137
PERIODIEKE
CONTROLES
Elke 1.000 km of vóór een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
– niveau motorkoelvloeistof;
– remvloeistofniveau;
– vloeistofniveau ruitensproeier;
– conditie en spanning banden;
– werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, etc.);
– werking ruitenwissers/-sproeiers
en stand/slijtage wisserbladen
voor/achter;
Elke 3.000 km controleren en
eventueel bijvullen: motorolieniveau.
Het gebruik van PETRONAS
LUBRICANTS producten wordt
aanbevolen, omdat deze speciaal
voor Fiat auto’s zijn ontworpen en
geproduceerd (zie tabel “Inhouden”
in het hoofdstuk “Technische
gegevens”).
ZWAAR GEBRUIK VAN
DE AUTO
Als vooral een intensief gebruik van
het voertuig wordt gemaakt, zoals:
– het trekken van aanhangers of
caravans;
– het rijden op stoffige wegen;
– talrijke korte ritten (minder dan
7-8 km) en bij buitentemperaturen
onder het vriespunt;
– vaak lang stationair draaiende
motor of lange afstanden bij lage
snelheden of als de auto lang niet
wordt gebruikt;
dan moeten de volgende controles
vaker worden uitgevoerd dan is
aangegeven in het Geprogrammeerd
onderhoudsschema:
– remblokken van schijfremmen
voor op conditie en slijtage
controleren;
– slot van motorkap en achterklep
op aanwezigheid van vuil
controleren, schoonmaken en
mechanismen smeren;– visueel de toestand controleren
van: motor, versnellingsbak,
aandrijving, leidingen, pijpen en
slangen (uitlaat - brandstoftoevoer
- remmen) rubber delen
(stofkappen, hoezen, bussen enz.);
– laadtoestand accu en niveau
accuvloeistof (elektrolyt)
controleren;
– conditie van aandrijfriemen
hulporganen visueel controleren;
– motorolie en oliefilter
controleren en zo nodig
vervangen;
– pollenfilter controleren en zo
nodig vervangen;
– luchtfilter controleren en
eventueel vervangen.
133-154 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:31 Pagina 137
146
NUTTIG ADVIES OM DE
LEVENSDUUR VAN DE ACCU
TE VERLENGEN
Neem de volgende aanwijzingen in
acht om het snel ontladen van de
accu te voorkomen en de
levensduur te verlengen:
– wanneer het voertuig wordt
geparkeerd, controleer dan of de
portieren, de motorkap en de
achterklep goed gesloten zijn.
Hiermee wordt voorkomen dat
de interieurverlichting blijft
branden;
– schakel de interieurverlichting uit:
het voertuig is in ieder geval
uitgerust met een systeem voor
automatische uitschakeling van de
interieurverlichting;
– houd accessoires (bijv. autoradio,
alarmknipperlichten, etc.) niet te
lang ingeschakeld wanneer de
motor is uitgezet;
– maak voordat werkzaamheden aan
de elektrische installatie worden
uitgevoerd, de kabel van de
minpool op de accu los;
– trek de accuklemmen stevig aan.BELANGRIJK Als het ladingsniveau
gedurende langere tijd onder 50%
blijft, raakt de accu door sulfatering
beschadigd. Hierdoor verminderen
de capaciteit en het startvermogen.
De accu is in dit geval ook gevoeliger
voor bevriezing (dit kan reeds bij
temperaturen van
–10°C gebeuren).
Als de auto langere tijd niet gebruikt
wordt, zie dan “Langdurige stilstand
van de auto” in het hoofdstuk
“Correct gebruik van de auto”.Als men na aanschaf van het voertuig
accessoires wil monteren die
constante elektrische voeding nodig
hebben (diefstalalarm, enz.) of veel
stroom verbruiken, dient men
contact op te nemen met het
gespecialiseerde personeel van het
Fiat Servicenetwerk. Zij kunnen het
totale stroomverbruik beoordelen
en controleren of de elektrische
installatie hierop berekend is en of
het noodzakelijk is een accu met een
grotere capaciteit te monteren.
Er zijn namelijk ook apparaten die bij
afgezette motor stroom blijven
verbruiken en op deze manier de
accu ontladen.
