CD-SPELERINLEIDING
Dit hoofdstuk beschrijft uitsluitend de varianten
voor wat betreft de werking van de CD-speler: zie
voor een beschrijving van de werking van de
autoradio het hoofdstuk “Functies en
Instellingen”.
KEUZE VAN DE CD-SPELER
Ga voor het inschakelen van de ingebouwde CD-
speler als volgt te werk:
❒breng een CD bij reeds ingeschakeld apparaat
in: het eerste nummer wordt afgespeeld;
of
❒als er reeds een CD is ingebracht, schakel dan de
autoradio in en druk vervolgens kort op de CD-
toets om de “CD” werking te kiezen: het laatst
beluisterde nummer zal afgespeeld worden.
Voor een optimale weergave wordt het gebruik van
originele CD's aangeraden. Als CD-R/RW's
worden gebruikt, dan adviseren wij exemplaren
van goede kwaliteit die met de laagst mogelijke
snelheid gebrand worden.INBRENGEN/UITWERPEN VAN DE CD
Steek de CD voorzichtig in de sleuf, zodat het
automatische laadysteem ingeschakeld wordt dat
de CD correct zal plaatsen.
De CD kan ook worden ingebracht bij
uitgeschakelde radio en contactsleutel in de stand
MAR: in dit geval blijft de radio uitgeschakeld.
Wanneer de autoradio wordt ingeschakeld, wordt
de laatst beluisterde audiobron vóór het
uitschakelen geactiveerd.
Wanneer een CD wordt ingebracht, verschijnt op
het display het symbool "CD-IN" en het opschrift
"CD Reading". Deze blijven weergegeven totdat de
autoradio de op de CD aanwezige nummers heeft
gelezen. Hierna begint de autoradio automatisch
het eerste nummer af te spelen.
Druk op de
toets (EJECT) bij ingeschakelde
radio om het automatisch uitwerpen van de CD te
activeren. Na het uitwerpen wordt de audiobron
ingeschakeld die beluisterd werd voordat de CD
werd afgespeeld.
Als de CD niet uit de autoradio wordt verwijderd,
dan wordt de CD na circa 20 seconden
automatisch opnieuw geladen en wordt afgestemd
op de Tuner (Radio).
De CD kan niet worden uitgeworpen als de
autoradio uitgeschakeld is.
Als de uitgeworpen CD weer in de speler wordt
geplaatst zonder dat hij volledig uit de sleuf is
verwijderd, dan schakelt de radio niet over op de
CD-speler.
283
AUTORADIO
Mogelijke foutmeldingen
Als de geladen CD niet kan worden gelezen (bijv.
als een CD-ROM is ingebracht of een CD
andersom is ingebracht, of als er een leesfout is),
verschijnt op de display het opschrift "CD Disc
error".
Daarna wordt de CD uitgeworpen en hoort men de
audiobron die ingeschakeld was voordat de CD-
speler werd gekozen.
Wanneer een externe audiobron is ingeschakeld
(TA, ALARM of Phone), wordt de CD die niet
gelezen kan worden niet uitgeworpen zolang deze
functies niet beëindigd zijn. Hierna toont het
display bij ingeschakelde CD-speler enkele
seconden het opschrift "CD Disc error" en wordt
de CD uitgeworpen.
Als de CD-speler oververhit raakt, kan het
afspelen van de CD tijdelijk onderbroken worden.
De autoradio zal automatisch overschakelen op de
Radio (Tuner) en het display zal “CD hot” en
vervolgens “CD disc error” tonen.
DISPLAY-INFORMATIE
Wanneer de CD-speler werkt, verschijnt op het
display de volgende informatie:
❒"CD Track 5": geeft het tracknummer op de CD
aan;
❒"03.42": geeft de verstreken speelduur vanaf het
begin van het nummer aan (als de betreffende
menufunctie is ingeschakeld).KEUZE VAN NUMMER (vooruit/achteruit)
Druk kortstondig op de
toets om het vorige CD-
nummer en op de
toets om het volgende
nummer af te spelen.
De nummers worden achter elkaar afgespeeld: het
eerste nummer wordt na het laatste nummer
geselecteerd en andersom.
Als het nummer langer dan 3 seconden wordt
afgespeeld en op detoets wordt gedrukt, wordt
het nummer vanaf het begin herhaald.
Als men in dat geval het vorige nummer wil
beluisteren, drukt men tweemaal op de toets.
SNEL VOORUIT-/TERUGSPOELEN VAN
NUMMERS
Houd de
toets ingedrukt om het gekozen
nummer snel vooruit te spoelen en de
toets om
het nummer snel achteruit te spoelen.
Het snel vooruit-/ terugspoelen wordt onderbroken
zodra de toets wordt losgelaten.
PAUZE-FUNCTIE
Druk, om de CD-speler in de pauzestand te zetten,
op de
toets. Het opschrift "CD Pause" verschijnt
op de display.
Druk, om het nummer weer af te spelen, opnieuw
op detoets. Als een andere audiobron wordt
gekozen, dan wordt de pauze-functie
uitgeschakeld.
284
AUTORADIO
Opmerking
Wanneer de functie geactiveerd wordt, kan de
autoradio enkele seconden nodig hebben voordat
het afspelen start. Tijdens de controle van de disk,
toont de display het opschrift “CD READING”.
Als er geen MP3-bestanden worden gedetecteerd,
hervat de autoradio het afspelen van de
audiosessie vanaf het punt, waarop deze
onderbroken werd.
DISPLAY-INFORMATIE
Weergave ID3-TAG-informatie
De autoradio kan niet alleen informatie over de
verstreken speelduur, naam van de map en van het
bestand weergegeven, maar ook ID3-TAG-
informatie over de Titel, Artiest en Auteur van het
nummer.
De naam van de MP3-map die op de display wordt
getoond, komt overeen met de naam waarmee de
CD-map is opgeslagen, gevolgd door een asterisk.
Voorbeeld van een MP3-mapnaam: BEST OF *.
Wanneer voor weergave van de ID3-TAG
informatie (Titel, Artiest, Album) is gekozen die
niet voor het afgespeelde nummer is opgeslagen,
dan wordt deze informatie vervangen door de
naam van het bestand.KEUZE VAN VOLGENDE/VORIGE MAP
Druk op de
toets om een van de volgende
mappen te kiezen of druk op de
toets om een
vorige map te kiezen.
Het display toont het nummer en de naam van de
map (bijv. "DIR 2 XXXXXX").
XXXXXX: naam van de map (het display toont
alleen de eerste 8 tekens).
De mappen worden achter elkaar geselecteerd: de
eerste map wordt na de laatste map geselecteerd
en andersom.
Als binnen 2 seconden geen enkele andere
map/nummer wordt geselecteerd, dan wordt het
eerste nummer van de nieuwe map afgespeeld.
Als het laatste nummer van de op dat moment
gekozen map wordt afgespeeld, dan wordt de
volgende map afgespeeld.
STRUCTUUR VAN DE MAPPEN
De autoradio met MP3-speler:
❒herkent alleen mappen die bestanden in MP3-
formaat bevatten;
❒als de MP3-bestanden van een CD-ROM in
“submappen” zijn opgenomen, dan wordt hun
structuur naar één niveaustructuur gebracht,
namelijk naar het niveau van de hoofdmappen.
286
AUTORADIO
D
agverlichting (DRL)
– "Daytime Running
Lights" ............................ 50
Dashboardkastje
passagierszijde .................... 67
Dashboardkastverlichting
– lamp vervangen .............. 192
Dashboard ........................... 5
De auto langdurig stallen .... 154
De motor starten ......... 144-170
Derde remlicht .................... 187
De sleutels ............................ 26
Dieselfilter .......................... 221
Dimlicht
– bediening ......................... 51
– lamp vervangen .............. 184
Display................................. 9
– Bedieningsknoppen .......... 11
DPF (Dieselroetfilter) ......... 119
DPF filter ........................... 119
DRLs (Dagverlichting) ......... 50
Dualdrive (elektrische
stuurbekrachtiging) ............ 96
Een wiel vervangen ............ 172
Elektrische ruitbediening. 75-76Elektrische
stuurbekrachtiging
"Dualdrive" ........................ 96
EOBD .................................. 95
EOBD (systeem)................... 95
ESC systeem ........................ 88
ESC (systeem)...................... 88
Fix&Go Automatic kit ........ 178
Follow me home (systeem) ... 53Gear Shift Indicator
(systeem) ........................... 10
Gebruiksomstandigheden.... 150
Gebruik van de
versnellingsbak ................. 147
Geprogrammeerd
onderhoudsschema ............ 209
Gewichten en belastingen.... 24
Gordelspanners ................... 125
Grootlicht
– bediening ......................... 52
– lamp vervangen .............. 184H
andbediende
airconditioning ................... 40
– onderhoud ....................... 41
Handrem ............................ 146
Hendels op het stuurwiel– linkerhendel .................... 50
Herconfigureerbaar
multifunctioneel display ..... 10
Hill Holder ........................... 88
Hill Holder (systeem) ........... 88
Hoofdairbag ....................... 139
Hoofdsteunen ....................... 33
Identificatiegegevens
– chassisnummer ............... 234
– identificatieplaatje
carrosserielak ................. 234
– motorcode ...................... 234
– typeplaatje met
identificatiegegevens....... 233
Imperiaal/skidrager.............. 84
Inbouwvoorbereiding
autoradio ............................ 97
Inbouwvoorbereiding voor
draagbaar
navigatiesysteem................. 98
Inbouwvoorbereiding voor
"Isofix" kinderzitje ............ 133
Instapverlichting .................. 53
Instrumenten
– Instrumenten ................... 6
Instrumentenpaneel.............. 6
Instrumenten (paneel)
300
8
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
– Brandstofmeter ................ 8
– herconfigureerbaar
multifunctioneel display... 7
–
koelvloeistoftemperatuurmeter
– multifunctioneel display... 6
– Snelheidsmeter ................ 8
– toerenteller ...................... 8
Interieur (reiniging) ............ 231
Interieuruitrusting ................ 67K
entekenverlichting
– lamp vervangen .............. 188
Ken uw auto......................... 5
Kinderzitjes (geschiktheid
voor gebruik) .................... 132
Klimaatcomfort .................... 39
Klimaatregeling.................... 37
– Uitstroomopeningen/
roosters in interieur.......... 39
Koelvloeistoftemperatuurmeter.......................................... 8
Koplampen .......................... 85
– hoogteregeling
koplampen ...................... 85
– koplampafstelling in het
buitenland ....................... 86
– lamp vervangen .............. 183
– lichtbundel afstellen......... 85Koplampen - mistlampen
afstellen .............................. 86
Koplampsproeiers ............... 228
Koppeling ........................... 237
Krachtbegrenzers ................ 126
Krik .................................... 174
Lampjes op
instrumentenpaneel........... 155
lamp vervangen ........... 186-187
Lamp vervangen
– buitenverlichting ............ 183
– interieurverlichting ......... 189
Lancia CODE (systeem) ....... 25
Lancia CODE systeem.......... 25
– Bagageruimte (inhoud)... 246
– Display ............................ 12Lichtunits
– achterlichtunits (lamp
vervangen) ..................... 186
– koplampunits (lamp
vervangen) ..................... 183
Luchtfilter .......................... 221
Luchtroosters aan zijkant ..... 37
Luchtroosters in het
midden ............................... 38M
agic Parking.................... 102Magic Parking systeem ....... 102
Mechanical Brake Assist ....... 87
Menuopties........................... 13
Milieubescherming .............. 119
Mistachterlicht .................... 188
Mistlicht ............................. 186
Motorcodes ......................... 235
Motorkap ............................. 82
Motor
– code ............................... 234
– identificatiecodes ............ 235
– technische gegevens ........ 236
– Vloeistofniveau van het
motorkoelsysteem ........... 219
Motorolie
– niveau controleren .......... 218
– specificaties .................... 251
– verbruik ......................... 218
Motorruimte
– controle van
vloeistofniveaus .............. 214
Motorruimte
– openen/sluiten ................. 82
– reinigen .......................... 230
MSR ..................................... 90
MSR (systeem) ..................... 90
301
.8
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
Multifunctioneel display ....... 9Niveaus
215-216-217Onderhoud en zorg ............. 208
– geprogrammeerd
onderhoud ...................... 208
Onderhoud en zorg
– geprogrammeerd
onderhoudsschema ......... 209
Onderhoud en zorg
– intensief gebruik van de
auto................................ 213
Onderhoud en zorg
– periodieke controles........ 213
Opheffen van het voertuig... 205Parkeer-/dagverlichting
(DRL)
– lamp vervangen .............. 183
Parkeerlichten ...................... 51
Parkeer-/remlichten ............ 187
Parkeersensoren.................. 100
Parkeren ............................. 146
Plafondverlichting achter
– lamp vervangen .............. 190
Plafondverlichting
– bagageruimteverlichting .. 63– plafondverlichting
achter .............................. 62
– plafondverlichting voor .... 60
– verlichting
dashboardkastje............... 63
Plafondverlichting voor
– lamp vervangen .............. 189
Planfondverlichting voor
– bediening ......................... 60
Pollenfilter .......................... 221
Portieren .............................. 72
– Centrale
portiervergrendeling ........ 72
Prestaties (topsnelheid)....... 247
Reiniging en onderhoud
– auto-interieur ................. 231
– carrosserie ...................... 228
– koplampen ..................... 230
– Kunststof en gecoate
interieurdelen ................. 231
– Lederen interieurdelen ... 232
– Lederen stoelen .............. 232
– motorruimte ................... 230
– ruiten ............................. 230
– stoelen ............................ 231Remmen
– kenmerken ..................... 238
– remvloeistofniveau ......... 220
Richtingaanwijzers
– bediening ......................... 52
– lamp vervangen .............. 185
Rijstijl ................................. 149
Ruiten reinigen..................... 54
Ruiten (reinigen) ................ 230
Ruitensproeier ...................... 54
– vloeistofniveau
ruitensproeier ................. 219
Ruitensproeiers van
achterruit .......................... 227
Ruitensproeiers van
vooruit .............................. 227
Ruitenwissers ....................... 54
– niveau
controleren ...... 215-216-217
– wisserbladen................... 225
– wisserbladen vervangen .. 226
SBR systeem....................... 122
Schemersensor ..................... 51
Schuifdak............................. 69
Slepen van de auto.............. 206
302
controleren .........
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER