Verlichte make-upspiegelsDe verlichte make-upspiegels zijn bereikbaar
wanneer u de zonnekleppen omlaagklapt.
Til de kap op om de spiegel zichtbaar te maken.
Het lampje gaat automatisch branden.
Zonneklepverlengstuk — indien
aanwezig
Met deze uitrusting kan de zonneklep worden
verlengd door het verlengstuk uit te trekken.
Uconnect® Phone — INDIEN
AANWEZIG
OPMERKING:
Raadpleeg het gedeelte over Uconnect®
Phone in de gebruikershandleiding van het
navigatiesysteem of de multimediaradio (af-
zonderlijk boekje) voor meer informatie over
Uconnect® Phone met navigatie of multime-
diaradio.
Uconnect® Phone is een via spraak te active-
ren, handsfree communicatiesysteem voor in
de auto. Met Uconnect® Phone kunt u een
nummer kiezen op uw mobiele telefoon* met
behulp van eenvoudige gesproken opdrachten
(zoals"Call"(bel)…"Jan"…"Work" (werk) of
"Dial" (kies) …"012 34 56 78"). Het geluid van
de mobiele telefoon wordt doorgegeven via het
audiosysteem van de auto en het systeem
dempt automatisch de radio wanneer
Uconnect® Phone wordt gebruikt.
Met Uconnect® Phone kunt u tijdens het in- of
uitstappen gesprekken doorschakelen tussen
Uconnect® Phone en uw mobiele telefoon, ter- wijl u ook de microfoon van het Uconnect®
systeem kunt uitschakelen wanneer u een pri-
végesprek wilt voeren.
Uconnect® Phone wordt aangestuurd via het
Bluetooth® Handsfree-profiel van uw mobiele
telefoon. Uconnect® Phone is voorzien van
Bluetooth® technologie, de wereldwijde stan-
daard waarmee verschillende elektronische ap-
paraten zonder draden of docking station aan
elkaar kunnen worden gekoppeld. Uconnect®
Phone werkt dan ook ongeacht de plaats waar
uw mobiele telefoon zich bevindt (handtas, zak
of aktetas), op voorwaarde dat uw telefoon is
ingeschakeld en aan Uconnect® Phone van de
auto is gekoppeld. Met Uconnect® Phone kun-
nen maximaal zeven mobiele telefoons op het
systeem worden aangesloten. Met Uconnect®
Phone kan slechts één aangesloten (of gekop-
pelde) mobiele telefoon tegelijk worden ge-
bruikt. Uconnect® Phone is verkrijgbaar in de
talen Engels, Nederlands, Frans, Duits, Itali-
aans of Spaans (zoals aanwezig).
Verlichte make-upspiegel
77
WAARSCHUWING!
Elk spraakgestuurd systeem mag alleen
worden gebruikt als de rijomstandigheden dit
toelaten en het gebruik in overeenstemming
is met de verkeersregels. Uw aandacht moet
gericht zijn op het veilig besturen van de
auto. Anders bestaat er een risico op een
ongeluk en ernstig of zelfs dodelijk letsel.
Uconnect® Phone toets De bedieningselementen op de ra-
dio of op het stuurwiel (indien aan-
wezig) bestaan uit twee bedie-
ningstoetsen (de toets Uconnect®
Phone
en de toets Voice Com-
mand) voor toegang tot het systeem.
Wanneer u op de toets drukt, hoort u het woord
Uconnect® en vervolgens een pieptoon. De
pieptoon is het teken dat u een opdracht kunt
geven. Voice Command-toets
De plaats van de toets kan afhan-
kelijk van de radio verschillen. De
afzonderlijke toetsen worden be-
schreven in het hoofdstuk "Bedie-
ning".
Uconnect® Phone kan worden gebruikt in com-
binatie met mobiele telefoons met Bluetooth®
Handsfree-profiel. Het is mogelijk dat sommige
telefoons niet alle functies van Uconnect®
Phone ondersteunen. Raadpleeg de leveran-
cier van uw mobiele telefoon of de telefoonfa-
brikant voor nadere bijzonderheden.
Uconnect® Phone is volledig geïntegreerd in
het audiosysteem van de auto. De geluids-
sterkte van Uconnect® Phone kan worden in-
gesteld met de volumeregelaar van de radio of,
indien aanwezig, via de radiotoetsen op het
stuurwiel.
Het radioscherm wordt gebruikt voor visuele
meldingen van Uconnect® Phone, zoals
"CELL" (GSM) of beller-ID bij bepaalde radio’s.
Compatibele telefoons* Voor het gebruik van Uconnect® Phone is
een mobiele telefoon met Bluetooth®
Handsfree-profiel, versie 1.0 of hoger ver-
eist.Raadpleeg de Uconnect® website voor
een overzicht van de compatibele telefoons.
• www.UconnectPhone.com
Navigeer door de volgende menu’s om de lijst
met compatibele telefoons op te vragen:
• Selecteer het bouwjaar van uw auto
• Selecteer het voertuigtype
• Selecteer compatibele telefoons onder de
tab Beginnen.
BedieningU kunt gesproken opdrachten gebruiken om
Uconnect® Phone te bedienen en door de
menu’s van Uconnect® Phone te navigeren. Na
de meeste prompts van Uconnect® Phone zijn
gesproken opdrachten nodig. U wordt gevraagd
een specifieke opdracht uit te spreken, waarnu
u door de beschikbare opties wordt geleid.
78
•Voordat u een gesproken opdracht geeft,
moet u wachten op de pieptoon, die volgt op
de prompt "Ready"(Gereed) of op een an-
dere prompt.
• Voor bepaalde bewerkingen kunnen samen-
gestelde opdrachten worden gebruikt. U kunt
bijvoorbeeld in plaats van "Setup"(instellen)
en daarna "Pair a Device" (apparaat koppe-
len) ook de volgende samengestelde op-
dracht geven: "Pair a Bluetooth® Device"
(Bluetooth® apparaat koppelen).
• In de beschrijvingen van de functies in dit
hoofdstuk wordt alleen de samengestelde
vorm van de gesproken opdracht vermeld. U
kunt de opdrachten ook in delen splitsen en
elk onderdeel van de opdracht afzonderlijk
zeggen, indien dat wordt gevraagd. U kunt
bijvoorbeeld de samengestelde opdracht
"Phonebook New Entry" (Telefoonboek
nieuwe invoer) geven, maar u kunt deze
opdracht ook opsplitsen in de twee gespro-
ken opdrachten "Phonebook"(Telefoonboek)
en "New Entry" (Nieuwe invoer). Denk eraan
dat Uconnect® Phone het beste werkt wan- neer u op een normale toon spreekt, alsof u
tegen iemand praat die enkele meters van u
vandaan zit.
Structuur gesproken opdrachten
Raadpleeg "Structuur gesproken opdrachten"
in dit hoofdstuk.
Opdracht Help
Als u hulp nodig hebt bij een prompt of als u wilt
weten wat de mogelijkheden zijn bij een be-
paalde prompt, zegt u na de pieptoon "Help".
Uconnect® Phone geeft alle opties voor de
prompt weer wanneer u om hulp vraagt.
Als u Uconnect® Phone na uitschakeling op-
nieuw wilt activeren, drukt u op de toets
en
volgt u de gesproken aanwijzingen. Alle sessies
met Uconnect® Phone beginnen met het druk-
ken op de toets
, die zich bij de bedienings-
elementen op de radio bevindt.
Opdracht Cancel(annuleer)
Bij elke prompt kunt u na de pieptoon "Cancel"
(annuleer) zeggen, waarna u terugkeert naar
het hoofdmenu. In een sommige gevallen
brengt het systeem u echter terug naar het
vorige menu. Uconnect® Phone koppelen aan
(aansluiten op) een mobiele telefoon
Voordat u Uconnect® Phone kunt gebruiken,
dient u een koppeling tot stand te brengen met
uw compatibele, met Bluetooth® uitgeruste mo-
biele telefoon (raadpleeg de paragraaf
"Compa-
tibele telefoons" voor informatie over het type
telefoon).
Om de koppeling tot stand te brengen, dient u
de gebruikshandleiding van uw mobiele tele-
foon te raadplegen. De Uconnect® website
biedt mogelijk ook gedetailleerde aanwijzingen
voor het koppelen van uw telefoon.
Hieronder volgen algemene aanwijzingen voor
het koppelen van een telefoon aan Uconnect®
Phone:
• Druk op de toetsom te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Setup Phone
Pairing" (Telefoonkoppeling instellen).
• Na de prompt en de pieptoon zegt u "Pair a
Phone" (Telefoon koppelen) en volgt u de
gesproken aanwijzingen.
79
•Er wordt u gevraagd een pincode van vier
cijfers in te spreken, die u later nodig zult
hebben voor toegang tot uw mobiele tele-
foon. U kunt een willekeurige pincode van
vier cijfers invoeren. U hoeft deze pincode
niet te onthouden na de eerste koppeling.
• Om identificatie mogelijk te maken, wordt u
gevraagd op Uconnect® Phone een naam
voor uw mobiele telefoon in te voeren. Voer
voor elke gekoppelde mobiele telefoon een
unieke telefoonnaam in.
•
Vervolgens wordt u gevraagd uw mobiele tele-
foon een prioriteitsnummer tussen 1 en 7 te
geven, waarbij 1 de hoogste prioriteit is. U kunt
maximaal zeven mobiele telefoons aan
Uconnect® Phone koppelen. Er kan echter
slechts één aangesloten mobiele telefoon te-
gelijk worden gebruikt met het Uconnect® sys-
teem. Het prioriteitssysteem laat Uconnect®
Phone weten welke mobiele telefoon moet
worden gebruikt als er meerdere mobiele tele-
foons in de auto aanwezig zijn. Als er bijvoor-
beeld twee telefoons, één met prioriteit 3 en
één met prioriteit 5, in de auto aanwezig zijn,
gebruikt Uconnect® Phone de mobiele tele-
foon met prioriteit 3 om te bellen. U kunt op elk gewenst ogenblik een mobiele telefoon met
een lagere prioriteit gebruiken (raadpleeg
"Ge-
avanceerde telefoonverbindingen ").
Kiezen door het nummer uit te spreken
•Druk op de toets
om te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Dial"(kies).
• Het systeem vraagt u vervolgens het ge-
wenste nummer in te spreken.
• U kunt bijvoorbeeld zeggen: "012 34 56 78".
• Uconnect® Phone zal dan het telefoonnum-
mer bevestigen en vervolgens het nummer
kiezen. Het nummer verschijnt bij bepaalde
radio’s in het display.
Bellen door een naam uit te spreken
• Druk op de toets
om te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Call"(bel).
• Het systeem vraagt u vervolgens de naam
van de persoon in te spreken die u wilt
bellen. •
Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u de naam van de
persoon die u wilt bellen. U kunt bijvoorbeeld
"Jan Jansen" zeggen, waarbij Jan Jansen
een eerder opgeslagen naam is in
Uconnect® telefoonboek of in het gedown-
loade telefoonboek. Raadpleeg "Namen toe-
voegen aan uw Uconnect® telefoonboek"
om te leren hoe u een naam opslaat in het
telefoonboek.
• Uconnect® Phone bevestigt de naam en
kiest vervolgens het bijbehorende telefoon-
nummer, dat bij sommige radio’s mogelijk
ook op het display wordt weergegeven.
Telefoonboek downloaden — telefoonboek
van mobiele telefoon automatisch
overbrengen
Uconnect® Phone downloadt automatisch de
namen (in tekstvorm) en telefoonnummers uit
het telefoonboek van uw mobiele telefoon, in-
dien deze aanwezig zijn en de mobiele telefoon
deze functie ondersteunt. Deze functie is mo-
gelijk met bepaalde mobiele telefoons met
Bluetooth®, die PBAP (Phone Book Access
80
Profile)ondersteunen. Raadpleeg de Uconnect®
website voor een overzicht van de compatibele
telefoons.
• Als u een naam uit het gedownloade tele-
foonboek (of uit het Uconnect® telefoon-
boek) wilt bellen, volgt u de procedure in het
gedeelte "Bellen door een naam uit te spre-
ken".
• Indien ondersteund, wordt het automatisch
downloaden en bijwerken gestart zodra de
draadloze Bluetooth® koppeling tussen de
mobiele telefoon en Uconnect® Phone tot
stand is gebracht. Bijvoorbeeld direct nadat u
de auto hebt gestart.
• Elke keer wanneer een telefoon wordt ver-
bonden met Uconnect® Phone, worden er
maximaal 1000 items per telefoon gedown-
load en bijgewerkt.
• Afhankelijk van het maximum aantal ge-
downloade gegevens, kan er een korte ver-
traging optreden voordat de laatste gedown-
loade namen kunnen worden gebruikt. Tot
dat moment is het eerder gedownloade tele-
foonboek, indien aanwezig, voor gebruik
beschikbaar. •
Alleen het telefoonboek van de op dat mo-
ment gekoppelde mobiele telefoon is
toegankelijk.
• Alleen het telefoonboek van de mobiele tele-
foon wordt gedownload. Het telefoonboek op
de SIM-kaart maakt geen deel uit van het
telefoonboek van de mobiele telefoon, tenzij
het telefoonboek van de telefoon minder dan
20 vermeldingen bevat.
• Dit gedownloade telefoonboek kan niet wor-
den gewijzigd of verwijderd op Uconnect®
Phone. Dit telefoonboek kan uitsluitend wor-
den gewijzigd op de mobiele telefoon. De
eerstvolgende keer dat de mobiele telefoon
wordt gekoppeld, worden de wijzigingen
overgebracht en de gegevens op Uconnect®
Phone bijgewerkt.
