221Rijden
Snelheden opslaan Het opslaan van snelheden geldt voor de snelheidsbegrenzer en voor de snelheidsregelaar.
U kunt vijf snelheden opslaan in het geheugen van het systeem. Standaard zijn er al enkele snelheden opgeslagen.
Via uw Autoradio
)Druk op de toets "MENU"om naar hetalgemene menu te gaan. )Selecteer het menu "Persoonlijke
instellingen - Configuratie" en bevestig uw
keuze. )Selecteer het menu "Parameters auto" en
bevestig uw keuze. )Selecteer "Hulp bij het rijden" en bevestiguw keuze. )Selecteer "Opgeslagen snelheden" en
bevestig uw keuze. )Wijzig de snelheid. )Selecteer " OK" en bevestig dit om de
wijzigingen op te slaan.
Via het navigatiesysteem
eMyWay
) Druk op de toets "MEM"
voor een
overzicht van de opgeslagen snelheden.
To egang
Voer deze handelingen omwille vande veiligheid alleen uit als de autohelemaal stilstaat.
)
Druk op de rolknop linksonder op hetstuur wiel om naar het algemene menu te gaan. )
Selecteer het menu "Parameters auto" enbevestig uw keuze. )
Selecteer "Hulp bij het rijden" en bevestiguw keuze. )
Selecteer "Geprogrammeerde snelheden"en bevestig uw keuze. )
Wijzig de snelheid. )
Selecteer "OK
" en bevestig dit om de
wijzigingen op te slaan.
Bij auto's met dit systeem kunt u deze handelingen alleen doen als de auto stilstaat.
Selecteren
Selecteren van een snelheid: )
druk op de toets "+
" of " -" en houd de toetseven ingedrukt; het systeem stopt bij de
dichtstbijzijnde opgeslagen snelheid,
) druk nog eens op de toets " +
" of "-
" en houd de toets ingedrukt om een andere snelheid te kiezen.
Op het instrumentenpaneel wordt de snelheiden de status van het systeem(in-/uitgeschakeld) weergegeven.
Zekeringkast 1
ZekeringnummerStroomsterkteFuncties
F83 A Sirene alarminstallatie, computer alarminstallatie.
F13 10 A
Aansteker.
F1410 A
12V- aansluiting bagageruimte.
F1
63 A Ver lichting groot bergvak, kaartleeslampjes achter,
verlichting dashboardkastje.
F17
3 A Ver lichting zonneklep, kaar tleeslampjes vóór.
F2
815 A Audio-installatie, radio (inbouw achteraf).
F3
020 A Ruitenwisser achter.
F32 10 A
HiFi-v
ersterker.
Zekerin
gkast 2
ZekeringStroomsterkteFuncties
F3615 A
12V- aansluiting achter.
F37
-
Niet gebruikt.
F38
- Niet
gebruikt.
F3
9 -
Niet gebruikt.
F4
025 A
230 V/50 Hz-aansluiting.
Overzicht zekeringen
273Praktische informatie
Opladen van de accu met
behulp van een acculader
Wanneer de accu van uw auto ontladen is geraakt of wanneer u de auto voor een langereperiode niet gebruikt, kunt u een acculader op
de accu aansluiten om de accu op te laden of te
voorkomen dat deze ontladen raakt.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de specificaties
te weten van acculaders die geschikt zijn voor de accu van uw auto.
Voor het opladen van de accu van het Stop & Start-systeem hoeven deaccukabels niet losgenomen te worden.
Resetten na het weer
aansluiten
Zet, nadat de accu weer is aangesloten, hetcontact aan en wacht minimaal één minuut
alvorens de motor te starten: de elektronischesystemen van de auto worden in die tijdgereset.
U moet zelf de volgende systemen en gegevens resetten (raadpleeg hiervoor de
desbetreffende hoofdstukken):
- de sequentiële ruitbediening,
- de datum en de tijd,
- de instellingen van de autoradio of van het
ingebouwde navigatiesysteem.
Als de auto langer dan een maand nietwordt gebruikt, is het raadzaam deaccu los te koppelen.
Controleer of er na het aanzetten vanhet contact geen foutmeldingen worden weergegeven of waarschuwingslampjes blijven branden. Mochten er zich na deze handelingen kleine storingen blijven voordoen, raadpleeg dan het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Voordat u de acculader aansluit
)Open de motorkap. )Controleer of alle opengaandecarrosseriedelen (portieren, achterklep, ...) gesloten zijn (maar niet vergrendeld). )Verzeker u ervan dat het contact ten minste
vier minuten is afgezet.
Opladen
)
Neem de klem (+) los.
)
Neem de gebruiksvoorschriften van de
fabrikant van de acculader in acht. ) Sluit de rode kabel van de lader aan op de (+) klem van de accu en sluit ver volgens de zwar te kabel aan op de (-) klem. )
Neem als de accu is opgeladen de kabels
van de lader in de omgekeerde volgorde los.
Laad om explosie- en brandgevaar tevoorkomen de accu alleen op in een goed geventileerde ruimte en uit debuurt van vonken of open vuur.Probeer nooit een bevroren accu op
te laden: laat de accu eerst ontdooien om explosiegevaar te voorkomen. Breng een accu nadat deze bevroren isgeweest bij het CITROËN-netwerk of bij een gekwalificeerde werkplaats die controleert of de accu inwendig niet is beschadigd en of er geen scheuren inde wanden zitten, waardoor het giftigeen bijtende accuzuur kan gaan lekken.
Eco-modus
De eco-modus bepaalt de maximale gebruiksduur van een aantal functies om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal elektrische functies zoals radio, ruitenwissers,
dimlichten, plafonniers, enz. nog in totaal maximaal 30 minuten gebruiken.
Deze tijdsduur kan sterk worden beperkt als de accuspanning laag is.
Als de accu ontladen is, kan de
motor niet gestart worden (zie de desbetreffende paragraaf).
Als u op het moment dat de eco-moduswordt ingeschakeld aan het telefonerenbent via het navigatiesysteem, wordt deverbinding na 10 minuten verbroken.
Inschakelen van de
eco-modus
Na deze tijdsduur geeft een melding op het display aan dat de eco-modus is ingeschakeld. De actieve functies worden in de ruststand gezet.
Uitschakelen van de
eco-modus
Deze functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestar t wordt.
)Start om de functies direct weer te kunnengebruiken de motor en laat deze gedurende enige tijd draaien.
De beschikbare tijd bedraagt het dubbele van
de tijd dat de motor heeft gedraaid.Deze tijd zal echter altijd tussen de 5 en30 minuten bedragen.
Spaarfase De spaarfase stuur t de elektrische functies vande auto aan om het ontladen van de accu tevoorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband met de
l
aadtoestand van de accu enkele functies(airconditioning, achterruitver warming, ...)
ti
jdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van deaccu dit toelaat.
"Multimedia":
audiosystemen, stuurkolombediening voor de autoradio, luidsprekers, HiFi-module, Bluetooth handsfree set, por table navigatiesystemen,semi-geïntegreerde houder voor portable navigatiesysteem, radar verklikker, USB-box, achteruitrijcamera, portable videoscherm, steun voor portable videoscherm, 230V/50Hz-aansluiting, 230V/12V-adapter, Wifi on Board...
In het CITRO
ËN-netwerk kunt u ook reinigings- en onderhoudsproducten kopen
(interieur en buitenkant) - waaronder
milieuvriendelijke producten uit de serie
"TECHNATURE" - bijvulmiddelen(ruitensproeier vloeistof...), stiften en
spuitbussen voor het bijwerken van lakschades
in de exacte kleur van de carrosserie van uw
auto, patronen voor bandenreparatieset....
Installeren vanradiocommunicatiezenders
Voordat u radiozenders als uitrustingachteraf monteert, kunt u bij het CITROËN-netwerk informerennaar de technische gegevens(frequentieband, maximaal
uitgangsvermogen, positie antenne, specifieke installatievoorschriften) vande voor montage geschikte zenders ter beschikking, volgens de Richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit(2004/104/EG).
Het monteren van elektrische uitrustingen of accessoires die niet onder een artikelnummer in het assortimentvan CITROËN voorkomen, kan leiden tot storingen in het elektronisch systeem van uw auto en een verhoogd stroomverbruik veroorzaken.
Houdt u rekening met deze te nemenvoorzorgmaatregel. Wij raden u aan contact op te nemen met eenver tegenwoordiger van het merkCITROËN om u te laten informeren over het assortiment uitrustingen en accessoires voorzien van een artikelnummer.
Afhankelijk van de lokale wetgeving kan de aanwezigheid van eenveiligheidsvest, een gevarendriehoeken een set reser velampen en -zekeringen in de auto verplicht zijn.
297
Dit systeem is zodanig gecodeerd dat het uitsluitend inuw auto functioneert.
eMyWay
01 Basisfunctie - Bedieningspaneel
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingendie zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren
bij stilstaande auto.
Wanneer de eco-modus is
geactiveerd schakelt het systeem zichzelf na het afzetten van de motor automatisch uit om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
INHOUD
02 Bediening op stuur
03 Werking
04 Navigatie
05 Verkeersinformatie
06 Telefoneren
07 Radio
08 Multimediaspelers
09 Audio-instellingen
10 Configuratie
11 Menustructuur display
Veelgestelde vragen blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
298
300
30
1
303
316
319
329
332
338
339
340
3
43
GPS-NAVIGATIE
MULTIMEDIA-AUTORADIO/
BLUETOOTH-TELEFOON
01 BASISFUNCTIES
Toegang tot het menu "Navigatie " en
weergave van de laatste
bestemmingen.
Draaiknop:
Kort indrukken als de motor niet draait: aan
/uit.
Kort indrukken bi
j draaiende motor: uit-/inschakelen van geluidsbron.
Draaien: volumere
geling (voor elke geluidsbronafzonderlijk, geldt ook voor verkeersinformatie en navigatie-instructies).
Lang indrukken: resetten
van het systeem.
K
ort indrukken: selecteren
van een opgeslagen
radiozender.
Lang indrukken: in hetgeheugen opslaan van de huidige radiozender.
T
oets MODE: Selecteren
van het type permanente
weergave.
Lang indrukken: Blackpanel-functie (DARK).
Toegang tot het
menu " Telefoon " en
weergave van de
laatste gesprekken
of inkomend gesprekaccepteren.
Toegang tot het menu"Confi guratie".
Lan
g indrukken:
toegang tot het GPS-bereik en de demo-modus.To e
gang tot het menu"VerkeersinformatieTMC" en weergave
van de actuele
verkeersinformatie.
299
01
Selecteren:
- vori
ge/volgende radiozender (automatisch).
- vori
ge/volgende nummer van een CDof mediaspeler.
- linker of rechter
gedeelte van hetscherm als er een menu wordtweergegeven.
Links
/rechts voor de functie "De kaart verplaatsen".
Huidige bewerkingafbreken, terug naar
vorige map.
Lang indrukken: terug
naar vori
ge weergave.
Radio: toe
gang tot het
menu " FM / AM-band" en
weergave van de zenderlijst
Lan
g indrukken: toegang tot de "Audio-instellingen":klankkleur, lage-/hogetonenregeling, loudness, verdeling,balans links-rechts, balans voor-achter, automatische
volumecorrectie.
Media: toe
gang tot het menu
"MEDIA" en weergave vande tracklist. Draaiknop
je voor selecteren en bevestigen:
Selecteren van een item op het displa
y en
bevestigen van uw keuze door het knopje kort in tedrukken.
Als er
geen menu of lijst wordt weergegeven: druk het knopje kort in om een contextmenu op te vragen, afhankelijk van de weergave op het scherm.
Draaien bi
j weergave van de kaart: in/-uitzoomen
op de kaart.
Selecteren:
- vori
ge/volgende item in een lijst of eenmenu.
- vori
ge/volgende mediabestand.
- vori
ge/volgende radiofrequentie (stap
voor stap).
- vori
ge/volgende MP3-bestand.
Omhoog/omlaag voor de functie "De kaart
verplaatsen
".
BASISFUNCTIES