Page 160 of 307

DE AUTO LANGDURIG STALLENTref de volgende voorzorgen als de auto langer
dan een maand niet gebruikt zal worden:
❒zet de auto in een overdekte, droge en indien
mogelijk goed geventileerde ruimte en zet de
ruiten iets open;
❒schakel een versnelling in en controleer of de
handrem niet is aangetrokken;
❒maak de minklem van de accu los (zie voor
versies met het Start&Stop systeem de
paragraaf "Start&Stop systeem" in het
hoofdstuk "Kennismaking met de auto"); als de
accu niet van de elektrische installatie wordt
losgekoppeld, controleer dan elke maand de
lading;
❒maak de met lak gespoten delen schoon en
behandel ze met een beschermende was;❒reinig en bescherm de glanzende metalen delen
met speciale middelen die in de handel
verkrijgbaar zijn;
❒bestrooi de wisserrubbers van de ruitenwissers
en achterruitwisser met talkpoeder en til ze
van de ruit op;
❒dek de auto af met een doek of een
geperforeerde kunststof hoes. Gebruik geen
dichte plastic hoezen, omdat het op de
carrosserie aanwezige vocht dan niet kan
verdampen;
❒pomp de banden 0,5 bar boven de
voorgeschreven spanning op en controleer de
spanning met regelmatige tussenpozen;
❒tap het koelsysteem van de motor niet af.
156WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 176 of 307

NOODGEVALLEN
Wij adviseren om in een noodsituatie het gratis telefoonnummer te bellen dat in het
garantieboekje is vermeld. Het is ook mogelijk om op de website www.lancia.com de
dichtstbijzijnde Lancia dealer te zoeken.DE MOTOR STARTENGa onmiddellijk naar het Lancia Servicenetwerk
als het waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel vast blijft branden.
STARTEN MET HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor gestart worden
met een hulpaccu met dezelfde of een iets hogere
capaciteit dan de lege accu.Ga als volgt te werk om de auto te starten:
❒verbind de plusklemmen (+ teken bij de klem)
van de beide accu’s met een startkabel fig. 114;
❒sluit met een tweede startkabel de minklem (–)
van de hulpaccu aan op een massapunt
op de
motor of de versnellingsbak van de auto die
gestart moet worden;
❒start de motor;
❒maak als de motor gestart is, de kabels in de
omgekeerde volgorde los.
Lees voor versies met het Start&Stop systeem, in
geval van starten met een hulpaccu, de paragraaf
“Start&Stop systeem” in het hoofdstuk
“Kennismaking met de auto”.
Als de motor na enkele pogingen niet start, blijf
dan niet proberen maar neem contact op met het
Lancia Servicenetwerk.
fig. 114
L0F0084
172WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 180 of 307

BELANGRIJK
Gebruik de krik uitsluitend voor het
verwisselen van een wiel van de
auto waarbij de krik geleverd is of voor
auto’s van hetzelfde model. Gebruik de krik
niet voor andere doeleinden, zoals het
opkrikken van andere auto’s. Gebruik de
krik nooit voor het uitvoeren van reparaties
onder de auto. Door de krik niet juist te
plaatsen, kan de auto van de krik vallen.
Gebruik de krik niet voor zwaardere lasten
dan is aangegeven op het plaatje op de krik.
Monteer nooit sneeuwkettingen op het
ruimtebesparend reservewiel. In geval van
een lekke voorband, kan het reservewiel op
de achteras en het achterwiel op de vooras
worden geplaatst. Zo heeft de vooras twee
normale wielen waarop sneeuwkettingen
kunnen worden gemonteerd.
BELANGRIJK
Monteer het wieldeksel correct om te
voorkomen dat het kan loskomen
tijdens het rijden. Voer nooit
werkzaamheden aan het ventiel uit. Steek
nooit gereedschap tussen de velg en de band.
Controleer regelmatig de spanning van
zowel de banden als het ruimtebesparende
reservewiel, zie de spanningswaarden die
zijn aangegeven in het hoofdstuk
“Technische gegevens”.KRIK
Belangrijke opmerkingen
❒de krik weegt 1,76 kg;
❒de krik behoeft geen afstelling;
❒de krik niet kan worden gerepareerd: in geval
van defect moet de krik door een origineel
exemplaar worden vervangen;
❒afgezien van de slinger mag geen enkel ander
gereedschap op de krik gemonteerd worden.
Ga als volgt te werk om een wiel te vervangen:
❒Stop het voertuig op een plek die niet gevaarlijk
is voor het verkeer en waar het wiel op veilige
wijze vervangen kan worden. De grond moet zo
mogelijk vlak en voldoende compact zijn;
❒zet de motor af en trek de handrem aan en
schakel de 1
eversnelling of de achteruit in. Doe
het reflecterende veiligheidsvest (wettelijk
verplicht in bepaalde landen) aan voordat u uit
de auto stapt;
176WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 216 of 307

km x 1000 30 60 90 120 150 180
Maanden 24 48 72 96 120 144
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (koelsysteem,
remmen/hydraulische koppeling, ruitensproeiers, accu enz.)●●●●●●
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel controleren●●
Spanning van aandrijfriem(en) hulporganen controleren (versies
zonder automatische riemspanner) (of elke 24 maanden)●●
Conditie van getande distributieriem controleren (behalve 0.9
TwinAir 85 pk motor)●●
Klepspeling controleren en zo nodig afstellen (1.2 8V 69 pk versie)●●●
Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen●●●●●●
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren●●●●●●
Motormanagementsystemen controleren (m.b.v. diagnosestekker)●●●●●●
Olieniveau versnellingsbak controleren●●
Laadtoestand accu controleren en eventueel opladen●●●●●●
Bougies vervangen●●●●●●
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen●
Vervanging van de getande distributieriem (behalve de 0.9 TwinAir
85 pk motor)
(1)
●
Luchtfilterelement vervangen●●●
(1) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koud klimaat, gebruik in de stad,
langdurig stationair draaien) om de vier jaar worden vervangen of in elk geval om de vijf jaar.
212WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 219 of 307

km x 1000 35 70 105 140 175
Maanden 24 48 72 96 120
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren●●●●●
Motormanagementsystemen controleren (m.b.v. diagnosestekker)●●●●●
Olieniveau versnellingsbak controleren●●●●●
Laadtoestand accu controleren en eventueel opladen●●●●●
Brandstoffilterelement vervangen●●
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen●
Luchtfilterelement vervangen●●●●●
Motorolie en oliefilter vervangen (of elke 24 maanden)
(1) (2)
Remvloeistof vervangen (of elke 24 maanden)●●
Pollenfilter vervangen (of elke 12 maanden)●●●●●(1) Als de auto voornamelijk in de stad gebruikt wordt, dan moeten de motorolie en het motoroliefilter elke 12 maanden
worden vervangen.
215WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
( ) Het werkelijke interval voor de vervanging van de motorolie en het oliefilter is afhankelijk van de gebruikscondities van
het voertuig en wordt aangegeven met een brandend lampje of een bericht (indien aanwezig) op het instrumentenpaneel en
mag nooit meer dan 24 maanden bedragen. 2
Page 220 of 307

PERIODIEKE CONTROLESElke 1.000 km of vóór een lange reis controleren
en eventueel bijvullen:
❒niveau motorkoelvloeistof, remvloeistof en
ruitensproeiervloeistof;
❒conditie en spanning banden;
❒werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, etc.);
❒werking ruitenwissers/-sproeiers en stand/
slijtage wisserbladen voor/achter.
Elke 3.000 km controleren en eventueel bijvullen:
motorolieniveau.
INTENSIEF GEBRUIK VAN DE AUTOAls vooral een intensief gebruik van de auto wordt
gemaakt, zoals:
❒het trekken van aanhangers of caravans;
❒het rijden op stoffige wegen;
❒talrijke korte ritten (minder dan 7-8 km) en bij
buitentemperaturen onder het vriespunt;
❒vaak lang stationair draaiende motor of lange
afstanden bij lage snelheden of als de auto
lang niet wordt gebruikt;
dan moeten de volgende controles vaker worden
uitgevoerd dan is aangegeven in het
Geprogrammeerd onderhoudsschema:
❒remblokken van schijfremmen voor op conditie
en slijtage controleren;
❒slot van motorkap en achterklep op
aanwezigheid van vuil controleren,
schoonmaken en mechanismen smeren;
❒visueel de toestand controleren van: motor,
versnellingsbak, transmissie, slangen en
leidingen (uitlaat, brandstof- en remsysteem) en
rubber elementen (hoezen, balgen, bussen
enz.);
❒laadtoestand accu en niveau accuvloeistof
(elektrolyt) controleren;
216WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 244 of 307

BRANDSTOFTOEVOERVersies Brandstoftoevoer
0.9 TwinAir 85 pkGefaseerde sequentiële elektronische Multipoint inspuiting, met pingelcontrole en
variabele bediening van de inlaatkleppen
1.2 8V 69 pkGefaseerde sequentiële elektronische Multipoint inspuiting, returnless-systeem
1.3 16V MultiJetElektronisch geregelde Common Rail Multijet directe inspuiting met turbo en
intercooler
BELANGRIJK
Wijzigingen of reparaties aan het brandstoftoevoersysteem die niet correct zijn
uitgevoerd en waarbij geen rekening wordt gehouden met de technische
systeemgegevens, kunnen storingen in de werking en zelfs brand tot gevolg hebben.
TRANSMISSIEVersies Versnellingsbak Koppeling Aandrijving
0.9 TwinAir 85 pk
Vijf gesynchroniseerde ver-
snellingen vooruit en een ver-
snelling achteruit.Zelfinstellend met pedaal
zonder vrije slagVoor 1.2 8V 69 pk
1.3 16v MultiJet
240WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
Page 256 of 307
VULINHOUDENBenzine-uitvoeringen 0.9 TwinAir 85 pk 1.2 8V 69 pkVoorgeschreven
Brandstoftank inhoud
(liter):40 40Loodvrije benzine met
octaangetal van ten minste
95 RON (specificatie
EN228) incl. een reserve van
(liter):5÷7 5÷7
Koelsysteem (liter): 5,3 4,9Mengsel van 50% water en
PARAFLU
UP
(*)
Carterpan (liter): 2,8 2,5
SELENIA K P.E.
Carterpan en filters (liter): 3,2 2,8
Versnellingsbak-/
differentieelhuis (liter):1,65 1,65TUTELA TRANSMISSION
GEARFORCE
Hydraulisch remsysteem
(liter):0,55 0,55 TUTELA TOP 4
Vloeistofreservoir
ruitensproeiers/
achterruitsproeier (liter):2,55 2,5Mengsel van water en
TUTELA PROFESSIONAL
SC35(*) Onder erg strenge klimaatcondities is een mengsel van 60%
UP
en 40% gemineraliseerd water aanbevolen.
252WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
smeermiddelen brandstof en originele