INHOUDSOPGAVE
Middenbok en zijstandaard controleren en smeren .............. 6-26
Achterbrugscharnierpunten smeren ...................................... 6-26
Voorvork controleren .................... 6-27
Stuursysteem controleren ............ 6-27
Controleren van wiellagers ........... 6-28
Accu ............................................. 6-28
Zekeringen vervangen .................. 6-29
Koplampgloeilamp vervangen ...... 6-31
Achterlicht/remlichtunit ................. 6-32
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen ................................. 6-33
Gloeilamp kentekenverlichting
vervangen ................................. 6-33
Parkeerlichtgloeilamp vervangen ................................. 6-34
Problemen oplossen ..................... 6-36
Storingzoekschema’s ................... 6-37
VERZORGING EN STALLING VAN
DE MOTORFIETS .............................. 7-1
Matkleur, let op ............................... 7-1
Verzorging ......................................7-1
Stalling ............................................7-3
SPECIFICATIES ................................8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE .............. 9-1
Identificatienummers ......................9-1
U23PD2D0.book Page 2 Monday, August 1, 2011 1:32 PM
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
OPMERKINGDeze brandstofniveaumeter is voorzien van
een zelfdiagnosesysteem. Als in het elek-
trisch circuit een storing wordt gedetec-
teerd, gaan alle displaysegmenten
knipperen. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te testen.Weergave luchtaanzuigtemperatuur,
koelvloeistoftemperatuur, huidige
brandstofverbruik en gemiddelde brand-
stofverbruik
Druk op de rechtertoets om de weergave te
wisselen tussen de luchtaanzuigtempera-
tuur, koelvloeistoftemperatuur, het huidigebrandstofverbruik “km/L” of “L/100 km” en
het gemiddelde brandstofverbruik “AVE_
_._ km/L” of “AVE_ _._ L/100 km”, in de on-
derstaande volgorde:
luchtaanzuigtemperatuur
→ koelvloeistof-
temperatuur → km/L of L/100 km → AVE_
_._ km/L of AVE_ _._ L/100 km → luchtaan-
zuigtemperatuur
Alleen Verenigd Koninkrijk:
Druk op de rechtertoets om de weergave te
wisselen tussen de luchtaanzuigtempera-
tuur, koelvloeistoftemperatuur, het huidige
brandstofverbruik “km/L”, “L/100 km” of
“MPG” en het gemiddelde brandstofver-
bruik “AVE_ _._ km/L”, “AVE_ _._ L/100
km” of “AVE_ _._ MPG”, in de onderstaan-
de volgorde:
luchtaanzuigtemperatuur → koelvloeistof-
temperatuur → km/L, L/100 km of MPG →
AVE_ _._ km/L, AVE_ _._ L/100 km of
AVE_ _._ MPG → luchtaanzuigtemperatuur Luchtaanzuigtemperatuurmodus
De weergave luchtaanzuigtemperatuur
geeft de temperatuur aan van de lucht die
het luchtfilterhuis wordt binnengezogen.
Dit display toont de luchtaanzuigtempera-
tuur van –9 °C tot 93 °C in stappen van 1 °C.OPMERKING●
Bij een luchttemperatuur onder –9 °C
wordt “Lo” weergegeven.
●
Ook wanneer de luchtaanzuigtempe-
ratuurmodus is geselecteerd, ver-
schijnt in het geval van
motoroververhitting de koelvloeistof-
temperatuurweergave, licht het waar-
schuwingslampje voor de
koelvloeistoftemperatuur op en knip-
pert “HI” op het display.
1. Weergave koelvloeistoftemperatuur/weerga-
ve inlaatluchttemperatuur/weergave huidige
brandstofverbruik/weergave gemiddelde
brandstofverbruik
2. Rechter instelknop
2
1
1. Weergave luchtaanzuigtemperatuur
1
U23PD2D0.book Page 11 Monday, March 17, 2014 9:53 AM
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
Weergave koelvloeistoftemperatuurDe weergave koelvloeistoftemperatuur
geeft de temperatuur van de koelvloeistof
aan.LET OP
DCA10021
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
Modus huidig brandstofverbruikDe weergave van het huidige brandstofver-
bruik “km/L ”, “L/100 km ” of “ MPG ” (alleen
Verenigd Koninkrijk) geeft het brandstofver-
bruik onder de huidige rijomstandigheden
aan.
De weergave “km/L” geeft de afstand
aan die kan worden afgelegd op 1.0 L
brandstof.
De weergave “L/100 km ” geeft de hoe-
veelheid brandstof aan die nodig is om
100 km af te leggen.
Alleen Verenigd Koninkrijk: De weer-
gave “MPG ” geeft de afstand aan die
kan worden afgelegd op 1.0 Imp.gal
brandstof. Druk op de rechtertoets om te wisselen tus-
sen de weergaven voor het huidige brand-
stofverbruik terwijl een van de weergaven
wordt getoond.
OPMERKINGHet huidige brandstofverbruik wordt weer-
gegeven wanneer de machine een snelheid
bereikt van 20 km/h (12 mi/h).Modus gemiddeld brandstofverbruikDe weergave van het gemiddelde brand-
stofverbruik
“AVE_ _._ km/L” , “AVE_ _._
L/100 km ” of “AVE_ _._ MPG ” (alleen Vere-
nigd Koninkrijk) geeft het gemiddelde
brandstofverbruik aan sinds de weergave
voor het laatst werd teruggesteld.
1. Weergave koelvloeistoftemperatuur
1
1. Weergave huidig brandstofverbruik
2. Rechter instelknop
2
1
1. Weergave gemiddeld brandstofverbruik
2. Rechter instelknop
2
1
U23PD2D0.book Page 12 Monday, August 1, 2011 1:32 PM
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
De weergave “AVE_ _._ km/L ” geeft
de gemiddelde afstand aan die kan
worden afgelegd op 1.0 L brandstof.
De weergave “AVE_ _._ L/100 km ”
geeft de gemiddelde hoeveelheid
brandstof aan die nodig is om 100 km
af te leggen.
Alleen Verenigd Koninkrijk: De weer-
gave “AVE_ _._ MPG ” geeft de gemid-
delde afstand aan die kan worden
afgelegd op 1.0 Imp.gal brandstof.
Druk op de rechtertoets om te wisselen tus-
sen de weergaven voor het gemiddelde
brandstofverbruik terwijl een van de weer-
gaven wordt getoond.
Om de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik terug te stellen, selec-
teert u deze door op de rechtertoets te druk-
ken en houdt u deze toets vervolgens
minstens een seconde lang ingedrukt terwijl
de weergave knippert.
OPMERKINGNadat de weergave is teruggesteld, wordt
het gemiddelde brandstofverbruik pas weer
weergegeven nadat de machine 1 km (0.6
mi) heeft gereden.
Rijmodusweergave
Deze weergave geeft aan welke rijmodus is
geselecteerd: Toermodus “T ” of sportmo-
dus “S ”. Zie voor meer informatie over de
modi en hoe u deze kunt selecteren pagina
3-1 en 3-16.
Modusweergave tractieregeling Deze weergave geeft aan welke modus van
de tractieregeling is geselecteerd:
“1”, “2 ” of
“ Off ”. Zie voor meer informatie over de modi
en hoe u deze kunt selecteren pagina 3-20.
Zelfdiagnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.
Als in enig ander circuit een storing wordt
gedetecteerd, gaat het waarschuwings-
lampje motorstoring branden en geeft het
display een foutcode weer.
Als het display foutcodes weergeeft, noteer
deze dan en vraag een Yamaha dealer om
het voertuig te controleren.1. Rijmodusweergave
1. Modusweergave tractieregeling
1
1
1. Waarschuwingslampje motorstoring “”
2. Controlelampje startblokkering
3. Weergave foutcode
3
1
2
U23PD2D0.book Page 13 Monday, August 1, 2011 1:32 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
3. Draai de contactsleutel naar “ON ” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU39013
Koplampgloeilamp vervangen De koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Vervang een koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden be ïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-
geschreven.
1. Verwijder de gloeilampkap door deze
linksom te draaien.
2. Maak de koplampstekker los.1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Gloeilampkap
1
U23PD2D0.book Page 31 Monday, August 1, 2011 1:32 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
3. Haak de gloeilamphouder los en ver-wijder dan de defecte gloeilamp.
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
5. Sluit de koplampstekker aan. 6. Monteer de gloeilampkap door deze
rechtsom te draaien.
