PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
8-15
2
3
4
5
6
789
De machine rijdt niet weg
Staat de machine in de rijmodus? (Wordt de
bedrijfsstatusindicator “RUN” weergegeven
in het display?)
U kunt alleen met de machine rijden als
deze in de rijmodus staat.
Nadat u het bovenstaande hebt gecontro-
leerd, probeert u opnieuw weg te rijden aan
de hand van de procedures op pagina 7-1
“Voorbereidingen voordat u wegrijdt” en pa-
gina 7-3 “Wegrijden” om de machine op-
nieuw te starten.
Als de machine nog steeds niet wegrijdt,
moet u de machine laten controleren door
een Yamaha-dealer.
Het waarschuwingssymbool “ ”
wordt weergegeven
Draai de sleutel naar “OFF” en vervolgens
terug naar “ON”. Als het waarschuwings-
symbool “ ” nog steeds wordt weerge-
geven, moet u de machine laten controleren
door een Yamaha-dealer.OPMERKINGHoewel het waarschuwingssymbool wordt
weergegeven, kunt u toch met de machine
rijden als de bedrijfsstatusindicator “RUN”
wordt weergegeven en de machine in de rij-modus staat. Er gaat geen lampje branden
Controleer het volgende:
1. Wordt de machine momenteel opgela- den? Lampjes branden niet als de ma-
chine wordt opgeladen.
2. Is de sleutel naar “ON” gedraaid? (Wordt er iets weergegeven in het dis-
play?)
Als er niets wordt weergegeven in het
display, is de automatische uitscha-
kelfunctie mogelijk geactiveerd. Draai
de sleutel naar “OFF” en vervolgens
terug naar “ON”.
3. Werken alle schakelaars goed?
Als u het bovenstaande hebt gecontroleerd
en er nog steeds geen lampje brandt, gaat
u verder met het volgende.
Als de koplamp niet brandt, is de gloei-
lamp mogelijk doorgebrand. Zie pagi-
na 8-11 voor vervangingsprocedures.
Als een achterlicht/rem licht of richtin-
gaanwijzer niet brandt, is de gloeilamp
mogelijk doorgebrand. Zie pagina 8-12
of 8-13 voor vervangingsprocedures.
Als er nog steeds geen lampje brandt, is er
mogelijk een zekering doorgebrand. Vraag
een Yamaha dealer de machine te controle-
ren.
LET OP
DCA11982
Gebruik geen lamp met een ander watta- ge dan is opgegeven,
om ernstige scha-
de aan het elektrisch systeem en
mogelijk brandgevaar te voorkomen.
De motor stopt ti jdens het rijden
Controleer het volgende: 1. Is de accu voldoende opgeladen?
Controleer de accuniveau-indicator.
Als de resterende acculading onvol-
doende is, vervangt u de accu voordat
u verder rijdt.
2. Knippert “HEAT” en is “RUN” uitge- gaan?
De temperatuurbeveiligingsfunctie is
geactiveerd. Draai de sleutel naar
“OFF” en laat de machine afkoelen
voordat u verder rijdt.
Als u het bovenstaande hebt gecontroleerd1. Temperatuurindicator “HEAT”
1
1CB-9-DA-D0.book 15 ページ 2012年5月7日 月曜日 午前10時57分
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
8-16
1
2
3
4
5
6
78
9
en de motor nog steeds niet loopt, moet u
de machine laten controleren door een
Yamaha-dealer.
WAARSCHUWING
DWA15631
Draai de sleutel naar “OFF” voordat u de
EC-03 gaat duwen of verplaatsen. De
machine kan plotseling gaan rijden als u
de snelheidsregelaar opendraait wan-neer de sleutel naar “ON” is gedraaid.
Het display en de koplamp gaan uit
wanneer u de sleutel naar “ON” draait
Controleer het volgende:1. Heeft de machine langer dan vijf minu-
ten stilgestaan?
