211Praktische informatie
Na het monteren van de accu kan het, afhankelijk van deweersomstandigheden en delaadtoestand van de accu, enkele uren(tot ongeveer 8 uur) duren voordat het Stop & Star t-systeem weer zal werken.
Voor het opladen van de accu van het Stop & Star t-systeem hoeven de accukabels niet losgenomen te worden.
Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
Controleer eerst of de nominale spanning van de hulpaccu 12 V bedraagt en of decapaciteit van de hulpaccu minimaal gelijk is aan die van de ontladen accu. Start de motor niet door een acculader aan te sluiten.
Koppel de pluspool (+) van de accu niet los terwijl de motor draait.
)Sluit de rode kabel aan op de pluspool (+)
van de ontladen accu Aen vervolgens op
de pluspool (+) van de hulpaccu B. )Sluit de groene of zwar te kabel aan op deminpool (-) van de hulpaccu B(of op het massapunt van de auto met de hulpaccu). )Sluit het andere uiteinde van de groene of
zwar te kabel aan op het massapunt C van de auto met de lege accu (of op de motorsteun). )Start de motor van de auto met dehulpaccu en laat deze gedurende enkele minuten draaien.
)
Stel de startmotor in werking van de auto
met de lege accu en laat de motor draaien.
Als de motor niet direct start, zet dan het
contact af en wacht even alvorens een
nieuwe poging te doen. ) Wacht tot de motor stationair draait en
neem dan de kabels in omgekeerde
volgorde los.
)
Maak de accupoolklemmen los. )
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader. )
Sluit de accukabels weer aan, te beginnen met de (-) kabel. )
Controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien ze bedekt zijn met een(witte of groene) oxidatielaag, neem dan
de accukabels los en reinig de polen en klemmen.
Laden met behulp van een
acculader
Als de accu van uw auto ontladen is, kan
de motor worden gestar t met een hulpaccu(externe accu of een accu van een andere auto) en startkabels.