7. Vraag indien nodig een Yamaha dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
DAU24181
Achterlicht/remlichtunit Dit model is uitgerust met een LED-type
remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
1. Koplampstekker
1. Koplampgloeilamp
2. Gloeilamphouder
1
1
2
U23PD2D0.book Page 32 Monday, August 1, 2011 1:32 PM
SPECIFICATIES
8-3
8
Veer/schokdempertype:Schroefveer/gas-oliedemper
Veerweg: 190.0 mm (7.48 in)Elektrische installatie:Ontstekingssysteem:Transistorontsteking
Laadsysteem: Wisselstroomdynamo met permanente
magnetenAccu:Model:
YTZ12S
Voltage, capaciteit: 12 V, 11.0 AhKoplamp:Type gloeilamp:
HalogeenlampGloeilampen voltage, wattage × aantal:Koplamp:
12 V, 55 W × 2
Achterlicht/remlicht unit:
LED
Voorste richtingaanwijzer: 12 V, 10.0 W × 2
Achterste richtingaanwijzer: 12 V, 10.0 W × 2
Parkeerlicht:
12 V, 5.0 W × 2
Kentekenverlichting: 12 V, 5.0 W × 1
Instrumentenverlichting: LED Controlelampje vrijstand:
LED
Controlelampje grootlicht: LED
Waarschuwingslampje olieniveau:
LED
Controlelampje richtingaanwijzers: LED
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur: LED
Waarschuwingslampje motorstoring: LED
ABS-waarschuwingslampje:
LED
Controlelampje startblokkering: LED
Controlelampje tractieregeling: LED
Zekeringen:Hoofdzekering:50.0 A
Koplampzekering: 20.0 A
Zekering achterlichtcircuit:
7.5 A
Zekering signaleringssysteem: 10.0 A
Zekering ontstekingssysteem: 20.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
20.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 10.0 A Zekering ABS-regeleenheid:
7.5 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering van de ABS-soleno ïdeklep:
20.0 A
Circuitzekering aansluitcontact voor
accessoires:
3.0 A
Backup-zekering: 7.5 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A
O/P (optie) zekering:
20.0 A
U23PD2D0.book Page 3 Monday, August 1, 2011 1:32 PM
INDEX
AABS ...................................................... 3-19
ABS-waarschuwingslampje .................... 3-7
Accu...................................................... 6-28
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-26
Achterlicht/remlichtunit ......................... 6-32
Antidiefstal-alarmsysteem (optie) ......... 3-15BBagagedragers ..................................... 3-30
Bagageriembevestiging ........................ 3-31
Banden ................................................. 6-18
Bestuurderszadel.................................. 3-24
Bougies, controleren............................. 6-10
Brandstof .............................................. 3-22
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig .................................................... 5-3CCardanolie ............................................ 6-14
Claxonschakelaar ................................. 3-16
Contactslot/stuurslot ............................... 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-4
Controlelampje grootlicht ........................ 3-4
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-4
Controlelampje startblokkeersysteem .... 3-8
Controlelampje tractieregeling ................ 3-7DDimlichtschakelaar ............................... 3-15
D-mode (rijmodus) .................................. 3-1GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren ............................................... 6-24
Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoires ........................................ 3-34
Gereedschapsset ................................... 6-2 Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen ........................................... 6-33
Gloeilamp richtingaanwijzer, vervangen ........................................... 6-33
HHoogte bestuurderszadel, verstellen..... 3-25IIdentificatienummers ............................... 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren ............. 6-24
Klepspeling............................................ 6-17
Koelvloeistof .......................................... 6-15
Koplampgloeilamp, vervangen .............. 6-31
Koppelingshendel.........................3-16, 6-20
Kuipruit ..................................................3-26LLichtsignaalschakelaar .......................... 3-15
Luchtfilterelement .................................. 6-16MMatkleur, let op........................................ 7-1
Middenbok en zijstandaard, controleren en smeren ........................................... 6-26
Modelinformatiesticker ............................ 9-1
Motorolie en oliefilterpatroon ................. 6-11
Multifunctionele meter ............................. 3-8NNoodstopschakelaar ............................. 3-16OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ...... 6-3PParkeerlichtgloeilamp, vervangen ......... 6-34
Parkeren..................................................5-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1 Problemen oplossen ............................. 6-36
RRem- en koppelingshendels,
controleren en smeren........................ 6-25
Rem- en koppelingsvloeistof, verversen ............................................ 6-23
Rem- en schakelpedalen, controleren
en smeren........................................... 6-24
Remhendel ........................................... 3-17
Remlichtschakelaars............................. 6-21
Rempedaal ........................................... 3-18
Remvloeistofniveau, controleren .......... 6-22
Richtingaanwijzerschakelaar ................ 3-15SSchakelaar alarmverlichting.................. 3-16
Schakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal ...................................... 3-17
Schokdemperunit, afstellen .................. 3-29
Smering en onderhoud, periodiek........... 6-4
Specificaties............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-3
Startblokkeersysteem ............................. 3-1
Starten van de motor .............................. 5-1
Startknop .............................................. 3-16
Startspersysteem .................................. 3-32
Stationair toerental, controleren............ 6-17
Storingzoekschema ’s............................ 6-37
Stroomlijnpanelen, verwijderen en aanbrengen .......................................... 6-8
Stuurschakelaars .................................. 3-15
Stuursysteem, controleren .................... 6-27TTankbeluchtingsslang en overloopslang ..................................... 3-23
U23PD2D0.book Page 1 Monday, August 1, 2011 1:32 PM