Namen toevoegen aan uw Uconnect®
telefoonboek
OPMERKING:
Het wordt afgeraden namen aan het
Uconnect® telefoonboek toe te voegen tij-
dens het rijden.
• Druk op de toets
om te beginnen. •
Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Phonebook
New Entry" (Telefoonboek nieuwe invoer).
• Na de prompt zegt u de naam van de nieuwe
invoer. Het is raadzaam lange, niet-afgekorte
namen te gebruiken, omdat hierdoor de
spraakherkenning wordt vergemakkelijkt.
Zeg bijvoorbeeld "Robert Smit"of"Robert" in
plaats van "Rob".
• Na de prompt voert u de aanduiding van het
nummer in (bijvoorbeeld "Home"(Thuis),
"Work" (Werk), "Mobile" (Mobiel) of "Other"
(Overig)). Op die manier kunt u naar wens
verschillende nummers voor een persoon in
het telefoonboek opslaan.
• Na de prompt spreekt u het telefoonnummer
in dat u aan het telefoonboek wilt toevoegen.
Nadat u een naam of nummer aan het telefoon-
boek heeft toegevoegd, heeft u de mogelijkheid
om hier nog meer telefoonnummers aan toe te
voegen of naar het hoofdmenu terug te keren.
Uconnect® Phone biedt u de mogelijkheid
maximaal 32 namen aan het telefoonboek toe
te voegen, waarbij aan iedere naam maximaal 81
van een geautomatiseerde klantenservice te
navigeren of om een nummer achter te laten op
een pieper.
U kunt ook de opgeslagen vermeldingen uit het
Uconnect® telefoonboek verzenden als tonen,
zodat u snel en gemakkelijk toegang krijgt tot
voicemail en pagers. Om deze functie te gebrui-
ken, kiest u het nummer dat u wilt bellen, drukt
u vervolgens op de toets
en zegt u"Send"
(Verzend). Het systeem vraagt u de naam of het
nummer in te voeren en de naam van de
telefoonboekvermelding uit te spreken die u wilt
zenden. Uconnect® Phone zal vervolgens het
telefoonnummer dat aan deze vermelding is
gekoppeld via de telefoon verzenden als tonen.
OPMERKING:
• Het is mogelijk dat u vanwege de netwerk-
configuratie van de mobiele telefoon niet
alle tonen kunt horen. Dit is echter nor-
maal.
• Sommige leveranciers van pieper- en
voicemaildiensten hebben een uitscha-
keltijd die te kort is, waardoor deze func-
tie niet bruikbaar is. Onderbreken — prompts negeren
De toets Voice Command-toets kan worden
gebruikt als u een deel van een prompt wilt
overslaan en de gesproken opdracht onmiddel-
lijk wilt geven. Als bijvoorbeeld de prompt
"Would you like to pair a phone, clear a...,
"(Wilt
u een telefoon koppelen, annule…,) klinkt, kunt
u de toets
indrukken en zeggen "Pair a
Phone" (Een telefoon koppelen) om die optie te
selecteren zonder dat u naar de rest van de
prompt hoeft te luisteren.
Controlevragen in- of uitschakelen
Als u de controlevragen uitschakelt, vraagt het
systeem u niet langer uw keuzes te bevestigen
(Uconnect® Phone zal bijvoorbeeld het tele-
foonnummer niet herhalen voordat het wordt
gekozen).
• Druk op de toets
om te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u:
• "Setup Confirmations Prompts On "(Instel-
len Controlevragen Aan)
• "Setup Confirmations Prompts Off" (Instel-
len Controlevragen Uit) Indicatoren voor telefoon- en
netwerkstatus
Uconnect® Phone meldt de status van uw
telefoon en netwerk wanneer u probeert een
oproep tot stand te brengen via Uconnect®,
indien uw mobiele telefoon, de radio en/of een
display van hoge kwaliteit, zoals het instrumen-
tenpaneel, deze functie ondersteunen. De sta-
tus wordt aangeduid voor de signaalsterkte van
het netwerk, de status van de telefoonaccu, etc.
Kiezen via de toetsen van de mobiele
telefoon
U kunt via uw mobiele telefoon een nummer
kiezen en tegelijkertijd Uconnect® Phone ge-
bruiken (wanneer u de toetsen van de mobiele
telefoon gebruikt, moet u echter voorzichtig te
werk gaan en zorgen dat u de veiligheid niet in
gevaar brengt). Als u een nummer kiest via de
gekoppelde mobiele Bluetooth® telefoon, wordt
het geluid hoorbaar via het audiosysteem van
uw auto. Uconnect® Phone werkt op dezelfde
wijze als wanneer u het nummer kiest via een
gesproken opdracht.
87
OPMERKING:
Sommige merken mobiele telefoons verzen-
den de kiestoon niet naar Uconnect® Phone.
In dat geval zult u de kiestoon dus niet
horen. De gebruiker heeft dan, ook als het
nummer goed gekozen is, wellicht het ge-
voel dat er geen verbinding is, terwijl deze in
feite al tot stand is gebracht. Zodra de op-
roep wordt beantwoord, hoort u het geluid.
Geluid uit/geluid aan
Wanneer u het geluid van Uconnect® Phone
uitschakelt, kunt u nog steeds horen wat uw
gesprekspartner zegt, maar deze kan u niet
horen. Geluid van Uconnect® Phone uitschake-
len:
•Druk op de toets
.
• Na de pieptoon zegt u: "Mute"(Geluid uit).
Geluid van Uconnect® Phone weer inschake-
len:
• Druk op de toets
.
• Na de pieptoon zegt u: "Mute off"(Geluid
aan).
Geavanceerde telefoonverbindingen
Telefoongesprek doorschakelen van en
naar een mobiele telefoon
Met Uconnect® Phone kunt u actieve gesprek-
ken doorschakelen van uw mobiele telefoon
naar Uconnect® Phone, zonder het gesprek te
beëindigen. Als u een actief gesprek wilt door-
schakelen van de aan Uconnect® gekoppelde
mobiele telefoon naar Uconnect® Phone of
omgekeerd, drukt u op de toets
en zegt u
"Transfer Call" (Gesprek doorschakelen).
De verbinding tussen Uconnect® Phone en
de mobiele telefoon tot stand brengen of
verbreken
Uw mobiele telefoon kan aan veel verschillende
apparaten worden gekoppeld, maar kan met
slechts één elektronisch apparaat tegelijk actief
zijn "verbonden".
Als u de Bluetooth® verbinding tussen een aan
Uconnect® gekoppelde mobiele telefoon en het
Uconnect® Phone systeem tot stand wilt
brengen of verbreken, volg dan de aanwijzin-
gen in de handleiding van uw mobiele telefoon. Namen van gekoppelde mobiele telefoons
weergeven
•
Druk op de toets
om te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Setup Phone
Pairing" (Telefoonkoppeling instellen).
• Na de prompt zegt u "List Phones"(Tele-
foons weergeven).
• Uconnect® Phone geeft vervolgens de na-
men van alle gekoppelde mobiele telefoons
weer, op volgorde van hoogste naar laagste
prioriteit. Als u een gekoppelde telefoon die
wordt aangekondigd, wilt selecteren of ver-
wijderen, drukt u op de toets
en zegt u
"Select" (selecteren) of "Delete"(verwijde-
ren). Lees ook de twee volgende paragrafen
voor informatie over een alternatieve manier
om een gekoppelde telefoon te selecteren of
te verwijderen.
Een andere mobiele telefoon selecteren
Met deze functie kunt u een andere aan
Uconnect® Phone gekoppelde telefoon selec-
teren en in gebruik nemen.
• Druk op de toets
om te beginnen.
88
11. Tot over een kwartier
12. Ik ben onderweg
13. Ik kom later
14. Ben je er al?
15. Waar spreken we af?
16. Kan dit wachten?
17. Tot later
18. Wanneer kunnen we elkaar ontmoeten
19. Stuur me het telefoonnummer
20. Begin zonder mijAankondiging van inkomende tekstberich-
ten in-/uitschakelen
Als u de aankondiging van inkomende tekstbe-
richten uitschakelt, zal het systeem geen mel-
ding geven wanneer een nieuw bericht binnen-
komt.
•
Druk op de toets
.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Setup, Inco-
ming Message Announcement "(Instellen,
waarschuwing inkomend bericht). Vervol-
gens krijgt u de mogelijkheid deze instelling
te wijzigen. Communicatieverbinding Bluetooth®
De verbinding tussen mobiele telefoons en
Uconnect® Phone kan soms worden verbro-
ken. Als dit gebeurt, kunt u de verbinding ge-
woonlijk opnieuw tot stand brengen door de
mobiele telefoon in en uit te schakelen. Het is
raadzaam op uw mobiele telefoon de stand
Bluetooth® AAN ingeschakeld te laten.
Inschakelen
Nadat u de contactsleutel van de stand OFF
naar de stand ON of ACC heeft gedraaid of na
een verandering van taal, moet u ten minste
vijftien seconden wachten voordat u het sys-
teem kunt gebruiken.
92