INHOUDSOPGAVE
Rem- en koppelingshendels controleren en smeren .............. 6-29
Middenbok en zijstandaard controleren en smeren .............. 6-30
Voorvork controleren .................... 6-30
Stuursysteem controleren ............ 6-31
Controleren van wiellagers ........... 6-31
Accu ............................................. 6-32
Zekeringen vervangen .................. 6-33
Koplampgloeilamp vervangen ...... 6-35
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen ................................. 6-36
Gloeilamp in richtingaanwijzer vervangen ................................. 6-37
Gloeilamp in kentekenverlichting vervangen ................................. 6-37
Parkeerlichtgloeilamp
vervangen ................................. 6-38
Voorwiel (voor modellen zonder ABS) .............................. 6-38
Achterwiel (voor modellen zonder ABS) .............................. 6-40
Problemen oplossen ..................... 6-41
Storingzoekschema’s ................... 6-43
VERZORGING EN STALLING
VAN DE MOTORFIETS ......................7-1
Matkleur, let op ............................... 7-1
Verzorging ......................................7-1
Stalling ............................................7-3 SPECIFICATIES
............................... 8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE ............. 9-1
Identificatienummers ...................... 9-1
U1CAD1D0.book Page 2 Tuesday, September 13, 2011 3:36 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
6
4. Verwijder de doorgebrande zekeringen breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15131]
5. Draai de contactsleutel naar “ON” en schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
6. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
7. Breng de kap van het startmotorrelais
aan.
8. Breng de accukap aan, en haak daar- na de accuriem vast aan de houder.
DAU23934
Koplampgloeilamp vervangen De koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Vervang een koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:●
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
●
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-
geschreven.
1. Kap van startmotorrelais
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
2
1
3
Voorgeschreven zekeringen:Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering: 25.0 A
Zekering signaleringssysteem: 10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Zekering achterlichtcircuit: 10.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
10.0 A × 2
Backup-zekering: 10.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: FZ1-SA 10.0 A
Zekering ABS-motor:
FZ1-SA 30.0 A
U1CAD1D0.book Page 35 Tuesday, September 13, 2011 3:36 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-36
6
1. Maak de koplampstekker los en ver-wijder dan de gloeilampkap.
2. Haak de gloeilamphouder los en ver- wijder dan de defecte gloeilamp. 3. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
4. Breng de gloeilampkap aan en sluit dan de koplampstekker aan.
5. Vraag indien nodig een Yamaha
dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
DAU24115
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen 1. Verwijder het duozadel. (Zie pagina3-18.)
2. Verwijder de gloeilampfitting van het remlicht/achterlicht (samen met de
gloeilamp) door deze linksom te
draaien.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te
draaien.
4. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit- ting, druk deze in en draai rechtsom tot
hij stuit.
5. Breng de lampfitting aan (samen met de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
6. Installeer het duozadel.
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
1. Gloeilamphouder
1. Gloeilampfitting remlicht/achterlicht
U1CAD1D0.book Page 36 Tuesday, September 13, 2011 3:36 PM
SPECIFICATIES
8-3
8
Laadsysteem:Wisselstroomdynamo met permanente
magnetenAccu:Model:YTZ14S
Voltage, capaciteit:
12 V, 11.2 AhKoplamp:Type gloeilamp:HalogeenlampGloeilampen voltage, wattage × aantal:Koplamp:
12 V, 60 W/55 W × 2
Achterlicht/remlicht unit: 12 V, 5.0 W/21.0 W × 1
Voorste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W × 2
Achterste richtingaanwijzer: 12 V, 10.0 W × 2
Parkeerlicht: 12 V, 5.0 W × 2
Kentekenverlichting:
12 V, 5.0 W × 1
Instrumentenverlichting: LED
Controlelampje vrijstand: LED
Controlelampje grootlicht:
LED
Waarschuwingslampje olieniveau: LED
Controlelampje richtingaanwijzers: LED Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur:
LED
Waarschuwingslampje motorstoring: LED
ABS-waarschuwingslampje: FZ1-SA LED
Controlelampje startblokkering:
LED
Zekeringen:Hoofdzekering:50.0 A
Koplampzekering:
25.0 A
Zekering achterlichtcircuit: 10.0 A
Zekering signaleringssysteem: 10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 10.0 A × 2
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
FZ1-SA 10.0 A
Zekering ABS-motor: FZ1-SA 30.0 A
Backup-zekering: 10.0 A
U1CAD1D0.book Page 3 Tuesday, September 13, 2011 3:36 PM
INDEX
AAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 6-27
ABS (voor modellen met ABS) ............. 3-14
ABS-waarschuwingslampje (voor modellen met ABS) ..................... 3-6
Accu...................................................... 6-32
Achteruitkijkspiegels ............................. 3-20
Antidiefstal-alarmsysteem (optie) ......... 3-11BBagageriembevestiging ........................ 3-24
Banden ................................................. 6-19
Bougies, controleren............................. 6-10
Brandstof .............................................. 3-15
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig .................................................... 5-3CClaxonschakelaar ................................. 3-12
Contactslot/stuurslot ............................... 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-3
Controlelampje grootlicht ........................ 3-4
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-4
Controlelampje startblokkeersysteem .... 3-6DDimlichtschakelaar ............................... 3-12EEXUP-systeem ..................................... 3-24GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren .......................................... 6-28
Gereedschapsset ................................... 6-2
Gloeilamp kentekenverlichting, vervangen........................................... 6-37
Gloeilamp remlicht/achterlicht, vervangen........................................... 6-36 Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ........................................... 6-37
IIdentificatienummers ............................... 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren ............. 6-28
Klepspeling............................................ 6-18
Koelvloeistof .......................................... 6-14
Koplampgloeilamp, vervangen .............. 6-35
Koppelingshendel.................................. 3-13
Koppelingshendel, vrije slag
afstellen............................................... 6-21LLichtsignaalschakelaar .......................... 3-12
Luchtfilterelement, vervangen ............... 6-15MMatkleur, let op........................................ 7-1
Middenbok en zijstandaard, controleren en smeren ........................ 6-30
Modelinformatiesticker ............................ 9-1
Motorolie en oliefilterpatroon ................. 6-11
Multifunctionele meter ............................. 3-7NNoodstopschakelaar ............................. 3-12OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ...... 6-3
Opbergcompartiment ............................ 3-19PPanelen, verwijderen en aanbrengen ..... 6-9
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen ......... 6-38
Parkeren..................................................5-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen .............................6-41
RRem- en koppelingshendels, controleren en smeren........................ 6-29
Rem- en schakelpedalen,
controleren en smeren........................ 6-28
Remhendel ........................................... 3-13
Remlichtschakelaars
(voor modellen met ABS) ................... 6-23
Remlichtschakelaars (voor modellen zonder ABS) .............. 6-23
Rempedaal ........................................... 3-14
Remvloeistofniveau, controleren .......... 6-24
Remvloeistof, verversen ....................... 6-25
Richtingaanwijzerschakelaar ................ 3-12SSchakelaar alarmverlichting.................. 3-12
Schakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal ...................................... 3-13
Schokdemperunit, afstellen .................. 3-22
Smering en onderhoud, periodiek........... 6-5
Spanning aandrijfketting ....................... 6-26
Specificaties............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-3
Startblokkeersysteem ............................. 3-1
Starten van de motor .............................. 5-1
Startknop .............................................. 3-12
Startspersysteem .................................. 3-25
Stationair toerental................................ 6-17
Storingzoekschema’s............................ 6-43
Stuurschakelaars .................................. 3-12
Stuursysteem, controleren .................... 6-31TTankbeluchtingsslang en overloopslang ..................................... 3-16
U1CAD1D0.book Page 1 Tuesday, September 13, 2011 3:36 PM