RUITENWISSERHet is raadzaam het wisserblad
ongeveer jaarlijks te vervangen.
131)
Met enkele eenvoudige
voorzorgsmaatregelen kan de
beschadiging van het wisserblad
worden gereduceerd:
❒bij temperaturen onder het vriespunt
moet men controleren of het
wisserblad niet op de ruit is
vastgevroren. Gebruik zo nodig een
antivriesmiddel om het wisserblad vrij
te maken;
❒ verwijder eventuele sneeuw van de
ruit;
❒ laat de ruitenwisser nooit op een
droge ruit werken.
BELANGRIJK Til de arm van de
ruitenwisser nooit op wanneer deze
zich in zijn ruststand bevindt. Zie de
volgende aanwijzingen om het
wisserblad op de juiste wijze van de
voorruit op te tillen. Wisserblad optillen
Als het wisserblad van de voorruit
opgetild moeten worden (bijv. in geval
van sneeuw of als de bladen vervangen
moeten worden), ga dan als volgt te
werk:
❒
zet de draaischakelaar A fig. 120 op
(wisser uit).
❒ draai de contactsleutel naar de stand
MAR en daarna naar STOP.
❒ plaats, nadat de contactsleutel op
STOP is gezet, de rechterhendel
binnen 2 minuten minstens een halve
seconde in de onstabiele ("anti-
paniek") stand naar boven. De
ruitenwisser voert vervolgens een
gedeelte van een slag uit; bij elk
commando wordt circa 1/3 van een
normale wisserslag uitgevoerd. ❒
de vorige handeling kan maximaal 3
keer herhaald worden om het
wisserblad in de geschiktste stand te
zetten;
❒ til het wisserblad van de voorruit op
en voer de vereiste werkzaamheid
uit;
❒ laat het wisserblad zakken en breng
het weer in contact met de voorruit;
❒ breng het wisserblad weer in de
ruststand door de contactsleutel naar
MAR te draaien.
26)
Wisserblad voorruit
vervangen
Ga als volgt te werk:
❒til het wisserblad op volgens de
eerder gegeven aanwijzingen;
❒ druk op lipje A fig. 121 van de
koppelingsveer en verwijder het
wisserblad van de arm;
❒ monteer het nieuwe wisserblad door
het lipje in de speciale zitting op de
wisserarm te blokkeren;
❒ breng de wisserarm voorzichtig tegen
de ruit.
120
A0L0021
159
3-10-2013 16:37 Pagina 159
TIPS VOOR HET BEHOUD
VAN DE CARROSSERIE
Lakwerk
5)
27) 28)
Werk krassen en schuurplekken
onmiddellijk bij.
Het normale onderhoud van de lak
beperkt zich tot het wassen van de
auto: de frequentie is afhankelijk van
het gebruik van de auto en van de
omgeving. Zo is het bijvoorbeeld
raadzaam de auto vaker te wassen in
gebieden met sterke
luchtverontreiniging of bij het rijden over
wegen met strooizout.
Ga als volgt te werk om de auto correct
te wassen:
❒als voor het wassen van de auto
hogedrukreinigers worden gebruikt,
houd dan een afstand van minimaal
40 cm t.o.v. de carrosserie aan
om beschadiging of aantasting te
voorkomen. Onthoud dat stagnerend
water op lange termijn de auto kan
beschadigen;
❒ maak de carrosserie eerst nat met
een waterstraal onder lage druk;
❒ was de carrosserie met een zachte
spons met een lichte zeepoplossing
en spoel de spons regelmatig uit; ❒
spoel goed af met schoon water en
droog met een luchtstraal of een
zeemleren lap.
Droog de minder zichtbare delen (bijv.
randen van portieren, motorkap,
koplampranden) zorgvuldig, aangezien
in deze zones water makkelijker kan
stagneren. De auto moet na het
wassen niet onmiddellijk binnengezet
worden, maar even buiten gelaten
worden zodat waterresten kunnen
verdampen.
Was de auto nooit als hij in de zon heeft
gestaan of als de achterklep nog warm
is: de glans van de lak kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen moeten
op dezelfde wijze als de rest van de
auto gewassen worden.
Parkeer de auto zo min mogelijk onder
bomen: de hars die uit de bomen
druppelt, maakt de lak mat.
BELANGRIJK Vogelpoep moet zo snel
en zo goed mogelijk verwijderd worden,
omdat hierin bijzonder agressieve
zuren aanwezig zijn. Ruiten
Gebruik specifieke
schoonmaakmiddelen en schone,
zachte doeken om krassen en
beschadigingen te voorkomen.
Koplampen
Gebruik een zachte, vochtige doek die
in water met een specifiek
autowasmiddel is gedrenkt.
BELANGRIJK Gebruik nooit
aromatische stoffen (bijv. benzine) of
ketonen (bijv. aceton) om de plastic
lampglazen van de koplampen te
reinigen.
Motorruimte
Aan het einde van de winter moet de
motorruimte zorgvuldig worden
gewassen, zonder de straal op de
regeleenheden te richten. Laat deze
werkzaamheden uitvoeren door een
gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van
de motorruimte moet de contactsleutel
in de stand STOP staan en de motor
koud zijn. Controleer na het reinigen of
de verschillende beschermingen (bijv.
rubberen doppen en kappen) niet
verwijderd of beschadigd zijn.
161
3-10-2013 16:37 Pagina 161
RICHTLIJNEN VOOR DE BEHANDELING VAN HET VOERTUIG AAN
HET EINDE VAN DE LEVENSDUURAl jaren zet Alfa Romeo zich in voor de bescherming en het respect voor het milieu door voortdurend haar productieprocessen
te verbeteren en producten te ontwikkelen die steeds milieuvriendelijker zijn. Om de klanten de best mogelijk service te
garanderen in overeenstemming met de milieuwetgeving en conform de Europese Richtlijn 2000/53/EG inzake de behandeling
van voertuigen aan het einde van hun levensduur, biedt Alfa Romeo haar klanten de mogelijkheid hun voertuigen (*) aan het
einde van hun levensduur zonder extra kosten in te leveren.
De Europese richtlijn bepaalt namelijk dat het voertuig kan worden ingeleverd zonder kosten voor de laatste houder of eigenaar
als het voertuig geen marktwaarde heeft. In bijna alle landen van de Europese Unie konden tot 1 januari 2007 alleen auto’s
kosteloos worden ingeleverd die na 1 juli 2002 op kenteken waren gezet; vanaf 2007 is het kosteloos inleveren van de auto niet
meer afhankelijk van het jaar van kentekenregistratie, als het voertuig maar de essentiële voertuigonderdelen (met name de
motor en de carrosserie) en geen extra afval bevat.
Voor de kosteloze inlevering van het voertuig aan het einde van zijn levensduur kunt u zich tot een van onze dealers of tot een
bevoegd Alfa Romeo inzamelings- en verwerkingsbedrijf wenden. Deze bedrijven zijn zorgvuldig geselecteerd en bieden
kwaliteitservice voor de inzameling, verwerking en recycling van afgedankte auto’s met respect voor het milieu.
Voor meer informatie over deze inzamelings- en verwerkingsbedrijven kunt u zich wenden tot een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt of het gratis nummer 00800 2532 4200 bellen of de Alfa Romeo website bezoeken.
(*) Auto voor personenvervoer met maximaal negen zitplaatsen en een maximaal toelaatbaar gewicht van 3,5 t.
188
TECHNISCHE GEGEVENS
3-10-2013 16:37 Pagina 188
ALFABETISCH
REGISTER
Aansteker ..................................... 36
ABS ............................................... 44 – Ingreep van het systeem ........... 44
Accu .............................................. 156 – advies voor verlengen levensduur ................................ 156
– vervangen ................................. 156
Accu (opladen) ............................... 140
Achterruitsproeier – vloeistofniveau achterruitsproeier ...................... 151
Achteruitkijkspiegels ....................... 18 – Binnenspiegel............................ 18
Afmetingen..................................... 179
Afsluiter van de brandstoftoevoer ... 34
Alarmknipperlichten........................ 34"Alfa DNA"-systeem ...................... 48
– All Weather modus .................... 50
– “Dynamic” modus ..................... 48
– “Natural” modus ........................ 48
– “Race” modus ........................... 49
– Rijmodi ...................................... 48Alfa Romeo code systeem ............ 10
Asbak ............................................ 37
ASR-systeem (AntiSlip Regulation) ................................... 45Bagageruimte – Openen ..................................... 40
Bagageruimte / Motorkap .............. 40
Bagageruimteverlichting – lamp vervangen ......................... 135
Banden
– Banden met velgbeschermers ....................... 176
– bandenspanning ....................... 178
– Fix&Go automatic (kit) ............... 125
– standaard banden ..................... 177
– verklaring van de bandcodes..... 175
– winterbanden ............................ 177
Banden - onderhoud ...................... 157
Bedieningselementen ..................... 34
Bedieningsknoppen ....................... 67
Bekerhouder .................................. 37
Bougies (type) ................................ 169
Brandblusser.................................. 37
Brandstofbesparing........................ 118
Brandstofmeter .............................. 66
Brandstoftoevoer ........................... 170
Brandstofverbruik........................... 186
Buitenspiegels – Buitenspiegels ........................... 18
Buitenverlichting ............................. 28
Carrosserie
– bescherming tegen atmosferische invloeden ............ 160
– carrosseriecodes ....................... 168
– garantie ..................................... 160 – onderhoud ................................ 161
Carrosserieversies .......................... 168
CBC-systeem (Cornering Brake Control) ........................................ 44
Centrale portiervergrendeling ......... 34
CO2-emissie .................................. 187
Contactslot .................................... 15 – Stuurslot ................................... 15
Cruise-control ................................ 31
Dagrijlichten (DRL) ........................ 28
De motor starten ............................ 124 – Rollend starten .......................... 124
– Starten met hulpaccu ................ 124
Derde remlicht – lamp vervangen ......................... 134
De sleutels ..................................... 11 – Sleutel met afstandsbediening ..................... 11
– Sleutel zonder afstandsbediening ..................... 11
Diefstalalarm .................................. 13
Dimlicht – lamp vervangen ......................... 132
DTC-systeem (Drag Torque Control) ........................................ 45EBD-systeem................................ 44
Een lamp vervangen....................... 129 – Algemene instructies ................. 129“Electronic Q2”-systeem
(“E-Q2”) ....................................... 46
ALFABETISCH REGISTER