Page 261 of 339
9.103
09MENUSTRUCTUUR DISPLAY
Wanneer u op de toets OK drukt, komt u in de verkorte menu's terecht,afhankelijk van de weergave op het scherm:
MONOCHROOM
DISPLAY C
aanzetten/uitzetten RDS
aanzetten/uitzetten modus REG
aanzetten/uitzetten radiotext
RADIO
aanzetten/uitzetten Intro
CD/MP3-CD
aanzetten/uitzetten herhalen tracks(de hele huidige CD voor CD, de hele
huidige map voor MP3-CD)
aanzetten/uitzetten random play (de hele huidige CD voor CD, de hele
huidige map voor MP3-CD)
aanzetten/uitzetten herhalen van tracks(van de map / artiest / genre / huidige afspeellijst)
USB
aanzetten/uitzetten random play (shuffl e)(van de map / artiest / genre / huidige afspeellijst)
1
1
1
1
1
1
1
1
Page 262 of 339
9.104
09
MONOCHROOM
DISPLAY C MENUSTRUCTUUR DISPLAY
AUDIOFUNCTIES
RDS-functie
inschakelen/uitschakelen
VOORKEUZE FM
REG-functi
e
inschakelen/uitschakelen
weer
gave radiotext (RDTXT)
inschakelen/uitschakelen
1
2
3
4
3
4
3
4
AFSPEELMOGELIJKHEDEN
RPT-functie
(CD herhalen)
inschakelen/uitschakelen
RDM-functie
(random)
inschakelen/uitschakelen
2
3
4
3
4
BOORDCOMPUTER
Afstand:xkm
INVOEREN AFSTAND TOT EINDBESTEMMING
Diagnose
LOGBOEK WAARSCHUWINGEN
Functies in- of uit
geschakeld
STATUS VAN DE FUNCTIES *
1
2
3
3
2
3
2
Door het indrukken van de toets MENU is de
volgende weergave mogelijk:
*
De parameters variëren afhankeli
jk van de auto.
Page 264 of 339

9.106
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAG ANTWOORDOPLOSSING
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussende verschillende geluidsbronnen(radio, CD...).
Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen (volume,bassen, hoge tonen, geluidssfeer, loudness) voor elke geluidsbronafzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een anderegeluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit hoorbaar zijn.
Controleer of de audio-instellingen (volume, bassen,hoge tonen, geluidssfeer, loudness) zijn afgestemd op de verschillende geluidsbronnen. Het israadzaam de AUDIO-functies (bassen, hoge tonen, balans V-A, balans L-R) in de middelste stand tezetten, de geluidssfeer "Geen" te selecteren en defunctie Loudness in de stand "Actief" te zetten als deCD-speler is geselecteerd en in de stand "Inactief" tezetten als de radio is geselecteerd.
De CD wordt steeds uitgeworpen of kan niet worden afgespeeld door de CD-speler.
De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden gelezen,bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de autoradio wordt herkend.
- Controleer of de CD met de juiste zijde boven in de speler is geplaatst.
- Controleer de staat van de CD: de CD kan niet worden gelezen als deze te veel is beschadigd.
- Controleer de inhoud van de CD als deze zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk Audio.
- De CD-speler van de autoradio kan geen DVD's afspelen.
- De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD's is onvoldoende om deze door de autoradio telaten afspelen.
Op het display wordt demelding "Storing USB-randapparatuur" weergegeven.
De Bluetooth-verbinding wordt onderbroken.
De batterijspanning van de randapparatuur is misschien te laag. Laad de batterij van de randapparatuur op.
De USB-stick wordt niet herkend.
De stick is misschien defect.
Formateer de stick opnieuw.
De CD-speler levert een slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit.
Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, geluidssfeer) zijn niet op de CD-speler afgestemd.
Zet het niveau van de bassen of de hoge tonenop 0, zonder een geluidssfeer te selecteren.
Page 265 of 339

