EEN WIEL VERVANGENALGEMENE INSTRUCTIES
De auto is uitgerust met de kit "Fix&Go
Automatic": zie de paragraaf “Fix&Go automatic
kit” voor de beschrijving van de werking van de
kit.
Ter vervanging voor de kit “Automatic Fix&Go”
kan de auto zijn uitgerust met een
ruimtebesparend reservewiel: zie de instructies op
de volgende pagina's om een band te vervangen.
BELANGRIJK
Het ruimtebesparend reservewiel
(voor bepaalde versies/markten) is
specifiek voor de auto; monteer het niet op
andere auto’s en monteer ook geen
reservewielen van andere auto’s. Gebruik
het ruimtebesparend reservewiel alleen
in noodgevallen. Het ruimtebesparend
noodreservewiel mag alleen voor korte
afstanden gebruikt worden en mag niet bij
hogere snelheden dan 80 km/h worden
gebruikt. Op het ruimtebesparend
reservewiel is een oranje plakplaatje
aangebracht met de belangrijkste
waarschuwingen en de
gebruiksbeperkingen. Verwijder dit
plakplaatje nooit en dek het niet af. Op dit
plakplaatje staan de volgende gegevens
in vier talen vermeld: "Belangrijk! Alleen
voor tijdelijk gebruik! max. 80 km/h! Zo
snel mogelijk door een normaal wiel
vervangen. Dek deze aanwijzingen niet af."
Monteer nooit een wieldeksel op het
ruimtebesparend reservewiel.
174WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BELANGRIJK
Als het gemonteerde velgtype wordt
vervangen (lichtmetalen in plaats van
stalen velgen of vice versa), moeten ook alle
wielbouten worden vervangen door bouten
met een lengte die geschikt is voor het
velgtype.
BELANGRIJK
Waarschuw de andere weggebruikers
voor de stilstaande auto conform de
plaatselijke wettelijke voorschriften:
alarmknipperlichten, gevarendriehoek enz.
Alle inzittenden moeten de auto verlaten,
vooral als de auto zwaar beladen is.
Passagiers moeten op een veilige afstand van
het verkeer wachten wanneer het wiel wordt
verwisseld. Blokkeer de wielen met blokken
of andere geschikte voorwerpen als de auto
op een helling of een slecht wegdek stilstaat.
BELANGRIJK
Een gemonteerd ruimtebesparend
reservewiel wijzigt de
rijeigenschappen van de auto. Vermijd
bruusk optrekken en remmen, hoge
snelheden en scherpe bochten. De
levensduur van het ruimtebesparend
reservewiel is ongeveer 3000 km. Hierna
moet de band van het noodreservewiel
vervangen worden door een nieuw
exemplaar met identieke eigenschappen.
Monteer nooit een standaard band op de
velg van een ruimtebesparend reservewiel.
Zorg dat het verwisselde wiel zo snel
mogelijk wordt gerepareerd en gemonteerd.
Het gebruik van twee of meer
ruimtebesparende reservewielen is
verboden. Smeer de schroefdraad van de
wielbouten niet met vet alvorens het wiel te
monteren: de bouten zouden kunnen
loskomen.
175WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BELANGRIJK
Gebruik de krik uitsluitend voor het
verwisselen van een wiel van de
auto waarbij de krik geleverd is of voor
auto’s van hetzelfde model. Gebruik de krik
niet voor andere doeleinden, zoals het
opkrikken van andere auto’s. Gebruik de
krik nooit voor het uitvoeren van reparaties
onder de auto. Door de krik niet juist te
plaatsen, kan de auto van de krik vallen.
Gebruik de krik niet voor zwaardere lasten
dan is aangegeven op het plaatje op de krik.
Monteer nooit sneeuwkettingen op het
ruimtebesparend reservewiel. In geval van
een lekke voorband, kan het reservewiel op
de achteras en het achterwiel op de vooras
worden geplaatst. Zo heeft de vooras twee
normale wielen waarop sneeuwkettingen
kunnen worden gemonteerd.
BELANGRIJK
Monteer het wieldeksel correct om te
voorkomen dat het kan loskomen
tijdens het rijden. Voer nooit
werkzaamheden aan het ventiel uit. Steek
nooit gereedschap tussen de velg en de band.
Controleer regelmatig de spanning van
zowel de banden als het ruimtebesparende
reservewiel, zie de spanningswaarden die
zijn aangegeven in het hoofdstuk
“Technische gegevens”.KRIK
Belangrijke opmerkingen
❒de krik weegt 1,76 kg;
❒de krik behoeft geen afstelling;
❒de krik niet kan worden gerepareerd: in geval
van defect moet de krik door een origineel
exemplaar worden vervangen;
❒afgezien van de slinger mag geen enkel ander
gereedschap op de krik gemonteerd worden.
Ga als volgt te werk om een wiel te vervangen:
❒Stop het voertuig op een plek die niet gevaarlijk
is voor het verkeer en waar het wiel op veilige
wijze vervangen kan worden. De grond moet zo
mogelijk vlak en voldoende compact zijn;
❒zet de motor af en trek de handrem aan en
schakel de 1
eversnelling of de achteruit in. Doe
het reflecterende veiligheidsvest (wettelijk
verplicht in bepaalde landen) aan voordat u uit
de auto stapt;
176WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
❒open de achterklep, til de vloerbedekking op
met het handvat A fig. 115;
❒neem de sleutel A fig. 116 uit de
gereedschapshouder, draai de blokkeerschroef
los, neem de gereedschaphouder B uit en zet het
nabij het te vervangen wiel. Neem het
ruimtebesparende reservewiel C;
❒draai de wielbouten ongeveer een slag los d.m.v.
de sleutel A fig. 117. Bij auto’s die zijn uitgerust
met lichtmetalen velgen, schud de auto om het
loskomen van de velg te vergemakkelijken;
❒plaats de krik onder de auto, nabij het te
verwisselen wiel;
❒gebruik het toestel A fig. 118 om de krik te
verlengen tot de bovenkant van de krik B
fig. 119 in de rand G van de chassisbalk komt
(nabij de markering op de chassisbalk);❒waarschuw de passagiers dat de auto wordt
opgekrikt; zorg dat niemand in de nabijheid van
de auto komt tot de auto weer helemaal op
grond staat;
fig. 115
L0F0099
fig. 116
L0F0183
fig. 117
L0F0179
177WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
EEN NORMAAL WIEL MONTEREN
Volg de voorheen beschreven procedure, krik de
auto op en verwijder het reservewiel.
Versie met stalen velgen
Ga als volgt te werk:
❒zorg dat de contactvlakken van het standaard
wiel en de velg schoon zijn om het loskomen
van de wielbouten te voorkomen;
❒monteer het standaard wiel en steek de vier
wielbouten in de betreffende gaten;
❒draai de wielbouten vast met de bijgeleverde
sleutel; ❒monteer het wieldeksel, zorg dat de inkeping
(op het wieldeksel) overeenstemt met het
ventiel;❒breng de auto omlaag en verwijder de krik;
❒draai de wielbouten helemaal vast met de
bijgeleverde sleutel in de aangegeven volgorde;
Versies met lichtmetalen velgen
❒monteer het wiel op de naaf en draai m.b.v. de
bijgeleverde sleutel de bouten vast;
❒breng de auto omlaag en verwijder de krik;
❒draai de wielbouten helemaal vast met de
bijgeleverde sleutel in de aangegeven volgorde;
❒monteer het wieldeksel met klemfitting en zorg
daarbij dat het referentiegat op het wiel
overeenkomt met de referentiepen op het
wieldeksel.
BELANGRIJK Indien verkeerd gemonteerd, kan
het wieldeksel loskomen tijdens het rijden.
Tot slot
❒plaats het ruimtebesparende reservewiel in de
daarvoor bestemde ruimte in de bagageruimte;
❒berg de krik en de andere werktuigen in de
gereedschapshouder op;
❒plaats de gereedschaphouder en de werktuigen
op het ruimtebesparende reservewiel;
❒hermonteer de afdekplaat correct in de
bagageruimte.
fig. 120
L0F0182
179WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
PERIODIEKE CONTROLESElke 1.000 km of vóór een lange reis controleren
en eventueel bijvullen:
❒niveau motorkoelvloeistof, remvloeistof en
ruitensproeiervloeistof;
❒conditie en spanning banden;
❒werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, etc.);
❒werking ruitenwissers/-sproeiers en stand/
slijtage wisserbladen voor/achter.
Elke 3.000 km controleren en eventueel bijvullen:
motorolieniveau.
INTENSIEF GEBRUIK VAN DE AUTOAls vooral een intensief gebruik van de auto wordt
gemaakt, zoals:
❒het trekken van aanhangers of caravans;
❒het rijden op stoffige wegen;
❒talrijke korte ritten (minder dan 7-8 km) en bij
buitentemperaturen onder het vriespunt;
❒vaak lang stationair draaiende motor of lange
afstanden bij lage snelheden of als de auto
lang niet wordt gebruikt;
dan moeten de volgende controles vaker worden
uitgevoerd dan is aangegeven in het
Geprogrammeerd onderhoudsschema:
❒remblokken van schijfremmen voor op conditie
en slijtage controleren;
❒slot van motorkap en achterklep op
aanwezigheid van vuil controleren,
schoonmaken en mechanismen smeren;
❒visueel de toestand controleren van: motor,
versnellingsbak, transmissie, slangen en
leidingen (uitlaat, brandstof- en remsysteem) en
rubber elementen (hoezen, balgen, bussen
enz.);
❒laadtoestand accu en niveau accuvloeistof
(elektrolyt) controleren;
216WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Gebruik voor het bijvullen altijd een trechter met
fijne zeef van maximaal 0,12 mm.
BELANGRIJK Remvloeistof is hygroscopisch
(d.w.z. trekt water aan). Daarom moet bij
overwegend gebruik van de auto in gebieden met
grote luchtvochtigheid, de vloeistof vaker worden
vervangen dan is aangegeven in het
“Geprogrammeerd onderhoudsschema”.
Vermijd elk contact tussen de uiterst
corrosieve remvloeistof en de gelakte
delen. Spoel bij contact onmiddellijk
uit met rijkelijk water.
BELANGRIJK
Remvloeistof is giftig en uiterst
corrosief. Als men de remvloeistof per
ongeluk toch morst, moeten de betreffende
delen onmiddellijk worden schoongemaakt
met water en een neutrale zeep en
vervolgens rijkelijk met water worden
gespoeld. In geval van inslikken
onmiddellijk een arts raadplegen.
BELANGRIJK
Het symbool
op het reservoir geeft
aan dat een synthetische remvloeistof
moet worden gebruikt, dus geen minerale
remvloeistof. Het gebruik van minerale
vloeistoffen kan de speciale rubbers in het
remsysteem onherstelbaar beschadigen.
223WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WIELEN EN BANDENControleer voor een lange reis en elke twee weken
de bandenspanning van de banden en het
ruimtebesparend reservewiel (voor bepaalde
versies/markten). Controleer de bandenspanning
wanneer de banden koud zijn.
Tijdens het rijden neemt de bandenspanning
onder normale omstandigheden toe: zie voor de
juiste waarde van de bandenspanning de
paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk “Technische
gegevens”.
Een onjuiste bandenspanning veroorzaakt een
onregelmatige bandenslijtage fig. 164:
A normale spanning: gelijkmatige slijtage van het
loopvlak;
B te lage spanning: overmatige slijtage aan de
zijkanten van het loopvlak;
fig. 164
L0F0018
226WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
C te hoge spanning: overmatige slijtage in het
midden van het loopvlak;
REMMENHet voertuig is uitgerust met 4 mechanische
slijtagedetectiesystemen voor remblokken: een
voor elk wielsamenstel.
Wanneer de remvoeringen versleten raken, is bij
het intrappen van het rempedaal een zacht gesis
hoorbaar: dit blijft zo gedurende ongeveer 100 km
(afhankelijk van de rijstijl en het soort route).
In deze omstandigheden kan, voorzichtig, verder
gereden worden.
Neem in elk geval zo snel mogelijk contact op met
het Lancia Servicenetwerk om de versleten
remblokken te laten vervangen.