133
6
Veiligheid
Uitschakelen
Dit waarschuwingslampje brandt ophet instrumentenpaneel bij aangezet contact en zolang de airbag isuitgeschakeld.
Schakel voor de veiligheid van uw kindde airbag aan passagierszijde altijd uit als u een kinderzitje met de rug in derijrichting op de voorstoel plaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Plaats geen kinderzitje op devoorstoel als minimaal één van beide waarschuwingslampjes van de airbagspermanent blijft branden. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT- netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Opnieuw inschakelen
Als u het kinderzitje hebt ver wijderd, zet dan met afgezet contactde schakelaar weer op
"ON"
om de airbag opnieuw in te schakelen
en zo de veiligheid van uw passagier te garanderen.
Storing
Als dit lampje op het instrumentenpaneel gaat branden in combinatie met eengeluidssignaal en een melding op het
display, laat het systeem dan controleren
door het PEU
GEOT- net wer k of een gekwalificeerde
werkplaats. De kans bestaat dat de airbags bij een ernstige aanrijding niet worden geactiveerd.
Als dit lampje knipper t, raadpleeg dan het PEUGEOT- netwerk of eengekwalificeerde werkplaats. De
kans bestaat dat de airbag aanpassagierszijde bij een ernstigeaanrijding niet wordt geactiveerd.
Alleen de airbag aan passagierszijde kan
worden uitgeschakeld: )steek de sleutel in de schakelaar
voor uitschakelen van de airbag aanpassagierszijde, )draai deze in de stand "OFF" , )ver wijder de sleutel zonder de stand van de schakelaar te veranderen.
134
Veiligheid
Zijairbags
Activering
De zijairbags worden aan de desbetreffende
zijde opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij (B ), loodrecht op de lengteas
van de auto en vanaf de buitenzijde richting de
binnenzijde van de auto.
De zijairbag wordt opgeblazen tussen de
inzittende voorin en het desbetreffende portierpaneel.
De zijairbags beschermen de bestuurder en de voorpassagier bij een ernstige zijdelingseaanrijding om de kans op letsel te verkleinen.
De zijairbags zijn aangebracht in het frame van
de rugleuning, aan de por tierzijde.
Detectiezones voor een
aanrijding
A. Impactzone vóór.
B. Impactzone opzij.
Windowairbags
De windowairbags beschermen de bestuurder en passagiers (uitgezonderd de middelste
passagier achter) bij een ernstige zijdelingse
aanrijding, om de kans op letsel aan de zijkant
v
an het hoofd te verkleinen.
De windowairbags zijn aangebracht in de stijlen en in de hemelbekleding.
Bij een lichte zijdelingse aanrijding of bij over de kop slaan, kan het zijn dat deairbag niet wordt geactiveerd.
Bij een aanrijding van achteren of een frontale aanrijding wordt de airbag niet geactiveerd.
Activering
De windowairbag wordt gelijktijdig met
de zijairbag aan de desbetreffende zijde
opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij (B ), waarbij de krachten loodrecht op de lengterichting van de auto en
vanaf de buitenzijde richting de binnenzijde van
de auto worden uitgeoefend.
De windowairbag wordt opgeblazen tussen de
inzittenden vóór en achter en de ruiten.
Als dit waarschuwin
gslampje gaat branden in combinatie
met een geluidssignaal en eenmelding op het multifunctionele display,
raadpleeg dan het PEUGEOT-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats om het systeem
te latencontroleren. De kans bestaat dat deairbags bij een ernstige aanrijding niet worden
geactiveerd.
Storing
135
6
Veiligheid
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten. Draag altijd een correct afgestelde autogordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussende airbag en de inzittenden (kinderen, huisdieren, objecten...). Dit kan de goedewerking van de airbag belemmeren en/of de inzittende bij het opblazen van de airbag verwonden.