9.107
VRAAG ANTWOORD
OPLOSSING
De voorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geengeluid, 87,5 Mhz wordtweergegeven...).g
Het verkeerde golfbereik is geselecteerd.
Druk op de toets BAND AST om het golfbereik (AM, FM1, FM2, FMAST) terug te vinden waarin de voorkeuzezenders zijn opgeslagen.
De functie TA (verkeersinformatie) isingeschakeld, maar ik krijggeen verkeersinformatie g
te horen.
De geselecteerde radiozender maakt geen deel uit van het regionale netwerk van zenders die verkeersinformatie uitzenden.
Stem af op een zender die wel verkeersinformatie uitzendt.
De ontvangstkwaliteitvan de beluisterderadiozender neemtgeleidelijk af of devoorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geengeluid, 87,5 Mhz wordtweergegeven...).
De auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde radiostationof er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de auto zich bevindt. Activeer de functie RDS om het systeem te laten controleren of er een sterkere zender in het gebied aanwezig is.
De omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.) veroorzaakt storingen in de ontvangst, ook als de RDS-functie isingeschakeld.
Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te maken met een storing in de autoradio.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoorbeeld in een wasstraat of ondergrondse parkeergarage).
Laat de antenne controleren door het CITROËN -netwerk.
Het geluid van de radiovalt 1 tot 2 secondenweg.
Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking van het geluid naar eeneventuele sterkere zender voor een betere ontvangst van het station.
Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel zich te vaak en steeds op hetzelfde traject voordoet.
Na het afzetten van de motor wordt deradio na enkele minuten automatisch uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft de radio nog werken zolang de laadtoestand van de accu dat toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-modus van de autoradio is geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de auto ontladen raakt.
Start de motor om de accu op te laden.
De melding "hetaudiosysteem isoververhit" verschijnt ophet display.
Om het audiosysteem te beschermen tegen een te hogeomgevingstemperatuur, activeert de autoradio automatisch een thermische beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de CD-speler uitschakelt.
Schakel het audiosysteem enkele minuten uit omhet systeem te laten afkoelen.
Page 268 of 339
158
Cockpit
Koplampverstelling 47
Contactslot 44
Schakelaar ruitenwissers 48-49
Automatische ruitenwissers 48
Ruitensproeier/koplampsproeiers 48
Boordcomputer Rubriek 9
Snelheidsregelaar 50-52
Vaste snelheidsbegrenzer 52
Snelheidsbegrenzer 53-55
Bediening op stuurwiel:
- NaviDrive Rubriek 9
- MyWay Rubriek 9
- Autoradio Rubriek 9
Lichtschakelaars 45-46
Automatische verlichting 47
Mistlampen 46
Dagrijverlichting 46
Motorkapontgrendeling 117
Handrem 93
Elektrisch bedienbare ruiten, elektrisch
verstelbare buitenspiegels 90-92
Instrumentenpanelen,
klokken, tellers 28-29
Verklikkerlampjes 30-35
Meters, display 36-39
Klok instellen via
instrumentenpaneel 29
Dimmer dashboardverlichting 39
Schakelindicator 40
Matten 84
Stuurwiel verstellen 44
Claxon 95
Page 269 of 339
15
9
Cockpit
WEGWIJZER
10
Displays , weergave Rubriek 9
Tijdinstelling op het display Rubriek 9
Binnenspiegel 91
Parkeer-/tolkaarten 84
Kinderspiegel 91
Plafonniers 83, 139
Verklikkerlampje dakconsole 28
Stoelverwarming 69
Ventilatie achter 64, 65-66
Zekeringen dashboard,
rechterzijde 143
Uitschakelen passagiersairbag 105
Schakelaars
- centrale vergrendeling 24-25
- alarm 23-24
- elektrische kinderbeveiliging 26
- parkeerhulp 94
- ASR, ESP 96
Technologie aan boord Rubriek 9
- Noodoproep of hulpoproep
- NaviDrive
- MyWay
- Autoradio
Versnellingsbak 40-43
Alarmknipperlichten 93
Verwarming, ventilatie
- handbediende ventilatie 56-57
- airconditioning 56
- luchtrecirculatie 57
Airconditioning met gescheiden
regeling 58-60
Ontdooien/ontwasemen 62-63
Extra verwarming 65-66
Indeling cabine 80-82
- dashboardkastje,
- dakconsole,
- asbak,
- zonneklep,
- 12V-aansluiting,
- tickethouder,
- opbergvakjes.
Page 281 of 339
1
Dit systeem is zodanig gecodeerd dat het uitsluitend inuw auto functioneert.
01 Basisfunctie - Bedieningspaneel
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingendie zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren
bij stilstaande auto.
Wanneer de eco-modus is
geactiveerd schakelt het systeem zichzelf na het afzetten van de motor automatisch uit om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
INHOUD
02 Werkin
g
03 Bedienin
g op stuur
04 Audio-instellin
gen
05 Navi
gatie
06 Verkeersinformatie
07 Telefoneren
0
8 Radio
09 Multimedias
pelers
10 Confi
guratie
11 Boordcom
puter blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
2
4
6
7
8
21
25
36
40
46
49
GPS-NAVIGATIE
MULTIMEDIA-AUTORADIO
/
BLUETOOTH-TELEFOON
12 Menustructuur displa
y blz.50
Veelgestelde vragen blz.54
Page 282 of 339

2
01 BASISFUNCTIES
Toegang tot het menu
" Navigatie
" enweergave van de laatste
bestemmingen. Kort indrukken
(motor afgezet): aan/uit.
Kort indrukken
(draaiende
motor): uit-/inschakelen
van geluidsbron.
Kort indrukken: selecteren
van een opgeslagen
radiozender.
Lan
g indrukken: in het geheugen opslaan van dehuidige radiozender.
To ets MODE: Selecteren
van het type permanente
weergave.
Lan
g indrukken: Black panel-
functie (DARK).
To e
gang tot het Menu " MUSICM" en weergave
van de tracks of de afspeellijsten van de CD/MP3/Apple ®-apparatuur.
Lan
g indrukken: weergave van het paneel met
audio-regelknoppen voor de geluidsbron"MEDIA"(CD/USB/iPod/Streaming/AUX).
Lang indrukken: toegang tot de " Audio-instellingen
": klankkleur, lage-/hoge-tonenregeling,loudness, verdeling, balans links-rechts, balans voor-achter, automatische volumecorrectie.
To e
gang tot het menu " RADIO
" en
weergave van de zenderlijst.
Lan
g indrukken: weergave van het
paneel met audio-regelknoppen voor degeluidsbron tuner.Draaiknop
je voor selecteren en bevestigen:
Selecteren van een item op het displa
y enbevestigen van uw keuze door het knopjekort in te drukken.
Als er
geen menu of lijst wordt
weergegeven: druk het knopje kort in om
een contextmenu op te vragen, afhankelijk
van de weergave op het scherm.
Draaien bi
j weergave van de kaart:
in/-uitzoomen op de kaart.
Instellen
geluidsvolume (het geluidsvolume
van elke geluidsbron
wordt afzonderlijkingesteld, ook dat van de
verkeersinformatie en denavigatie-aanwijzingen).