Page 93 of 378

4
Toegang tot de auto91
Supervergrendeling met de afstandsbediening
Druk op het gesloten hangslot om de auto volledig te vergrendelen of druk langer dan 2 seconden op het gesloten hangslot om ook de ruiten te sluiten (volgens uitvoering).
Normale vergrendeling met de sleutel
Draai de sleutel rechtsom in het slot van het bestuurdersportier om de auto te vergrendelen.
Sluiten van de auto
Druk op het gesloten hangslot om de auto te vergrendelen.
Druk langer dan 2 seconden op het gesloten hangslot om ook de ruiten automatisch te sluiten (volgens uitvoering).
Normale vergrendeling met de afstandsbediening
Druk binnen 5 seconden nogmaals op het gesloten hangslot om de supervergrendeling van de auto in te schakelen.
Als een portier of de achterklep niet goed is gesloten, werkt de centrale
vergrendeling niet. Maar het alarmsysteem (indien aanwezig) is na ongeveer 45 seconden wel volledig actief. Als de auto per ongeluk wordt ontgrendeld zonder dat een portier of de achterklep wordt geopend, wordt de auto na ongeveer 30 seconden automatisch opnieuw vergrendeld. Als het alarmsysteem vooraf was geactiveerd, wordt het niet automatisch opnieuw geactiveerd.
De richtingaanwijzers branden gedurende enkele seconden. Afhankelijk van de uitvoering worden de buitenspiegels ingeklapt en wordt het alarmsysteem ingeschakeld.
Het in- en uitklappen van de buitenspiegels met de afstandsbediening kan worden uitgeschakeld door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Page 94 of 378

Toegang tot de auto
92
Lokaliseren van de auto
Supervergrendeling met de sleutel Inklappen van de sleutel
Draai de sleutel rechtsom in het slot van het bestuurdersportier om de auto volledig te vergrendelen en houd de sleutel langer dan 2 seconden in deze stand om ook de ruiten te sluiten (volgens uitvoering). Draai binnen 5 seconden de sleutel nogmaals rechtsom om de supervergrendeling van de auto in te schakelen. De supervergrendeling wordt bevestigd door het gedurende ongeveer 2 seconden branden van de richtingaanwijzers. Tegelijkertijd worden de buitenspiegels ingeklapt (volgens uitvoering). Druk op deze knop om de sleutel in te klappen. Wanneer u deze knop niet indrukt bij het inklappen van de sleutel, kan het mechanisme beschadigd raken. De supervergrendeling blokkeert het van buitenaf en van binnenuit openen van de portieren. Als de supervergrendeling is ingeschakeld, is ook de vergrendelingsschakelaar in het interieur buiten werking. Schakel daarom nooit de supervergrendeling in als er zich iemand in de auto bevindt.
Druk op het gesloten hangslot om de eerder vergrendelde auto te lokaliseren op een parkeerplaats.
De richtingaanwijzers knipperen gedurende enkele seconden.
Page 116 of 378

Zicht
114
Automatische verlichting
Met behulp van een lichtsterktesensor de kentekenplaatverlichting, het parkeerlicht en het dimlicht automatisch ingeschakeld als de lichtsterkte van de omgeving onvoldoende is. De verlichting kan ook, in geval van neerslag, gelijktijdig met het automatisch inschakelen van de ruitenwissers vóór worden ingeschakeld. De verlichting wordt uitgeschakeld als de lichtsterkte van de omgeving weer voldoende is of nadat het wissen is gestopt.
Inschakelen
Draai de ring in de stand "AUTO" . Het activeren van de functie wordt bevestigd door een melding op het display.
Uitschakelen
Draai de ring in een andere stand. Het uitschakelen van de functie wordt bevestigd door een melding op het display.
Als de functie automatische verlichting is geactiveerd, wordt onder donkere omstandigheden het dimlicht automatisch ingeschakeld bij het afzetten van het contact.
Storing
Bij een storing in de lichtsterktesensor gaat de verlichting branden, wordt dit pictogram weergegeven op het instrumentenpaneel en/of verschijnt een melding op het display, in combinatie met een geluidssignaal.
Automatische follow me
home-verlichting
Programmeren
Het inschakelen of uitschakelen en de tijdsduur van de follow me home-verlichting zijn in te stellen via het configuratiemenu van de auto.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Bij mist of sneeuw kan de lichtsterktesensor ten onrechte voldoende licht waarnemen; de verlichting wordt dan niet automatisch ingeschakeld. Dek de met de regensensor gecombineerde lichtsterktesensor, die zich in het midden van de voorruit achter de binnenspiegel bevindt, niet af. De aan de sensor gekoppelde functies worden dan niet meer bediend.
Page 121 of 378

5
Zicht119
Automatische ruitenwissers
vóór
De ruitenwissers worden automatisch ingeschakeld als de sensor achter de binnenspiegel regen detecteert. De snelheid van de ruitenwissers wordt aangepast aan de hoeveelheid neerslag.
Inschakelen
Dit gebeurt handmatig door de hendel omlaag te duwen in de stand "AUTO" . Dit wordt bevestigd door een melding op het display.
Uitschakelen
Beweeg de hendel omhoog en vervolgens in de stand "0" om de ruitenwissers handmatig te bedienen. Dit wordt bevestigd door een melding op het display.
Storing
In het geval van een storing in de automatische werking van de ruitenwissers werken deze in de intervalstand. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Dek de regensensor, die zich gecombineerd met de lichtsensor in het midden van de voorruit achter de binnenspiegel bevindt, niet af. Schakel de automatische werking van de ruitenwissers uit als de auto wordt gewassen in een wasstraat. Wacht 's winters met het inschakelen
van de automatische ruitenwissers tot de voorruit ontdooid is om de wisserbladen niet te beschadigen.
Als het contact meer dan 1 minuut afgezet is geweest, moet de automatische werking van de ruitenwissers opnieuw worden geactiveerd door de hendel kort omlaag te duwen.
Page 124 of 378

Zicht
122
Sfeerverlichting
Instapverlichting
interieur
Als de automatische verlichting is geactiveerd, kan de interieurverlichting met de afstandsbediening worden ingeschakeld om op donkere plaatsen het lokaliseren van de auto en het instappen te vergemakkelijken.
Inschakelen
Druk op het geopende hangslot van de afstandsbediening. De plafonniers gaan branden en uw auto wordt gelijktijdig ontgrendeld.
Programmeren
Inschakelen
Als het buiten donker is, wordt de sfeerverlichting A van de plafonnier vóór automatisch ingeschakeld zodra de parkeerlichten gaan branden.
Uitschakelen
De sfeerverlichting gaat automatisch uit als de parkeerlichten worden uitgeschakeld.
Deze functie kan worden in- of uitgeschakeld via het configuratiemenu van de auto.
Ver lic hting
buitenspiegels
Om de toegang tot de auto te vergemakkelijken, worden de volgende delen verlicht: - het oppervlak naast het bestuurders- en het passagiersportier, - het oppervlak voor de buitenspiegels en achter de voorportieren.
Inschakelen
De instapverlichting wordt ingeschakeld: - bij het ontgrendelen, - bij het ver wijderen van de contactsleutel, - bij het openen van een portier, - bij het lokaliseren van de auto via de afstandsbediening.
Uitschakelen
De verlichting dooft na een bepaalde tijd automatisch.
De gedempte interieurverlichting verbetert het zicht in de auto als deze zich in een donkere omgeving bevindt.
De duur van het branden van de instapverlichting is gekoppeld en gelijk aan die van de automatische follow me home verlichting.
Uitschakelen
De instapverlichting interieur gaat na een bepaalde tijd automatisch uit of gaat uit als een van de portieren wordt geopend.
Page 127 of 378

6
Indelingen125
Opbergvakken
bestuurder
Opbergvak
Dit opbergvak biedt ruimte voor de boorddocumenten, ... Trek aan de handgreep om het opbergvak te openen en kantel het opbergvak.
Ver lic ht
dashboardkastje
Het dashboardkastje bevat verschillende ruimtes, audio-aansluitingen voor draagbare apparaten en een simkaarthouder (uitsluitend bij de Peugeot Connect 3D Nav), ... Trek de handgreep omhoog om het dashboardkastje te openen. De verlichting van het dashboardkastje treedt in werking zodra het deksel wordt geopend.
Zonneklep
De zonneklep kan zowel omlaag als naar opzij worden geklapt en is voorzien van een make-upspiegel met verlichting. Open als het contact aan is het afdekkapje. De verlichting van de make-upspiegel gaat automatisch branden. De zonneklep bevat tevens een mogelijkheid voor het opbergen van pasjes. Kaarthouder
De kaarthouder is bedoeld om bijvoorbeeld een kaartje van een tolweg of een parkeergarage op te bergen.
Muntenvakje
Opbergvak
Raadpleeg voor het aansluiten van draagbare audio-apparatuur of het plaatsen van een simkaart de rubriek "Audio en telematica".
Page 213 of 378
11
Praktische informatie211
Lampen van mistlampen vervangen
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Steek ter hoogte van het midden van het zijknipperlicht een schroevendraaier tussen het zijknipperlicht en de voet van de buitenspiegel. Wip het zijknipperlicht met de schroevendraaier los. Neem de stekker van het zijknipperlicht los.
Vervangen lampen geïntegreerde zijknipperlichten
U kunt voor het vervangen van de lampen ook het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats raadplegen.
Voer het monteren uit in de omgekeerde volgorde. Een nieuw zijknipperlicht is verkrijgbaar bij het PEUGEOT-netwerk of bij een gekwalificeerde werkplaats.
Page 217 of 378
11
Praktische informatie215
Zekeringen dashboard Overzicht zekeringen
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde van het dashboard.
Zekering N r.Ampère (A)Functies
F115 Ruitenwisser achter.
F2- Niet gebruikt.
F35 Elektronische eenheid airbags.
F410 Automatisch dimmende binnenspiegel, airconditioning, eenheid veiligheidsschakeling, multimediasysteem achter, elektronische eenheid tractiebatterij.
F530 Eentraps elektrische ruitbediening vóór.
F630 Eentraps elektrische ruitbediening achter.
F75
Plafonniers voor en achter, kaartleeslampjes, leeslampjes achter, verlichting zonneklep, verlichting dashboardkastje, verlichting middenarmsteun, bediening relais 12 V bagageruimte.