Page 94 of 380

deze telefoon de hoogste prioriteit.
Deze telefoon heeft dan voorrang
boven andere gekoppelde telefoons
binnen het bereik.
OPMERKING: Voor telefoons die
niet als favoriet zijn ingesteld,
wordt de prioriteit bepaald door
de volgorde waarin zij zijn gekop-
peld. De laatst gekoppelde tele-
foon heeft de hoogste prioriteit.
U kunt ook de volgende spraakbedie-
ningsopdrachten gebruiken om de ge-
koppelde telefoon vanuit ieder scherm
op de radio te laten weergeven:
"Show Paired Phones" (laat ge- paarde telefoons zien) of
"Connect My Phone" (telefoon ver- binden) Een Bluetooth® Streaming Audio
apparaat koppelen
Kies de schermtoets "Player" (Spe-
ler) om te beginnen,
Wijzig de Source (Bron) in Bluetooth®,
Kies de schermtoets "Bluetooth®" om het scherm Paired Audio Devi-
ces (Gekoppelde audioapparaten)
weer te geven,
Kies de schermtoets "Add Device" (Apparaat toevoegen),
OPMERKING: Als er geen appa-
raat met het systeem is verbonden,
verschijnt een pop-up.
Zoek op uw audioapparaat met Bluetooth® functionaliteit naar be-
schikbare apparaten. Voer, wan-
neer er op het apparaat naar wordt
gevraagd, de naam en de pincode in
die op het scherm van Uconnect
Touch™ worden weergegeven.
Uconnect™ Phone toont een voort- gangsscherm terwijl het systeem de
koppeling tot stand brengt, Wanneer het koppelingsproces met
succes is voltooid, vraagt het sys-
teem u of dit uw favoriete apparaat
is of niet. Als u Yes (Ja) kiest, krijgt
dit apparaat de hoogste prioriteit.
Dit apparaat heeft voorrang boven
andere gekoppelde apparaten bin-
nen het bereik.
OPMERKING: Voor apparaten
die niet als favoriet zijn ingesteld,
wordt de prioriteit bepaald door
de volgorde waarin zij zijn gekop-
peld. Het laatst gekoppelde appa-
raat heeft de hoogste prioriteit.
U kunt ook de volgende spraakbedie-
ningsopdracht gebruiken om een lijst
met gekoppelde audioapparaten te la-
ten weergeven.
"Show Paired Audio Devices" (Toon
gekoppelde audioapparaten)Verbinding met een bepaalde
mobiele telefoon of een
audioapparaat tot stand brengen
Uconnect™ Phone zal automatisch
een verbinding tot stand brengen met
de telefoon en/of het audioapparaat
met de hoogste prioriteit binnen het
88
Page 119 of 380
OPMERKING:
1. Alleen beschikbaar in voertui-gen met navigatiesysteem.
2.
U kunt "Player" (Speler) vervan-
gen door "Radio", "Navigation"
(Navigatie), "Phone" (Telefoon),
"Climate" (Klimaatregeling),
"More" (Meer) of "Settings" (In-
stellingen).
3. Navigatieopdrachten werken
alleen wanneer een navigatie-
systeem aanwezig is.
4. Beschikbare spraakbedie- ningsopdrachten worden vetge-
drukt en met een grijze arcering
weergegeven.
113
Page 221 of 380

WERKING VAN DE
RADIO EN MOBIELE
TELEFOONS
Onder bepaalde omstandigheden kan
een ingeschakelde mobiele telefoon in
uw auto de radio storen. Deze situatie
kunt u verhelpen door de antenne van
de mobiele telefoon te verplaatsen.
Dit probleem is niet schadelijk voor de
radio. Wanneer de radio nog steeds
niet naar tevredenheid werkt nadat de
antenne is verplaatst, is het raadzaam
de radio zachter of uit te zetten wan-
neer de mobiele telefoon in gebruik is.
KLIMAATREGELING
Het systeem voor airconditioning en
verwarming is ontworpen voor een
optimaal interieurcomfort onder alle
weersomstandigheden. Dit systeem
kan worden bediend met de toetsen
van de automatische klimaatregeling
op het instrumentenpaneel of via het
scherm van het Uconnect Touch™
systeem.Wanneer het Uconnect Touch™ sys-
teem in een bepaalde modus (Radio,
Player, Settings, More, enz.) staat,
worden de temperatuurinstellingen
voor de bestuurder en passagier aan
de bovenzijde van het scherm weerge-
geven.
ALGEMEEN OVERZICHT
Toetsen
De toetsen bevinden zich in het mid-
den van het instrumentenpaneel on-
der het Uconnect Touch™ scherm.
Schermtoetsen
Schermtoetsen bevinden zich op het
Uconnect Touch™ scherm.
Beschrijving van de toetsen en
schermtoetsen
A/C-knop
1. Druk kort op deze knop om de
huidige instelling van de airconditio-
ning (A/C) te wijzigen. Het indicatie-
lampje brandt wanneer de airco is
ingeschakeld. Deze functie zorgt er-
voor dat van de automatische werking
naar handmatige modus wordt ge-
schakeld en dat de AUTO-indicator
uitgaat.
Automatische klimaatregeling —
toetsen
Automatische klimaatregeling metUconnect Touch™ systeem 8.4 —
schermtoetsen
215