INHOUDSOPGAVE
Achterbrugscharnierpunten smeren ...................................... 6-30
Voorvork controleren .................... 6-30
Stuursysteem controleren ............ 6-31
Controleren van wiellagers ........... 6-31
Accu ............................................. 6-32
Zekeringen vervangen .................. 6-33
Koplampgloeilamp vervangen ...... 6-34
Achterlicht/remlichtunit ................. 6-36
Gloeilamp in richtingaanwijzer vervangen ................................. 6-36
Gloeilamp in kentekenverlichting vervangen ................................. 6-37
Parkeerlicht .................................. 6-37
Ondersteunen van de
motorfiets .................................. 6-38
Problemen oplossen ..................... 6-38
Storingzoekschema’s ................... 6-39
VERZORGING EN STALLING VAN
DE MOTORFIETS .............................. 7-1
Matkleur, let op ............................... 7-1
Verzorging ......................................7-1
Stalling ............................................7-4
SPECIFICATIES ................................8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE .............. 9-1
Identificatienummers ......................9-1
U1KBD0D0.book Page 2 Monday, July 25, 2011 2:06 PM
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
de huidige geselecteerde modus te
annuleren. Herhaal vervolgens stap 1
om de gewenste modus te selecteren.
●
Houd de “RESET”-toets minstens een
seconde lang ingedrukt om alle in het
geselecteerde tussentijdgeheugen op-
geslagen tijden terug te stellen.
4. Houd de “SELECT”-toets minstenseen seconde lang ingedrukt om het
tussentijdgeheugen te annuleren en
terug te keren naar de tijdmeting.
Weergave kilometerteller, ritteller, huidi-
ge brandstofverbruik en gemiddelde
brandstofverbruik Druk op de “SELECT”-toets om te wisselen
tussen de kilometertellerweergave “ODO”,
de rittellerweergaven “TRIP 1” en “TRIP 2”,
de weergave van het huidige brandstofver-
bruik “km/L” of “L/100 km” en de weergave
van het gemiddelde brandstofverbruik
“AVE_ _._ km/L” of “AVE_ _._ L/100 km”, in
de onderstaande volgorde:
ODO
TRIP 1 TRIP 2 km/L of L/100
km AVE_ _._ km/L of AVE_ _._ L/100 km
ODO
Alleen Verenigd Koninkrijk:
Druk op de “SELECT”-toets om te wisselen
tussen de kilometertellerweergave “ODO”,
de rittellerweergaven “TRIP 1” en “TRIP 2”,
de weergave van het huidige brandstofver-
bruik “km/L”, “L/100 km” of “MPG” en de
weergave van het gemiddelde brandstof-
verbruik “AVE_ _._ km/L”, “AVE_ _._ L/100
km” of “AVE_ _._ MPG”, in de onderstaan-
de volgorde:
ODO TRIP 1 TRIP 2 km/L, L/100
km of MPG AVE_ _._ km/L, AVE_ _._
L/100 km of AVE_ _._ MPG ODO
Als het waarschuwingslampje brandstofni-
veau gaat branden (zie pagina 3-4), wisselt
de weergave automatisch naar de brand- stofreserve-ritteller “TRIP F” en wordt de af-
gelegde afstand vanaf dat punt
aangegeven. In dat geval wordt door het in-
drukken van de toets “SELECT” gewisseld
tussen de diverse weergaven van ritteller,
kilometerteller, huidige verbruik en gemid-
delde verbruik, in de onderstaande volgor-
de:
TRIP F
km/L of L/100 km AVE_ _._
km/L of AVE_ _._ L/100 km ODO
TRIP 1 TRIP 2 TRIP F
Alleen Verenigd Koninkrijk:
TRIP F km/L, L/100 km of MPG AVE_
_._ km/L, AVE_ _._ L/100 km of AVE_ _._
MPG ODO TRIP 1 TRIP 2 TRIP
F
Om een ritteller op nul terug te stellen, se-
lecteert u deze door op de toets “SELECT”
te drukken en dan de toets “RESET” min-
stens 1 seconde lang ingedrukt te houden.
Wanneer u de brandstofreserve-ritteller niet
zelf met de hand op nul terugstelt, wordt
deze automatisch teruggesteld zodra na het
tanken 5 km (3 mi) is gereden en wordt de
vorige ritteller weergegeven.1. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofvoor- raad/huidig brandstofverbruik/gemiddeld
brandstofverbruik
1
U1KBD0D0.book Page 11 Monday, July 25, 2011 2:06 PM
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
Modus huidig brandstofverbruikDe weergave van het huidige brandstofver-
bruik kan worden ingesteld op “km/L”,
“L/100 km” of “MPG” (alleen Verenigd Ko-
ninkrijk).●
“km/L”: De afstand die onder de huidi-
ge rijomstandigheden kan worden af-
gelegd met 1.0 L brandstof wordt
weergegeven.
●
“L/100 km”: De hoeveelheid brandstof
die nodig is om onder de huidige rijom-
standigheden 100 km af te leggen
wordt weergegeven.
●
“MPG” (alleen Verenigd Koninkrijk):
De afstand die onder de huidige rijom-
standigheden kan worden afgelegd
met 1.0 Imp.gal brandstof wordt weer-
gegeven.Houd de toets “SELECT” een seconde lang
ingedrukt om te wisselen tussen de twee
weergaven voor het huidige brandstofver-
bruik terwijl een van de weergaven wordt
getoond.
OPMERKINGBij snelheden onder 10 km/h (6.0 mi/h)
wordt “_ _._” weergegeven.Modus gemiddeld brandstofverbruikDe weergave van het gemiddelde brand-
stofverbruik kan worden ingesteld op “AVE_
_._ km/L”, “AVE_ _._ L/100 km” of “AVE_
_._ MPG” (alleen Verenigd Koninkrijk).
Deze weergave toont het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de weergave op nul
is teruggezet.
●
“AVE_ _._ km/L”: De gemiddelde af-
stand die kan worden afgelegd op 1.0
L brandstof wordt weergegeven.
●
“AVE_ _._ L/100 km”: De gemiddelde
hoeveelheid brandstof die nodig is om
100 km af te leggen wordt weergege-
ven.
●
“AVE_ _._ MPG” (alleen Verenigd Ko-
ninkrijk): De gemiddelde afstand die
kan worden afgelegd op 1.0 Imp.gal
brandstof wordt weergegeven.
Houd de toets “SELECT” een seconde lang
ingedrukt om te wisselen tussen de weerga-
ven voor het gemiddelde brandstofverbruik
terwijl een van de weergaven wordt ge-
toond.
Om de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik terug te stellen selecteert
u deze door op de toets “SELECT” te druk-
ken en dan de toets “RESET” minstens een
seconde lang ingedrukt te houden.
OPMERKINGNa het terugstellen van een weergave van
het gemiddelde brandstofverbruik wordt “_
_._” weergegeven voor die weergave totdat
de machine 1 km (0.6 mi) heeft afgelegd.
1. Weergave huidig brandstofverbruik
1
1. Weergave gemiddeld brandstofverbruik
1
U1KBD0D0.book Page 12 Monday, July 25, 2011 2:06 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
6
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15131]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU39013
Koplampgloeilamp vervangen De koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Vervang een koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:●
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
●
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-
geschreven.
1. Kap van startmotorrelais
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
1
2
3
Voorgeschreven zekeringen:Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering: 20.0 A
Zekering signaleringssysteem: 7.5 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 10.0 A 2
Zekering richtingaanwijzers: 7.5 A
Zekering stuurdemper:
7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Backup-zekering: 7.5 A
Zekering elektronische smoorklep:
7.5 A
U1KBD0D0.book Page 34 Monday, July 25, 2011 2:06 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
6
1. Verwijder de gloeilampkap door dezelinksom te draaien.
2. Maak de koplampstekker los. 3. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
5. Sluit de koplampstekker aan. 6. Monteer de gloeilampkap door deze
rechtsom te draaien.
7. Vraag indien nodig een Yamaha dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Gloeilampkap
1
1. Koplampstekker
1. Koplampgloeilamp
2. Gloeilamphouder
1
12
U1KBD0D0.book Page 35 Monday, July 25, 2011 2:06 PM
SPECIFICATIES
8-3
8
Laadsysteem:Wisselstroomdynamo met permanente
magnetenAccu:Model:YTZ10S
Voltage, capaciteit:
12 V, 8.6 AhKoplamp:Type gloeilamp:HalogeenlampGloeilampen voltage, wattage aantal:Koplamp:
12 V, 55 W 2
Achterlicht/remlicht unit: LED
Voorste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W 2
Achterste richtingaanwijzer: 12 V, 10.0 W 2
Parkeerlicht: LED
Kentekenverlichting:
12 V, 5.0 W 1
Instrumentenverlichting: LED
Controlelampje vrijstand: LED
Controlelampje grootlicht:
LED
Waarschuwingslampje olieniveau: LED
Controlelampje richtingaanwijzers: LED Controlelampje brandstofniveau:
LED
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur: LED
Waarschuwingslampje motorstoring: LED
Controlelampje startblokkering:
LED
Controlelampje schakelmoment: LED
Controlelampje tractieregeling: LED
Zekeringen:Hoofdzekering:50.0 A
Koplampzekering: 20.0 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 10.0 A 2
Zekering richtingaanwijzers:
7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Zekering stuurdemper: 7.5 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A
U1KBD0D0.book Page 3 Monday, July 25, 2011 2:06 PM
INDEXAAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 6-27
Accu ...................................................... 6-32
Achterbrugscharnierpunten, smeren..... 6-30
Achterlicht/remlichtunit .......................... 6-36
Achteruitkijkspiegels ............................. 3-28
Antidiefstal-alarmsysteem (optie).......... 3-17BBagageriembevestiging ........................ 3-33
Banden.................................................. 6-19
Bougies, controleren ............................. 6-11
Brandstof............................................... 3-23
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ... 5-3CClaxonschakelaar ................................. 3-18
Contactslot/stuurslot ............................... 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-4
Controlelampje grootlicht ........................ 3-4
Controlelampje schakelmoment.............. 3-7
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-4
Controlelampje startblokkeersysteem ..... 3-7
Controlelampje tractieregeling ................ 3-7DDimlichtschakelaar ................................ 3-18
D-mode (rijmodus) .................................. 3-1GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren................................................ 6-28
Gereedschapsset .................................... 6-2
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen ........................................... 6-37
Gloeilamp richtingaanwijzer, vervangen ........................................... 6-36
HHelmbevestiging ................................... 3-26IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren............. 6-28
Klepspeling ........................................... 6-19
Koelvloeistof ......................................... 6-15
Koplampgloeilamp, vervangen ............. 6-34
Koppelingshendel ................................. 3-19
Koppelingshendel, vrije slag afstellen .............................................. 6-22LLichtsignaalschakelaar ......................... 3-17
Luchtfilterelement ................................. 6-18MMatkleur, let op ....................................... 7-1
Modelinformatiesticker............................ 9-1
Motorolie en oliefilterpatroon ................ 6-12
Multifunctionele meter ............................ 3-8NNoodstopschakelaar ............................. 3-18OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ...... 6-3
Ondersteunen van de motorfiets .......... 6-38
Opbergcompartiment ............................ 3-27PParkeerlicht........................................... 6-37
Parkeren ................................................. 5-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Positie van bestuurdersvoetsteunen, afstellen .............................................. 3-27
Problemen oplossen ............................. 6-38
RRem- en koppelingshendels, controleren en smeren ........................ 6-29
Rem- en schakelpedalen, controleren
en smeren ........................................... 6-28
Remhendel ............................................ 3-19
Remlichtschakelaars ............................. 6-23
Rempedaal ............................................ 3-20
Remvloeistofniveau, controleren ........... 6-24
Remvloeistof, verversen........................ 6-25
Richtingaanwijzerschakelaar................. 3-18SSchakelaar alarmverlichting .................. 3-18
Schakelaar tractieregeling..................... 3-18
Schakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal....................................... 3-19
Schokdemperunit, afstellen ................... 3-30
Smering en onderhoud, periodiek ........... 6-5
Spanning aandrijfketting........................ 6-26
Specificaties ............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-4
Startblokkeersysteem.............................. 3-1
Starten van de motor............................... 5-1
Startknop ............................................... 3-18
Startspersysteem .................................. 3-34
Stationair toerental, controleren ............ 6-18
Storingzoekschema’s ............................ 6-39
Stroomlijnpanelen, verwijderen en aanbrengen........................................... 6-9
Stuurschakelaars .................................. 3-17
Stuursysteem, controleren .................... 6-31TTankbeluchtingsslang en overloopslang ..................................... 3-24
U1KBD0D0.book Page 1 Monday, July 25, 2011 2:06 PM