Phone werkt op dezelfde wijze als
wanneer u het nummer kiest via een
gesproken opdracht.
OPMERKING: Sommige merken
mobiele telefoons verzenden de
kiestoon niet naar Uconnect-
™Phone. In dat geval zult u de
kiestoon dus niet horen. In dit ge-
val heeft de gebruiker, ook als het
nummer goed gekozen is, wellicht
het gevoel dat er geen verbinding
is, terwijl deze in feite al tot stand
is gebracht. Zodra de oproep
wordt beantwoord, hoort u het ge-
luid.
Dempen/dempen uit
Wanneer u het geluid van Uconnect™
Phone uitschakelt, kunt u nog steeds
horen wat uw gesprekspartner zegt,
maar deze kan u niet horen. Om
Uconnect™ Phone te dempen, kiest u
de toets Mute (Dempen) in het hoofd-
scherm Phone (Telefoon).GEAVANCEERDE
TELEFOONVERBINDINGEN
Telefoongesprek doorschakelen
van en naar een mobiele telefoon
Met Uconnect™ Phone kunt u actieve
gesprekken doorschakelen van uw
mobiele telefoon naar Uconnect™
Phone, zonder het gesprek te beëindi
gen. Als u een actief gesprek wilt door-
verbinden van uw gekoppelde mo-
biele telefoon met Uconnect™ Phone
of omgekeerd, kiest u de toets Trans-
fer (Doorverbinden) in het hoofd-
scherm Phone (Telefoon).
De verbinding tussen Uconnect™
Phone en de mobiele telefoon tot
stand brengen of verbreken
Als u de Bluetooth® verbinding tus-
sen een aan Uconnect™ gekoppelde
mobiele telefoon en Uconnect™
Phone tot stand wilt brengen of wilt
verbreken, volgt dan de aanwijzingen
in de gebruikershandleiding van uw
mobiele telefoon.WAT U MOET WETEN
OVER UCONNECT™
PHONE
Spraakbediening
Voor optimale prestaties stelt u de
achteruitkijkspiegel zo in dat er ten
minste 1 cm afstand is tussen de
spiegel en de dakconsole (voor be-
paalde uitvoeringen/landen).
Wacht altijd op de pieptoon voor u begint spreken.
Spreek op normale toon, zonder te pauzeren, net alsof u een gesprek
voert met iemand die een meter of
twee van u vandaan zit.
Zorg ervoor dat u de enige bent die spreekt tijdens de spraakbediening.
De spraakherkenning werkt het best:
als de aanjager op een lage of normale stand staat,
bij lage tot matige voertuigsnel- heid,
bij weinig weglawaai,
bij een gelijkmatig wegdek,
98
bij volledig gesloten ramen,
bij droge weersomstandigheden.
Hoewel het systeem ontworpen is voor verschillende accenten, is het
mogelijk dat het systeem voor som-
mige mensen niet altijd werkt.
Tijdens het navigeren door een ge- automatiseerd systeem, zoals voice-
mail, of wanneer u een pieper op-
roept, moet u erop letten dat u vóór
het inspreken van reeks het woord
"Send" (Verzend) zegt.
Het wordt afgeraden namen in het telefoonboek met favorieten op te
slaan tijdens het rijden.
De herkenning van de namen in het telefoonboek (mobiel en favorie-
ten) is optimaal wanneer de namen
niet op elkaar lijken.
U kunt "O" (de letter "O") zeggen in plaats van "0" (nul).
Hoewel voor internationale ge- sprekken de meeste cijfercombina-
ties worden ondersteund, is het mo-
gelijk dat sommige verkorte
nummercodes niet werken.
In een open auto kan de geluidskwa-
liteit van het systeem minder goed
zijn als het dak naar beneden is.Geluidskwaliteit achterin
De geluidskwaliteit is het beste:
als de aanjager op een lage ofnormale stand staat,
bij lage tot matige voertuigsnel- heid,
bij weinig weglawaai,
bij een gelijkmatig wegdek,
bij volledig gesloten ramen,
bij droog weer en
bij bediening vanuit de bestuur- dersstoel.
De geluidskwaliteit, zoals de hel- derheid, echo en dynamiek, is in
hoge mate afhankelijk van de ge-
bruikte telefoon en het netwerk, en
niet van Uconnect™ Phone.
Echo bij de ontvanger van het tele- foongeluid achterin kan soms wor-
den beperkt door het volume in de
auto te verlagen.
In een open auto kan de geluidskwa-
liteit van het systeem minder goed
zijn als het dak naar beneden is.SMS
De Uconnect™Phone kan nieuwe be-
richten op uw telefoon voorlezen of
verzenden.
Uw telefoon moet SMS via
Bluetooth® ondersteunen om van
deze functie gebruik te kunnen ma-
ken. Als Uconnect™ Phone vaststelt
dat uw telefoon niet compatibel is met
SMS via Bluetooth® is de toets "Mes-
saging" (Tekstberichten) niet be-
schikbaar en kan geen gebruik wor-
den gemaakt van deze functie.
OPMERKING: Uconnect™ Phone
SMS is alleen beschikbaar wan-
neer de auto stilstaat.
99
Berichten voorlezen:
Als u een nieuw tekstbericht ontvangt
terwijl uw telefoon is verbondem met
Uconnect™Phone, volgt er een mel-
ding om u te waarschuwen dat u een
nieuw tekstbericht hebt ontvangen.
Nadat een bericht is ontvangen en is
bekeken of beluisterd, beschikt u over
de volgende opties:
Send a Reply (Beantwoorden)
Forward (Doorsturen)
Call (Bellen)Berichten verzenden met de
schermtoetsen:
U kunt berichten verzenden met
Uconnect™Phone. Ga als volgt te
werk om een nieuw bericht te verzen-
den:
Kies de schermtoets "Phone" (Tele-
foon),
Kies de schermtoets "Messaging" (Tekstberichten) en daarna "New
Message" (Nieuw bericht),
Kies een van de 18 kant-en-klare berichten en de persoon naar wie u
het bericht wilt verzenden,
Als verschillende nummers voor de contactpersoon beschikbaar zijn,
kies dan het nummer waarnaar het
bericht moet worden verzonden, Druk op "Send" (verzend) of "Can-
cel"(annuleer).
Berichten verzenden met spraak-
bediening:
Druk op de toets
.
Zeg na de prompt "Listening" (Luistert) en de daaropvolgende
pieptoon "Send message to John
Doe mobile" (Bericht verzenden
naar John Doe mobiel),
Als het systeem u vraagt welk be- richt u wilt verzenden, spreek dan
het bericht in of zeg "List" (Lijst).
Er zijn 18 kant-en-klare berichten.
Als de lijst met kant-en-klare berich-
ten wordt voorgelezen, kunt u het sys-
teem onderbreken door op de toets
te drukken en te zeggen welk
bericht u wilt verzenden.
Nadat het systeem heeft bevestigd dat
u uw bericht naar John Smith wilt
verzenden, wordt het bericht verzon-
den.
100
Overzicht van de kant-en-klare be-
richten:
1. ja.
2. nee.
3. Okay (OK).
4. I can't talk right now (Ik kan nu
niet spreken).
5. Bel me.
6. Ik bel je staks.7. Ik ben onderweg.
8. bedankt.
9. Ik kom te laat.
10. I will be
(Ik kom
11. Tot over
12. Stuck in traffic (Sta in de file).
13. Begin maar zonder mij..
14. Waar ben je?
15. Ben je er al?
16. I need directions (Ik heb aanwij-
zingen nodig).
17. I'm lost (Ik ben verdwaald).
18. See you later (Tot straks).
Communicatieverbinding
Bluetooth®
De verbinding tussen mobiele tele-
foons en Uconnect™ Phone kan soms
worden verbroken. Als dit gebeurt,
kunt u de verbinding gewoonlijk op-
nieuw tot stand brengen door de mo-
biele telefoon in en uit te schakelen.
Het is raadzaam op uw mobiele tele-
foon de stand Bluetooth® AAN inge-
schakeld te laten.
Inschakelen
Nadat u de contactschakelaar van de
stand OFF naar de stand ON of ACC
heeft gedraaid of na een verandering
van taal, moet u ten minste vijftien
seconden wachten voordat u het sys-
teem kunt gebruiken.
101
Het systeem zal uw opdrachten het best
begrijpen als de ramen gesloten zijn en
de ventilator van de verwarming/
airconditioning in een lage stand staat.Als het systeem een van uw opdrach-
ten niet begrijpt, wordt u gevraagd de
opdracht te herhalen.
Druk op de Uconnect™ Voice
Command-toets
en zeg "Help"
om de beschikbare opdrachten te be-
luisteren. U hoort de beschikbare op-
drachten voor het scherm dat op dat
moment wordt weergegeven.
Natuurlijke spraak
Hierdoor kan de gebruiker opdrachten
in delen of als complete zinnen uitspre-
ken. Het systeem filtert bepaalde uit-
spraken en geluiden als "ah" en "eh".
Het systeem verwerkt bepaalde stop-
woorden zoals "I would like to" (Ik wil).Het systeem verwerkt meerdere in-
puts in dezelfde frase of zin zoals
"make a phone call" (bellen) en "to
Kelly Smith" (met Kelly Smith). Bij
meerdere inputs in dezelfde frase of
zin identificeert het systeem het on-
derwerp of de context en levert het de bijbehorende vervolgvraag, zoals
"Who do you want to call?" (Wie wilt
u bellen?), indien een telefoongesprek
werd aangevraagd, maar de speci-
fieke naam niet werd herkend.
Het systeem maakt gebruik van een
continue dialoog. Wanneer het systeem
meer informatie van de gebruiker nodig
heeft, stelt het een vraag waarop de
gebruiker kan antwoorden zonder de
Uconnect™ Voice Command-toets
in te drukken.
Spraakbedieningsopdrach-
ten van Uconnect™
Het Uconnect™ spraakbedienings-
systeem begrijpt twee soorten op-
drachten. De algemene opdrachten
zijn altijd beschikbaar. Lokale op-
drachten zijn beschikbaar als de on-
dersteunde radiomodus actief is.
Start een dialoog door op de
Uconnect™ Voice Command-toetste drukken.
Het volume wijzigen
1. Start een dialoog door op de Voice
Command-toets
te drukken. 2. Spreek een opdracht in (bijvoor-
beeld "Help").
3. Gebruik de draaiknop ON/OFF
VOLUME om het volume in te stellen
op een aangenaam niveau terwijl het
spraakbedieningssysteem spreekt.
Let op: het volume voor het spraakbe-
dieningssysteem wordt apart inge-
steld van het audiosysteem.
Een spraakbedieningssessie
starten in modus radio/cd-speler
In deze modus kunt u de volgende
opdrachten inspreken:
OPMERKING:
Wanneer er geen
gesprek actief is, kunnen de op-
drachten vanuit elk scherm worden
ingesproken na het indrukken van
de Uconnect™ Voice Command-
toets
.
Disc
Om naar de diskmodus te schakelen
zegt u "Change source to Disc" (Wij-
zig bron in disk). Deze opdracht kan
in elke modus en bij alle schermen
worden gegeven:
"Nummer" (#) (als u een ander nummer wilt kiezen)
105
OPMERKING:
1. Alleen beschikbaar in voertui-gen met navigatiesysteem.
2.
U kunt "Player" (Speler) vervan-
gen door "Radio", "Navigation"
(Navigatie), "Phone" (Telefoon),
"Climate" (Klimaatregeling),
"More" (Meer) of "Settings" (In-
stellingen).
3. Navigatieopdrachten werken
alleen wanneer een navigatie-
systeem aanwezig is.
4. Beschikbare spraakbedie- ningsopdrachten worden vetge-
drukt en met een grijze arcering
weergegeven.
113
OPMERKING: De stoel keert te-
rug naar de geheugenstand (als het
oproepen van het geheugen met de
ontgrendelknop van de afstands-
bediening is ingeschakeld) zodra
de afstandsbediening wordt ge-
bruikt om het portier te ontgren-
delen. Raadpleeg de paragraaf
"Geheugenstoel" in het hoofdstuk
"De functies van uw auto" voor
meer informatie hierover.
Engine Off Options (opties voor
uitgeschakelde motor)
Nadat u de schermtoets Engine Off
Options (opties voor uitgeschakelde
motor) hebt gekozen, zijn de volgende
instellingen mogelijk.
Easy Exit Seat (stoel met Easy
Exit) (voor bepaalde uitvoeringen/
landen)
Deze functie verstelt automatisch de
bestuurdersstoel, zodat de bestuurder
gemakkelijker kan in- en uitstappen.
Kies de schermtoets Easy Exit Seat
(stoelen met Easy Exit) tot een vinkjenaast de instelling verschijnt, dat aan-
geeft dat de instelling is gekozen. Kies
de schermtoets met de pijl naar links
om naar het vorige menu terug te
keren.