133-154 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:31 Pagina 146
147
ABC
fig. 160
F0X0144m
WIELEN EN BANDEN
BANDENSPANNING
Controleer voor een lange reis en
elke twee weken de bandenspanning
van de banden en het
ruimtebesparend reservewiel. Deze
controle moet bij koude banden
worden uitgevoerd.
Het is normaal dat de spanning
tijdens het rijden toeneemt. Zie
voor de correcte bandenspanning de
paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”.Een verkeerde spanning veroorzaakt
abnormale slijtage van de banden
fig. 160:
A - Normale spanning: gelijkmatige
slijtage van het loopvlak.
B - Te lage spanning: overmatige
slijtage aan de zijkanten van het
loopvlak.
C - Te hoge spanning: overmatige
slijtage in het midden van het
loopvlak.Onthoud dat de
wegligging van het
voertuig in grote mate van een
juiste bandenspanning
afhankelijk is.
WAARSCHUWING
Als de spanning te laag
is, raakt de band
oververhit, met mogelijke
ernstige beschadiging tot
gevolg.
WAARSCHUWING
Banden moeten worden vervangen
wanneer de profieldiepte van het
loopvlak minder dan 1,6 mm bedraagt.
De wettelijke voorschriften van het
land waarin wordt gereden moeten
altijd worden nageleefd.
BELANGRIJK
Voorkom indien mogelijk bruusk
remmen en het optrekken met
spinnende wielen.
Vermijd botsingen tegen stoepranden,
kuilen of andere hindernissen. Lang
rijden op een slecht wegdek kan de
banden beschadigen.
Controleer de banden regelmatig op
scheuren in de wangen, oneffenheden
of onregelmatige slijtage op het
loopvlak. Neem zo nodig contact op
met het Fiat Servicenetwerk.
Rijd nooit met een te zwaar beladen
auto: dit kan ernstige beschadiging
van banden en velgen veroorzaken.
Stop onmiddellijk bij een lekke band
en verwissel het wiel om
beschadiging van de band, de velg, de
wielophanging en de stuurinrichting te
voorkomen.
133-154 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:31 Pagina 147
148
Banden verouderen, ook als ze weinig
gebruikt zijn. Scheurtjes in het loopvlak
en op de wangen betekenen dat de
band verouderd is. Laat de banden
door gespecialiseerd personeel
controleren als ze langer dan 6 jaar
onder de auto zijn gemonteerd zodat
ze kunnen bepalen of ze al dan niet
moeten worden vervangen. Vergeet
ook niet het reservewiel zorgvuldig te
laten controleren.
Monteer altijd nieuwe banden.
Vermijd banden waarvan de
herkomst dubieus is.
De Fiat Strada is voorzien van
tubeless banden. Monteer geen
binnenbanden in tubeless banden.
Bij de montage van een nieuwe band
moet ook een nieuw ventiel worden
voorzien.
Om een gelijkmatige slijtage van
voor- en achterbanden te
garanderen, wordt geadviseerd ze
elke 10-15 duizend kilometer van as
te verwisselen; houd de banden aan
dezelfde zijde van het voertuig
gemonteerd zodat de draairichting
niet wordt omgekeerd.RUBBER SLANGEN
Houd voor wat betreft de rubber
slangen van het rem- en
brandstofsysteem zorgvuldig het
“Geprogrammeerd
Onderhoudsschema” in dit
hoofdstuk aan. Ozon, hoge
temperaturen en een langdurig
gebrek aan vloeistof in het systeem
zorgen ervoor dat de slangen
uitdrogen en scheuren, met
mogelijke lekkage als gevolg. Daarom
zijn zorgvuldige controles
noodzakelijk.Verwissel de banden
niet kruiselings, door ze
van de rechterzijde naar de
linkerzijde en omgekeerd te
verplaatsen.
WAARSCHUWING
Voer geen
spuitwerkzaamheden
op de lichtmetalen wielvelgen
uit met temperaturen boven
150°C. De mechanische
kenmerken van de wielen
kunnen hierdoor veranderen.
WAARSCHUWING
133-154 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:31 Pagina 148
151
– toepassing van verzinkte
(of voorbehandelde) plaatdelen
met een hoge
corrosiebestendigheid;
– het aanbrengen van gespoten
wasproducten met een hoog
beschermend vermogen op de
onderzijde, in de motorruimte, in
de wielkuipen en andere
elementen;
– het aanbrengen van
kunststofmaterialen met een
beschermende functie op de meest
blootgestelde delen: onderzijde
portieren, binnenzijde spatborden,
randen enz.;
– toepassing van “open” holle
ruimtes om te voorkomen dat
condensvorming en vochtophoping
roest van binnenuit bevorderen.
CARROSSERIEGARANTIE
De auto bezit een garantie tegen
doorroesten, veroorzaakt door
corrosie, van alle originele structuur-
of carrosseriedelen.
Voor de algemene voorwaarden van
deze garantie wordt verwezen naar
het garantieboekje.TIPS VOOR HET BEHOUD
VAN DE CARROSSERIE
Lakwerk
De lak heeft behalve een esthetische
functie ook een beschermende
functie van het plaatwerk.
Werk beschadigingen van de laklaag,
zoals krassen en schuurplekken,
onmiddellijk bij om roestvorming te
voorkomen. Voor het bijwerken
mogen uitsluitend originele
lakproducten worden gebruikt (zie
“Plaatje met informatie over de
carrosserielak” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”).
Het normale onderhoud van de lak
beperkt zich tot het wassen van de
auto: de frequentie is afhankelijk van
het gebruik van de auto en van de
omgeving.
Zo is het bijvoorbeeld raadzaam de
auto vaker te wassen in gebieden
met sterke luchtverontreiniging of bij
het rijden over wegen met
strooizout.Ga als volgt te werk om het voertuig
correct te wassen:
– maak de carrosserie eerst nat met
een waterstraal onder lage druk;
– was de carrosserie met een zachte
spons met een lichte
zeepoplossing en spoel de spons
regelmatig uit;
– spoel goed af met schoon water
en droog met een luchtstraal of
een zeemleren lap.
Ga als volgt te werk om het voertuig
correct te wassen in een wastunnel:
– verwijder de antenne van het dak
om beschadiging ervan te
voorkomen;
– ga naar een wastunnel waar een
lichte zeepoplossing wordt
gebruikt;
– spoel goed af met schoon water
om zeepresten op de carrosserie
en de minder zichtbare delen te
verwijderen.
133-154 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:31 Pagina 151
152
De kunststof carrosseriedelen
moeten op dezelfde wijze als de rest
van het voertuig gewassen worden.
Parkeer het voertuig zo min mogelijk
onder bomen: de hars die uit de
bomen druppelt, maakt de lak mat
en vergroot de kans op
roestvorming.
BELANGRIJK Vogelpoep moet zo
snel en zo goed mogelijk verwijderd
worden, omdat hierin bijzonder
agressieve zuren aanwezig zijn.Ruiten
Gebruik specifieke
schoonmaakmiddelen voor ruiten.
Gebruik tevens schone doeken om
krassen en beschadigingen te
voorkomen.
Motorruimte
Spuit de motorruimte na het
winterseizoen zorgvuldig uit: hierbij
mag de waterstraal niet rechtstreeks
op de elektronische regeleenheden
en het kasje met zekeringen en relais
aan de linkerzijde van de
motorruimte (rijrichting) worden
gericht.
Laat deze werkzaamheden uitvoeren
door een gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten
van de motorruimte moet de
contactsleutel uitgenomen en de
motor koud zijn.
Controleer na het reinigen of de
verschillende beschermingen (bijv.
rubberen doppen en kappen) niet
verwijderd of beschadigd zijn.
Schoonmaakmiddelen
veroorzaken
waterverontreiniging.
Om die reden mag het voertuig
alleen gewassen worden op
plaatsen waar het afvalwater
opgevangen en gezuiverd wordt.
Sommige wastunnels
met ouderwetse borstels
en/of in slechte toestand
kunnen het lak beschadigen,
waardoor strepen kunnen
ontstaan die het lak dof/mat
kunnen doen uitslaan, vooral bij
donkere kleuren. Als dit gebeurt,
behandel de lak dan ietwat met
geschikte wasproducten.
