WAARSCHUWING!
Overbelasting van de banden is ge-
vaarlijk. Overbelasting kan ertoe
leiden dat de banden lek raken, kan
invloed hebben op de bestuurbaar-
heid en kan de remweg verlengen.
Gebruik banden met de voor uw
auto aanbevolen belastingsindex. U
mag ze nooit overbelasten.
BANDEN — ALGEMENE
INFORMATIE
BANDENSPANNING
Voor de veiligheid en goede rijeigen-
schappen is een juiste bandenspan-
ning absoluut noodzakelijk. Als de
bandenspanning niet juist is, heeft dit
de onderstaande gevolgen:
VeiligheidWAARSCHUWING!
Een onjuiste bandenspanning is gevaarlijk en kan leiden tot onge-
vallen.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Bij een te lage bandenspanning veert de band te veel in en kan de
band te warm worden en lek ra-
ken.
Bij een te hoge bandenspanning
zal de band schokken op het wiel
minder goed opvangen. Voorwer-
pen op de weg en gaten in het
wegdek kunnen de banden be-
schadigen waardoor ze lek raken.
Banden met een te hoge of te lage spanning kunnen het rijgedrag
van de auto beïnvloeden en kun-
nen een klapband veroorzaken
waardoor u de controle over de
auto kunt verliezen.
Als niet alle banden dezelfde spanning hebben, kunnen bestu-
ringsproblemen optreden. U kunt
de controle over de auto verlie-
zen.
Als de bandenspanning van de linkerbanden verschilt van die
van de rechterbanden kan de
auto naar links of rechts gaan
trekken.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Zorg dat alle banden altijd op de voorgeschreven spanning (voor
koude banden) zijn.
Slijtage en brandstofverbruik
Een onjuiste bandenspanning kan lei-
den tot een onregelmatig slijtagepa-
troon over het loopvlak van de band.
Deze abnormale slijtagepatronen ver-
korten de levensduur het loopvlak,
waardoor de banden eerder vervan-
gen moet worden. Door een te lage
bandenspanning wordt ook de rol-
weerstand van de band hoger, waar-
door het brandstofverbruik toeneemt.
Rijcomfort en voertuigstabiliteit
Een juiste bandenspanning draagt bij
aan het rijcomfort. Bij een te hoge
bandenspanning rijdt de auto schok-
kerig en oncomfortabel.
BANDENSPANNING
De juiste spanning voor koude ban-
den staat vermeld op de B-stijl aan de
bestuurderszijde of op de achterrand
van het bestuurdersportier.
265
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Het totale gewicht moet wor-
den verdeeld over de auto en
de aanhanger, zodat de vol-
gende vier waarden niet wor-
den overschreden:
1. Maximale belasting zoals ver-
meld op de band- en beladingsin-
formatiesticker.
2. GTW
3. GAWR
4. Disselgewicht voor de ge-
bruikte trekhaak. (Deze eis kan
ertoe leiden dat het niet mogelijk
is een disselgewicht te bereiken
dat tussen 10 en 15% van het
totale aanhangergewicht ligt.)
Vereisten voor het trekken van
een aanhanger – banden
– Probeer de aanhanger niet te trek- ken wanneer een compact reserve-
wiel is gemonteerd.
– Voor de veiligheid en goede rijei- genschappen is een juiste banden-
spanning absoluut noodzakelijk.
Raadpleeg de paragraaf "Banden – Algemene informatie" in het hoofd-
stuk "Starten en rijden" voor infor-
matie over hoe de banden correct
op spanning moeten worden
gebracht.
– Controleer de spanning van de ban- den van de aanhanger voordat u de
aanhanger gebruikt.
– Controleer de banden op slijtage of zichtbare beschadigingen voordat u
de aanhanger gebruikt. Raadpleeg
de paragraaf "Banden – Algemene
informatie" in het hoofdstuk "Star-
ten en rijden" voor informatie over
bandenslijtage-indicatoren en hoe
de banden moeten worden
gecontroleerd.
– Raadpleeg, wanneer banden moe- ten worden vervangen, de para-
graaf "Banden – Algemene infor-
matie" in het hoofdstuk "Starten en
rijden" voor informatie over ver-
vangende banden en hoe de banden
moeten worden vervangen. Het vervangen van banden door exem-
plaren met een hogere belastingsca-
paciteit leidt niet tot verhoging van
de GVWR- en GAWR-limieten van
de auto.
Vereisten voor het trekken van
een aanhanger –
aanhangerremmen
– Sluit het hydraulische remsysteem of vacuümsysteem van uw auto
niet aan op dat van de aanhanger.
Dit kan leiden tot onjuist remge-
drag en lichamelijk letsel.
– Voor het trekken van een aanhan- ger met elektronisch geregelde rem-
men is een elektronische remregel-
module voor de aanhanger vereist.
Bij het trekken van een aanhanger
met hydraulisch geregelde remmen
is geen elektronische remregelmo-
dule voor de aanhanger vereist.
– Aanhangwagenremmen worden aanbevolen voor aanhangwagens
van meer dan 454 kg en zijn ver-
plicht op aanhangwagens van meer
dan 907 kg.
287
LocatiePatroonzeke-
ring Minizekering Omschrijving
5 40 A groen — ABS
6 —— Reserve
7 50 A rood — Interieurverwarming 1 — alleen diesel
8 50 A rood — Interieurverwarming 2 — alleen diesel
9 —20 A geel DTCM
10 —5 A geelbruin Veiligheid
11 —20 A geel Claxons
12 —10 A rood Koppeling airconditioning
13 —— Reserve
14 —25 A blanco ABS
15 —— Reserve
16 —— Reserve
18 50 A rood — Radiateurventilator 2
19 50 A rood — Stuurbekrachtiging 2
20 30 A roze — Ruitenwissermotor
21 30 A roze — Koplampsproeiers
22 50 A rood — Voorgloeimodule — alleen diesel
23 30 A roze — Toevoer brandstofpomp/dieselbrandstofverwarming —
alleen diesel
24 50 A rood — Interieurverwarming 3 — alleen diesel
28 —25 A blanco Brandstofpomp
29 —15 A blauw Versnellingsbak/schakelhendel (TCM-module)
30 —— Reserve
336
LocatiePatroonzeke-
ring Minizekering Omschrijving
31 —25 A blanco Motormodule (PCM)
32 —— Reserve
33 —— Reserve
34 —25 A blanco ASD-voeding 1
35 —20 A geel ASD-voeding 2
36 —10 A rood Antiblokkeersysteem (ABS/ESP-module)
37 —10 A rood Motorregeling (PCM)/spoelen relais rad-ventilator
38 —10 A rood Airbagmodule/startvoeding
39 —10 A rood Stuurbekrachtigingsmodule/koppelingsrelais airco/spoelen
interieurverwarmingsrelais — alleen diesel
48 —10 A rood DTCM/SCR-module diesel — alleen diesel
49 —15 A blauw ASD-voeding 3
50 —15 A blauw ASD-voeding 4
51 —20 A geel Vacuümpomp
52 —— Reserve
53 —— Reserve
337
Aandrijving op alle wielen(AWD) . . . . . . . . . . . . . .245, 331
Aanhangergewicht . . . . . . . . . . .284
Aanhangwagen trekken . . . . . . . .281
Aanvullend veiligheidssysteem - Airbag . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
ABS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .250
ABS-lampje . . . . . . . . . . . . . . . .188
ABS, waarschuwingslampje . . . . .188
Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .318
Accu, locatie . . . . . . . . . . . . . . . . .318
van afstandsbediening
vervangen . . . . . . . . . . . . . . .20
Achteras (differentieel) . . . . . . . .331
Achtermistlamp . . . . . . . . . . . . .130
Achtermistlampen . . . . . . . . . . .130
Achterruitontdooier . . . . . . . . . .175
Achterruitverwarming . . . . . . . . .175
Achterruitvoorzieningen . . . . . . .175
Adaptieve cruisecontrol (ACC) (cruisecontrol) . . . . . . . . . . . .142
Additieven, brandstof . . . . . . . . .279
Afstandsbediening autoradio . . . .213
Afstandsbediening kofferklep . . . . .29
Afvoeren,antivries (motorkoelvloeistof)
. .326
motorolie . . . . . . . . . . . . . . .317
Airbag . . . . . . . . . . . . . . . . .41, 49 Airbag, activering
. . . . . . . . . . . . .50
Airbaglampje . . . . . .47, 51, 64, 187
Airbagonderhoud . . . . . . . . . . . . .51
Airbag, raam (zijgordijn) . .43, 46, 49
Airbag, zij- . . . . . . . . .43, 46, 48, 49
Airco, filter . . . . . . . . . . . .221, 320
Airco, koelmiddel . . . . . . . .319, 320
Airco, onderhoud . . . . . . . . . . . .319
Aircosysteem . . . . . . . . . . .219, 319
Alarmknipperlichten . . . . . . . . . .295
Alarmlampje . . . . . . . . . . . . . . .188
Alarmlichten . . . . . . . . . . . . . . .188
Alarmsysteem (beveiliging) . . .15, 16
Algemeen onderhoud . . . . . . . . .315
Algemene informatie . . . .15, 21, 104
Antiblokkeersysteem (ABS) . . . . . . . . . . . . . .250, 252
Anti-ongevalsysteem FCW (Forward Collision Warning) . . . . . .154, 193
Antivries (motorkoelvloeistof) . . . . .325, 346
Antivries (motorkoelvloeistof), afvoeren . . . . . . . . . . . . . . .326
Asolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .348
Assmeermiddel (asolie) . . . . . . . .348
Audiosysteem Kicker . . . . . . . . . . . . . . . . .212
Audiosysteem Kicker . . . . . . . . . .212 Automatisch controlelampje Olie
verversen . . . . . . . . . . . . . . . .195
Automatische koplampen . . . . . . .127
Automatische portiervergrendelingen . . . . .22, 23
