Page 68 of 324

66
Comfort
3. Luchtverdeling
Voorruit en zijruiten.
Voorruit, zijruiten en beenruimte.
Beenruimte.
Mi
ddelste ventilatieroosters enzijventilatieroosters.
D
e luchtstroom kan worden gevarieerd door de knop in een
middenstand te zetten.
De recirculatiestand dient om de luchttoevoer
af te sluiten bij stank en stofoverlast.
Schakel zo snel mogelijk de toevoer vanbuitenlucht weer in om te voorkomen dat de luchtkwaliteit in het interieur achteruitgaat en de ruiten beslaan.
4. Toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatie
)
Druk nogmaals op de toets om de toevoer
van buitenlucht weer in te schakelen. Hetcontrolelampje gaat uit.
)
Druk op de toets om de lucht in
het interieur te laten recirculeren. Het controlelampje gaat branden.
5. Airconditioning aan/uit
Het systeem stelt u in staat:
- de temperatuur in het interieur 's zomers te
verlagen,
- in de winter bij temperaturen boven 3°C beslagen ruiten snel te ontwasemen.
Aan
)Druk op de toets "A/C"
: het lampje van de
toets gaat branden.
Uit
)Druk nogmaals op de toets "A/C": het
lampje van de toets gaat uit.
Door het uitschakelen van de airconditioning
kan hinder ontstaan (vocht, beslaan van ruiten).
De airconditioning kan tijdens alle
seizoenen effectief gebruikt worden,
mits de ruiten zijn gesloten.
De airconditioning werkt niet als de aanjagerknop 2 in de stand "0"
staat .
Om de toevoer van koele lucht te versnellen kunt u gedurende enkele ogenblikken de
recirculatie van de interieurlucht inschakelen. Schakel daarna weer over op de toevoer van buitenlucht.
Page 69 of 324

67
3
Comfort
Automatische airconditioning met gescheiden regeling
De airconditioning werkt uitsluitend bij draaiende motor.
Automatische werking
1. Automatisch programma "comfort"
Er zijn drie standen waaruit de bestuurder en zijn passagier kunnen kiezen voor het
gewenste comfor t in het interieur.
Om bij koude motor de toevoer van koude lucht te beperken, wordt de ventilatie geleidelijk op het optimaleniveau gebracht.
Bij koud weer wordt de warme luchtuitsluitend naar de voorruit, de zijruitenen de beenruimte van de passagiers verdeeld.
2 - 3. Te m p e r a t u u r r egeling aan bestuurders-/passagierszijde
De bestuurder en voorpassagier kunnen de
temperatuur afzonderlijk naar wens instellen.
De op het displa
y weergegeven waarde heeft
betrekking op een bepaald comfortniveau en
niet op de temperatuur in graden Celsius of
Fahrenheit.
)Duw de impulstoets 2of 3omlaag(blauw) om de waarde te verlagen
of omhoog (rood) om de waarde
te verhogen. Voor het beste com
promis tussen
thermisch comfor t en een laaggeluidsniveau. Voor een aan
genaam comfor t en
een zo laag mogelijk geluidsniveau,
aangezien de aanjagersnelheid
beperkt wordt.
V
oor een doeltreffende en
dynamische luchttoevoer.
)
Druk herhaaldelijk op de toets"AUTO". Het lampje gaat branden zodra de toets wordt
ingedrukt; de ingeschakelde stand verschijnt op het
display van de automatische
airconditioning.
Page 70 of 324

68
Comfort
Instelling op een waarde van ongeveer 21 biedt een optimaal comfort. Desgewenst kunt u een andere waarde instellen, die gebruikelijk tussen
18 en 24 ligt.Het is raadzaam het verschil tussen de
instellingen links en rechts niet meer dan 3 te
laten bedragen.
Als de temperatuur in de auto bij het instappen veel lager of hoger is dan de ingestelde waarde, heeft het geen zin om voor een optimaletemperatuur de ingestelde waarde tewijzigen. Het systeem compenseer tautomatisch en zo snel mogelijk het temperatuurverschil.
4. Automatisch programma"zicht"
Voor een maximale afkoeling of opwarming van het interieur kan detemperatuurregeling op een waarde lager dan 14 of hoger dan 28 worden ingesteld. )Duw de toets 2 of 3
omlaag tot "LO"wordt weergegeven of omhoog tot "HI"
wordt weergegeven.
Raadplee
g de paragraaf
"Ontwasemen - Ontdooien voor".
Het is mo
gelijk één of meer functies van de
airconditioning handmatig in te stellen, ter wijl
de overige functies automatisch worden geregeld.
Handmatig instellen
De airconditioning functioneert, als
de ruiten gesloten zijn, optimaal in elk
seizoen.
5. Airconditioning AAN/UIT
Dit systeem maakt het mogelijk om:
- in de zomer de temperatuur in het interieur
te verlagen,
- in de winter, bij temperaturen hoger dan3°C, de ruiten sneller te ontwasemen.
Inschakelen )Druk op de toets A/C
, het desbetreffende lampje gaat branden.
De airconditioning werkt niet als de regeling
voor de luchtopbrengst is uitgeschakeld.
Uitschakelen )Druk de toets "A/C"
nogmaals in, het
desbetreffende lampje gaat uit.
Het uitschakelen van de airconditioning kan negatieve effecten hebben (vocht, condens).
)Druk op de toets "AUTO"
om de automatische werking van de airconditioning te hervatten.
Page 71 of 324