
Hybridesysteem
30
Stand ZEV *
(100% elektrisch)
De werking als Zero Emission Vehicle wordt voor 100% verzorgd door de elektrische aandrijving van de achterwielen. Wanneer u deze stand kiest, kunt u geruisloos rijden met een lage snelheid.
* ZEV: Zero Emission Vehicle.
In de stand ZEV: - Zijn de actieradius en de prestaties beperkt. De maximumsnelheid in deze stand is ongeveer 60 km/h. - Wanneer veel vermogen wordt gevraagd of de omstandigheden het starten van de dieselmotor vereisen, schakelt het systeem automatisch over op de stand AUTO.
Deze stand is beschikbaar als aan alle noodzakelijke voor waarden wordt voldaan. Het is vooral van belang dat de laadtoestand van de tractiebatterij voldoende is (minimaal 4 streepjes).
Als niet aan de voor waarden voor deze stand wordt voldaan, verschijnt de melding "elektrische stand momenteel niet beschikbaar" op het display. Het controlelampje ZEV zal enkele seconden knipperen en vervolgens uitgaan en het controlelampje AUTO van de keuzeschakelaar gaat branden.
Stand Auto
In deze stand wordt de werking van de dieselmotor en de elektromotor automatisch afgestemd op ingeschakelde functies van de auto, de rijomstandigheden en de rijstijl voor een zo laag mogelijk brandstofverbruik van de auto . mogelijk brandstofverbruik van de auto . mogelijk brandstofverbruik van de auto In deze stand kan onder bepaalde omstandigheden automatisch worden overgeschakeld op elektrisch rijden (zero emission) . In de stand Auto geldt voor de elektromotor het elektromotor het elektromotorvolgende: - de auto kan, afhankelijk van de laadtoestand van de tractiebatterij, in de stand elektrisch rijden "zero emission" door de elektromotor worden aangedreven tot maximaal ongeveer 60 km/h, als aan de voor waarden met betrekking tot de auto wordt voldaan en als het gaspedaal niet te diep wordt ingetrapt, - de elektromotor assisteert de dieselmotorassisteert de dieselmotor assisteert de dieselmotorbij het wegrijden, bij het schakelen, tijdens het accelereren en wanneer de voorwielen onvoldoende grip hebben (de elektromotor zorgt automatisch voor vierwielaandrijving ), - de elektromotor werkt niet bij snelheden hoger dan 120 km/h.
Deze stand wordt aanbevolen voor normaal gebruik en wordt gebruik en wordt gebruikautomatisch geactiveerd bij het starten van het hybridesysteem.
Raadpleeg voor meer informatie over het "Automatisch herstarten van de dieselmotor of GEEN toegang tot de stand ZEV " de desbetreffende rubriek.

.Hybridesysteem33
Weergave van de energiestromen van het hybridesysteem
Standen hybridesysteem
1. Geselecteerde stand van het hybridesysteem (AUTO, ZEV, SPORT, 4WD). 2. Meldingen, bijv.: "Zero Emission" als de dieselmotor is uitgeschakeld (0 g/km CO2).
Werking/energiestromen
6. De dieselmotor voedt de tractiebatterij (afhankelijk van de laadtoestand). 7. Pijl van links naar rechts: de tractiebatterij voedt de elektromotor (als de elektromotor in werking is). Pijl van rechts naar links: de elektromotor/generator laadt de tractiebatterij op (regeneratie van energie). 8. De dieselmotor drijft de voor wielen aan. 9. De elektromotor drijft de achter wielen aan.
Infrastructuur van de auto
3. Dieselmotor. 4. Laadtoestand van de tractiebatterij. 5. Elektromotor/generator.
De actuele informatie met betrekking tot de geselecteerde stand van het hybridesysteem, de pijlen van de energiestromen en de laadtoestand van de tractiebatterij worden weergegeven op het display van het instrumentenpaneel.

Hybridesysteem
42
Verbruik van uw hybrideauto op het display
Gemiddeld verbruik over de laatste 5 minuten.
"60% Hybrid Use" betekent dat 60% van de tijd met assistentie van het hybridesysteem en 40% met alleen de dieselmotor wordt gereden (zonder assistentie van het
hybridesysteem).
Druk, ter wijl het hybridesysteem is geactiveerd en het traject "2" wordt weergegeven langer dan twee seconden op de toets om het overzicht van het verbruik te resetten.
Resetten van het overzicht van
het verbruik
Zie de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de boordcomputer.

Controle tijdens het rijden
48
De klokken en verklikkerlampjes op het instrumentenpaneel geven informatie over de werking van de auto.
Instrumentenpanelen
Klokken
4. Snelheidsmeter. Geeft de wagensnelheid aan (km/h of mph). 5. Display.6. Knop nulstelling of het opnieuw weergeven van de onderhoudsindicator. Knop voor de nulstelling van de geselecteerde functie (dagteller of onderhoudsindicator) of het opnieuw weergeven van de onderhoudsindicator.
1. Vermogensmeter Vermogensmeter Vermogensmeter Geeft in de vorm van een percentage het beschikbare vermogen aan. Raadpleeg voor meer informatie het hoofdstuk "Hybridesysteem". 2. Koelvloeistoftemperatuurmeter. Geeft de koelvloeistoftemperatuur aan (graden Celsius). 3. Brandstofniveaumeter.
Geeft de resterende hoeveelheid brandstof in de tank aan.
Raadpleeg voor meer informatie over de werking en de weergave van een bepaalde functie de desbetreffende rubriek.
7. Dimmer dashboardverlichting. Knop voor de instelling van de lichtsterkte van de dashboardverlichting, bij ingeschakelde verlichting. 8. Verklikkerlampje Ready Geeft aan of de auto rijklaar is.

1
Controle tijdens het rijden49
Display(s)
A. Snelheidsbegrenzer Snelheidsbegrenzer Snelheidsbegrenzer of Snelheidsregelaar. (km/h of mph) B. Dagteller. (km of miles) C. Onderhoudsindicator. (km of miles) of, Motorolieniveaumeter. of Kilometerteller. (km of miles) D. 2Tronic versnellingsbak.E. - Energiestromen of Energiestromen of Energiestromen of - Waarschuwings- en statusmeldingen van functies of van functies of van functies of - Boordcomputer of Boordcomputer of Boordcomputer of - Navigatieberichten (GPS) of Navigatieberichten (GPS) of Navigatieberichten (GPS) of - Menu's (met Peugeot Connect 3D Nav).
Bedieningspaneel van het instrumentenpaneel
Met behulp van de toetsen kunnen: - Bij stilstaande auto , de uitrusting van de auto en de parameters van het display (taal, eenheden) worden ingesteld, - Bij rijdende auto , de actieve functies achtereenvolgend worden weergegeven
(boordcomputer, navigatie...).
Bediening
U beschikt over vier toetsen om het display van het instrumentenpaneel te bedienen: 1. Toegang tot het algemene menu, bevestigen van de keuze. 2. Naar boven verplaatsen in het menu. 3. Naar beneden verplaatsen in het menu. 4. Terugkeren naar het vorige scherm, het menu verlaten.