Laat na een aanrijding of diefstal van uwauto de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemenmogen uitsluitend door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerdewerkplaats worden uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriftenworden nageleefd, blijft de kans bestaanop letsel of lichte brandwonden aan het
hoofd, de borst of de armen als de airbag wordt geactiveerd. De airbag wordt namelijk zeer snel opgeblazen (binnen enkele milliseconden) en loopt ver volgens even snel leeg, waarbij de warme gassen via de daarvoor bestemde openingen naar buiten stromen.
Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor goedgekeurde stoelhoezen, die in combinatie met actieve zijairbags gebruikt kunnen worden. Voor informatie over de stoelhoezen die geschikt zijn voor uw auto kunt u zichwenden tot het PEUGEOT- net wer k . Raadpleeg de rubriek "Accessoires".Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de stoelen (kleding...): dit zou bij het afgaan van de airbags kunnen leiden tot ver wondingen aan armen of borstkas.Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
Airbags vóór
Houd het stuur wiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten niet op hetdashboard laten rusten. Het is raadzaam niet te roken in de auto. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijpbrandwonden of ander letsel veroorzaken.
Ver wijder het stuur wiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet op.
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
Window-airbags
Bevestig nooit iets op de hemelbekleding; dit zou bij het afgaan van de window-airbagskunnen leiden tot hoofdletsel.Demonteer nooit de handgrepen van het dak(indien aanwezig); deze maken deel uit van de bevestiging van de window-airbags.
136
Veiligheid
Algemene informatie met
betrekking tot kinderzitjes
Volg voor een optimale veiligheid de volgendeadviezen op:
- conform de Europese wetgeving dienen
kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner dan 1,50 m in gehomologeerde, aan
het lichaamsgewicht aangepaste
kinderzitjesop met veiligheidsgordels of
ISOFIX-bevestigingen uitgeruste plaatsen
te worden vervoerd * , -de veiligste plaats voor het vervoeren
van een kind is volgens de statistieken
een
plaats op de achterbank van uw auto,- kinderen tot 9 kg moeten zowel voor-als achterin met de rug in de rijrichtingworden vervoerd.
PEUGEOTbeveelt u aan
kinderen op de buitenste achterzitplaatsen
van uw auto te vervoeren:
-
met de rug in de rijrichtingtot 2 jaar,-met het gezicht in de rijrichtingvanaf 2 jaar.
H
oewel PEUGEOTbij het ontwerp vanuw auto veel aandacht heeft besteed aan
veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun
veiligheid natuurlijk ook afhankelijk van uzelf.
*
De re
gels voor het ver voeren van kinderen zijn per land verschillend. Informeer hier voor
naar de wetgeving in uw land.
Kinderzitje op de passagiersstoel voor
"Met de rug in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje voor het
ver voeren met de rug in de rijrichting op de passagiersstoel voorwordt geplaatst,rmoet de airbag aan passagierszijde zijnuitgeschakeld. Gebeurt dit niet, dan kan het
kind bij het afgaan van de airbag ernstig of
dodelijk gewond raken .
"Met het gezicht in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met het gezicht in de rijrichting op de passagiersstoel voor
wordt geplaatst, moet de stoel in de achterste stand van de voor-/achterwaartse verstelling
worden gezet, in de hoogste stand en met
de rugleuning rechtop en mag de airbag aan
passagierszijde niet worden uitgeschakeld.
Let erop dat de veiligheidsgordel goedaansgespannen is. Zorg ervoor dat het kinderzitje geenander deel van de auto raakt dan depassagiersstoel.
137
6
Veiligheid
Airbag aan passagierszijde OFF
Passagiersstoel in de hoogste stand en zover mogelijk naar achteren.
Raadpleeg de voorschriften op de sticker die
zich aan beide zijden van de zonneklep aan
passagierszijde bevindt:
Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszijde altijd uit als u eenkinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel plaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
140
Veiligheid
De onjuiste bevestiging van een kinderzitjebrengt de veiligheid van het kind in gevaar bij
een aanrijding. Controleer of er geen veiligheidsgordel of gesp van de veiligheidsgordel onder hetkinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg er voor dat de veiligheidsgordels of hettuigje van het kinderzitje, zelfs bij kor te ritten,worden vastgemaakt waarbij de speling ten opzichte van het lichaam van het kind zoveel mogelijk moet worden beperkt. Zorg er bij het bevestigen van hetkinderzitje met de veiligheidsgordel voor dat de veiligheidsgordel correct tegen het kinderzitje is gespannen en dat de gordel het kinderzitje stevig op zijn plaats houdt. Schuif de passagiersstoel, wanneer deze versteld kan worden, indien nodig naar voren. Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoenderuimte tussen de voorstoel en:
- het kinderzitje "met de rug in de rijrichting",
- de voeten van het kind in het kinderzitje"met het gezicht in de rijrichting".
Adviezen voor kinderzitjes
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van deveiligheidsgordel moet over de schouder vanhet kind liggen zonder de hals te raken. Controleer of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt. PEUGEOT beveelt aan een stoelverhoger met rugleuning te gebruiken voorzienvan een gordelgeleider ter hoogte van deschouder. Laat uit veiligheidsoverwegingen:- geen kinderen zonder toezicht achter in een auto,- nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat,- de sleutels nooit binnen bereik van dekinderen achter in de auto.Gebruik de kindersloten om te voorkomendat de por tieren en de por tierruiten achter per ongeluk geopend worden. Zorg er voor dat de portierruiten achter niet verder dan voor 1/3 deel geopend worden. Plaats zonneschermen om uw jonge kinderen tegen de zon te beschermen.
Schuif daartoe de voorstoel naar vorenen zet de rugleuning ervan, indien nodig,
rechter op. Zorg er voor een optimale bevestigingvan het kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting" voor dat de rugleuning van het
zitje tegen de rugleuning van de stoel van de auto aandrukt en ver wijder de hoofdsteun.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te voorkomen dat de hoofdsteun door de autovliegt bij krachtig afremmen. Plaats dehoofdsteun terug als een volwassene op de desbetreffende zitplaats plaatsneemt.
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met het gezicht in de rijrichting op depassagiersstoel voor worden ver voerd,behalve als de achterzitplaatsen al bezet zijndoor andere kinderen of als de achterbank niet bruikbaar, neergeklapt of ver wijderd is. Schakel de airbag aan passagierszijde uit zodra een kinderzitje met de rug in derijrichting op de voorstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van deairbag levensgevaarlijk gewond raken.
182
Praktische informatie
Accessoires
Een ruime keuze aan accessoires en originele onderdelen wordt u aangeboden door het PEUGEOT- net wer k . Deze accessoires en onderdelen zijn getest en goedgekeurd ten aanzien van bedrijfszekerheid en
veiligheid.
Ze zijn volledig aangepast aan uw auto, zijn voorzien van een artikelnummer en beschikken over degarantie van PEUGEOT.
Ombouwsets
Het is mogelijk om sets te bestellen genaamd "Entreprise" voor het ombouwen van een personenauto naar een bedrijfsauto.
"Comfort":
windgeleiders, zonneschermen opzij
en zonnescherm achter, aansteker,
bagagestoppers, kledinghanger voor
bevestiging aan de hoofdsteun, parkeerhulp
voor en achter, ...
"Transportoplossingen":
bak voor de bagageruimte, bagagenet,
allesdragers, fietsendrager voor bevestiging op
de trekhaak, fietsendrager voor bevestiging op de
allesdragers, skidrager, dakkoffer, trekhaken, ...
*
Om te voorkomen dat de pedalen blijven hangen:
- controleer of de mat
goed op zijn plaatsligt en goed is bevestigd,
- leg nooit meerdere matten boven opelkaar.
"Styling":
pookknop, lichtmetalen velgen, wieldoppen,
verchroomde buitenspie
gelkappen, ...
"Veiligheid":
inbraakalarm, graveren van ruiten, wielbouten met slot, zitverhogingen en kinderzitjes,
alcolholtest, verbandtrommel, gevarendriehoek,
veiligheidsvest, lokalisatiesysteem gestolen
auto, bandenreparatieset, sneeuwkettingen,sneeuwsokken, mistlampen vóór, hondenrek, ...
"Bescherming":
matten * , stoelhoezen geschikt voor
stoelen met zij-airbags, spatlappen,portierdorpellijsten, roestvrijstalen dorpel
bagageruimte, bumperbeschermlijsten,
aluminium voetsteun, ...
De trekhaak moet door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats worden gemonteerd.
208
URGENCE-OPROEP OF ASSISTANCE-OPROEP
Druk in geval van nood langer dan 2 seconden op deze toets. Het knipperen van het groene ledlampje eneen geluidssignaal bevestigen dat de oproep naar de alarmcentrale PEUGEOT CONNECT SOS is verstuurd *
.
Het
groene ledlampje blijft branden (zonder te knipperen) wanneer de
verbinding tot stand is gebracht. Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
Bi
j het aanzetten van het contact, gaat het groene lampje 3 seconden branden. Dit duidt op een goede werking van hetsysteem.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de aanvraaggeannuleerd.Dit wordt bevestigd door een gesproken bericht.
Druk langer dan 2 seconden op deze toets voor het
aanvra
gen van hulp bij het stranden van de auto.
Een
gesproken bericht bevestigt dat de oproep is
verstuurd ** .
WERKING VAN HET SYSTEEM Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de oproepgeannuleerd. Het groene ledlampje dooft. De annulering wordt bevestigd
met een gesproken bericht.
Om een oproep te annuleren kunt u ook de alarmcentrale PEUGEOT CONNECT SOS melden dat de oproep per vergissing werd verstuurd.
De alarmcentrale PEUGE
OT CONNECT SOS lokaliseert onmiddellijk uwauto, neemt in uw landstaal contact met u op ** en roept indien nodig de
hulp in van de bevoegde hulpdiensten ** . In landen waar de alarmcentrale
niet operationeel is of wanneer de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd,
wordt de oproep meteen doorgestuurd naar de hulpdiensten (11 2), zonder lokalisatie.
Wanneer de elektronische eenheid airba
gs een botsing heeft
waargenomen, wordt onafhankelijk van het eventueel afgaan van
de airbags, automatisch een noodoproep gedaan.
*Afhankelijk van de algemene gebruiksvoorwaarden, die u bij uw verkooppunt kunt opvragen, en de technische beperkingen van het systeem. **
Afhankelijk van de geografische dekking van PEUGEOT CONNECT SOS en PEUGEOT CONNECT ASSISTA NCE en van de officiële jgg gjgg g
landstaal die door de eigenaar van de auto is gekozen. De lijst van de landen waar het systeem werkzaam is en de lijst van beschikbare diensten van PEUGEOT CONNECT kunt u bij uwjyj
verkooppunt opvragen of op www.peugeot.nl bekijken.
Het oranje lampje knippert: er is een storingin het systeem.
Het oran
je lampje blijft branden: denoodbatterij moet vervangen worden.
Raadplee
g in beide gevallen het
PEUGEOT-netwerk.
Wanneer u uw auto buiten het PEU
GEOT-netwerk hebt gekocht, raden
wij u aan de aanwezigheid van deze diensten bij het netwerk te laten controleren en eventueel configureren. In een meertalig land kunt u het systeem laten configureren in de officiële landstaal van uw voorkeur.
Om technische redenenen, zoals het verbeteren van de diensten vanPEUGEOT CONNECT, behoudt de constructeur zich het recht voor om op elk willekeurig moment het telematicasysteem in de auto te wijzigen.