73
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
AIRBAG
De auto is uitgerust met frontairbags voor
bestuurder en passagier, een knieairbag
voor de bestuurder en zijairbags-hoofd-
airbags voorin.
FRONTAIRBAGS
De frontairbags (bestuurder en passagier
en knie-airbag bestuurder) beschermen de
inzittenden voorin bij middelzware en
zware frontale botsingen, door de airbag
tussen de inzittende en het stuurwiel of
het dashboard op te blazen.
Frontairbags zijn ontworpen om de inzit-
tenden voorin te beschermen bij frontale
botsingen. Bij andere botsingen (zijdeling-
se botsingen, botsingen achterop en over
de kop slaan enz.) wijst de uitgebleven ac-
tivering ervan dus niet op een storing van
het systeem.
In geval van een botsing doet een rege-
leenheid het kussen opblazen.
Het kussen blaast onmiddellijk op tussen
de inzittende voorin en het stuurwiel of
het dashboard waardoor het lichaam van
de inzittende wordt opgevangen en de
kans op verwondingen beperkt wordt. Na
het opblazen loopt de airbag ook direct
weer leeg.De frontairbags (bestuurder en passagier,
knieairbag voor de bestuurder) zijn geen
vervanging voor de veiligheidsgordels,
maar een aanvulling. Draag dus altijd vei-
ligheidsgordels, zoals trouwens bij de wet
voorgeschreven is in alle Europese landen
en de meeste landen daarbuiten.
Bij een botsing kunnen degenen die geen
veiligheidsgordel dragen, in contact komen
met een airbag die nog niet volledig opge-
blazen is. Onder deze omstandigheden
wordt de inzittende minder door de airbag
beschermd.
Het kan in de volgende situaties voorko-
men dat de frontairbags niet worden op-
geblazen:
❒frontale botsingen tegen makkelijk ver-
vormbare onderdelen, die niet het front
van de auto zijn (bijv. spatbord tegen de
vangrail, etc.);
❒de auto schuift onder andere auto’s of
veiligheidsbarrières (bijvoorbeeld on-
der vrachtwagens of vangrails);
in deze situaties bieden ze geen aanvul-
lende bescherming ten opzichte van de
veiligheidsgordels, zodat hun activering
geen zin heeft. De uitgebleven activering
van de airbags wijst in dergelijke gevallen
niet op een storing van het systeem.
Breng geen stickers of ande-
re voorwerpen op het stuur-
wiel, op het dashboard in de zone van
de passagiersairbag, op de zijkant van
de hemelbekleding en op de stoelen
aan. Plaats nooit voorwerpen (bijv.
mobiele telefoons) op het dashboard
aan passagierszijde, omdat deze het
correct openen van de passagiersair-
bag kunnen hinderen en tevens de in-
zittenden ernstig kunnen verwonden.
WAARSCHUWING
De frontairbags (bestuurder en passagier,
knieairbag voor de bestuurder) zijn ont-
worpen om de inzittenden voorin met
omgelegde veiligheidsgordels te bescher-
men.
Wanneer de airbags volledig opgeblazen
zijn, nemen ze bijna alle ruimte in beslag
tussen het stuurwiel en de bestuurder,
tussen het onderste afschermkap van de
stuurkolom en de knieën van de bestuur-
der en tussen het dashboard en de pas-
sagier voorin.
Bij lichte frontale botsingen (waarbij de be-
scherming van de omgelegde gordel vol-
staat) worden de airbags niet opgeblazen.
Veiligheidsgordels moeten dus altijd ge-
dragen worden. Bij een frontale aanrijding
zorgen de veiligheidsgordels ervoor dat de
inzittenden in de juiste stand worden ge-
houden.
063-078 ABARTH 500 1ed NL.qxd:063-078 FIAT 500 IT 14-06-2012 10:39 Pagina 73
74
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
ZEER GEVAARLIJK: Plaats
nooit een kinderzitje ach-
terstevoren op de passa-
giersstoel van auto’s met
een actieve passagiersair-
bag. Als bij een botsing de
airbag wordt opgeblazen, kan het
kind hierdoor dodelijke verwondingen
oplopen. Schakel dus altijd de pas-
sagiersairbag uit wanneer een kin-
derzitje op de passagiersstoel wordt
geplaatst. Bovendien moet de passa-
giersstoel zo ver mogelijk naar ach-
teren zijn geschoven om te voorko-
men dat het kinderzitje eventueel in
aanraking komt met het dashboard.
Ook als is het niet wettelijk verplicht,
moet de airbag onmiddellijk weer in-
geschakeld worden zodra geen kin-
deren meer vervoerd worden, om een
betere bescherming van de volwasse-
nen te garanderen.
