgang naar de STOP-standvan de motor
93
Het verklikkerlampje "ECO"op hetinstrumentenpaneel gaat branden en
de motor komt in de stand-bystand:
Overgang naar de START-stand van de motor
Uit-
/inschakelen
U kunt deze functie op elk willekeurig moment uitschakelen door de schakelaar "ECO OFF"in te drukken; het verklikkerlampje in de schakelaar gaat branden.
94
94
, 95
Het systeem wordt automatischopnieuw ingeschakeld zodra u het contact weer aanzet.
Zet tijdens het tanken en als uhandelingen onder de motorkap wiltuitvoeren, altijd het contact af en neemde sleutel uit het contactslot. Het verklikkerlamp
je "ECO"
gaat uiten de motor wordt gestart:
-bij auto's met een handgeschakeldeversnellingsbak, als u hetkoppelingspedaal intrapt,-bij auto's met een 2Tronic versnellingsbak
:
●
als de selectiehendel in de stand A
of Mstaat, als u het rempedaal loslaat,
●
of als u de selectiehendel in de stand A
of Mzet als deze in de stand Nstaat en het rempedaal niet ingetrapt is,
●
of als u de achteruitversnelling inschakelt.
-bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak , bij een snelheid lager
dan 20 km/h, als u de versnellingshendel in de neutraalstand zet en het
koppelingspedaal loslaat,
-
bij auto's met een 2Tronic
versnellingsbak , bij een snelheid lager
dan 8 km/h, als u het rempedaal intrapt of als u de selectiehendel in de stand N
zet.
Onder bepaalde omstandigheden wordt deSTART-stand automatisch geactiveerd; het
verklikkerlampje "ECO"knippert enkele
seconden en gaat dan uit.
Onder bepaalde omstandigheden is de STOP-stand niet beschikbaar; het verklikkerlampje "ECO"knippert enkele seconden en gaat danuit.
1
21
Controle tijdens het rijden
Instrumentenpaneel met LCD-display
1.
Koelvloeistoftemperatuurmeter. 2.Toerenteller (x 1000 t/min of rpm),schaalverdeling afhankelijk van de motoruitvoering (benzine of diesel). 3.Motorolieniveaumeter. 4.
Opschakelindicator (handgeschakelde
versnellingsbak) of weergave positie selectiehendel (2Tronic versnellingsbak of automatische transmissie).
5. Digitale snelheidsmeter (km/h of mph).
Door lang op de toets B te drukken kan
deze functie worden uitgeschakeld.
A.Dimmer verlichting.B.Informatie over het onderhoud.
Resetten van de geselecteerde functie(onderhoudsindicator of dagteller).
Instellen van de tijd.
Inschakelen/uitschakelen van de digitale snelheidsmeter.
6. Aanwijzingen van de snelheidsregelaar of de snelheidsbegrenzer. 7.
Onderhoudsindicator, vervolgens kilometerteller (km of miles).
Deze functies worden na het aanzetten van
het contact achter elkaar weergegeven.8. Dagteller (km of miles).
9. Analoge snelheidsmeter (km/h of mph).
10.Brandstofniveaumeter.
Meters en displays
Bedieningstoetsen
22
Controle tijdens het rijden
Instrumentenpaneel met matrixdisplay
Meters en displays
Bedieningstoetsen
1.
Koelvloeistoftemperatuurmeter. 2.
Toerenteller (x 1000 t/min of rpm),
schaalverdeling afhankelijk van de motoruitvoering (benzine of diesel). 3. Aanwijzingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer.4. Opschakelindicator (handgeschakelde
versnellingsbak) of weergave positie
selectiehendel (2Tronic versnellingsbak of automatische transmissie). 5. Digitale snelheidsmeter (km/h of mph).
A.Dimmer verlichting.B.Sfeerverlichting van het
instrumentenpaneel.
C.Informatie over het onderhoud.