Droog de minder zichtbare delen
(bijv. randen van portieren,
motorkap, koplampranden)
zorgvuldig, aangezien in deze zones
water makkelijker kan stagneren.
Laat het voertuig na het wassen een
tijdje buiten staan zodat waterresten
kunnen verdampen.
Was het voertuig nooit als hij in de
zon heeft gestaan of als de motorkap
nog warm is: de glans van de lak kan
afnemen.
133-154 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:31 Pagina 152
161
WIELEN
VELGEN EN BANDEN
Geperste stalen of lichtmetalen
velgen. Tubeless radiaalbanden.
Op het kentekenbewijs zijn tevens
alle goedgekeurde banden
aangegeven.
BELANGRIJK Als de gegevens in dit
instructieboekje afwijken van die van
het kentekenbewijs, moet men zich
uitsluitend aan de gegevens van het
kentekenbewijs houden.
Voor de rijveiligheid moeten alle
wielen zijn voorzien van banden van
hetzelfde merk en type.
BELANGRIJK Monteer geen
binnenbanden in tubeless banden.
21
3
fig. 167
F0X0151m
RESERVEWIEL
Geperst stalen velg.
Tubeless band, zoals de standaard
band.
WIELUITLIJNING
Toespoor voorwielen:
-1 ± 1 mm.Toespoor achterwielen:
0 ± 2 mm. De waarden hebben
betrekking op een rijklare autoVERKLARING VAN DE
BANDCODES fig. 167
Voorbeeld: 175/70 R 14 88T
175 = Nominale bandbreedte
(S, afstand in mm tussen
de flanken).
70 = Verhouding van de
bandhoogte/bandbreedte
(H/S) in %
R = Radiaalband.
14 = Doorsnede van de velg in
inches (Ø)
88 = Belastingsindex
(laadvermogen).
T = Snelheidscategorie.
155-184 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:30 Pagina 161
173
RICHTLIJNEN VOOR DE BEHANDELING VAN DE AUTO AAN HET EINDE VAN
DE LEVENSDUUR
Al jaren werkt Fiat hard aan de bescherming van het milieu door de doorlopende verbetering van de productieprocessen en de
ontwikkeling van producten die steeds milieuvriendelijker zijn.
Om de cliënten de best mogelijke service te garanderen in overeenstemming met de milieunormen en conform de verplichtingen
die voortvloeien uit de 2000/53/EU-richtlijn voor auto's die aan het einde van hun levensduur zijn, biedt Fiat aan haar cliënten de
mogelijkheid de eigen auto* aan het einde van zijn levensduur in te leveren zonder extra kosten.
De Europese richtlijn voorziet er namelijk in dat de auto kan worden ingeleverd zonder kosten voor de laatste houder en/of eige-
naar als de auto geen of een negatieve marktwaarde heeft.
In vrijwel alle landen van de EU konden tot 1 januari 2007 alleen auto's zonder kosten worden teruggegeven die vanaf 1 juli 2002 op
kenteken waren gezet; vanaf 2007 is het zonder kosten teruggeven van de auto niet meer afhankelijk van het jaar waarin de auto op
kenteken is gezet, “indien het betrokken voertuig voorzien is van de essentiële voertuigonderdelen, met name motor en carrosse-
rie, en geen afval bevat dat aan het afgedankte voertuig is toegevoegd”.
Voor de afgifte van uw auto aan het einde van zijn levensduur kunt u zich zonder aanvullende verplichtingen tot het Fiat
Servicenetwerk wenden of tot een van de inzamelings- en verwerkingsbedrijven die door Fiat zijn goedgekeurd.
Dergelijke bedrijven zijn zorgvuldig uitgekozen en bieden een kwaliteitservice voor de inzameling, de verwerking en het hergebruik
van onderdelen van buiten gebruik gestelde auto's met respect voor het milieu.
Voor informatie over de inzamelings- en verwerkingsbedrijven kunt u terecht bij het Fiat Servicenetwerk of bel het gratis nummer
00800 3428 0000 of raadpleeg de Fiat internetsite.
(*) Auto voor personenvervoer met maximaal negen zitplaatsen en een maximaal toelaatbaar gewicht van 3,5 t.
155-184 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:30 Pagina 173