ZEKERINGENKAST INSTRUMENTENPANEEL
fig. 155APPARATEN ZEKERING AMPERE
+15 Hoogteregeling koplampen F13 5
+15 bediening via ingeschakeld contactslot met
blokkering tijdens starten van motorF31 5
+30 Klimaatregeleenheid, Blue&Me
TM
-regeleenheid,
EOBD-aansluiting, radio-inbouwvoorbereidingF36 10
+15 schakelaar op rempedaal (NO) F37 7,5
Centrale portiervergrendeling F38 20
Tweeweg-ruitensproeierpomp F43 20
Elektrische ruitbediening bestuurderszijde F47 20
Elektrische ruitbediening passagierszijde F48 20
+15 Schuifdak, stoelverwarming, regen-/
schemersensor, bediening elektrische spiegels, F49 7,5
+15 Radio-inbouwvoorbereiding, klimaatregeleen-
heid, schuifdak, parkeerregeleenheid, rempedaals-
chakelaar (NC), koppelingspedaalschakelaar (NC),
achteruitrijlichten, koplampsproeierbobineF51 5
+30 Instrumentenpaneel F53 7,5
+15 = plusklem vanaf contactsleutel
+30 = directe plusklem accu (niet vanafcontactsleutel)
204WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
bedieningsverlichting, AUX-aansluiting
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING .............................................................263
TIPS ......................................................................263
TECHNISCHE GEGEVENS .................................265
Luidsprekers voor Basic Audio specificatie .............265
Luidsprekers voor 360° HI-FI MUSIC specificatie ..265
SNELGIDS ..............................................................266
Algemene functies ..................................................267
Radiofuncties .........................................................268
CD-functies ............................................................268
Media Player functies (alleen bijBlue&Me™) ......269
BEDIENINGSTOETSEN OP STUURWIEL .............270
INLEIDING .............................................................272
FUNCTIES EN AFSTELLINGEN ............................273
INSCHAKELING AUTORADIO .............................273
UITSCHAKELING AUTORADIO ..........................273
RADIOFUNCTIES KIEZEN...................................273
CD-FUNCTIE KIEZEN .........................................274
GEHEUGENFUNCTIE AUDIOBRON ....................274
VOLUMEREGELING ............................................274
MUTE/PAUSE FUNCTIE ......................................274
GELUIDSINSTELLINGEN....................................274
TOONREGELING (lage/hoge tonen) .....................275
BALANSREGELING..............................................275
FADERREGELING ................................................275
LOUDNESSFUNCTIE ...........................................275
EQ-FUNCTIE .......................................................276
FUNCTIE USER EQ SETTINGS ..........................276
MENU....................................................................276
AF SWITCHING functie .......................................277
TRAFFIC INFORMATION functie .........................278REGIONAL MODE functie ...................................279
MP3 DISPLAY functie ...........................................279
SPEED VOLUME functie .....................................279
RADIO ON VOLUME functie ................................280
TELEFOON...........................................................280
AUX OFFSET functie ...........................................281
RADIO OFF functie ..............................................281
SYSTEM RESET functie ........................................282
VOORBEREIDING VOOR INBOUW TELEFOON .282
DIEFSTALBEVEILIGING......................................282
RADIO (TUNER) .....................................................283
INLEIDING ...........................................................283
KEUZE GOLFBAND .............................................283
VOORKEUZETOETSEN .......................................284
OPSLAG VAN LAATST BELUISTERDE
STATION ...............................................................284
AUTOMATISCHE AFSTEMMING .........................284
HANDMATIGE AFSTEMMING .............................284
AUTOSTORE FUNCTIE .......................................284
ONTVANGST VAN NOODBERICHTEN ................285
EON FUNCTIE (Enhanced Other Network)...........285
STEREO-UITZENDINGEN ...................................286
CD-SPELER ............................................................286
INLEIDING ...........................................................286
KEUZE VAN DE CD-SPELER ..............................286
INBRENGEN/UITWERPEN VAN DE CD ..............287
DISPLAY-INFORMATIE ........................................287
KEUZE VAN NUMMER (vooruit/achteruit)...........288
SNEL VOORUIT-/TERUGSPOELEN VAN
NUMMERS ............................................................288
PAUZE-FUNCTIE .................................................288
261
AUTORADIO
CD MP3-SPELER ....................................................288
INLEIDING ...........................................................288
MP3 WERKING .....................................................288
KEUZE VAN MP3-SESSIES OP HYBRIDE
DISKS ....................................................................289
DISPLAY-INFORMATIE ........................................289
KEUZE VAN VOLGENDE/VORIGE MAP.............289
STRUCTUUR VAN DE MAPPEN ..........................290AUX (uitsluitend bij hetBlue&Me™ systeem) ........290
INLEIDING ...........................................................290
AUX MODUS .........................................................290
PROBLEEMOPLOSSING .......................................291
ALGEMEEN ..........................................................291
CD-SPELER ..........................................................291
LEZEN VAN MP3-BESTAND ................................291
262
AUTORADIO
Algemene functiesToets Functies Methode
Aan toets kort indrukken
Uit toets kort indrukken
Volumeregeling knop linksom/rechtsom draaien
FM ASKeuze radiobron FM1, FM2, FM Autostore toets kort achter elkaar indrukken
AMKeuze radiobron MW1, MW2 toets kort achter elkaar indrukken
MEDIAKeuze CD/Media Player bron (alleen met
Blue&Me
™
) / AUX (alleen met
Blue&Me
™
, voor bepaalde
uitvoeringen/markten, waar aanwezig)toets kort achter elkaar indrukken
Volume in-/uitschakelen (Mute/Pause) Toets kort indrukkenAudioregelingen: lage tonen (BASS), hoge
tonen (TREBLE), balans rechts/links
(BALANCE), balans voor/achter (FADER)Menu inschakelen: toets kort indrukken
Keuze van type regeling:
of
toets
indrukken
Waarden instellen:
of
˙ toets indrukken
MENURegeling geavanceerde functiesMenu inschakelen: toets kort indrukken
Keuze van type regeling:of
toets
indrukken
Waarden instellen:
of
toets indrukken.
267
AUTORADIO
BEDIENINGSTOETSEN OP STUURWIEL(voor bepaalde uitvoeringen/markten, waar aanwezig)Toets Functies Methode
AudioMute aan/uit (Radio werking) of
Pauzefunctie (MP3 of Media Player werking
alleen bijBlue&Me
™
)Toets kort indrukken
+Volume verhogen Toets indrukken
-Volume verlagen Toets indrukken
SRCKeuze van golfband (FM1, FM2, FMT, FMA,
MW1, MW2) en audiobron; Radio, MP3 of
Media Player (alleen metBlue&Me
™
) /AUX
(alleen metBlue&Me
™
, voor bepaalde
uitvoeringen/markten, waar aanwezig)Toets indrukken
OPMERKING: Uitgaande van de FM- of AM-
bron ingesteld op de radio (bijv. FM1 of
MW1), als u bladert door de audiobronnen
met behulp van de SRC-toets (en als u stopt
op een andere bron dan de radio), schakelt de
radio, wanneer de radiobron (FM of AM)
geselecteerd wordt met de toetsen op het
bedieningspaneel van de radio, altijd de
laatste radiobron (FMA of MW2) in.
SRC
fig. 2
L0F0049
270
AUTORADIO
Audiogedeelte
❒Mute/Pause functie:
❒Soft-Mute functie;
❒Loudness functie (behalve uitvoeringen met 360°
HI-FI MUSIC-systeem);
❒grafische 7-bands equalizer (behalve uitvoeringen
met 360° HI-FI MUSIC-systeem);
❒Gescheiden regeling hoge/lage tonen;
❒Balansregeling linker/rechter kanalen.
Media Player (alleen met Blue&Me™)
Zie voor de functies van de Media Player het
Blue&Me™ supplement.
AUX (alleen met Blue&Me™)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten, waar
aanwezig)
❒Selectie AUX-bron;
❒AUX Offset functie: afstelling volume van
draagbaar apparaat op dat van een van de andere
bronnen;
❒Draagbare speler afspelen.
FUNCTIES EN AFSTELLINGENINSCHAKELING AUTORADIO
De autoradio wordt ingeschakeld als er kort op de
toets/knop
(ON/OFF) wordt gedrukt.
Bij inschakeling van de autoradio, wordt het volume
beperkt tot de waarde 20 als eerder een hogere
waarde was ingesteld of tot de waarde 5 als eerder de
waarde 0 of Mute/Pause was ingesteld. In alle andere
gevallen wordt de eerder ingestelde waarde
behouden.
Wanneer de radio wordt ingeschakeld terwijl de
sleutel uit het contactslot is gehaald, dan schakelt hij
automatisch na circa 20 minuten uit. Nadat de radio
zichzelf automatisch heeft uitgeschakeld, kan hij
weer 20 minuten extra worden ingeschakeld door op
de
(ON/OFF) toets/knop te drukken.
UITSCHAKELING AUTORADIO
Druk kortstondig op de
(ON/OFF) toets/knop.
RADIOFUNCTIES KIEZEN
Door kortstondig en herhaaldelijk op de FM AS toets
te drukken, kunnen achter elkaar de volgende
audiobronnen geselecteerd worden:
❒TUNER (“FM1”, “FM2”, “FMA”).
Door kortstondig en herhaaldelijk op de AM toets te
drukken, kunnen achter elkaar de volgende
audiobronnen geselecteerd worden:
❒TUNER ("MW1", "MW2").
273
AUTORADIO
CD-FUNCTIE KIEZEN
Door kortstondig op de MEDIA toets te drukken, kan
de CD-functie gekozen worden.
GEHEUGENFUNCTIE AUDIOBRON
Als een andere functie (bijv. de radio) wordt gekozen,
terwijl naar een CD wordt geluisterd, dan wordt de
weergave onderbroken en weer vanuit hetzelfde punt
hervat als naar de CD-bron wordt teruggekeerd.
Als een andere functie wordt gekozen terwijl naar de
radio wordt geluisterd, dan wordt afgestemd op het
laatst gekozen station als weer naar de radio wordt
teruggekeerd.
VOLUMEREGELING
Draai de
(ON/OFF) toets/knop om het volume te
regelen.
Als het volumeniveau wordt gewijzigd tijdens het
uitzenden van verkeersinformatie, dan blijft deze
nieuwe instelling slechts gehandhaafd tot het einde
van deze verkeersinformatie.
MUTE/PAUSE FUNCTIE
(reset van volume)
Druk opnieuw op de
toets om de Mute-functie uit
te schakelen. Het volume wordt geleidelijk verhoogd
tot het eerder ingestelde niveau.
Wanneer het volumeniveau wordt gewijzigd met de
hiervoor bestemde toetsen, dan wordt de Mute-
functie uitgeschakeld en het volume ingesteld op het
nieuwe gekozen niveau.Bij geactiveerde Mute-functie, wordt deze genegeerd
wanneer verkeersinformatie binnenkomt (als de TA-
functie is geactiveerd) of als een noodbericht wordt
ontvangen. De functie wordt weer ingeschakeld
wanneer het bericht beëindigd is.
GELUIDSINSTELLINGEN
De functies van het audiomenu zijn afhankelijk van
de geactiveerde bron: AM/FM/CD/Media Player
(alleen metBlue&Me™) /AUX (alleen met
Blue&Me™, voor bepaalde uitvoeringen/markten,
indien aanwezig).
Druk kortstondig op de
toets om de audiofuncties
te veranderen.
Na de eerste druk op detoets, toont het display de
waarde van het bass-niveau voor de op dat moment
ingeschakelde bron (bijv. bij gebruik van FM, toont
het display het opschrift "FM Bass +2").
Gebruik de
of
toets om door de menufuncties te
lopen. Gebruik voor het wijzigen van de instelling
van de gekozen functie de
of
toets.
De huidige status van de gekozen functie verschijnt
op het display.
De functies waarin het menu voorziet zijn:
❒BASS (regeling van lage tonen);
❒TREBLE (regeling hoge tonen);
❒BALANCE (regeling balans rechts/links);
❒FADER (regeling balans voor/achter);
❒LOUDNESS (behalve uitvoeringen met 360° HI-FI
MUSIC-systeem) (inschakelen/uitschakelen functie
LOUDNESS);
274
AUTORADIO
De huidige status van de gekozen functie verschijnt
op het display.
De functies waarin het menu voorziet zijn:
❒AF SWITCHING (ON/OFF);
❒TRAFFIC INFORMATION (ON/OFF);
❒REGIONAL MODE regionale programma's
(ON/OFF);
❒MP3 DISPLAY (CD MP3 display-instellingen);
❒SPEED VOLUME (automatische
snelheidsafhankelijke volume-aanpassing)
(behalve uitvoeringen met 360° HI-FI MUSIC-
systeem);
❒RADIO ON VOLUME (in/-uitschakeling limiet
radiovolume);
❒SPEECH VOLUME (behalve uitvoeringen met
360° HI-FI MUSIC-systeem) (instelling
telefoonvolume) (voor bepaalde versies/markten).
❒AUX OFFSET (afstelling volume van draagbaar
apparaat op dat van een van de andere
bronnen)(voor bepaalde versies/markten);
❒RADIO OFF (uitschakelwijze);
❒SYSTEM RESET
Druk opnieuw op de MENU-toets om de Menufunctie
uit te schakelen.
BELANGRIJK De instellingen AF SWITCHING,
TRAFFIC INFORMATION en REGIONAL MODE
zijn alleen bij FM mogelijk.AF SWITCHING functie
(zoeken alternatieve frequenties)
De autoradio kan op twee verschillende manieren
werken in het RDS-systeem:
❒"AF Switching On": zoeken naar alternatieve
frequenties ingeschakeld (de letters "AF"
verschijnen op het display);
❒"AF Switching Off": zoeken naar alternatieve
frequenties niet ingeschakeld.
Ga als volgt te werk om de functie in- en uit te
schakelen:
❒druk op de MENU-toets en kies “AF Switching
On”;
❒druk op de
of
toets om de functie in/uit te
schakelen.
Bij ingeschakelde functie, stemt de radio automatisch
af op het station met het sterkste signaal dat
hetzelfde programma uitzendt. Tijdens het rijden
kan men naar hetzelfde station blijven luisteren
zonder dat op een andere frequentie afgestemd hoeft
te worden als men in een ander gebied komt.
Vanzelfsprekend moet het beluisterde station
ontvangen kunnen worden in het gebied waardoor
men rijdt.
Als de AF-functie is ingeschakeld, verschijnt op het
display het opschrift "AF".
Als de AF-functie is ingeschakeld en de radio kan het
afgestemde station niet meer ontvangen, dan
activeert de radio het automatische zoeken en
verschijnt het bericht "FM Search" op het display
(alleen bij autoradio's van hoog niveau).
277
AUTORADIO