Resetten van de geselecteerde functie(onderhoudsindicator of dagteller). 6
. Onderhoudsindicator, vervolgens kilometerteller (km of miles).
Deze functies worden na het aanzetten van
het contact achter elkaar weergegeven.
7.Dagteller (km of miles). 8. Analoge snelheidsmeter (km/h of mph).9.Brandstofniveaumeter.
1
23
Controle tijdens het rijden
Verklikkerlampjes
Een aantal verklikkerlampjes heeftbeide mogelijkheden. Of het constant branden of knipperen van eenverklikkerlampje duidt op een storing,is afhankelijk van de werkingsfase vande auto.
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan
bepaalde waarschuwingslampjes op het
instrumentenpaneel en
/of op het display van het instrumentenpaneel enkele seconden branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze
lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer dan
voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige verklikkerlampjes kunnen gaan
branden in combinatie met een geluidssignaal
en een meldin
g op het display van het instrumentenpaneel of op het multifunctionele
display.
Verklikkerlampjes kunnen constant branden of knipperen.
De verklikkerlamp
jes geven de bestuurder informatie over de werking van een systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of waarschuwen de bestuurder
in het geval van een storing (waarschuwingslampje).
1
25
Controle tijdens het rijden
StatusOorzaakActies / Opmerkingen
Voorgloeien dieselmotor
permanent. Het contactslot staat in de tweedestand (Contact). Wacht met starten tot het controlelampje uitgaat.
De wachttijd is afhankelijk van de
weersomstandigheden
(in extreme gevallen 30 seconden).
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af. Zet het contact dan weer aan en wacht opnieuw tot hetlampje uitgaat voordat u de motor star t.
Handrem permanent. De handrem is aangetrokken of niet goed vrijgezet. Zet de handrem vrij zodat het controlelampje uitgaat;
trap het rempedaal in.
Houd u aan de veili
gheidsvoorschriften.
Raadpleeg de rubriek "Handrem" voor meer informatieover de handrem.
Voet op hetrempedaal
permanent.Het rempedaal moet worden ingetrapt. Trap bij de gestuurde handgeschakelde
versnellingsbak het rempedaal in om de motor testarten (selectiehendel in stand N).
Bij de automatische versnellingsbak moet u bij een
draaiende motor en voordat u de handrem vrijzet het
rempedaal intrappen om de selectiehendel vanuit
stand Pin een andere stand te kunnen zetten. Als u de handrem vrijzet zonder het rempedaal in te
trappen, zal dit controlelampje blijven branden.
knippert.
Als u de auto met een gestuurdehandgeschakelde versnellingsbak
op een helling te lang probeert tegen
te houden door het gaspedaal in te
trappen, raa
kt de koppeling over verhit. Gebruik het rempedaal en/of de handrem.
28
Controle tijdens het rijden
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeemen moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een melding op het display wordt
weergegeven.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
STOPpermanent,
in combinatiemet een ander
waarschuwingslampje.Dit waarschuwin
gslampje brandt bij een te lage motoroliedruk of bij een tehoge koelvloeistoftemperatuur. Zet de auto zo snel mo
gelijk stil op een veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op met het
PEUGE
OT-netwerk of met een gekwalificeerde
werkplaats.
Servicepermanent, in combinatie met een ander verklikkerlampje. Er is een ernstige storing opgetreden. Raadpleeg de rubriek voor het desbetre
ffende
verklikkerlampje en neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in
combinatie met een melding (auto's meteen display). Er is een storin
g opgetreden waarbijgeen specifiek verklikkerlampje gaat branden. Identificeer de storin
g met behulp van de melding op het display (auto's met een display) en raadpleeg dedesbetreffende rubriek:
- waarschuwing motorolieniveau,
- kans op verstoppin
g van het roetfilter (diesel),
- brandstofadditiefniveau (diesel met roetfilter).
Raadpleeg altijd het PEUGEOT-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats.