Om bij rijdende auto een versnelling in
te schakelen vanuit de vrijstand (N),
op knop1op het bedieningspaneel van
de versnellingsbak drukken (het
rempedaal hoeft niet ingetrapt te
worden): de versnellingsbak zal
onmiddellijk de juiste versnelling
inschakelen overeenkomstig de
voertuigsnelheid.
Bij stilstaande auto en contactsleutel in
de stand MAR (ongeacht de toestand
van de motor), kan de 1e versnelling
alleen ingeschakeld worden bij
ingetrapt rempedaal.
LAUNCH CONTROL
De "Launch Control" strategie staat
starten met hoge prestaties toe.
Deze strategie kan ingeschakeld
worden bij stilstaand voertuig,
"Dynamic" of "Race" modus
geselecteerd en 1e versnelling
ingeschakeld.
De volgorde van de te verrichten
handelingen is als volgt:
❒ trap het rempedaal in en houd het
ingetrapt;
❒ trap het rempedaal in en houd het
ingetrapt;
❒ druk op de "–" schakelpeddel achter
het stuur; Wanneer het rempedaal wordt
losgelaten, start de auto met maximale
acceleratie.
89)
Onderbreek bovenstaande volgorde
van handelingen of laat het gaspedaal
los om deze strategie te verlaten.
DISPLAY-INFORMATIE
Als de contactsleutel naar de stand
MAR wordt gedraaid, toont het display
na ongeveer 1 seconde dat de
versnellingsbak in de vrijstand (N) staat.
Tijdens het rijden toont het display de
ingeschakelde versnelling en de actieve
werking (AUTO
ofMANUAL). De
aanduidingen op het display hebben de
volgende betekenissen:
N = vrijstand;
1 = eerste versnelling;
2 = tweede versnelling
3 = derde versnelling;
4 = vierde versnelling;
5 = vijfde versnelling;
6 = zesde versnelling;
R = achteruit.
De auto start altijd vanuit de vrijstand.
Wanneer de 1e versnelling wordt
verzocht, forceert het systeem de
selectie van de AUTOwerking. BELANGRIJK: als met de
contactsleutel in de stand
MARhet
display niet binnen 10 seconden de
ingeschakelde versnelling aangeeft,
draai dan de sleutel naar de stand
STOP, wacht tot het display wordt
uitgeschakeld en herhaal de procedure.
Neem, als het probleem aanhoudt,
contact op met een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt.
GELUIDSSIGNAAL
Om veiligheidsredenen gaat er een
geluidssignaal af als de auto
geparkeerd wordt met de
versnellingsbak in de vrijstand (N) (dit
signaal wordt afgegeven als de
contactsleutel in de stand STOPwordt
gedraaid).
Bij stilstaande auto, draaiende motor en
ingeschakelde (1e) versnelling of (R),
geeft het systeem een geluidssignaal af
en plaatst de versnellingsbak
automatisch in de vrijstand (N)
wanneer:
❒ het gas- en/of rempedaal minstens 3
minuten niet wordt ingetrapt;
❒ het rempedaal langer dan 10 minuten
wordt ingetrapt;
116
STARTEN EN RIJDEN
3-10-2013 16:37 Pagina 116
TIPS VOOR HET BEHOUD
VAN DE CARROSSERIE
Lakwerk
5)
27) 28)
Werk krassen en schuurplekken
onmiddellijk bij.
Het normale onderhoud van de lak
beperkt zich tot het wassen van de
auto: de frequentie is afhankelijk van
het gebruik van de auto en van de
omgeving. Zo is het bijvoorbeeld
raadzaam de auto vaker te wassen in
gebieden met sterke
luchtverontreiniging of bij het rijden over
wegen met strooizout.
Ga als volgt te werk om de auto correct
te wassen:
❒als voor het wassen van de auto
hogedrukreinigers worden gebruikt,
houd dan een afstand van minimaal
40 cm t.o.v. de carrosserie aan
om beschadiging of aantasting te
voorkomen. Onthoud dat stagnerend
water op lange termijn de auto kan
beschadigen;
❒ maak de carrosserie eerst nat met
een waterstraal onder lage druk;
❒ was de carrosserie met een zachte
spons met een lichte zeepoplossing
en spoel de spons regelmatig uit; ❒
spoel goed af met schoon water en
droog met een luchtstraal of een
zeemleren lap.
Droog de minder zichtbare delen (bijv.
randen van portieren, motorkap,
koplampranden) zorgvuldig, aangezien
in deze zones water makkelijker kan
stagneren. De auto moet na het
wassen niet onmiddellijk binnengezet
worden, maar even buiten gelaten
worden zodat waterresten kunnen
verdampen.
Was de auto nooit als hij in de zon heeft
gestaan of als de achterklep nog warm
is: de glans van de lak kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen moeten
op dezelfde wijze als de rest van de
auto gewassen worden.
Parkeer de auto zo min mogelijk onder
bomen: de hars die uit de bomen
druppelt, maakt de lak mat.
BELANGRIJK Vogelpoep moet zo snel
en zo goed mogelijk verwijderd worden,
omdat hierin bijzonder agressieve
zuren aanwezig zijn. Ruiten
Gebruik specifieke
schoonmaakmiddelen en schone,
zachte doeken om krassen en
beschadigingen te voorkomen.
Koplampen
Gebruik een zachte, vochtige doek die
in water met een specifiek
autowasmiddel is gedrenkt.
BELANGRIJK Gebruik nooit
aromatische stoffen (bijv. benzine) of
ketonen (bijv. aceton) om de plastic
lampglazen van de koplampen te
reinigen.
Motorruimte
Aan het einde van de winter moet de
motorruimte zorgvuldig worden
gewassen, zonder de straal op de
regeleenheden te richten. Laat deze
werkzaamheden uitvoeren door een
gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van
de motorruimte moet de contactsleutel
in de stand STOP staan en de motor
koud zijn. Controleer na het reinigen of
de verschillende beschermingen (bijv.
rubberen doppen en kappen) niet
verwijderd of beschadigd zijn.
161
3-10-2013 16:37 Pagina 161
BELANGRIJK
5) Schoonmaakmiddelenveroorzaken waterverontreiniging.
Was daarom de auto op een
plaats waar het afvalwater direct
wordt opgevangen en gezuiverd.
BELANGRIJK
27) Om de esthetischeeigenschappen van de lak te
behouden, mogen er geen
schuur- en/of polijstproducten
voor het reinigen van de auto
worden gebruikt.
28) Vermijd wassen met waterkanonnen, rollen en/of
borstels in autowasstraten.
Gebruik voor het wassen van de
auto, uitsluitend met de hand,
pH-neutrale reinigingsmiddelen;
droog af met een vochtige zeem.
INTERIEUR
132) 133)
Controleer regelmatig of het interieur
schoon is, onder de matten, ook om
beschadigingen aan de koolstofdelen te
voorkomen.
Om de matten in het interieur te
verwijderen en weer op hun plaats te
leggen, als volgt te werk gaan:
❒draai de bouten met vouwring A fig.
123 los, aan bestuurders- en
passagierszijde;
❒ trek de klittenbandstrips B uit elkaar
in het voorste deel onder de matten,
til de matten op van de vloer. Leg de matten weer op de vloer,
controleer of de openingen aan de
achterkant van de matten samenvallen
met de zittingen van de bouten op
de vloer.
Ga als volgt te werk om de matten
weer op hun plaats te leggen:
❒
draai de bouten met vouwring A fig.
123 vast in de zittingen op de vloer;
❒ plak de klittenbandstrips van de
matten aan die op de vloer, oefen
een lichte druk uit en controleer of de
matten goed vast zitten.
134)
STOELEN EN STOFFEN
OF MICROVEZEL
BEKLEDING
Verwijder stof met een zachte borstel of
een stofzuiger. Om de bekleding van
microvezel beter schoon te kunnen
maken (inclusief die van het stuurwiel,
voor bepaalde versies/markten)
adviseren wij u de borstel vochtig te
maken. Reinig de stoelen met een
spons bevochtigd met een oplossing
van water en neutrale zeep.
123
A0L0143
162
ONDERHOUD EN ZORG
3-10-2013 16:37 Pagina 162