Engine Off Power Delay (vertra-
ging voedingsspanning bij uitge-
schakelde motor) (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Als deze functie is geselecteerd, blij-
ven de schakelaars voor elektrische
raambediening, de radio, het
Uconnect™ Phone systeem (voor be-
paalde uitvoeringen/landen), het
dvd-videosysteem (voor bepaalde
uitvoeringen/landen), het elektrisch
bedienbare zonnedak (voor bepaalde
uitvoeringen/landen) en de aansluit-
contacten nog maximaal 10 minuten
werken nadat de contactschakelaar in
de stand OFF is gezet. Door het ope-
nen van een voorportier wordt deze
functie uitgeschakeld. Om de instel-
ling van Engine Off Power Delay (ver-
traging voedingsspanning bij uitge-
schakelde motor) te wijzigen kiest ude schermtoets 0 seconds (seconden),
45 seconds, 5 minutes (minuten) of
10 minutes. Kies vervolgens de
schermtoets met de pijl naar links.
Headlight Off Delay (Uitschakel-
vertraging koplampen)
Als u deze functie selecteert, kunt u
kiezen of bij uitstappen de koplampen
nog 0, 30, 60 of 90 seconden blijven
branden. Kies de schermtoets + of -
om de status van de uitschakelvertra-
ging te wijzigen en de gewenste tijd te
selecteren. Kies de schermtoets met de
pijl naar links om naar het vorige
menu terug te keren.
Compass Settings (instellingen
van kompas)
Nadat u de schermtoets Compass Set-
tings (instellingen van kompas) hebt
gekozen, zijn de volgende instellingen
mogelijk.
208
Kompas kalibreren
Kies de schermtoets Calibration (ka-
libratie) om deze instelling te wijzi-
gen. Het kompas is zelfijkend, zodat u
het niet handmatig hoeft te resetten.
Mogelijk geeft het kompas onjuiste
waarden weer wanneer de auto nieuw
is. In dat geval geeft het EVIC het
bericht CAL weer totdat het kompas
is gekalibreerd. U kunt ook het kom-
pas kalibreren door de schermtoets
ON te kiezen en een of meerdere keren
in een cirkel van 360 graden te rijden
(in een gebied zonder grote metalen of
metaalhoudende objecten) tot de
CAL-indicator in het EVIC verdwijnt.
Het kompas werkt dan normaal.
Audio
Nadat u de schermtoets Audio hebt
gekozen, zijn de volgende instellingen
mogelijk.
Balans links/rechts - voor/achter
In dit scherm kunt u de balans links/
rechts (Balance) en de balans voor/
achter (Fade) instellen. Equalizer
In dit scherm kunt u Bass (bas), Mid
(middentonen) en Treble (hoge to-
nen) instellen. Pas de instellingen aan
met de schermtoetsen + en – of door
een punt te kiezen op de schaal tussen
de schermtoetsen + en –. Kies vervol-
gens de schermtoets met de pijl naar
links.
OPMERKING: Met Bass/Mid/
Treble kunt u door eenvoudig uw
vinger naar boven/beneden te
schuiven de instelling wijzigen. U
kunt ook direct op de gewenste in-
stelling drukken.
Snelheidsafhankelijke volumere-
geling
Deze functie past het volume aan de
voertuigsnelheid aan. Als u de snel-
heidsafhankelijke volumeregeling
wilt wijzigen, kiest u de schermtoets
Off (uit), 1, 2 of 3. Kies vervolgens de
schermtoets met de pijl naar links.
Music Info Cleanup (Muziekin-
formatie opruimen) (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Deze functie helpt u bij het organise-
ren van muziekbestanden voor een
optimale muzieknavigatie. Kies de
schermtoets Music Info Cleanup (mu-
ziekinformatie opruimen) en selecteer
vervolgens On (aan) of Off (uit). Kies
ten slotte de schermtoets met de pijl
naar links.
Surround Sound (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Met deze functie wordt een ruimte-
lijke surround sound gesimuleerd.
Kies de schermtoets Surround Sound
en selecteer vervolgens On (aan) of
Off (uit). Kies ten slotte de scherm-
toets met de pijl naar links.
Phone/Bluetooth (telefoon/
Bluetooth)
Nadat u de schermtoets Phone/
Bluetooth (telefoon/Bluetooth) hebt
gekozen, zijn de volgende instellingen
mogelijk.
211