Page 57 of 364
55
Hybridesysteem
Slepen
Voordat u werkzaamheden uitvoer t: trap het rempedaal in ter wijl het contact aanstaat, zet de
selectiehendel in de stand Nen schakel ver volgens het hybridesysteem uit.
De auto mag maximaal 10 meter worden verplaatst met een snelheid van maximaal 10 km/h als de
omstandigheden (bijvoorbeeld een slechte toegankelijkheid) dit vereisen.
Gebruik de sleepogen uitsluitend voor het lostrekken van de auto of om de auto op een
bergingsauto te vervoeren.
De auto mag niet worden gesleept met de
voor- of achter wielen op de grond, de automag uitsluitend worden ver voerd op een
bergingsauto of trailer.
Page 58 of 364
001
Controle van de werking
Page 59 of 364
Page 60 of 364
Instrumentenpaneel
1.
Energiemeter (beschikbaar vermogen in procenten).
Raadplee
g voor meer informatie de rubriek"Hybridesysteem".2. Brandstofniveaumeter.3.Koelvloeistoftemperatuurmeter. 4.
Snelheidsmeter (km/h of mph).5.
Aanwijzingen van de snelheidsregelaar of de snelheidsbegrenzer.A
.Dimmer dashboardverlichting en verlichting
bedieningselementen.
B
.- Herhaaldelijk kor t indrukken: detectie
te lage bandenspanning, opnieuw
weergeven onderhoudsinformatie, logboek
waarschuwingsmeldingen.
- Lang indrukken: resetten
van de geselecteerde functie (onderhoudsintervalindicator of dagteller).
6
. Ingeschakelde versnelling.
7.Display van het instrumentenpaneel:
energiestromen, dagteller,
waarschuwingsmeldingen, meldingen over de status van functies (bijv.: oliedruk,
accu, geopend por tier, ...), boordcomputer,
multimedia, navigatie.8. Digitale snelheidsmeter (km/h of mph). 9.Controlelampje Ready: geeft aan of de
auto klaar is om te rijden.
Meters en displays Bedieningstoetsen
Page 61 of 364

Controle tijdens het rijden
Verklikkerlampjes
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer dan
voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige verklikkerlampjes kunnen gaan branden
in combinatie met een geluidssignaal en een
melding op het display van het instrumentenpaneel.Verklikkerlampjes kunnen constant branden of knipperen.
Sommige verklikkerlampjes kunnen optwee manieren oplichten: permanent of knipperend.
Aan de manier van oplichten in combinatie met de werkingsfase van de auto valt af te lezen of er sprake is van een normale situatie of een storing. Raadpleeg de onderstaande tabellen voor meer informatie.
De verklikkerlampjes geven de bestuurder
informatie over de werking van een systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of
waarschuwen de bestuurder in het geval van
een storing (waarschuwingslampje).
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan
bepaalde waarschuwingslampjes op het
instrumentenpaneel en
/of op het display van het
instrumentenpaneel enkele seconden branden.
Page 62 of 364

ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Richtingaanwijzer linksknippert, metgeluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omlaagbeweegt.
Richtingaanwijzer rechtsknipper t, metgeluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omhoogbeweegt.
Parkeerlichtenpermanent. De lichtschakelaar staat in de stand "Parkeerlichten".
Dimlichtpermanent. De lichtschakelaar staat in de stand
"Dimlicht".
Grootlichtpermanent. Als u de lichtschakelaar naar u toe
trekt. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelennaar dimlicht.
Mistlampen vóórpermanent. De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld. Draai de ring twee standen naar achteren om demistlampen vóór uit te schakelen.
Raadpleeg voor meer informatie over de lichtschakelaar de desbetreffende rubriek.
Automatischeschakelinggrootlicht/dimlicht
permanent.U hebt de lichtschakelaar naar u toe getrokken en de toets (links van hetstuurwiel) is ingedrukt.
Het controlelampje van de toets
brandt.De camera op de binnenspie
gel geeft al of niet
toestemming voor het overschakelen van het grootlichtnaar het dimlicht, afhankelijk van de buitenverlichting en de verkeerssituatie.
Trek de lichtschakelaar naar u toe om het dimlicht
weer in te schakelen.
Ready(gereed) permanent. De auto is rijklaar en u kunt het gaspedaal intrappen. Het verklikkerlampje brandt als de hoogspanning is
ingeschakeld.
Verklikkerlampjes ingeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes op het instrumentenpaneel en/of op het display van het instrumentenpaneel geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
Page 63 of 364

61Controle tijdens het rijden
Mistachterlichten
permanent. De mistachterlichten zijn
ingeschakeld. Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten uit te schakelen.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Voorgloeien dieselmotor
permanent.De star tknop "STA R T/STOP"
is
ingedrukt (Contact). Wacht met star ten tot het controlelampje uitgaat.
De wachttijd is afhankelijk van de
weersomstandigheden (in extreme gevallen30 seconden).
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af. Zet het contact vervolgens weer aan en wacht opnieuw
tot het lampje uitgaat voordat u de motor start.
Elektrisch bediende handrem
permanent.
De elektrisch bediende handrem isaangetrokken. Zet de elektrisch bediende handrem vrij zodat het controlelampje uitgaat: trap het rempedaal in en trekaan de hendel van de elektrisch bediende handrem.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de elektrisch bediende handrem.
Uitschakelingvan de automatische werking van de elektrischeparkeerrem
permanent. D
e functies "automatisch aantrekken" (bij het afzetten van de motor)en "automatisch vrijzetten" zijn
uitgeschakeld of werken niet.
Activeer de functie (volgens land van bestemming)
via het configuratiemenu van de auto of raadpleeg hetCITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
als de parkeerrem niet meer automatisch wordt
aangetrokken of vrijgezet.
De parkeerrem kan met behulp van de procedure voor
de noodont
grendeling handmatig worden vrijgezet.
Raadpleeg voor meer informatie over de elektrischeparkeerrem de desbetreffende rubriek.
Page 64 of 364

ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Automatischeruitenwisserspermanent. De ruitenwisserschakelaar is naar
beneden bewogen.De automatische stand van de ruitenwissers vóór isgeactiveerd.
Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet de hendel in een andere stand.
Airbag aanpassagierszijdepermanent op het
display van de
verklikkerlamp
jes voor
de veiligheidsgordels en de airbag vóór aan passagierszijde.
De schakelaar in het dashboardkastje staat in de stand "ON
".
De passagiersairbag vóór is geactiveerd. Plaats in dit geval geen kinderzitje met de rug in de rijrichting op de stoel
van de voorpassagier.Z
et de schakelaar in de stand "OFF"
om depassagiersairbag vóór uit te schakelen.
In dit
geval kunt u een kinderzitje met de rug in de
rijrichting plaatsen.
Voet op het
rempedaalpermanen
t. Het rempedaal is niet ingetrapt. Trap het rempedaal in om het hybridesysteem in te
schakelen (selectiehendel in stand N ).
Als u de handrem wilt vrijzetten zonder het rempedaalin te trappen blijft dit lampje branden.
knippert. Als u de auto op een helling te langprobeert tegen te houden door het gaspedaal in te trappen, raakt de
koppeling over verhit.
Gebruik het rempedaal en/of de elektrisch bediendehandrem.