Controle tijdens het rijden
50
Ta a l k e u z e
In dit menu kunt u de weergave van de taal kiezen.
Keuze van de eenheden
In dit menu kunt u de eenheden kiezen:
temperatuur (°Celsius of °Fahrenheit) en verbruik (l/100 km, mpg of km/l).
Parameters van de auto
In dit menu kunt u bepaalde functies ten behoeve van het rijden en het comfort inschakelen * : - inschakelen van de ruitenwisser achter als de achteruitversnelling wordt ingeschakeld (zie de rubriek "Zicht"), - selectieve ontgrendeling (zie de rubriek "Toegang tot de auto"),
- follow me home-verlichting en instapverlichting (zie de rubriek "Zicht"), - sfeerverlichting (zie de rubriek "Zicht"), - bochtverlichting (zie de rubriek "Zicht"), - automatische parkeerrem (zie de rubriek "Rijden").
Verklikkerlampjes
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde waarschuwingslampjes enkele seconden branden. Zodra de motor wordt gestart, moeten deze lampjes weer uitgaan. Als het lampje blijft branden, controleer dan voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige verklikkerlampjes kunnen gaan branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display.
De verklikkerlampjes geven de bestuurder informatie over de werking van een systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of waarschuwen de bestuurder in het geval van een storing (waarschuwingslampje).
Verklikkerlampjes kunnen constant branden of knipperen. Een aantal verklikkerlampjes heeft beide mogelijkheden. Of het constant branden of knipperen van een verklikkerlampje duidt op een storing, is afhankelijk van de werkingsfase van de auto.
Algemeen menu
Druk op toets 1 voor toegang tot het algemene menu en om één van de volgende functies te kiezen: - "Parameters van de auto", - "Taalkeuze", - "Keuze van de eenheden". Druk op toets 2 of 3 om op het scherm te verplaatsen. Druk opnieuw op toets 1 om de keuze te bevestigen.
Het algemene menu en de bijbehorende functies zijn uitsluitend toegankelijk bij stilstaande auto, via de toetsen 1 tot en met 4 . Boven een bepaalde snelheid verschijnt een melding op het display die aangeeft dat toegang tot het algemene menu onmogelijk is. De weergave van de boordcomputer is uitsluitend toegankelijk bij rijdende auto, via de toetsen 2 en 3 (zie paragraaf "Boordcomputer").
* Volgens land van bestemming.

Controle tijdens het rijden
54
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld. Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het multifunctionele display.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Passagiersairbag permanent. De schakelaar in het dashboardkastje staat in de stand " OFF ". De frontairbag aan passagierszijde is uitgeschakeld. U kunt een kinderzitje met de "rug in de rijrichting" plaatsen, behalve in het geval van een storing in het airbagsysteem (verklikkerlampje airbags brandt).
Zet de schakelaar in de stand " ON " om de frontairbag aan passagierszijde in te schakelen. Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitje met de "rug in de rijrichting".

1
Controle tijdens het rijden55
Waarschuwingslampjes
Als met ingeschakeld hybridesysteem of tijdens het rijden een van de volgende waarschuwingslampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie ondernemen. Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie die via een melding op het multifunctionele display wordt weergegeven. Raadpleeg indien nodig het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
STOP permanent, in combinatie met een ander waarschuwingslampje, een geluidssignaal en een melding op het display.
Dit waarschuwingslampje brandt bij een storing met betrekking tot het remsysteem, de stuurbekrachtiging, de motoroliedruk, bij een te hoge koelvloeistoftemperatuur, of bij een storing in het hybridesysteem.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Zet het contact af en neem contact op met het PEUGEOT-netwerk.
Service tijdelijk. Er is een kleine storing opgetreden waarbij geen specifiek verklikkerlampje gaat branden.
Identificeer de storing met behulp van de melding op het display, bijvoorbeeld: - het hybridesysteem, - het sluiten van de portieren, achterklep of motorkap, - het motorolieniveau, - het niveau van de ruitensproeiervloeistof, - de batterij van de afstandsbediening, - vervuiling van het roetfilter (diesel). Raadpleeg in andere gevallen het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent. Er is een ernstige storing opgetreden waarbij geen specifiek verklikkerlampje gaat branden.
Identificeer de storing met behulp van de melding op het display en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Roetfilter (diesel) permanent, in combinatie met de tijdelijk weergegeven melding "Kans op verstopping van het roetfilter".
Het roetfilter begint vervuild te raken. Regenereer, zodra de omstandigheden dit toelaten, het roetfilter door met een snelheid van minimaal 60 km/h te rijden tot het verklikkerlampje Service uit gaat.
permanent. Het minimumniveau in het additiefreservoir is bereikt. Laat het reservoir snel bij het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats bijvullen.