Page 263 of 339
9.105
09MENUSTRUCTUUR DISPLAY
BLUETOOTH-TELEFOON
Toestel aansluiten/afkoppelen
Raadple
gen gekoppelde toestellen
CONFIGURATIE BLUETOOTH
Telefoonfunctie
Streaming audio functie
Verwijderen gekoppeld toestel
Zoeken via Bluetooth
Gesprekkenlijst
BELLEN
Contactenlijst
Huidige gesprek beëindigen
BEHEER VAN EEN GESPREK
Inschakelen mutefuncti
e
1
2
3
3
3
4
4
4
2
3
4
2
3
3
regeling weergave
CONFIGURATIE BEELDSCHERM
PARAMETERS VAN DE AUTO
DEFINIËREN*
PERSOONLIJKE INSTELLING -
CONFIGURATIE
normale weergave
om
gekeerde weergave
re
geling helderheid (- +)
datum en tijd instellen
dag
/maand/jaar instellen
uren/minuten instellen
keuze c
yclus 12u/24u
keuze van eenheden
l/100 km - mp
g - km/l
°
Celsius / °Fahrenheit
TAALKEUZE
1
2
4
3
2
4
4
3
4
4
2
3
4
4
4
*
De parameters variëren afhankelijk van de auto.
Page 264 of 339

9.106
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAG ANTWOORDOPLOSSING
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussende verschillende geluidsbronnen(radio, CD...).
Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen (volume,bassen, hoge tonen, geluidssfeer, loudness) voor elke geluidsbronafzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een anderegeluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit hoorbaar zijn.
Controleer of de audio-instellingen (volume, bassen,hoge tonen, geluidssfeer, loudness) zijn afgestemd op de verschillende geluidsbronnen. Het israadzaam de AUDIO-functies (bassen, hoge tonen, balans V-A, balans L-R) in de middelste stand tezetten, de geluidssfeer "Geen" te selecteren en defunctie Loudness in de stand "Actief" te zetten als deCD-speler is geselecteerd en in de stand "Inactief" tezetten als de radio is geselecteerd.
De CD wordt steeds uitgeworpen of kan niet worden afgespeeld door de CD-speler.
De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden gelezen,bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de autoradio wordt herkend.
- Controleer of de CD met de juiste zijde boven in de speler is geplaatst.
- Controleer de staat van de CD: de CD kan niet worden gelezen als deze te veel is beschadigd.
- Controleer de inhoud van de CD als deze zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk Audio.
- De CD-speler van de autoradio kan geen DVD's afspelen.
- De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD's is onvoldoende om deze door de autoradio telaten afspelen.
Op het display wordt demelding "Storing USB-randapparatuur" weergegeven.
De Bluetooth-verbinding wordt onderbroken.
De batterijspanning van de randapparatuur is misschien te laag. Laad de batterij van de randapparatuur op.
De USB-stick wordt niet herkend.
De stick is misschien defect.
Formateer de stick opnieuw.
De CD-speler levert een slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit.
Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, geluidssfeer) zijn niet op de CD-speler afgestemd.
Zet het niveau van de bassen of de hoge tonenop 0, zonder een geluidssfeer te selecteren.
Page 265 of 339

9.107
VRAAG ANTWOORD
OPLOSSING
De voorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geengeluid, 87,5 Mhz wordtweergegeven...).g
Het verkeerde golfbereik is geselecteerd.
Druk op de toets BAND AST om het golfbereik (AM, FM1, FM2, FMAST) terug te vinden waarin de voorkeuzezenders zijn opgeslagen.
De functie TA (verkeersinformatie) isingeschakeld, maar ik krijggeen verkeersinformatie g
te horen.
De geselecteerde radiozender maakt geen deel uit van het regionale netwerk van zenders die verkeersinformatie uitzenden.
Stem af op een zender die wel verkeersinformatie uitzendt.
De ontvangstkwaliteitvan de beluisterderadiozender neemtgeleidelijk af of devoorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geengeluid, 87,5 Mhz wordtweergegeven...).
De auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde radiostationof er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de auto zich bevindt. Activeer de functie RDS om het systeem te laten controleren of er een sterkere zender in het gebied aanwezig is.
De omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.) veroorzaakt storingen in de ontvangst, ook als de RDS-functie isingeschakeld.
Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te maken met een storing in de autoradio.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoorbeeld in een wasstraat of ondergrondse parkeergarage).
Laat de antenne controleren door het CITROËN -netwerk.
Het geluid van de radiovalt 1 tot 2 secondenweg.
Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking van het geluid naar eeneventuele sterkere zender voor een betere ontvangst van het station.
Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel zich te vaak en steeds op hetzelfde traject voordoet.
Na het afzetten van de motor wordt deradio na enkele minuten automatisch uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft de radio nog werken zolang de laadtoestand van de accu dat toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-modus van de autoradio is geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de auto ontladen raakt.
Start de motor om de accu op te laden.
De melding "hetaudiosysteem isoververhit" verschijnt ophet display.
Om het audiosysteem te beschermen tegen een te hogeomgevingstemperatuur, activeert de autoradio automatisch een thermische beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de CD-speler uitschakelt.
Schakel het audiosysteem enkele minuten uit omhet systeem te laten afkoelen.
Page 268 of 339
158
Cockpit
Koplampverstelling 47
Contactslot 44
Schakelaar ruitenwissers 48-49
Automatische ruitenwissers 48
Ruitensproeier/koplampsproeiers 48
Boordcomputer Rubriek 9
Snelheidsregelaar 50-52
Vaste snelheidsbegrenzer 52
Snelheidsbegrenzer 53-55
Bediening op stuurwiel:
- NaviDrive Rubriek 9
- MyWay Rubriek 9
- Autoradio Rubriek 9
Lichtschakelaars 45-46
Automatische verlichting 47
Mistlampen 46
Dagrijverlichting 46
Motorkapontgrendeling 117
Handrem 93
Elektrisch bedienbare ruiten, elektrisch
verstelbare buitenspiegels 90-92
Instrumentenpanelen,
klokken, tellers 28-29
Verklikkerlampjes 30-35
Meters, display 36-39
Klok instellen via
instrumentenpaneel 29
Dimmer dashboardverlichting 39
Schakelindicator 40
Matten 84
Stuurwiel verstellen 44
Claxon 95
Page 269 of 339
15
9
Cockpit
WEGWIJZER
10
Displays , weergave Rubriek 9
Tijdinstelling op het display Rubriek 9
Binnenspiegel 91
Parkeer-/tolkaarten 84
Kinderspiegel 91
Plafonniers 83, 139
Verklikkerlampje dakconsole 28
Stoelverwarming 69
Ventilatie achter 64, 65-66
Zekeringen dashboard,
rechterzijde 143
Uitschakelen passagiersairbag 105
Schakelaars
- centrale vergrendeling 24-25
- alarm 23-24
- elektrische kinderbeveiliging 26
- parkeerhulp 94
- ASR, ESP 96
Technologie aan boord Rubriek 9
- Noodoproep of hulpoproep
- NaviDrive
- MyWay
- Autoradio
Versnellingsbak 40-43
Alarmknipperlichten 93
Verwarming, ventilatie
- handbediende ventilatie 56-57
- airconditioning 56
- luchtrecirculatie 57
Airconditioning met gescheiden
regeling 58-60
Ontdooien/ontwasemen 62-63
Extra verwarming 65-66
Indeling cabine 80-82
- dashboardkastje,
- dakconsole,
- asbak,
- zonneklep,
- 12V-aansluiting,
- tickethouder,
- opbergvakjes.
Page 284 of 339
4
02
Raadpleeg de rubriek "Menustructuur display" voor een gedetailleerd overzicht van de keuzemogelijkheden binnen de
menu's.
Gebruik voor het schoonmaken van het display een zacht, niet-schurend doekje (bijvoorbeeld een brillendoekje) zonder schoonmaakmiddel.
"RADIO"
"
TELEFOON"
(tijdens communicatie)
SETUP
: IN
STELLINGEN:
datum en tijd, con
fi guratie weergave, geluid.
Geluidsbron veranderen:
RADIO : RADIO als geluidsbron.
MUSIC: MUSIC als geluidsbron. Druk een paar keer achter elkaar op de toets
MODE
om naar de volgende menu's te gaan:
ALGEMENE WERKING
" KAART OP VOLLEDIG
SCHERM " "KAART OP VERKLEIND
SCHER
M"
(tijdens navigatie)
Page 327 of 339
47
10CONFIGURATIE
DATUM EN TIJD INSTELLEN
Selecteer het item dat u wilt wijzigen.
Druk op de toets OKom de selectie tebevestigen, verander de instelling en
bevestig de wijziging nogmaals om de nieuwe gegevens op te slaan. Druk o
p SETUPvoor het menu"Confi guratie".
Verander de instellingen één voor één.
Selecteer vervolgens "OK
" op het scherm Ken bevestig de wijzigingen om ze in het geheugen op te slaan.
Selecteer "Minuten synchroniseren via GPS" om de instelling van
de minuten automatisch te laten doen door het systeem.
Selecteer " Confi guratie display" en bevestig uw keuze.
Selecteer " Datum en tijd instellen"en bevestig uw keuze.
Page 329 of 339

49
11BOORDCOMPUTER
BOORDCOMPUTER
Druk meerdere keren op de toetsMODE tot de boordcomputer wordt
weergegeven.
Actieradius:in deze stand geeft de computer aan hoeveel
kilometer u nog met de resterende hoeveelheid brandstof kunt
rijden, berekend op basis van het gemiddelde verbruik over de
laatste afgelegde kilometers.
De weer
gegeven waarde kan sterk variëren door een veranderingin de wagensnelheid of het landschap.
Als de actieradius minder dan 30 km bedraa
gt, verschijnenstreepjes op het display. Na het tanken van minimaal 10 liter
brandstof wordt de actieradius opnieuw berekend en weergegevenzodra deze meer dan 100 km bedraagt.
Raadpleeg het netwerk van het merk van uw auto als tijdens het rijden
voortdurend streepjes worden weergegeven in plaats van cijfers.
Druk op de knop op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar om
de vol
gende informatie van de boordcomputer op het display weer
te geven.
ENKELE DEFINITIES
- Het tabblad "auto" met:
de actieradius, het huidige
verbruik en de nog af te leggen afstand.
- Het tabblad "1"
(traject 1) met:
de
gemiddelde snelheid, het gemiddelde verbruik en de
afgelegde afstand berekend over het traject "1".
- Het tabblad "2"
(traject 2) met
dezelfde gegevens voor een
tweede traject.
Momenteel verbruik: dit verbruik wordt berekend en weergegeven
vanaf 30 km/h.
Gemiddeld verbruik: dit is het gemiddelde verbruik sinds de
laatste nulstelling van de boordcomputer.
Af
gelegde afstand: deze afstand wordt berekend sinds de laatstenulstelling van de boordcomputer.
No
g af te leggen afstand: dit is de afstand tot de door degebruiker ingevoerde eindbestemming. Als het navigatiesysteem
in gebruik is, wordt deze afstand op elk moment tijdens het rijdenopnieuw berekend.
Gemiddelde snelheid:dit is de gemiddelde snelheid sinds de
laatste nulstelling van de boordcomputer (contact aan).