De EC-03 is uitgevoerd met een auto-
matische uitschakelfunctie om de accu
te beschermen. Als de machine langer
dan vijf minuten stilstaat, wordt de voe-
ding afgesloten om de acculading te
besparen.
2. Is de accu voldoende opgeladen? Als de resterende acculading onvol-
doende is, vervangt u de accu voordat
u verder rijdt.
Als u het bovenstaande hebt gecontroleerd,
draait u de sleutel weer naar “ON”. Als het
display en de koplamp nog steeds niet
branden, moet u de machine laten controle-
ren door een Yamaha-dealer.
WAARSCHUWING
DWA15631
Draai de sleutel naar “OFF” voordat u de
EC-03 gaat duwen of verplaatsen. De
machine kan plotseling gaan rijden als u
de snelheidsregelaar opendraait wan-neer de sleutel naar “ON” is gedraaid.
Het veiligheidsslot kan niet worden ont-
grendeld
Als u driemaal achter elkaar een onjuist vei-
ligheidsnummer invoert, kan het veilig-
heidsslot niet worden ontgrendeld, ook niet
als u hierna wel het juiste veiligheidsnum-
mer invoert.
Draai de sleutel naar “OFF” en vervolgens
terug naar “ON”. Probeer vervolgens op-
nieuw het juiste veiligheidsnummer in te
voeren. Het waarschuwingsla
mpje brandt, en
“CHG” en het waar schuwingssymbool
“ ” knipperen tijdens het opladen
Als een probleem optreedt tijdens het opla-
den, wordt het opladen automatisch ge-
stopt. Het waarschuwingslampje gaat
branden en “CHG” en het waarschuwings-
symbool “ ” gaan knipperen.
OPMERKINGAls dit gedurende vijf minuten aanhoudt,
gaat het waarschuwingslampje uit, evenalsalle indicatoren in het display.
Neem de laadstekker uit het stopcontact om
het opladen te stoppen en ga na enkele mi-
nuten verder met opladen. Als het opladen1. Waarschuwingslampje
2. Indicator accuconditie “CHG”
3. Waarschuwingssymbool “ ”
3
2
1
1CB-9-DA-D0.book 16 ページ 2012年5月7日 月曜日 午前10時57分
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
8-17
2
3
4
5
6
789
opnieuw automatisch wordt gestopt, is er
mogelijk een storing in de machine. Stop
met opladen en laat de machine controleren
door een Yamaha-dealer.
Wanneer u de sleutel naar “ON” draait,
gaat het waarschuwingslampje bran-
den en knipperen “CHG” en het waar-
schuwingssymbool “ ” in het
display
De accu is niet goed opgeladen.
Draai de sleutel naar “OFF” en vervolgens
terug naar “ON” om het opladen te resetten.
Draai de sleutel naar “OFF” en laad de accu
vervolgens opnieuw op.
Als het bovenstaande nog steeds optreedt nadat de accu is opgeladen, is er mogelijk
een storing in de machine. Vraag een
Yamaha dealer de machine te controleren.
“– – – – –” knippert in het display tijdens
het opladen
Als de accuspanning zich onder het opge-
geven niveau bevindt, wordt deze indicator
weergegeven op het display. Ga door met
opladen.
Als het waarschuwingslampje brandt en
“CHG” en “ ” in het display knipperen
nadat u de accu gedurende een uur hebt
opgeladen, is er mogelijk een storing in de
machine. Vraag een Yamaha dealer de ma-
chine te controleren.
“HEAT” knippert in het display tijdens
het opladen
Dit is geen storing.1. Waarschuwingslampje
2. Indicator accuconditie “CHG”
3. Waarschuwingssymbool “ ”
3
2
1
1. Indicator laadfout “– – – – –”
1
1. Waarschuwingslampje
2. Indicator accuconditie “CHG”
3. Waarschuwingssymbool “ ”
1. Temperatuurindicator “HEAT”
3
2
1
1
1CB-9-DA-D0.book 17 ページ 2012年5月7日 月曜日 午前10時57分
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
8-18
1
2
3
4
5
6
78
9
Het laadproces bevindt zich in de stand-by-
modus omdat de accutemperatuur hoger is
dan 50 C. Laat de accu afkoelen.
Wanneer de accutemperatuur de opgege-
ven temperatuur bereikt, gaat “HEAT” uit en
wordt het opladen automatisch gestart. (Zie
pagina 6-1 voor meer informatie over “Op-
laadlocatie voor accu”.)
“COOL” knippert in het display tijdens
het opladen
Dit is geen storing.
Het laadproces bevindt zich in de stand-by-
modus omdat de accutemperatuur lager is
dan –5 C.
Ga in dat geval verder met opladen op een
warme locatie.
Wanneer de accutemperatuur de opgege-
ven temperatuur bereikt, gaat “COOL” uit en wordt het opladen automatisch gestart.
(Zie pagina 6-1 voor meer informatie over
“Oplaadlocatie voor accu”.)
Wanneer u de sleutel naar “ON” draait,
klinkt de zoemer en gebeurt het volgen-
de
Het waarschuwingslampje knippert
Het waarschuwingssymbool “ ”
wordt weergegeven
De segmenten van de accuniveau-in-
dicator gaan heen en weer
De indicatoren “PUSH” en “OLD” wor-
den beurtelings weergegeven
De accu is bijna aan het einde van de le- vensduur.
Druk op een van de regelknoppen (zie pagi-
na 4-2) om de zoemer uit te schakelen.
Hiermee gaat de machine naar de
stand-bymodus.
Annuleer de stand-bymodus door opnieuw
op een regelknop te drukken.
Hoewel u nog steeds met de machine kunt
rijden als de bedrijfsstatusindicator “RUN”
wordt weergegeven, is de accu bijna aan
het einde van de levensduur. Neem zo snel
mogelijk contact op met een
Yamaha-dealer om een vervangende accu
te bestellen.
OPMERKINGAls u op een regelknop drukt, stopt de zoe-
mer en schakelt het display naar de
stand-bymodus. Als u niet binnen vijf minu-
ten op een regelknop drukt, wordt de auto-
matische uitschakelfunctie geactiveerd en
wordt alle voeding afgesloten om de accu te
1. Temperatuurindicator “COOL”
1
1. Accuniveau-indicator
2. Waarschuwingslampje
3. Indicator accuc
onditie “PUSH”/“OLD”
4. Waarschuwingssymbool “ ”
2
4
3
1
1CB-9-DA-D0.book 18 ページ 2012年5月7日 月曜日 午前10時57分
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
8-19
2
3
4
5
6
789
beschermen.
Wanneer het opladen wordt gestart,
klinkt de zoemer en geeft het volgende
aan dat de accu aan het einde van de le-
vensduur is
Het waarschuwingslampje knippert
Het waarschuwingssymbool “ ”
wordt weergegeven
De indicatoren “PUSH” en “OLD” wor-
den beurtelings weergegeven in het
display
De accu is aan het einde van de levens-
duur.
Laat de accu vervangen door een
Yamaha-dealer. Druk op een van de regel- knoppen (zie pagina 4-2) om de zoemer uit
te schakelen.
Het display schakelt naar het volgende om
aan te geven dat de accu aan het einde van
de levensduur is.
Neem de laadstekker uit het stopcontact,
waarna alle indicatoren in het display uit-
gaan.
OPMERKING
Totdat u op een van de knoppen drukt,
blijft de zoemer klinken en wordt “End”
weergegeven om het einde van de ac-
culevensduur aan te geven.
De EC-03 is uitgevoerd met een auto-
matische uitschakelfunctie om de accu
te beschermen. Nadat vijf minuten zijn
verstreken, gaat de voeding uit, stopt
de zoemer en gaat het display uit.
De accu kan niet worden opgeladen (de
accuniveau-indicator blijft laag na het
opladen)
Is de laadstekker correct aangesloten op
een stopcontact?
Laad de accu opnieuw op aan de hand van
de procedures die wo rden beschreven in
“Laadprocedure” op pagina 6-3 als u dit
hebt gecontroleerd.
Als u het bovenstaande hebt gecontroleerd
en de accu nog steeds niet kan worden op-
geladen, is er mogelijk een storing in de ac-
culader. Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.
Er komt een ongewone geur of rook uit
de acculader
Neem de laadstekker onmiddellijk uit het
stopcontact. Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.
De rijafstand op ee n enkele lading is
sterk afgenomen
De accu is aan het einde van de levens-
duur.
Laat de accu vervangen door een
Yamaha-dealer.
1. Waarschuwingslampje
2. Indicator accuconditie “PUSH”/“OLD”
3. Waarschuwingssymbool “ ”
1
3
2
1. Waarschuwingslampje
2. Indicator einde van acculevensduur “End”
1
2
1CB-9-DA-D0.book 19 ページ 2012年5月7日 月曜日 午前10時57分
INDEX
AAandachtspunten voor veilig rijden............ 1-4
Accu, effectief gebruik van ........................ 3-2
Accu, laadprocedure.................................. 6-3
Accu, laadtijd ............................................. 6-8
Accuniveau ................................................ 3-3
Accu, oplaadlocatie ................................... 6-1
Accutype, info ............................................ 6-9
Accu veilig opladen.................................... 1-5
Afgelegde afstand...................................... 3-1BBagagehaak ............................................ 4-13
Banden ...................................................... 8-5CClaxonschakelaar .................................... 4-10
Contactslot/stuurslot .................................. 4-1GGloeilamp remlicht/achterlicht, vervangen.............................................. 8-12
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen.............................................. 8-13HHandgreep ............................................... 4-13
Helmbevestiging ...................................... 4-12IIdentificatienummers ............................... 11-1KKabels, controleren en smeren.................. 8-8
Kenmerken ................................................ 3-1
Koplampgloeilamp, vervangen ................ 8-11LLaaddisplay, voortgang ............................. 6-9
Laadkabel en laadstekker controleren..... 8-13
MMatkleur, let op.......................................... 9-1
Middenbok, controleren en smeren ........... 8-9
Modelinformatiesticker ............................ 11-1
Motor controleren op afwijkende geluiden .................................................. 8-4
Multifunctioneel display ............................. 4-2PParkeren.................................................... 7-5
Plaats van de onderdelen ......................... 2-1
Problemen oplossen ............................... 8-14RRemhendel, achterrem ............................ 4-11
Remhendels, smeren ................................ 8-8
Remmen .................................................... 7-5
Remschoenen, controleren ....................... 8-7
Richtingaanwijzerschakelaar ................... 4-10SSmering en onderhoud, periodiek ............. 8-2
Snelheidsregelaar controleren .................. 8-4
Sneller en langzamer rijden ...................... 7-4
Specificaties ............................................ 10-1
Stalling ...................................................... 9-3
Stuurschakelaars .................................... 4-10
Stuursysteem, controleren ...................... 8-10VVeiligheidsinformatie ................................. 1-1
Veiligheidsslot gebruiken .......................... 4-7
Verzorging ................................................. 9-1
Voertuigidentificatienummer.................... 11-1
Voor- en achterremhendel, afstellen van vrije slag ........................................... 8-6
Voorremhendel........................................ 4-11
Voorvork, controleren ................................ 8-9
WWegrijden...................................................7-3
Wegrijden, voorbereidingen .......................7-1
Wielen ........................................................8-6
Wiellagers controleren .............................8-10ZZadel ........................................................ 4-11
Zoemer ......................................................4-1
1CB-9-DA-D0.book 2 ページ 2012年5月7日 月曜日 午前10時57分