WAARSCHUWING
FRONTAIRBAG
BESTUURDERSZIJDE fig. 12
Deze bestaat uit een onmiddellijk op-
blaasbaar kussen dat in een speciale ruim-
te in het midden van het stuurwiel is ge-
plaatst.
fig. 12F0S071Abfig. 13F0S072Ab
FRONTAIRBAG
PASSAGIERSZIJDE fig. 13
Deze bestaat uit een onmiddellijk op-
blaasbaar kussen dat in een speciale ruim-
te in het dashboard is opgeborgen: deze
airbag heeft een groter volume dan de be-
stuurdersairbag.
063-078 ABARTH 500 1ed NL.qxd:063-078 FIAT 500 IT 14-06-2012 10:39 Pagina 74
117
LAMPJES EN
MELDINGENI
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
TOEGANG TOT DE
ZEKERINGEN
Zekeringen in het dashboard
Deze zekeringen zijn toegankelijk wanneer
de geklemde kap Ewordt verwijderd.
De 5A-zekering voor de verwarming van
de buitenspiegels bevindt zich in de zone
van de diagnosestekker, zoals afgebeeld in
fig. 38.
Aan de onderzijde naast de pedalen be-
vindt zich de zekeringenkast die is afge-
beeld in fig. 39.
fig. 38F0S111Ab
fig. 39F0S112Ab
Als een hoofdzekering voor
veiligheidsinrichtingen (air-
bagsysteem, remsysteem), motorsy-
stemen (motorsysteem, transmissie-
systeem) of stuurinrichting door-
brandt, neem dan contact op met het
Abarth Servicenetwerk.
WAARSCHUWING
095-122 ABARTH 500 1ed NL.qxd:099-126 FIAT 500 IT 15-06-2012 9:02 Pagina 117
119
LAMPJES EN
MELDINGENI
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
F12
F13
F31
F32
F36
F37
F38
F43
F47
F48
F49
F50
F51
F537,5
7,5
5
7,5
10
5
15
15
20
20
5
7,5
7,5
5
F08
F09
F10
F11
F14
F15
F16
F17
F18
F1830
15
15
10
15
20
7,5
10
7,5
7,5
Zekeringenkast in motorruimte – fig. 41 ZEKERING AMPERE
Ventilator airconditioning
Reserve
Claxons
Motormanagementsysteem (secundaire verbruikers)
Grootlicht
Schuifdakmotor
+15 motorregeleenheid, spoel relais T20
Motorregeleenheid
Reserve
Motorregeleenheid, spoel relais T09
ZEKERINGENTABEL
Zekeringenkast in dashboard – fig. 39ZEKERING AMPERE
Voeding rechter dimlicht
Voeding linker dimlicht en regeleenheid koplampverstelling
Schakelaar zekeringenkast motorruimte
Plafondverlichting voor en achter, bagageverlichting en uitstapverlichting
Diagnosestekker, autoradio, klimaatregeling, EOBD
Schakelaar remlichten, regeleenheid instrumentenpaneel
Centrale portiervergrendeling
Pomp voor ruitensproeiers/achterruitsproeier
Elektrische ruitbediening bestuurderszijde
Elektrische ruitbediening passagierszijde
Verlichting schakelaarsymbolen, elektrisch bediende spiegels
Airbagregeleenheid
Schakelaar autoradio, convergence, klimaatregeling, remlichten, koppeling
Regeleenheid instrumentenpaneel
095-122 ABARTH 500 1ed NL.qxd:099-126 FIAT 500 IT 15-06-2012 9:02 Pagina 119
– knieairbag bestuurderszijde ......... 75
– zijairbags-hoofdairbags ........... 75-76
Alarmknipperlichten .......................... 37
ASR ......................................................... 54
Automatische klimaatregeling .......... 31
Autoradio ............................................. 60
Bagageruimte vergroten .................. 47
Bagageruimte ........................................ 45
– openen ............................................ 45
– sluiten .............................................. 46
– vergroten ....................................... 47
Bagageruimteverlichting .................... 45
– lamp vervangen ............................. 115
Banden .................................................. 148
– bandenspanning ............................. 150
– onderhoud ..................................... 134
– sneeuwbanden ........................84-150
– standaard ........................................150
– velgbescherming ........................... 149
– verklaring velgcodes .................... 148
Bandenspanning ................................... 150
Bedieningselementen ......................... 37
Bekerhouders ...................................... 40
Bougies ................................................... 145
Brandstof .............................................. 154– afsluiter van de
brandstoftoevoer ......................... 38
– brandstofmeter ............................. 10
– brandstofverbruik ......................... 157
– inhouden ........................................ 154
– tankinhoud ..................................... 154
Brandstofbesparing ............................. 82
Brandstofmeter ................................... 10
Brandstoftoevoer ............................... 146
Buitenverlichting ..................................34
Carrosserie ..........................................137
– bescherming .................................. 137
– carrosseriecodes .......................... 144
– garantie ........................................... 138
– onderhoud ..................................... 138
Chassisnummer ................................. 143
CO
2-emissie.......................................... 158
Code-card ............................................ 5
Contactslot .......................................... 7
Controle van vloeistofniveaus ......... 209
Dagverlichting......................................34
– inschakeling .................................... 34
– lamp vervangen ............................. 113
Dak met vast ruitpaneel .................... 41
Dashboard ............................................ 3
ABS ...................................................... 51
Aansteker ............................................. 39
Accu........................................................132
– acculader ........................................ 121
– acculading controleren ................ 132
– nuttig advies ................................... 133
– starten met hulpaccu ................... 96
– vervangen ....................................... 132
Achterklep ........................................... 45
Achterklep in geval van
nood openen .................................... 46
Achterklep openen ............................ 45
Achterruitsproeier ............................. 36
– inschakeling .................................... 36
– vloeistofniveau .............................. 130
Achterruitverwarming .............28-29-31
Achterruitwisser ................................. 36
– inschakeling .................................... 36
– ruitensproeiers ............................. 137
– wisserbladen .................................. 138
Achteruitrijlicht ................................... 113
Afmetingen ........................................... 151
Afsluiter van de brandstoftoevoer .. 38
Airbag .................................................... 73
– frontairbag bestuurderszijde ....... 74
– frontairbag passagierszijde ........... 74
I I
N N
D D
E E
X X
160
LAMPJES EN
MELDINGEN
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
160-168 ABARTH 500 1ed NL.qxd:160-168 ABARTH 500 IT 15-06-2012 12:18 Pagina 160
161
LAMPJES EN
MELDINGEN
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
– lamptypes ....................................... 51
Gordelspanners .................................. 65
Grootlicht ............................................ 34
– grootlichtsignaal ............................ 34
– inschakeling .................................... 34
– lamp vervangen ............................. 112
Grootlichtsignaal ................................. 34
GSI opschakelen................................... 20
Handmatige klimaatregeling ............ 29
Handrem .............................................. 81
Hill Holder ........................................... 53
Hoedenplank verwijderen ................ 48
Hoofdsteunen ....................................... 24
Identificatiegegevens .......................... 142
Imperiaal/skidrager ............................. 50
– bevestigingspunten ....................... 50
Inhouden ............................................... 154
Instrumenten ....................................... 8
Instrumentenpaneel ........................... 8
Intelligente wis-/wasfunctie ............... 35
Interieur ................................................139
Interieur reinigen ................................ 139
Interieuruitrusting .............................. 39
Isofix kinderzitje .................................. 71
Kentekenverlichting .......................... 114
Kinderzitjes
(geschiktheid voor gebruik) ....... 70-72
Klimaatcomfort ................................... 27– ventilatie ......................................... 27
Koplampen ........................................... 50
– hoogteregeling .............................. 51
– luchtbundel afstellen .................... 50
– luchtbundel afstellen
in buitenland .................................. 51
– mistlampen voor afstellen .......... 51
Koppeling ............................................. 146
Krachtbegrenzers ............................... 65
Lak ........................................................ 138
Lampjes en meldingen ....................... 87
Langdurige stilstand van de auto ..... 61
Luchtfilter ............................................. 132
Luchtrecirculatie ......................28-29-31
Luchtroosters ......................................217
Menufuncties ......................................13
Milieubescherming .............................. 62
Mistachterlichten ................................ 38
– inschakeling .................................... 38
– lamp vervangen ............................. 113
Mistlampen ........................................... 37
– inschakeling ................................37-38
– lamp vervangen ............................. 113
Motor..................................................... 145
– identificatiecode ............................ 144
– motorcode .....................................143
– technische gegevens ..................... 145
Motorkap ............................................. 48 Dashboardkastje ................................. 40
De motor starten ............................80-96
– contactslot ..................................... 7
– de gestarte motor opwarmen ... 81
– de motor uitzetten ...................... 81
– rollend starten .............................. 97
– starten met hulpaccu ................... 96
Derde remlicht ................................... 114
Dimlicht ................................................ 34
– inschakeling .................................... 34
– lamp vervangen ............................. 112
Dualdrive (elektrische
stuurbekrachtiging) .......................... 56
Elektrische ruitbediening ................. 44
Elektrische/elektronische systemen
(installatie) ......................................... 60
EBD (systeem) ....................................52
EOBD (systeem) .................................55
ESP-systeem ..................................... 53
Fiat CODE .......................................... 4
Fix & Go
(snelle bandenreparatiekit) ............ 98
Follow me home systeem ................. 35
Gebruik van handgeschakelde
versnellingsbak .................................. 82
Gewichten ............................................ 153
Gloeilampen (een lamp vervangen) 107
– algemene instructies ....................108
160-168 ABARTH 500 1ed NL.qxd:160-168 ABARTH 500 IT 15-06-2012 12:18 Pagina 161