Automatische temperatuurregeling (ATC) . . . . . . . . . . . . . . . . . .219
Automatische versnellingsbak . . .233,
238, 329, 331
Automatische versnellingsbak,
Autostick . . . . . . . . . . . . . . .243
schakelgroepen . . . . . . . . . . .234
soort vloeistof . . . . . . . .329, 348
speciale additieven . . . . . . . .329
vloeistof bijvullen . . . . . .331, 348
vloeistof en filter vervangen . .331
vloeistofpeil controleren . . . . .330
vloeistof verversen . . . . . . . . .331
Automatische versnellingsbak, noodloopmodus . . . . . . . . . . .237
Automatisch ontgrendelen, portieren . . . . . . . . . . . . . . . . .23
Autostick . . . . . . . . . . . . . . . . .243
Bagageruimte . . . . . . . . . . . . . .175
Bagageruimte, voorzieningen . . . .175
Banden . . . . . . . . . . . . . . . .65, 265
Banden, algemene informatie . . . . . . .265
362
slepen. . . . . . . . . . . . . . . . .308
starten met startkabels . . . . . .302
vastgelopen voertuig
vrijmaken . . . . . . . . . . . . . .304waarschuwingsknipperlichten
. .295
Noodontgrendeling kofferdeksel . . .30
Octaangehalte, benzine (brandstof) . . . . . . . . . . .277, 346
Oliefilter, keuze . . . . . . . . . . . . .318
Olie, motor . . . . . . . . . . . .316, 346
Onderhoud, algemeen . . . . . . . . .315
Onderhoudsprocedures . . . . . . . .315
Onderhoudsschema . . . . . . .354, 357
Onderhoudsvrije accu . . . . . . . . .318
Onderhoud van de wielen en velgen . . . . . . . . . . . . . . . . . .333
Onderhoud van zonnedak . . . . . .165
Onderhoud, zonnedak . . . . . . . . .165
Ontgrendeling van de bagageruimte . . . . . . . . . . . . . .29
Ontwarringsprocedure, autogordel . . . . . . . . . . . . . . . .35
Ontwasemen . . . . . . . . . . . . . . .221
Opbergruimte . . . . . . . . . . . . . .342
Opname, gebeurtenisgegevens . . . .52
Opslag van het voertuig . . . .220, 342
Overdrive . . . . . . . . . . . . . . . . .242 Overdrive OFF, schakelaar
. . . . . .242
Oververhitting van de motor . . . . . . . . . . . . . .189, 295
Parkeerhulp achter . . . . . . . . . . .155
Passagiersbeveiliging . . . . . . . . . .30
Pedalen, verstelbaar . . . . . . . . . .139
Peilstokken, (motor)olie . . . . . . . . . . . . . .316
Portierontgrendeling met afstandsbediening . . . . . . . . . . .18
Portiersloten . . . . . . . . . . . . . . . .21
Portiersloten, automatisch . . . . . . .22
Programmeerzenders (afstandsbedie- ning portiervergrendeling) . . . . .18
Radiaalbanden . . . . . . . . . . . . . .267
Radiatorvuldop (koelvloeistofdop) . . . . . . . . . .326
Radio, afstandsbediening . . . . . . .213
Radio (geluidssystemen) . . . . . . .212
Ramen, elektrisch bediend . . . . . . . . . .26
Reinigen van glasoppervlakken . . .334
Reiniging, ruitenwisserbladen . . . . . . . .321
wielen . . . . . . . . . . . . . . . . .333
Rembekrachtiging . . . . . . . . . . .252
Remmen . . . . . . . . . . . . . . . . . .327 Rem, parkeer-
. . . . . . . . . . . . . .249
Remregelsysteem, elektronisch . . .252
Remsysteem . . . . . . . . . . . . . . .327
Remsysteem, antiblokkeersysteem (ABS) . . .250
handrem . . . . . . . . . . . . . . .249
hoofdremcilinder . . . . . . . . . .328
remvloeistofpeil
controleren . . . . . . . . . .328, 348
waarschuwingslampje . . . . . .187
Remvloeistof . . . . . . . . . . . . . . .348
Reserveonderdelen . . . . . . . . . . .315
Reservewiel . . . . . . . . . . . .267, 268
Resetten controlelampje olie verversen . . . . . . . . . . . .184, 195
Richtingaanwijzers . . . .65, 131, 184
Rijden, door stromend, opkomend, of
ondiep stilstaand water . . . . .247
Rijden bij lage temperaturen . . . .228
Rijden met caravan . . . . . . . . . . .292
Rotatie, banden . . . . . . . . . . . . .272
Ruitensproeier, reservoir vullen . . . . . . . . . . .322
Ruitensproeiers . . . . . . . . . .133, 134
Ruitensproeiers voorruit . . . .134, 322
Ruitenwisserbladen . . . . . . . . . . .321
Ruitenwisserinterval . . . . . . . . . .134
Ruitenwissers, intervalschakeling
. .134
367